TUINBOUW.
INGEZONDEN.
Moeder 311/12 j- 5001 ,kg 3.43 305 d.
V. Moeder 4 j. 5970 kg 3.77 290 d.
Koeion.
De volgende dieren kregen 80 of meer punten:
lste kalf.
Mina, van E. Knijpers. 81.2 p.
Oudere koeien,
t Marie, van Ed. Kuijpers. 83 p.
Lies, van J. F. van Waterschoot. 80.2 p.
ZWAGERMAN.
TUINBOUWTENTOONSTELLING TE
KAFELLE.
Van de Vereeniging van Oud-leerlingen der
Tuinbouwcursussen te Kapelle, ontvingen wij het
programma van de op 22, 23 en 24 September te
houden tuinbouwtentoonstelling.
Gaarne wekken wij' onze lezers op tot een
bezoek.
Ongetwijfeld] zal het er niet alleen leerzaam,
doch ook gezellig zijn. Red.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Naar aanleiding van het schrijven van het Da-
gelijfcsch Bestuur van den N. A. K., zou ik als
teler iets willen opmerken. Toen de N. A. K. zijn
tegenwoordige werkwijze is begonnen, dachten wij,
dat alles wat met dezen dienst in verband staat,
algemeen en uniform was geworden. De tijd heeft
geleerd, dat dit wel iets verschilt. Wij zien b.v.
hoe in Friesland de A-klasse mag uitgroeien, in
Zeeland en de andere provincies de B-klasse, ter
wijl in N.-Brabant zelfs de C-klasse nog vroeg ge
rooid moet worden. Het komt mij voor, dat er een
doodelijke belangenstrijd is ontketend, tusschen de
provincies onderling, waar tenslotte de kooper van
profiteert en wij alls telers het slachtoffer van
worden.
De meerdere zorg enz. aan pootaardappelen be
steed, wordt niet vergoed.
De vorige week heb ik met genoegen gelezen het
hoofdartikel van Ir. Dorst. Ik ben het geheel met
den schrijver eens, dat er wat gedaan moet wor
den. Mijns inziens ligt dit op den weg van den
N. A. K. Als de telers het zelf moeten doen, komt
er niets van terecht. Het moet ons opgelegd wor
den. Op de een of andere wijze moet er meer orde
ning komen in de teelt en voornamelijk de handel
en wat daarmede in verband staat, bijv. verplicht
veilen! Het is maar een gedachte, die voor ver
betering vatbaar is. Blijft de toestand bestaan zoo
als nu, dan is het zoo Als het eene jaar goed gaat
met pootgoed, dan wordt de teelt het volgende
jaar zoo uitgebreid, dat het aanbod de vraag over
treft, zooals nu het geval is. Ik teel liever 15 ha
aardappelen tegen een loonenden prijs, dan 20 ha
aan afbraakprijzen.
Het staat niet direct in verband met het schrij
ven van het Dagelijksch Bestuur, maar is toch een
levenskwestie voor het bestaan van de pootaard
appelen telers.
Het komt miji voor, dat deze punten door het
Dag. Bestuur ernstig dienen te worden bezien.
Met dank voor de plaatsing.
Uw dw.,
S. de J.
Onderschrift.
De schrijver brengt o.i. twee kwesties naar
voren, die met het artikel van het Dagelijksch Be
stuur van den N. A. K. in het laatste nummer van
het Zeeuwsch Landbouwblad, in inderdaad slechts
ver verwijderd veriband staan.
In tegenstelling met den heer de J. meenen wij,
dat door het tot stand komen van den N. A. K. de
uniformiteit in de keuring van aardappelen over
geheel Nederland ten zeerste is toegenomen en de
kwaliteit van het goedgekeurde product aanzien
lijk is opgevoefd.
Een uniforme keuring wil niet zeggen, dat er in
alle provincies al dan geen rooidata moeten wor
den vastgesteld en evenmin, dat deze rooidata
voor de verschillende provincies en aardappelras
sen gelijk moeten zijn. Uniformiteit in de keuring
wil o.i. zeggen, dat de nateelt van een bepaalde
klasse gemiddeld ongeveer hetzelfde resultaat
geeft, wat den gezondheidstoestand betreft. Het is
in de praktijk voldoende bekend, dat het dikwijls
verstandiger is de aardappelen, die voor de keu
ring werden aangegeven, op eeij gegeven moment
maar te rooien, inplaats van de risico te loopen,
dat door primaire besmetting het perceel in een
lagere klasse wordt geplaatst of zelfs wordt afge
keurd.
Of de ordening als door schrijver bedoeld van den
N. A. K. als zoodanig kan uitgaan is o.i. twijfel
achtig, veel meer ligt hier een taak voor de land
bouworganisaties. Red.
In Uw blad van verleden week lazen wij het
artikel van het Dag. Bestuufvan den N.A.K. Ver
moedelijk is dit artikel verschenen als reactie op
het artikel: Keuring van en certificaten voor Origi-
neele zaden, dat door den Bond van Zaadtelers aan
alle landbouwbladen is toegezonden, maar jammer
genoeg niet door allen is opgenomen.
Was zulks wel het geval geweest, dan zou de lezer
een groot verschil opmerken. Het .bewuste artikel
is zoo algemeen mogelijk gesteld, terwijl het artikel
van den N.A.K. een sterk persoonlijken aanval in
houdt. Dit lijkt ons niet te pleiten voor de kracht
van haar argumenten en de lezer wordt zeer een
zijdig ingelicht.
Inderdaad is er een meeningsverschil ontstaan
tusschen de vertegenwoordigers van vele buiten-
landsche kweekers, in den beginne gesteund door
alle binnenlandsche, doch het is de N.A.K. zelf, die
dit ontketend heeft, omdat ze op vrij willekeurige
manier de kweekers in hun teelt heeft willen beper
ken. Deze aanval op het eigendomsrecht van den
kweeker heeft zeer veel beroering gewekt en heeft
in de landen om ons heen, een actie van de kweekers
ontwikkeld, waaraan wij als goed vertegenwoordiger
genoodzaakt worden gevolg te geven. Het is dan
ook geenszins juist, dat ondergeteekende den strijd
met de N.A.K. zou aangebonden hebben. De zaak
is, dat de buitenlandsche kweekers daartoe gedwon
gen werden door de houding van den N.A.K.
Vooral toen. de N.A.K. onder het mom van keu-
ringseischen met maatregelen dreigde, waarbij het
rassenbezit van den kweeker niet meer voldoende
gerespecteerd werd. Reeds tijdens het Internationale
Landbouwcongres in Den Haag kwam dit naar
voren en is in een resolutie de wenschelijkheid van
een betere bescherming van den kweekerseigendom
vastgelegd.
Wij hebben nadien in opdracht van de kweekers
alles geprobeerd en zouden niets liever gewild hebben
dan samenwerking op redelijke basis.
Alleen het vertrouwen in den N.AjK. is weg,
vooral bij de buitenlandsche kweekers, en daarom
is het volkomen logisch, dat zij niet langer hun
origineele teelten onder toezicht wenschten te stellen
van een lichaam, dat zich niet tot keuring beperkte,
doch een ver ingrijpenden 'aanval op hun rechten had
gedaan. Trouwens indertijd hebben wij ons vrijwil
lig onder haar toezicht geschaard, doch niet, om
later geheel haar voogdij te moeten laten wel
gevallen.
Wanneer men bedenkt, dat bijv. Svalöf reeds be
stond en prima zaad leverde, niet alleen in Nederland
maar ook in vele andere landen, toen er nog van
geen keuringsdienst sprake was, dan is het zeker het
goed recht van dergelijke kweekers, om hun eigen
weg aan te geven, nu en in de toekomst.
In het begin van haar betoog zegt de N.A.K., dat
wij belangrijke buitenlandsche kweekers vertegen
woordigen en dat de N.A.K. deze strijd niet in het
belang van den Ned. Landbouw acht. Volkomen
terecht, maar het feit is, dat de N.A.K. niets gedaan
heeft ondanks onze herhaalde waarschuwingen, om
de buitenlandsche kweekers rechtvaardig te behan
delen, doch star vastgehouden heeft aan haar ideeën
waarbij de goede naam van Nederland op het spel
gezet is.
Eerst voor ongeveer vier weken heeft het Dag.
Bestuur voor de eerste maal sedert de 3-jarige wrij
ving met ons gesproken. Ons voorstel, waarvan de
N.A.K. melding maakt, was dan ook niets anders
dan een poging tot bemiddeling op ruime basis,
die door verdere besprekingen nader uitgewerkt
kon worden. Doch zelfs op deze tegemoetkomende
houding is de N.A.K. niet verder ingegaan, zoodat
voor ons geen terugweg meer mogelijk was.
Wij hebben ons ertoe beperkt, de eerste twee
alinea's uit het artikel van den N.A.K. te weerleg
gen. Het zou ons gemakkelijk vallen ook de verdere
grondig te weerleggen, maar dit zou zeker te veel
ruimte vorderen.
Van bevoegde zijde is indertijd uitgerekend, dat
de kweekersarbeid" onzen vaderlandschen landbouw
jaarlijks in staat stelt voor 20 tot 25 millioen gul
dens méér te produceeren. Dat omgekeerd dan ook
de kweekers de waardeering en steun verdienen van
den landbouw is zeker. Wanneer him arbeid loo-
nend is, kunnen zij zich beter outilleeren en kan de
lanc'bcuw zelve in de eerste plaats profiteeren van
de daardoor sneller en regelmatiger naar voren
komende nieuwe en betere rassen.
Is het dan wonder, dat verschillende kweekers
wenschen, dat ook met hun belangen en inzichten
rekening gehouden moet worden, iets wat tot nu toe
bij de eenzijdige uit nabouw-menschen samengestelde
N.A.K. niet het geval was.
Ofschoon wij ons voorloopig bij ons verweer tot
de eerste twee alinea's beperken, zullen we toch
even moeten ingaan op den scherpen aanval van den
N.AIC., waar het zelfs in het laatste een verdacht
making van onze producten betreft, in verband met
den door hem zelf verkondigden voorkeur voor eigen
certificaat. Het komt er o.i. voor den Ned. land
bouw op aan, te weten, dat het Origineele zaad
inderdaad van de beste kwaliteit is en door bevoegde
menschen is beoordeeld.
Welnu, de meeste onzer vermeerderingsvelden zijn
door den Svalöf-Directeur 'Prof. Ackerman of een
zijner assistenten zelf gekeurd. Wij veronderstellen,
dat deze vakmenschen met een wereldreputatie
minstens zoo goed de raseigenschappen en raszuiver-
heid van hun eigen rassen, die zij .jarenlang gevolgd
hebben, vóórdat ze in den handel kwamen, kunnen
beoordeelen, dan de N.A.K. zelf en als zoodanig een
minstens even grooten waarborg kunnen geven.
Bovendien staat hierachter een instantie, die ver
antwoordelijk is en deze verantwoordelijkheid aan
vaardt, terwijl de N.AjK. geen enkele verantwoor
delijkheid voor haar keuringen draagt.
In dit verband kan het nuttig zijn, de uitspraak
van den Directeur-Generaal van den Landbouw bij
zijn rede ter gelegenheid van de opening van het
N.A.K.-gebouw aan te halen:
„Door de juiste opvatting van haar functie, krijgt
het wetenschappelijk instituut de intellectueele lei
ding doch nooit mag het raken aan de hiërarchische
leiding'1', en verder:
„Het Rijkstoezicht blijvevbeperkt tot het streng
noodzakelijk ambtelijke toezicht. Nimmer grijpe
het naar de leiding".
Wij laten het gaarne aan de objectieve beoor
deelaars over, uit te maken of de N.A.K. in dit
opzicht al dan niet haar functie op juiste wijze
heeft opgevat. :s
N.V. LANDBOUWBUREAU M. WIERSUM.
Onderschrift.
Het artikel van den Bond van Zaadtelers (bedoeld
wordt den Bond van Vereenigingen van zaadhande
laren en zaadtelershandelaren) mogen volgens de
N.V. Landbouwbureau M. Wiersum zoo algemeen
mogelijk zijn gesteld, in wezen is het niet anders
dan een verdediging van de belangen van een
bepaalde groep die zich met de vermeerdering en
den verkoop van origineele en dan speciaal buiten
landsche granen bezighoudt, o.a. de N.V. Wiersum.
Dit is o.m. de reden, dat wij niet tot opname in ons
blad overgingen.
Wij nemen er goede nota van, dat het meenings
verschil, waarop de N.V. Landbouwbureau M. Wier
sum doelt, ontstaan is tusschen de vertegenwoor
digers van buitenlandsche kweekers, dus niet van
deze kweekers zelve, en dat deze actie in dpn. begin
ne door alle binnenlandsche kweekers werd gesteund.
Er moet wel een reden zijn, waarom de binnenland
sche kweekers de actie van de vertegenwoordigers
van de buitenlandsche kweekers vaarwel hebben
gezegd. Wat echter de reden hiervan is, vermeldt
de N.V. Wiersüm niet. De N.V. Wiersum is boven
dien geen kweeker, de actie, als door haar in het
leven geroepen, wordt door de binnenlandsche kwee
kers van granen en peulvruchten blijkbaar slechts
gesteund door den kweeker Hylkemavan wiens
kweekproducten de N.V. Wiersum verkooper is.
Volgens de N.V. Wiersum zouden de vertegen
woordigers van de buitenlandsche kweekers gedwon
gen zijn tot actie door de houding van den N.A.K.
Het artikel van het Dagelijksch Bestuur van den
N.A.K., opgenomen in ons vorig nummer, geeft o.i.
antwoord in hoeverre dit juist is.
De N.V. Wiersum stelt het voor of de N.A.K.
eigenlijk tegen een betere bescherming van den
kweekerseigendom is. Dit is volkomen onjuist. De
N.A.K. heeft door het leggen van een heffing op de
telers van nabouw ten behoeve van den kweekers-
arbeid, reeds daadwerkelijk getoond, dat het werk
van den kweeker wordt gewaardeerd en wie zegt,
dat deze steun niet voor uitbreiding' vatbaar is?
Ook wij achten den kweekersarbeid voor den land
bouw van zeer groot belang, doch over de wijze,
waarop deze arbeid beloond moet worden, verschil
len wij met de N.V. Wiersum. De laatste verzuimt
trouwens in cijfers te vermelden welken steun de
buitenlandsche kweekers van het door deze N.V.
voorgestelde systeem zullen ondervinden.
Het vertrouwen in den N.A.K. vooral bij de
buitenlandsche kweekers is weg zegt de N.V. Wier
sum. De eigenijke reden waarom dit vertrouwen
weg is bij de buitenlandsche kweekers wordt er niet
bij verteld. Overigens achten wij het in het geheel
geen landbouwbelang om Nederland vol te stoppen
met origineele buitenlandsche rassen.
Het komt er volgens de N.V. Wiersum voor den
Nederlandschen Landbouw op aan te weten, dat
het origineele zaad inderdaad is van de beste kwa
liteit en door bevoegde menschen is beoordeeld.
Zeer zeker is het voor den Nederlandschen Land
bouw van belang, dat de kwaliteit van het origineele
zaad zoo goed mogelijk is, doch wij zouden er aan
toe willen voegen vooral met het oog op den hoogen
prijs en de waarde in vergelijking met nabouw.
De meeste van onze vermeerderingsvelden aldus
de N.V. Wiersum zijn door den Svalöfdirecteur of
een zijner assistenten zelf gekeurd. Verward wordt
hier het toezicht van den kweeker op zijn kweek-
product, dat vanzelfsprekend is, met keuring. Van
een eigenlijke keuring kan men o.i. niet spreken
als de betrokkene dit zelf doet.
Dat de meeste vermeerderingsvelden van de N.V.
Wiersum door of namens den kweeker zijn beoor
deeld is de gewoonste zaak ter wereld, anders is het
verschil tusschen vermeerderings'bedrijf en nabouw-
bedrijf o.i. niet duidelijk. Op een vermeerderings-
bedrijf berust het toezicht bij den kweeker, op een
nabouwbedrijf bij den boer.
De aanhaling van de woorden van den Directeur-
Generaal van den Landbouw is o.i. niet gelukkig
gekozen. Deze sprak over typt Rijkstoezicht. De
N. A. K. regelt echter haar zaken zelf, doch staat
als semi-officieele instelling onder Rijkstoezicht.
Dat dit toezicht niet naar de leiding moet grijpen,
daarmede zijn wij' het volkomen eens.
De uitspraak van het Dagelijksch Bestuur van
den N. A. K. in onp vorig nummer lijkt ons vol
komen juist. „Het zou schadelijk en schandelijk
zijn voor dein Nederlandschen boerenstand, indien
het aan een vertegenwoordiger van buitenlandsche
kweekers zou gelukken den Keuringsdienst, die
uitsluitend ten behoeve van het algemeen Neder-
landsche landbouwbelang, door samenwerking van
de Nederlansche boeren en handelaren is op
gericht, te verzwakken." Red.