NOORD-BRABANTSGHE M" VAN LANDBOUW Redactioneel Gedeelte Uit de Afdeelingen. Uit een geheim weekboek van Bram uit den Slikhoek. De goede aarde. VEEHOUDERIJ. RUNDVEE- EN VA RKENSFOKDAG TE ROOSENDAAL, VEREENIGINGSï/EZEK. ECONOMIE. EXCURSIE BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE PLATTELANDSVROUWEN (AFD. BINTELOORD). Donderdag 11 Aug. j.l. maakte de af deeling Dinte- loord van den Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen haar eerste excursie. 's Morgens om 6 uur vertrokken we met een volle touringcar naar Vlaardingen, waar de Sunlight- fabrieken zouden worden bezichtigd. De deelnemers waren dn opgewekte stemming en bij het passeeren van de Moerdijkibrug werd genoten van den mooien aanblik, wel'ke de verbinding met den Noordelijken en Zuidelijken oever biedt. Op den vastgestelden tijd kwamen we aan de fabriek aan, waar we vanwege de Directie vriende lijk werden ontvangen. Het geleide, dat ons was toegewezen, ging met ons de fabriek rond en gaf uitleg van het fabricageproces. Genoten hebben wij van de bedrijvigheid, die er in zoo'n fabriek heerscht en van de practische en vernuffige machines. Na de bezichtiging der fabriek kwamen we weer in het clubgebouw, waar we onthaald werden op een uitstekend verzorgde koffietafel. Onze leidster onderhield zich met ons, tot we weer in de bus zaten en na dank te hebben gebracht aan de Directie voor het bezichtigen der fabriek en de ontvangst, ging het naar Den Haag, waar het paleis „Noord einde" bekeken werd en het Panorama „Mesdag". Daarna zijn we nog naar Scheveningen gereden, waar op een mooien zomerdag zooveel te genieten 11—18 Aug. „Geduld is zulk een schoone zaak" is een spreek woord, dat zeker van de week bij vele landbouwers in gedachten is gekomen. Ja, ons gediild is van de week izwaar op de proef gesteld. Telkens maar regenbuien, weinig zon en dan alles buiten hebben, 't Waren bij ons meest kleine buitjes, veel water is er niet van gekomen, maar 't mennen ging slecht vooruit. Bij 't erwtenrijden van de Lange Geere zijn we nog op een dag 3 X uitgeregend, 's Morgens heel droog (dat is om dezen tijd niet goed), aan 't rijden, om half acht een buitje net genoeg om uit te spannen, om negen uur weer aan den gang, om elf uur weer nattigheid, weer uitspannen, 's Middags rond de schuur loopen, de lucht en de wind in 't oog nemen, inspannen om half een en wat raad je, om 4 uur uitspannen door den regen. Dan is 't beste maar uit de buurt van den baas te blijven. Mijn hond Beilo schiet gauw uit, maar ik dan nog vlug ger. 't Is daarom dom, want daar is toch niets tegen te doen. Boven mijn schrijftafel hangen 2 spreuken „Tob nooit" en „Geduld overwint alles". Die hangen daar om op regenachtig weer in den oogst te lezen en uit m'n hoofd te leeren. Toen ik daar 3 X uitgeregend ben, ging ik naar de groen- bemesting en de lucerne kijken en ik was weer present. Die groeien met dat weer als wol. Enfin, de erwten zijn binnen en wanneer 't mor gen mooi weer is gaan we Julianatarwe rijden van den Molenweg. Op de tarwe zit veel stroo van 't jaar, ik denk van meer dan verleden jaar, behalve op de Joncquois, dat is maar kanthooi, zoo kort. De Fransche tarwe is eerst gesneden, maar laatst binnen denk ik. Dat stroo is zoo voddig en taai van 't jaar door die roest, dat ze lang buiten zal moéten blijven. Wat opvalt van 't jaar, 1938 was een vroeg jaar in alles en de oogst is laat. Vorig jaar was op 16 Augustus alles binnen in den Slikhoek, en nu alleen 't vlas en de erwten. Doch „geduld overwint alles", nog wat zon en de wagens rollen weer volgeladen onze schuren binnen. Dan enkele dagen alle hens aan dek en 't is weer binnen. Met die autowagens is "t oogst binnenrijden een genot geworden. Wat laden en rijden deze wagens gemakkelijk. Ja, die zijn een mooie verbetering. In 't eerst reed mijn le knecht er niet graag mee. „Je snokt zoo deur mekare" zei hij, maar nu hij 't gemak aan den lijve heeft gevoeld, neemt hij altijd de „ped" en laat den ouden Zeeuwsche wagen staan. De aarde is één en al volheid. Volheid... nu onze blik over de rijpe korenvelden gaat, waar rappe handen bezig zijn den oogst binnen te halen. Volheid... nu de aarde weer rijkelijk vruchten schenkt. Eén wonder is en blijft het telkens op nieuw. Maar wij beseffen daar dikwijls zoo weinig van, wij beschouwen hetgeen de aarde ons schenkt als van zelf sprekend. Het is een zegen, dat er weer geoogst mag worden, en wat is het een groote zegen, dat wij daaraan mee mogen helpen en van mogen genieten met volle beugen. In landen waar de menschen zoo dikwijls met groote natuurrampen is. De dag is omgevlogen en 's avonds, na het vuur werk, keerden we allen, voldaan over deze eerste excursie, huiswaarts. T. B. te D. op Maandag 29 Augustus a.s., op het terrein voor de R.K. Land'bouwwinterschool, aldaar. Elven vragen iwe Uw aandacht voor dezen de monstratiedag in het bekende hoogproductief-fbk- district van de zwartbonten, hetwelk onder de laat ste mond- en k 1 auwzeerperiode zoozeer heeft ge leden. Zelf bezochten we, kortgeleden, alle bij de Fokcentrale aangesloten fokkers en stonden, hoewel niet onbekend voor ons, versteld van de geleden en nog te lijden verliezen. Toch zullen ze wéér naar voren komen. Volhouden is het eeniige, vooral ook in minder gunstige tijden. De stempel, die het ge leden wee hier anders op het fokmateriaal gédrukt heeft, zal wel merkbaar zijn. Aangevoerd zullen worden omstreeks 160 stuks vee, waaronder ruim 30 stieren. Daarnaast ditmaal voor het eerst zullen de varkensfokkers uit de omgeving uitkomen met een 67 hokken V. D. L. varkens. Wje kunnen ieder een bezoek aan dezen dag aanbevelen, temeer, waar voor excursies, welke vooraf kaarten bestel len en betalen, het entrée slechts 30 ets. per persoon bedraagt. Secretaris: C. JanssenKerstens, Bur- gerhoutschestraat 3, Roosendaal. Giro: 123866. te kampen hebben, zal men den zegen van den oogst wel dieper voelen dan bij ons het geval is. Hier gaat alles zoo geleidelijk en rustig. Kort geleden zag ik de prachtige film „De goede aarde", naar aanleiding van het boek: „The good earth" van Pearl Buck. Hier zag men den Chineeschen landbouwer en zijn werk en ook den geweldigen strijd met de natuurelementen. Den rijpen oogst, waar tenslotte zijn heele bestaan van afhangt, zag mén in tijd van enkele minuten geheel verwoest worden door 'n typhoon, een geweldigen stormwind, gepaard gaande met hagel en onweder. Dan weer kwamen de sprinkhanen. Eerst slechts een wolkje aan de lucht en als men dit zag, werd er met man en macht een vuurbaan van riet en petroleum door de korenvelden gelegd, om te probeeren, nog een gedeelte te redden. Maar men zag de sprinkhanen in zulk een getale neervallen, dat het vuur er door gedoofd werd. Ook gebeurt het, dat door een stevi- gien wind van achter de bergen zoo'n heele vlucht weer opgenomen wordt en verder vliegt. Dan weer was het de verzengende hitte, die alles verwoestte en het leven voor mensch en dier onmogelijk maakte. Wordt de oogst door het één of ander ver nietigd, dan is er onherroepelijk hongersnood en ellende en velen als zij nog kunnen moeten wegtrekken, om ergens in een stad te gaan bedelen. Dit doen zij alleen in uitersten nood, want de Chi- neesche landbouwer is bijzonder gehecht aan zijn grond. Velen, meestal ouderen, sterven liever, dan' dat zij hun grond verlaten. Het godsdienstig element speelt vooral bij den oogst een zeer groote rol en dit kunnen wij wel begrijpen, omdat hun heele be staan afhangt van de natuur, dus de Voorzienig heid. Maar al zijn de moeilijkheden bij ons niet zoo groot, toch zijn wij er ook van afhankelijk. Om te kunnen oogsten, moet er gezaaid worden. Ook in het leven is dit zoo. De Bijbel vermaant: Wlant zoo wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaien. De één zaait en de ander maait. Dit is een levenservaring, die wij allen kennen. Er is een spreekwoord, dat ons er aan herinnert: „Boompje groot, plantertje®dood". Met moeite en inspanning en heel dikwijls veel lijden, wordt door den één op gebouwd en gewerkt, maar de glorie der voltooiing is voor den ander. Hij, die het aanzag, met handen nog te zwak om mee te helpen, of met oogen, die niet konden peilen wat door den stoeren werker werd bedoeld. De laatste was misschien wel een tegenwerken Dit is de weemoed van het leven. Want zooals het zaad moet worstelen met koude, regen- en sneeuwvlagen, zoo moet de mensch vaak ook worstelen om het uitgestrooide zaad tot vollen wasdom te krijgen. Voor hem is het ploegen, eggen en strooien in den grond, maar de rijkdom van den oogst, met zijn schoonheid, en het inzamelen der vruchten, zal door zijn oog allicht niet worden gezien. De landman kent het goede zaad, maar ook het slechte. Zoo ook het leven. „Want die in zijn eigen vleesch zaait, zal uit het vleesch verderfenis maaien, maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien." Doch laat ons goed doende, niet versagen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zoo wij niet verslappen. Wij zien maar al te vaak alleen den donkeren kant van „De één zaait en de ander maait". Maar er is ook 'n lichtzijde. Zijn wij zelf niet iederen dag, elk uur, maaiers? Daar is het kind: zijn kleine handen weten niet van zaaien, maar de oogst van anderer liefde .en zong, de oogst, die hem in staat stelt zich te ontwikkelen, staat voor hem gereed. Naast den zaaier staan toch de maaiers. De mensch gaat door het leven; wat zou den wij zijn, ook de mees tbe gaaf den onder ons, in dien wij slechts oogstten, wat wij zelf gezaaid had den. Schraal zou de oogst zeker zijn. Maar de oogst ligt voor ons opgestapeld, links en rechts, de oogst van eeuwen her, d'ien wij: gebruiken, zonder erbij na te denken. Die zonder ons werd gezaaid en nu door ons kan worden gemaaid. Beste ouders, die zaaiden, welbewust dat de oogst niet zou zijn voor henzelf, maar blijde als hij kwam voor de kinderen hunner liefde. Kloek voorgeslacht, dat alles op offerde voor de vrijheid, die eerst aan het volgende geslacht ten goede zou komen. 'De grooten, op wier schouders wij staan in ge heel onze geestelijke ontwikkeling. Zaaiers, gij allen aan wie wij met eerbied' en groote dankbaar heid denken, omdat wij den oogst mogen binnen halen, die ons leven rijk en gelukkig maakt. De één zaait en de ander maait. Wirj allen, maaiers van onze geboorte af, wij erkennen het in dankbare blijdschap. Maar.dit is nog niet voldoende. Er rust ook een plicht op ons. Wij moeten ook zaaiers zijn. Niet kijkend naar eigen belang, maar zaaien het goede zaad voor het nageslacht. Wij denken misschien, dat de wasdom van ons zaad te gering zal zijn en dat het niet zal worden gezien? Weg met deze gedachte! Wij moeten het ons een eer, een voorrecht achten, een plicht der dankbaarheid zelfs, om ook op onze beurt te mogen zaaien. /Hoe moeilijk het in onze dagen ook is, wij mogen onze taak niet verzaken. A. ROTTIER. ADRESWIJZIGING. Met ingang van 1 September a.s. wordt het Secretariaat van den Kring „Schouwen en Duive land" der Z. L. M., de. Onderlinge Slachtveeverzeke ring „Schouwen en Duiveland^, de Onderlinge Ver- zekerings Mij tegen Hagelschade van den Kring „ISchqjjwen en Duiveland" der Z. L. M., de Ver- eeniging tot bestrijding van dé tuberculose onder het rundvee, enz. Afd. „Schouwen en Duiveland", de Onderlinge Baarden en Veeverzekerings Mij „Draagt Elkanders Lasten", verplaatst van Eiker zee naar Zierikz.ee (Nieu,we Haven D 201), aange sloten onder telefoonnummer 303. Girorekening 7'5159 t. n. v. F. C. Hanse, D 201, Zierikzee. RA IFFEI.S EN. Dit voorjaar was het 50 jaar geleden, dat Raif- feisen overleed. Wie Raiffeisen was? De voorman nen van onze coöp. boerenleenbanken weten het wel. Friedrich Wilhelm Raiffeisen, een Duitsch econoom, werd in 1818 te Hamm aan de Sieg (Rijn provincie) geboren. Hij was tot 1865 Burgemeester van verschillende gemeenten. De noodtoestanden in 18461847 (oogstmislukking) brachten hem er toe de coöperatie in den landbouw te propageeren, met name de oprichting van de boerenleenbanken. Dezer dagen ,js te Neuwied zijn sterfdag her dacht. Uit overweging, dat de Coöp. Centrale Raif- feiseg Bank te Utrecht en de Coöp. Boerenleen banken, afstammelingen zijn van de ideëen van Raiffeisen, heeft het bestuur van de Centr.-le Bank er goed aan gedaan afgevaardigden naar die her denkingsbijeenkomst te zenden. In de Raiffeisen4Bode van Juli 1.1. is in Neder- land'sche vertaling opgenomen de herdenkingsrede van den voorman der Zwitsersche boeren, den bekenden professor Laur. De lezers van de Raiffeisen-Bode de bestuurs leden van onze coöp. .boerenleenbanken zullen met belangstelling van die rede hebben kennis genomen. Maar ook onze Zeeuwsche landbouwers, van wie er zoovelen bij onze coöp. boerenleen banken zijn aangesloten, zullen er prijs op stellen, den inhould van die rede te kennen. Wanneer de Redactie van het Zeeuwsch Landbouwblad daarvoor de noodige plaatsruimte beschikbaar stelt, moge de uit de Raiffeisen-Bode overgenomen herdenkings rede hieronder volgen: „Mijnheer de Rijksminister, „Mijnheer de Voorzitter, „Hooggeachte feestvergadering. „In opdracht van het Internationale Landbouw- comité breng ik U de groeten over van de platte landsbevolking van alle landen, waar het werk van „Raiffeisen wortel heeft geschoten. „Ons comité, dat de centrale organisatie is van „alle landbouwvereenigingen der wereld, wil een „grooten Duitscher Fried'rich Wilhelm Raiffeisen „eeren, wiens leven en werken voor de heele mensch- „heid een zegen zijn geweest. Overal waar de zelf standige plattelander, in het bijzonder de boeren en „ambachtslieden, zich op den grondslag van coöpe ratieve samenwerking met als doel wederzijdsche crediethulp aaneen hebben gesloten, zijn de d'oor „Raiffeisen opgestelde en toegepaste grondregels „richtinggevend geweest. Meer in het bijzonder het „landbouw-credietwezen is nergens sterker en hooger „tot ontwikkeling gekomen dan in die landen, waar „de ideeën van Raiffeisen den grondslag der organi satie zijn blijven vormen. „Millioenen boeren van alle taalgroepen der aarde „kennen den naam van den man, wiens vijftigsten

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1938 | | pagina 3