Zaterdag 6 Augustus 1938. No. 1594. Geachte Lezers. I RUBRIEK TUINBOUW Gezien de belangrijkheid van een regionaal, d.w.z. een streeksgewijs grondonderzoek, meenden wij een extra nummer van ons blad te moeten uitgeven. Allereerst willen wij dank brengen aan hen die hun tijd en krachten gaven bij het reeds begonnen onderzoek en anderzijds willen wij een toelichting geven op de uitslagen en tot deelname aanmoedigen. De moeilijkheden bij de organisatie van een der gelijk onderzoek, zijn vele. Indien individueel wordt ingezonden kan alles vlugger gaan, doch het zal dan meer moeite en geld kosten. Bij vergissing is door de administratie van het Laboratorium op meerdere der uitslagen het ver schuldigde bedrag vermeld wat het onderzoek kost, indien men persoonlijk inzendt. Hieruit kan men zien, welke belangrijke reductie men heeft door via Uw organisatie in te zenden. Deze reductie bedraagt 22 Aan hen, die reeds zelf betaalden aan Groningen, zal via ons kantoor deze reductie alsnog worden toegekend. Nu er eenmaal een begin is, zal alles veel vlugger gaan, indien allen medewerken. Bij eventueele critiek vergete men niet, dat velen geheel belangeloos medewerken. De Organisatie, die dit onderzoek organiseert, draagt de kosten verbonden aan administratie, ver zending, aanschaffing materiaal, propaganda enz. Wjij hopen dat door dit nummer van ons blad, velen er toe gebracht worden deel te nemen aan het regionaal grondonderzoek en voor hen, die reeds grond hebben laten onderzoeken, door de lezing van dit blad de uitslag voor hen meer waarde zal krtfgen. RBD HET BEDRIJFSLABORATORIUM VOOR GRONDONDERZOEK. Zooals bekend zal zijn, is het grondonderzoek voor de praktijk nog v-an jongen datum en nam dit eerst een aanvang, nadat door onderzoekingen van het Rijkslandbouwproefstation te Groningen meer licht was gekomen in enkele bodemziekten, n.l. de Veenkoloniale ziekte en de Hooghalenschê ziekte. Toen de oorzaak van deze bodemziekten op gespoord was, n.l. een teveel resp. een te weinig aan kalk in den grond' en door middel van het grondonderzoek aangegeven kon worden in hoe verre de kalktoestand van den grond in orde was, ging de praktijk geleidelijk aan het nut van het grondonderzoek inzien en werden grondmonsters ter onderzoek naar Groningen opgezonden. Om streeks 1920 werd hiermede een aanvang gemaakt en jaarlijks breidde het aantal te onderzoeken mon sters zich uit. Tenslotte nam het grondonderzoek voor de praktijk een zoodanigen omvang aan, dat te veel tijd in beslag genomen werd van de toen malige 2e afdeeling van het Rijkslandbouwproefsta tion te Groningen en het wetenschappelijk onder zoek hierdoor in het gedrang kwam. De wenschelijk- heid om een apart laboratorium te stichten ten be hoeve van het grondonderzoek voor de praktijk kwam steeds sterker naar voren, zoodat in 1027 het Bedrijfslaboratorium voor Grondonderzoek werd opgericht. Het Bedryfslaboratorium voor Grondonderzoek is gesticht door de Landbouworganisaties in ons land met steun van het Rijk. Het doel was, om snel eii goedkoop grondonderzoek voor de praktijk te ver richten en daarbij het Rijkslandbouwproefstation van het massa-onderzoek te ontlasten, zoodat deze instelling zich weer geheel kon wijden aan het wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek aan het Bedrijfslaboratorium be paalde zich de eerste jaren uitsluitend tot het kalk- toestandsonderzoek van den grond. In het begin van 1030 werd het fosforzuur-onderzoek igevoerd (P- getal), waarbij de grond met water behandeld wordt en men aanwijzingen krijgt over de mate waarin fosforzuur opgelost is in het bodemvocht en daardoor voor de plant direct beschikbaar is. In begin 1033 werd dit onderzoek uitgebreid met het onderzoek naar het P-citr.-cijfer, waarbij de grond met 1 citroenzuur behandeld wordt en waarmede men aanwezingen krijgt over den in den grond aan- wêkigen, voor de plant toegankelijken voorraad fosforzuur. In het najaar van 1930 werd het kali- onderzoek van den grond ingevoerd. De eerste jaren na de oprichting viel een geleide lijke toename van het aantal onderzochte monsters te constateeren, totdat de crisis kwam en de land bouwers het inzenden van grondmonsters meer en meer achterwege gingen laten. Dit viel te betreu ren, daar in de korte periode, dat het Bedrijfs laboratorium zijn werk had kunnen verrichten, reeds voldoende duidelijk gebleken was, dat door middel van het grondonderzoek vele fouten en gebreken opgespoord kunnen worden. De reden, waarom men in vele gevallen niet tot grondonderzoek overging of het weer achterwege het, was gelegen in het feit, dat men den prijs te hoog achtte en verder ook, doordat men niet be kend was met de wijze van monsternem/en, het op zenden van de monsters enz. Deze bezwaren werden ondervangen door voor de zand- en dalgronden een zeer eenvoudig onder zoek te verrichten, waarbij alleen de pH bepaald werd en de kosten tot een minimum beperkt bleven. Tevens werd een verbeterde bepaling ingevoerd voor het vaststellen van de kalkbehoefte van den grond. Daarnaast werd, waar hiervoor belangstelling bestond, de monstername ter plaatse georganiseerd; de landbouwers behoefden niet zelf de grondmon- zich't in de fosforzuur- en kalihuishouding op de kleigronden te vengrooten. De groei van het onderzoek in de laatste vijf jaren: wordt weergegeven in onderstaand staatje, waarin het aantal monsters staat vermeld dat jaar lijks voor min of meer volledig onderzoek werd in gezonden door de praktijk. Totaal Ingezonden door de praktijk aantal zandgronden kleigronden Jaar 1933/34 1934/35 1935/36 1936/37 1937/38 8724 9941 13134 15792 23557 1042 1330 2067 4824 7160 893 1003 1375 3164 6934 Daarnaast werden op de zand- en dalgronden in de afgeloopen vier jaren 179.625 monsters alleen op pH onderzocht, terwijl in het jaar 1933/34 een kleine tienduizend monsters werden onderzocht op humusgehalte en fosforzuurgetal. Dit laatste onderzoek had betrekking op Veenkoloniale gronden. iGm een indruk te geven van het aantal bepalin gen, dat verricht moet worden voor het onderzoek ft.r Een kijkje in één der lokalen van het Bedrijfslaboratorium. sters te nemen, maar dit werk werd verricht door hiervoor aangestelde ^monsternemers, meestal leer lingen van de Landbouwschool of Landbouwcursus. Deze wijze van werken bleek goed te voldoen. De belangstelling voor het onderzoek steeg, wat tot uiting kwam in het aantal monsters, dat voor onderzoek werd ingezonden. Was het aantal mon sters, dat per jaar voor onderzoek ontvangen werd, gedaald tot ongeveer een paar duizend, dit aantal steeg in 1084/85 voor monsters, welke alleen op pH onderzocht werden, tot bijna 50.000; het jaar erop tot ongeveer 65.000, terwijl de laatste jaren ruim 30.000 monsters alleen op pH onderzocht werden. Dit eenvoudige pH onderzoek vormt echter slechts een begin; het streven moet er op gericht zijn om den grond zooveel mogelijk volledig te laten onder zoeken, dus ook het fosforzuur- en kali-onderzoek erbij te betrekken. Het blijkt, dat dit eenvoudige onderzoek naar de pH het volledige onderzoek meer en meer in de hand werkte; is men eenmaal met onderzoek begonnen, dan blijft men meestal regel matig monsters ter onderzoek opzenden, teneinde zoo nauwkeurig mogelijk de bemesting te kunnen vaststellen. lOok dit volledige onderzoek wordt op vele plaatsen georganiseerd, wat het voordeel biedt van een lageren prijs van het onderzoek en tevens een groot gemak is voor den landbouwer, terwijl wij ervan Verzekerd zijn, dat de monstername steeds op de juiste manier geschiedt door monster nemers, welke hiervoor nauwkeurige instructies hebben ontvangen. Op de kleigronden zijn in den loop der jaren niet dergelijke groote aantallen monsters onderzocht, zooals op de zandgronden het geval is; maar de belangstelling wordt ook hier duidelijk grooter, zooals uit onderstaand staatje blijkt. De eischen, welke de klei- en zavelgronden aan den kalktoestand van den grond stellen, zijn geheel anders dan van de zand- en dalgronden. De zand en dalgronden moeten min of meer zwak zuur zijn, terwijl de normale rivier- en zeekleigronden met een laag humusgehalte geheel verzadigd moeten zijn met kalk om in gleden toestand te verkeeren. Om een goed beeld van den kalktoestand van de kleigronden te krijgen, dient naast de pH ook het gehalte aan koolzure kalk bepaald te worden en verder de verzadigingsgraad en kan niet met een eenvoudig onderzoek naar de pH alleen volstaan worden. Wij zullen hier echter niet verder ingaan op de beteekenis van de verschillende grootheden, welke bij het grondonderzoek bepaald worden, daar hierover elders in dit blad wel een en ander gezegd zal worden. Het fosforzuur- en kali-onderzoek op de klei gronden wordt in de laatste jaren meer en meer gevraagd en zal er zeker toe bijdragen om ons in- van de 23557 monsters in het afgeloopen jaar, ver melden wij hier het aantal van enkele der voor naamste bepalingen, welke noodig waren: 1271786 pfH bepalingen, 44.119 fosforzuurbepalingen, 12.070 kalibepalingen, 53.645 koolzure kalkbepalingen, 41.815 humusbepalingen en 7087 zandbepalingen. Op de foto ziet men een deel van het laboratorium en o.a. het apparaat voor de koolzure kalkbepalin gen (linkerkant van de foto). Met dit apparaat kunnen thans 96 bepalingen tegelijk worden aan gezet, waardoor de capaciteit voldoende groot is geworden om aan den grooten stroom monsters, welke ingezonden wordt, het hoofd te kunnen bieden. Op den achtergrond wordt de kalibepaling uitgevoerd. Steeds wordt alles in het werk gesteld om het onderzoek tijdig gereed te kunnen hebben, zoodat de landbouwers of tuinders in den kortst mogelijken tijd het resultaat in hun bezit hebben. In tijden, dat het zeer druk loopt, lukt het niet steeds en moeten de monsters in volgorde van binnenkomen afgewerkt worden. Het werk aan het Bedrijfs laboratorium is sterk aan de seizoenen gebonden en dat zal zoo wel blijven. In de zomermaanden, wanneer het gewas op het land staat, worden als regel weinig monsters ingezonden, daarna volgt steeds een zeer drukke periode, welke in den winter iets minder wordt en in het voorjaar weer toe neemt. Er werken thans bijna 50 personen op het Bedrijfslaboratorium. Een ieder krijgt een deel van het onderzoek te doen, waarbij door een bepaald controlesysteem steeds nagegaan wordt of de bepa lingen op de juiste manier worden verricht. Door het groote aantal onderzoekingen zijn wij in staat om de bepalingen ook in de kleinste onderdeelen nauwkeurig te vervolgen en zoonoodig te verbete ren. Waar dit mogelijk is, worden door middel van hiervoor ontworpen apparaten de bepalingen gemechaniseerd', zooals b.v. met de koolzure kalk- bepaling het geval is (zie de foto), wat een vlugge en nauwkeurige werking in de hand werkt. Het zou te ver voeren om hetgeen in dit opzicht bij de verschillende bepalingen.' verricht wordt, nader uit een te zetten. Belangstellenden in ons werk kun nen echter te allen tijden het laboratorium komen bezichtigen. Wij hopen hiermede een indruk gegeven te hebben van het werk aan het Bedrijfslaboratorium en de ontwikkeling hiervan in de laatste jaren. Een goed opgezet grondonderzoek werkt steeds zeer nuttig, zoodat het ten zeerste toe te juichen is, dat de Afdeeling Tuinbouw van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij het onderzoek ter hand heeft genomen en ter plaatse heeft georganiseerd. Ongetwijfeld zullen hiermede nuttige resultaten verkregen worden. jr. F. DEOHERING.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1938 | | pagina 9