Voor de Vrouw.
PLUIMVEEHOUDERIJ.
VRAGENRUBRIEK.
Sterfgevallen in Nederland tengevolge van
liet mond- en 'klauwzeer.
Vark. en
week van rund. kalv. biggen schapen, geit.
17-23 Juli 1938 14 12 7
vorig tot. sedert
week van 1926
Sept. 1937 3202 4101 3095 246 62
Totaal 3216 4113 3102 246 02
TOELATING TOT DE GROEPEN „FOKKERS"
EN „HOUDERS VAN VERMEERDERIN GS -
BEDRIJVEN".
De Nederlandsche Centrale voor 'Eieren en Pluim
vee te Beekbergen deelt ons mede, dat belangheb
benden, die, voorzoover betreft kippen dit jaar
een aanvrage voor toelating tot de groep „fokkers"
of tot de groep „houders van vermeerderings-
bedrijven" wenschen in te dienen, zulks kunnen
doen tusschen 1 Augustus en 1 September a.s.
Desbetreffende aanvraagformulieren worden op ver
zoek door genoemde Centrale toegezonden.
DE HUISVESTING VAN KIPPEN IN
DEN ZOMER.
Omtrent de huisvesting van hoenders bestaan
nog veel verkeerde begrippen. Wel is waar is er
veel verbetering gekomen, omdat nu algemeen, ook
op de boerderijen, afzonderlijk staande kippen
hokken worden gebouwd, in tegenstelling met vroe
ger, toen het kippenhok op de boerderij een deel
van de boerenschuur uitmaakte; maar de ideeën
zijn in andere opzichten toch bij velen nog dezelfde,
als van vorige geslachten.
Het begrip, dat hoenders vogels zijn, en dus een
huisvesting behoeven, die in overeenstemming is
met den aard en de levensbehoeften van een vogel
is bij vele kip penhouders, naar mijn ervaring, nog
nooit doorgedrongen. Natuurlijk worden er daar
door, ten opzichte van de huisvesting van hoenders,
groote fouten gemaakt. Gelukkig evenwel bezit het
hoen een heel groot aanpassingsvermogen, ware dat
niet het geval, dan zouden er weinig kippen meer
zijn.
Maar die groote aanpassingsmogelijkheid neemt
niet weg, dat aan de kippen zelf heel wat schade
wordt toegebracht en dat die schade uiteindelijk
door de pluimveehouders wordt betaald.
Toen de kippenhokken nog 'n deel van den veestal
waren, kwam tuberculose algemeen voor onder de
kippen, deze ziekte, (naar hgar aard als een huis
vestingsziekte te beschouwen) treft men nu veel
minder aan. De snot, een algemeen voorkomende
ziekte, die ook met de huisvesting verband houdt,
komt echter nog algemeen voor, en de schade, door
deze ziekte veroorzaakt, is buitengewoon groot.
Een kippenhouder, die snot onder zijn kippen krijgt,
is minstens zoo erg gedupeerd als een veehouder
met mond- en klauwzeer onder zijn melk-vee.
Nu is het uit den aard der zaak niet mogelijk
ziekten te voorkomen, ook bij de meest geëigende
huisvesting zullen wel eens zieke dieren voorkomen,
maar dit staat als een paal boven water, de gevol
gen zullen minder ernstig zijn, omdat er meer
weerstand is onder die dieren.
Behalve de ernstigste gevolgen van huisvestings-
fouten, als ziekte en sterfte zijn er nog andere,
minder zichtbaar en minder ernstig, maar voor den
pluimveehouder toch ook zeer schadelijk. Deze niet
zoo in het oog loopende gevolgen zijn bijv. een
mindere eierproductie dan in gunstigere levensom
standigheden het geval zou zijn, of mindere broed-
resultaten, of minder levenskrachtige kuikens.
In veel gevallen ontgaat den pluimveehouder die
schade geheel en al, zij hebben er geen idee van, dat
het anders kan zelfs.
Alle min of meer ernstige huisvestingsfouten zijn
door een deskundige aan het uiterlijk der kippen
aan te wijzen.
Om een paar van de meest sterke voorbeelden te
noemen: Kippen, die in hokken verblijven met veel
vast glas, (broeikassen noem ik die) verliezen alle
kleur, alles is even bleek en flets en slap; de been-
kleur is wit, de veeren zijn in-wit en droog, de
kammen zijn fletsch van kleur en, hangen slap
over den kop, de meeste dieren zijn schraal en dun;
in hokken met onvoldoende ventilatie is het beeld
weer heel anders, de beenkleur is goed, aan de
veeren is ook niets bijzonders te zien, alleen de kam
men van vele hennen zijn niet helder rood, soms
zelfs meer of minder dor, men krijgt den indruk
van weinig productieve hennen.
Een andere typische aanwijzing voor een ver
keerde huisvesting vindt men soms ook in het ruien
der kippen, zoo kan het bijv. voorkomen, dat na
eenige warme dagen in Juli al veel kippen bij een
pluimveehouder in den rui vallen.
Bij kuikens kan een deskundige soortgelijke ken-
teekenen van een verkeerde huisvesting aanwijzen.
Zoo zijn kuikens, die te veel verwarmd zijn door
de kunstmoeder te hard te stoken of te lang te laten
branden (langer dan 4 weken) meestal ongelijk slecht
beveerd en de beenkleur is bleek; kuikens, die niet,
nadat de verwarming uit is gelaten, op gaasbodems
of beter nog op beunen worden geplaatst gedurende
den nacht, zijn na een nacht soms al te herkennen
aan hun groezelige kleur en fletsch uiterlijk; abnor
male kamontwikkeling bij kuikens, voornamelijk bij
de haantjes zichtbaar ('bochten erin, neiging toit
omvallen) wijzen op andere hjuisvestingsfouten;
nog talrijke andere, voor een leek minder sterk
sprekende aanwijzigingen, waren aan te geven.
Laten wij nu echter eens nagaan, welke de eerste
levenseischen van vogels in het algemeen zijn en
dan zal ieder antwoorden: ruimte, licht en lucht;
zuurstof, een overvloed van zuurstof is voor vogels
het allerbelangrijkste en belangrijker zelfs naar
mate men van een vogel meer eischt, zooals bij
kippen en eenden, wat de productie betreft. Zoodra,
al is het maar een deel van een etmaal, die over
vloed er niet is, zal de productie terugloopen. Met
opzetj spreek ik van een deel van een etmaal en
daarmede is de nacht bedoeld. Vele pluimveehou
ders toch meenen, dat als een kip den geheelen
dag vrij uit kan loopen, dat zij dan zuurstof genoeg
krijgt, niets is minder waar, wanneer de kippen
's nachts in een bedompt hok zitten, dan kan die
fout ïüet worden goedgemaakt door een geheele dag
verblijf in de buitenlucht, de productie zal er onder
lijden.
Het is niet nieuw, wat ik hier schrijf, vele jaren
geleden schreef een zekere heer Tolman, een pluim
veehouder in Californië, hetzelfde, hij was daarom
een voorstander van open-front hokken. Ik heb
hetgeen hij toen schreef onmiddellijk als juist erkend
en ook nagevolgd en ik ben zijn navolger gebleven
tot nu, ruim dertig jaren later. Steeds héb ik de
pluimveehouders gewezen op de noodzakelijkheid
van frissche lucht in de kippen- en kuikenhokken.
Ramen in een kippenhok moeten openslaand zijn
en moeten ook opengezet worden, 's zomers dag
en nacht. Ontelbare malen heb ik 's zomers bij
pluimveehouders komend gezegd, verwijder al dat
glas uit Uiw hokken en sluit de openingen af met
musschengaas; zij die mijn raad hebben opgevolgd,
hebben daarvan nooit spijt gehad. Een groot deel
van het jaar hebben kippen feitelijk voldoende aan
een afdak, heusch probeer het en ge zult zien, dat
ik gelijk l^eb. Ik heb jonge hanen zien opgroeien
onder een afdak van takkenbosschen, de hennetjes,
die gehuisvest waren in een mooi kuikenhok, maar
waarvan de ramen angstvallig dicht gehouden wer
den, haalden er niet bij.
In kippenhokken, waaruit alle ramen in het front
in April of begin Mei verwijderd zijn, zullen de kip
pen er veel frisscher uit zien, dan wanneer men
het niet doet, ze zullen ook later in het jaar ruien
en dus in het najaar veel langer doorleggen. Ge zult
ook minder sterfte krijgen in Uw toom, de levens
kracht zal beter zijn, de kwaliteit der broedeieren
en kuikens zullen dat in het voorjaar uitwijzen.
En zullen die kippen dain geen snot krijgen, als
men de ramen er zoo maar in eens allemaal uit
haalt, zal men wellicht vragen. Geen sprake van,
dat zal altijd verwonderlijk goed uitpakken, een
kip kan heusch goed tegen koude. Het zijn alleen
maar veel menschen, die denken en zeggen, dat het
niet zoo is. Dit voorjaar nog ontmoette ik daarvan
een prachtig voorbeeld. Op een bedrijf, waar Noord-
Hollandsche Blauwen werden gehouden, bestond het
front der hokken voor een groot deel uit glas, zoo'n
front met ruiten in de sponningen van kraal-
schroten. 't Was in Maart, de kippen zagen al
flets, hadden goed gelegd, mijn advies luidde:
„gooi al die ruiten eruit." De man heeft het gedaan;
een paar maanden later kwam ik er weer, hij ver
telde, dat zijn huren (kippenhouders) hem voor gek
hadden verklaard, toen hij het glas eruit had, (het
vroor iederen nacht), maar ik heb ze maar eens
laten praten en het is mij best bevallen, mijn kippen
zijn veel zwaarder geworden en de leg is nog best.
Het volgend jaar doen mijn buren het ook, dat
geloof ik vast en in mijn kuikenhokken heb ik ook
veel meer opengezet en ik heb nog nooit zulke mooie
zware kuikens gefokt, het is een lust". Ziedaar de
uitkomsten van een tegenstander en het was een
harde hoor.
Prachtige resultaten geven ook kippen in een
stadstuintje, als de scheiding tusschen nachthok en
ren verwijderd is; de kippen slapen dan zoo onge
veer in 'de buitenlucht, maar na korten tijd krijgen
ze frissche roode kammen en de leg wordt veel
regelmatiger, dagen aan een met zoo veel eieren als
er kippen zijn.
Mijn advies is dus: verwijder vroeg in het jaar
alle glas uit het front van Uw kippenhokken,
probeer het, het is eenvoudig en het kost niet veel
en als ge er in het najaar weer ramen inzet, als die
niet openslaand waren, maak ze dan zoo.
B. VAN ASPEREN VERVENNE.
OUD-LEERLINGEN
DER LANDBOUW HUISHOUDSCHOOL
TE HOORN NAAR ZEELAND.
Een 8-tal dames, oud-leerlingen der Landbouw
Huishoudschool te Hoorn vertrok Vrijdag 22 Juli
voor een week naar Zeeland, waar zij de gasten
waren van de oud-leerlingen der Landbouwhuishoud-
school te Zierikzee.
's Morgens vertrok het gezelschap met een dienst
der W.A.C.O. naar Amsterdam om vandaar per
trein naar Goes te reizen. Van Goes per boot naar
Zierikzee, waar de dames reeds werden opgewacht
en met him gastvrouwen naar de verschillende
woonplanten op Schouwen-Duiveland vertrokken.
(Den volgenden dag was een ieder vrij, terwijl 's
avonds ter eere der gasten een balavond in „Con
cordia'3 te Zierikzee werd gehouden.
Zondag 24 Juli was een ieder wederom vrij.
Maandag 25 Juli werd gezamenlijk een fietstocht
ondernomen naar Haamstede en Westen-Schouwen.
Hier werd in de Domeinen onder geleide wat rond
gewandeld, waar men een indruk kreeg van de
wijze van zaaien en uitplanten der dennen. Na de
wandeling werd een bezoek gebracht aan het vlieg
veld, waar de plaatsen voor de terugreis werden
besproken. Langs de „inlage3' (vogelbroedplaatsen)
werd terug gereden.
Dinsdag 26 Juli werd Noord-(Brabant „gedaan1".
Na. een tocht over het eiland per bus, moest men
bij Zijpe met een pont worden overgezet en was de
eerste pleisterplaats Oudenbosch, waar een R. K.
kerk werd bezichtigd. Vervolgens over Breda naar
het „Burgers dierenpark" te Tilburg. Op iden terug
weg werd te Breda nog een bezoek gebracht aan
de militaire academie, waarna over Roosendaal,
Bergen op Zoom, Zierikzee weer werd bereikt.
Woensdag 27 Juli stond het bezichtigen der Land
bouw Huishoudschool te Zierikzee op het program.
Algemeen werd de practische indeeling der school
geroemd.
Donderdag 28 Juli werd "s morgens te half zeven
reeds met de boot overgestoken naar N.-Beveland,
en na het eiland te hebben bekeken, per boot naar
Veere. Via Domburg door de bosschen naar de
markt in Middelburg, waar de geheele middag werd
doorgebracht, om tenslotte 's avonds via Wolfaarts-
dijk, Zierikzee te bereiken.
Vrijdag 29 Juli werd een bezoek gebracht aan de
boerderij van den heer P. Vis te Zonnemaire. Hier
keek men de oogen uit over de grootsche en prac
tische wijze waarop woonhuis zoowel als boerderij
waren ingericht. Zoo brak dan Zaterdag 30 Juli
aan, waarop de terugreis werd aanvaard. Noode
werd afscheid genomen van de Zeeuwsche vrien
dinnen en hartelijke woorden van dank gebracht
voor de gastvrijheid en het vele wat door hen in
deze dagen genoten was. Per K. L. M.-vliegtuig,
waaruit men nog een laatsten blik wierp over het
Zeeuwsche land, wat zeker bij allen nog lang in
dankbare herinnering zal blijven, werd1 in 1 uur tijds
Amsterdam bereikt, vanwaar de reis per W.A.C.O.
naar de diverse woonplaatsen werd voortgezet.
Vraag 12. ALTERNARIA-ZIEKTE IN AARD
APPELEN.
Deze week vertelde men mij, dat Alternaria-
ziekte veel in Zeeuwsche Bonte en Blauwe voor
komt. Op een cursus van den Keuringsdienst Zee
land, welke ik in den afgeloopen winter bezocht,
is echter medegedeeld, dat Alternaria in deze soor
ten niet zou voorkomen.
Kunt U mij inlichten wie gelijk heeft?
M. te B.
Antwoord. In mededeeling no. 9 van den P. D.
lezen wij, dat niet alle rassen even «gevoelig zijn voor
Alternaria. Het meest wordt de ziekte aangetrof
fen in Bintje en Eersteling, in mindere mate in
Eigenheimer, maar ook in andere rassen kan zij
optreden.
Voor zoover mij bekend is, komt Alternaria
echter weinig of niet voor in Zeeuwsche Blauwe en
Bonte. Red.
Vraag 13. VERKOOP AARDAPPELEN OP
KOOPBRIEFJE.
Ik verkocht een perceel aardappelen te velde op
een Z. L. M. koopbriefje. Mijn kooper zegt, dat deze
koopbriefjes niet moeten gezegeld worden. Is dit
juist b. te C.
Antwoord. De door U bedoelde koopbriefjes be
hoeven inderdaad niet gezegeld te worden.
Mr. Z.
Vraag 14. IJKEN VAN GEWICHTEN.
Moeten de gewichten, die een coöperatieve kolen-
vereeniging voor het wegen van aan uitsluitend
leden af te leveren kolen gebruikt, «geijkt zijn?
Enkele jaren geleden werden de ongeijkte gewichten
door de politie in beslag genomen, doch later door
den kantonrechter vrij gegeven, omdat aangenomen
werd, dat de kolen werden verdeeld onder de leden
dan wel verkocht. Toen was de vereeniging nog
niet wettelijk coöperatief, thans wel. Nu is de voor
zitter door den burgemeester ontboden en werd hem
aangeraden de gewichten te doen ijken. Op een
vraag of dit voor een dergelijke vereeniging ver
plichtend werd gesteld, werd niet afdoende geant
woord. Wat schrijft de wet in dezen voor.
J. te N.
Antwoord. De oude IJkwet van 1869 is vervallen
en daarvoor is in de plaats getreden de nieuwe
IJkwet 1937 (S. 627).
Volgens art. 7 dezer Wet is het o.a. verboden op
plaatsen, bestemd voor of gebruikt tot het drijven
van handel of het doen van leveringen, te bezitten
of voorhanden te hebben:
a. valsche maten, gewichten, meet- en weegwerk
tuigen;
b. andere dan met déze Wet of onze ter uitvoe
ring daarvan genomen besluiten overeen
komstige maten, gewichten, meet- en weeg-
werktuigen;
c. maten, meet- en weegwerktuigen, waarop bij
zondere kenteekenen voorkomen met het ken-