Zaterdag 6 Augustus 1938 No. 1894 30e Jaargang WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD «n Officieel Orgaan van de Zeeuwsche, Landbouw Maatschappij (Z.L.M.) Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Vereenigingen8 ZITDAGEN Zeeuwsche Landbouw-Maatschapplj. LANDBOUW-CRiSISMEDEDEELINGEN ZEELAND. WEEKOVERZICHT. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Overname slechts geoorloofd met duidelijke vermelding van bron. Leden van de Z. L. M. ontvangen het blad gratis. ABONNEMENTSGELD: voor leden der Nd-Br. M. v. L. ƒ1,25 pet jaar. Voor niet-leden der Z. L. M. of Nd-Br. M. v. L. 5,per jaar. REDACTEUR Ir J. D. DORST, Secretaris Z. L. M. Landbouwhuis Goes, Telef. 150. ADVERTENTIETARIEF: 1—5 regels ƒ1,—; elke regel meer 20 cent. Regelabonnementen tegen verminderd tarief. Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster, N.V. v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen, of aan het Landbouwhuis te Goes. Boekhoudbureau en Accountantsdienst Z. L. M. TERNBUZENWoensdag 10 Augustus a.s. in Hotel- „des Pays-Bas". WTSSHNKER/KE: Woensdag -10 Augustus a.s. in Hotel „De Kroon". MIDDELBURG: Donderdag 11 Augustus a.s. in Café „De Eendracht". ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 11 Augustus a.s. in Hotel Nelisse. ONTSLAG GEVRAAGD. Naar wij vernemen heeft de heer W. Koning Wzn., Directeur van de N.V. De Bathpolders, per 1 Octo ber a.s., als zoodanig ontslag gevraagd. Op de verdiensten van den sympathieken heer Koning: voor den landbouw en voor de Z. L. M. in het (bijzonder, hopen wij t.z.t. nog. eens terug te komen in het Zeeuwsch Landbouwblad. DORSÖHEN VAN GRANEN EN PEULVRUCHTEN IN DE GRENSSTREEK. Aan alle telers, die granen en peulvruchten ver bouwen binnen de grensstrook van 5 km, brengt de Landbouw-Crisis-Organisatie ter kennis, dat deze producten, t.w. tarwe, gerst, rogge, erwten en eOnsirmptieboonenevenals voorheen onder controle der L. C. O. v. Z. moeten worden gedorscht. De aangifte tot het dorschen moet, middels een bij de Districtssecretarissen verkrijgbaar gestelde kaart, minstens 3 dagen van te voren geschieden. Het belangrijkste bericht voor den landbouw, dat deze week valt te vermelden, is de verhooging van de monopolieheffingen op granen. Deze heffingen, die tot voor kort ƒ1,50 per 100 kg bedroegen', zijn met ingang van 31 Juli j.l. voor wat rogge en gerst betreft gebracht op 3 per 100 kg en voor wat betreft de overige granen op ƒ2 per 100 kg. De heffing op rogge en gerst is dus met 1,50, die op tarwe, haver en mais met ƒ0,50 per 100 kg verhoogd. Men zal zich herinneren, dat in het oogstjaar 1936/37 de wereldmarktprijzen voor granen aan zienlijk zijn gestegen, terwijl voor het binnenland de devaluatie van den gulden op de graanprijzen een stimuleer end en invloed heeft uitgeoefend. De Regeering heeft destijds echter een stijging van het binnenlandsche prijspeil, voorzoover dit zou uit gaan boven het niveau van de richtprijzen, welke voor de verschillende landbouwproducten waren vastgesteld, verhinderd door den denaturatiebijslag resp. dorschibijslag ad 3,50 per 100 kg op rogge en gerst te laten vervallen. Toen de prijzen op de wereldmarkt zich in stijgende lijn bleven bewe gen, zijn vervolgens de monopolieheffingen op de granen van 2 per 100 kg tot 1 teruggebracht. De graanprijzen op de wereldmarkt hebben zich echter niet op het hoogere peil kunnen handhaven. Sinds het begin van het oogstjaar 1938 is er een zoodanige daling ingetreden, dat de Regeering zich eenige maanden geleden genoodzaakt zag de mono polieheffingen met 0,50 per 100 kg te verhoogen. Zooals men weet, is tengevolge van verschillende omstandigheden het resultaat van dezen maatregel onvoldoende geweest. (Het was te voorzien, dat zonder verdere Regee- ringsmaatregelen voor gerst en rogge de richtprijs, welke ook dit jaar voor deze granen is vastgesteld op een bedrag, wisselend tusschen 7,25 en 8,25, niet zou worden bereikt. In verband hiermee zijn in de laatstgehouden vergadering van het Land- bouw-Comité de prijzen der voedergranen bespro ken, waarbij o.m. ten aanzien" van rogge een mini mumprijs van 8 per 100 kg -werd bepleit. (Met groote voldoening hebben wij dan ook gecon stateerd, dat de Regeering dopr verhooging van de graanheffingen blijk heeft gegeven van haar streven om de door haar gedane toezegging inzake den richtprijs gestand te doen. Klaarblijkelijk bestaat ook bij haar het inzicht, dat wanneer de monopolie- heffingen bij een stijgende graanmarkt worden ver laagd, deze heffingen bij een dalende markt weder om dienen te worden verhoogd. Deze opvatting is duidelijk tot uitdrukking gebracht in het persbericht, waarin van de verhoo ging der graanrechten mededeeling wordt gedaan. Hierin wordt opgemerkt, dat het gezien de sterke prijsschommelingen, welke op de wereldmarkt kun nen optreden, niet met zekerheid is te zeggen of deze maatregelen het gewenstbte doel zullen berei ken, dan wel blijvend doen behouden. Mocht dit blijken niet het geval te zijn, dan zullen nadere maatregelen worden getroffen. De aard van deze maatregelen, aldus het persbericht, brengt méde, dat daarom trent op het oogenblik nigj"r naders kah worden medegedeeld. Wel kan worden aangenomen, dat deze een zoo sterke daling van de prijzen der geïmporteerde granen als in het verleden het geval is geweest, zullen voorkomen. Inmiddels hebben de genomen Regeeringsmaat- regelen reedis een gunstigen invloed gehad op de marktnoteeringen. De Groninger graanbeurs noteerde Dinsdag j.l, voor rogge ƒ7,50 en voor wintergerst, oude oogst, ƒ7,15— ƒ7,40 per 100 kg tegenover ƒ6,00—ƒ6,85 op 26 Juli j.l. Voorts bracht wintergerst van den nieuwen oogst 7,20 7,35 per 100 kg op. (Bevredigend zijn deze prijzen nog niet. Anderzijds diene men er rekening mee te houden, dat het hier nog slechts de eerste partijen van den nieuwen oogst betreft. Naast verhooging van de monopolieheffingen staan de Regeering nog andere wegen open om tot hoogere graanprijzen te geraken. (Een prijsstijging zou b.v. kunnen worden ver kregen, indien de Regeering zelf aan de markt zou komen en groote partijen zou opkoopen. Geschiedt dit op een tijdstip, waarop de voorraden gering zijn, dan kan een dergelijke maatregel gunstig wer ken. We hebben dit kunnen waarnemen, toen in April j.l. van Regeeringswege rogge werd opge kocht. Evenwel zal dit middel, toegepast bij het begin van den nieuwen oogst, o.i. weinig effect kunnen sorteeren. Een ander middel om te komen tot de gewenschte verhooging der graanprijzen bestaat hierin, dat mlen naast het leggen van lage monopoliëheffingen op ingevoerde granen tevens den telers een toeslag verleent op hun producten. De telers van gerst en rogge zullen zich nog wel herinneren, dat een soortgelijke regeling voor déze producten tot omstreeks begin 1937 heeft gegolden. Destijds ontvingen dus de gerst- en roggetelers voor hun product een prijs, die gevormd werd door den wereldmarktprijs, verhoogd met een bedrag, ongeveer gelijk aan de monopolieheffing, en een toeslag uit het Landbouwcrisisfonds. Deze toeslag werd dan betaald uit de opbrengst der heffingen. De vraag ligt voor de hand, waarom thans aan verhooging van de monopolieheffingen de voorkeur is gegeven. Meervermeld persbericht antwoordt hierop, dat dit is geschied met het oog op een zoo eenvoudig mogelijke uitvoering. Het instellen van een denaturatietceslag op rogge en een dorschtoeslag op gerst zou n.l. met hooge kosten gepaard gaan. Zoowel het houden van toe zicht op de denaturatie als de uitvoering van de voor deze regeling noodzakelijke dorschcontróle zouden het wederinschakelen van een aanzienlijk aantal ambtenaren tot gevolg hebben. Daarbij komt, dat verhooging van graanrechten voor het Landbouwcrisisfonds een vermeerdering van inkomsten beteekent, terwijl het verleenen van toesl'ag deze doet verminderen. Wij' juichen het dan ook toe, dat de Regeering in deze het eenvoudigste en minst kostbare middel heeft toegepast. Maar de veehouderij dan, zal men misschien vragen. Wordt die van dit Regeeringsbesluit niet de dupe? Tengevolge van de hoogere graanprijzen, met name van gerst en rogge, stijgen immers de productiekosten. Wil men deze vraag in het juiste licht bezien, dan diene men goed in het oog te houden wat men met de verhooging der graanheffingen wenscht te bereiken. Het doel hiervan is ernaar te streven, dat de akkerbouwer voor zijn product den toege zegden richtprijs ontvangt. Zooals bekend is deze richtprijs gebaseerd op het .vergoeden van de noodzakelijke productiekosten. In dit verband zij herinnerd aan een uitlating van den Minister van Economische Zaken, volgens welke de Landbouwcrisiswet hem geen mogelijkheid biedt maatregelen te treffen, die meer dan de in standhouding van den land- dn tuinbouw beoogen. Wanneer de verbruiker van voedergranen, d.i. de veehouder, voor zijn veevoer een prijs moet betalen gelijk aan de noodzakelijke productiekosten hiervan, dan zal men hierin toch bezwaarlijk een onbillijk heid kunnen zien. Voorts mogen wij veronderstellen, dat bij de vaststelling van den melktoeslag de richtprijs voor voergraan tot grondslag is genomen. Ware he' anders, dan zou kunstmatig een tegenstelling tus schen de akkerbouwers en veehouders worden gekweekt en zouden de herhaaldelijk tot den land bouw gerichte verwijten inzake verdeeldheid tus schen de verschillende takken in een zeer vreemd daglicht komen te staan. Mocht nu blijken, dat om de. een of andere reden in den vastgestelden melktoeslag de voor het veevoer betaalde prijs onvoldoende tot uiting is gekomen, dan dient, deze toeslag billijkheidshalve te worden verhoogd. Evenals de akkerbouw heeft ook de veehouderij het recht te vorderen dat haar de noodzakelijke productiekosten worden vergoed. 'Het argument, dat het Landbouwcrisisfonds dit niet zou kunnen dragen, kan hier niet gelden, nu op dé on langs gehouden persconferentie door het College van Regeeringscommissarissen is verklaard, dat de financieele positie van dit fonds niet ongunstig is en hierin niet onbelangrijke reserves aanwezig zijn. Bovendien zal ook de verhooging der graanheffingen de middelen van genoemd fonds doen toenemen De ervaring heeft geleerd, dat de tegenstanders van de monopolieheffingen bij hun pogingen om deze verlaagd te krijgen, evenals voorheen door het wekken van minder juiste voorstellingen, zullen trachten de akkerbouwers en veehouders tegen elkaar op te zetten. Wij meenden daarom goed te doen op bovenvermelde punten nog eens de aandacht te vestigen. In ons vorig weekoverzicht hebben wij met betrekking tot den verkoop van koolzaad geadviseerd hierbij dé noodige voorzichtigheid te betrachten, indien het zaad wordt verkocht met in begrip van den steun. Deze waarschuwing geldt echter ook ingeval zon der den steun wordt verkocht. In vele gevallen schoont de handelaar het koolzaad zelf, waarna hij een bod doet. Wordt de partij nu extra geschoond, dan bestaat voor den handelaar de mogelijkheid deze te mengen met koolzaad van mindere kwali teit. Daar koolzaad, wil het voor steun in aanmer king komen, slechts boerenschoen behoeft te zijn, levert bovenvermelde handelwijze voor den kooper dus voordeel op. Men zou kunnen vragen: „wat is boerenschoon?" Het is moeilijk dit begrip nauwkeurig te omschrij ven. Wiel is ons gebleken, dat het koolzaad, dat men in Zeeland boerenschoon noemt, doorgaans schooner is dan boerenschoon koolzaad in andere deelen van ons land. Wij raden den koolzaadtelers aan hiermede ter dege rekening te houden. Het is reeds langen tijd geleden, dat d,e voor 1938 geldende richtprijzen voor de verschillende akkerbouwproducten werden

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1938 | | pagina 1