Tegenstellingen. Mededeelingen van den Voorzitter Daar het aan U uitgereikte aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting en voor de vermogensbelasting tot dusver niet werd terugontvangen, noodig ik U uit, dat biljet binnen vijf dagen na heden (zie poststempel), ingevuld en onderteekend, te mijnen kantore in te leveren. DE INSPECTEUR DER DIRECTE BELASTINGEN, Ondergeteekende wonende te WijkNo. lid der Z. L. M., wenscht zich aan te sluiten als deelnemer bij het Boekhoudbureau der Z. L. M., en verzoekt de aangifte per 1 Mei j.l. tevens nog voor hem in gereedheid te willen brengen. Hoogachtend, brengen van geringe bedragen een kapitaal of fonds te stichten, waaruit dan de uitkeeringen gedaan kunnen worden, indien het gevaar werkelijkheid is geworden. Indien deze personen nu besluiten om een verzeke ring aan te gaan, zoo kunnen zij dit op tweeërlei manier doen, n.l. in den vorm van een onderlinge verzekering en in den vorm van een premieverzeke ring. 'Het verschil in beide vormen bestaat hierin, dat bij een onderlinge verzekering de personen, die een gelijksoortig gevaar loopen, ertoe besluiten, zelf dit gevaar gezamelijk te dragen door de oprichting van een onderlinge verzekeringsmaatschappij. Ze stellen hierbij zelf de premie, voor-waarden, enz. vast en het aldus bijeengebrachte kapitaal of fonds blijft hun eigendom. Hieruit volgt tevens, dat eventueele win sten of verliezen ten gunste of ten laste van de verzekerden komen. Het groote voordeel van dezen vorm van verzekering is, dat, wanneer 'n voldoende reserve gevormd is, men het zelf in de hand heeft, de premie zoodanig te verlagen, dat men de reserve in stand houdt. Men keert immers geen geld uit aan niet-belanghebbenden. Bij dezen vorm is dus het eenigste doel „risicoverdeeling". Bij een premieverzekering; treedt een derde per soon op, meestal in den vorm van een naamlooze vennootschap. Hierbij zijn het niet de verzekerden, die de premie, enz. vaststellen, doch doet dit de Mij. Eerst hierna tracht zij zich in verbinding te stellen met diegenen, die op de door haar vastgestelde voor waarden een overeenkomst met haar willen aan gaan. Hierbij draagt de ondernemer alle risico's, maar zijn het gevormde kapitaal en winsten even eens zijn eigendom. Bij beide vormen van verzekering is het van groot belang om te zorgen, dat voldoende kapitaal aan wezig is voor tijden, dat de uitkeeringen de premie ontvangsten overtreffen, zoodat men steeds aan zijn verplichtingen zal kunnen voldoen. Nemen we nu de verzekeringen zelf eens onder oogen, dan merkt men alras, dat deze zich in twee verzekeringsgroepen laten verdeelen n.l. „de schade"- verzekering en de z.g. „sommen"-verzekering. De schadeverzekeringen worden gestoten om geleden schade te vergoeden. Hierbij wordt de grootheid der uitkeering pas vastgesteld, nadat de schade is ontstaan. Onder deze verzekering laten zich rang schikken vee-, brand-, transport-, hagelverzekering, enz. De schade moet hier dus geschat worden en zal de uitkeering nooit shooger bedragen dan de werkelijk geleden schade, waaruit volgt, dat men het te verzekeren voorwerp nooit hooger moet ver zekeren dan de werkelijke waarde, daar iedere hoogere verzekering neerkomt op een premiever spilling. Bij een sommen-verzekering ziet men juist het tegengestelde: en wordt nu na 't ongeval uitgekeerd een van te voren vastgestelde som. Voorbeelden zijn levens-, ongevallen-, ziekte- invaliditeitsverzekering enz. De verzekering moet schriftelijk worden aange gaan bij een akte, welke den naam van polis draagt. De wederzijdsche rechten en plichten van verzekeraar en verzekerde nemen reeds een aanvang, zoodra de overeenkomst van verzekering gesloten is, dus nog voor de polis geteekend is. De polis is dan ook een bewijsmiddel, maar geen voorwaarde voor de geldig heid der verzekering. De wetgever geeft voor de verzekering tegen de gevaren, waaraan de voortbrengselen" van den land bouw onderhevig zijn, nog een speciaal voorschrift n.l. dat bij het opmaken der schade wordt berekend hoeveel de waarde der vruchten geweest zou zijn zonder het optreden der schade en wat de waarde is na het optreden der schade. De verzekering be taalt als schadevergoeding het verschil. Verder wil ik nog even verwijzen naar de nieuwe pachtwet, waarbij de pachters verplicht kunnen worden om hunne gewassen tegen hagelschade te verzekeren. Het is juist deze verzekering tegen hagelschade, die de landbouwers zoo bij uitstek de gelegenheid biedt om dit coöperatief te organisee- ren. Dat dit inderdaad mogelijk is en ook door de boeren begrepen wordt, blijkt wel uit de stichting van de verschillende onderlinge verzekeringmaat schappijen tegen hagelschade hier in de provincie gedurende 1935 en uit de groote belangstelling en aanvragen tot toetreding, die deze maatschappijen allerwege van de Zeeuwsche landbouwers ontvangen. In Zuid-Beveland ging men reeds meer dan 40 jaar geleden tot stichting van een onderlinge verzeke ringsmaatschappij tegen hagelschade over en ondanks het feit, dat haar premie ligt op ongeveer van die der „particuliere" maatschappijen en zij bij hagelschade steeds uitkeerde wat den boer toe kwam, is het haar mogelijk geweest een flinke reserve te vormen. Laat de landbouwers bij het afsluiten van een hagelverzekering er toch vooral aan denken, dat het een boeren en een eigen belang is, om zich bij een onderlinge verzekeringmaatschappij aan te sluiten. Landbouwers, let op Uw saeck! J. M. K. gedaan in de op 14 en 15 Juni te Goes gehouden Hoofdbestuurs- en Algemeene Vergadering van de Zeeuwsche Landibouw-Maatschappij. Aardappelregeling 1938. Verschillende wijzigingen in de aardappelregeling, zoowel ten aanzien van de teeltheffing als ten aan zien van de regeling der denaturatie, zgn aanleiding geweest, dat dit punt herhaaldelijk een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt in de vergaderin gen van het Dagelijiksch Bestuur. De denaturatieregeling voor aardappelen van den oogst 1907 werd in ongunstigen zin gewijzigd'. Vol gens de nieuwe regeling worden uitsluitend hoeveel heden aardappelen van 2500 kg of meer kosteloos gedenatureerd. Is de partij kleiner, dan worden de kosten van toezicht in rekening gébracht. Daar entegen waren het vorig jaar pas denaturatiekosten verschuldigd, indien de partij kleiner was dan 750 kg. Een tweede wijziging betreft de bepaling, dat voor elke aanvraag tot denaturatie een bedrag van ƒ1 moet worden betaald. Aanvankelijk as zelfs nog de minimummaat, welke wordt vereischt voor aardappelen om voor denatu ratie in aanmerking te komen, verhoogd van 35 tot 40 mm. Deze wijziging werd echter op aandrang van den georganiseerden landbouw weer ongedaan gemaakt. Tenslotte werd* de einddatum, waarvoor de dena turatie kan worden aangevraagd, vervroegd van 15 Juli tot 23 Juni. Het Dagelijksch Bestuur sprak zijn ontstemming uit over deze verslechteringen in de denaturatie regeling 1937 tegenover die van 1936, waarvan vooral de kleine landbouwers de nadeelen onder vinden. Betreurd werd, dat deze nieuwe regeling zonder voorafgaand overleg met de 3 Centrale Landbouw organisaties is vastgesteld. In verband hiermede is het Landlbouw-Comité verzocht met klem bij. de Regeering er op aan te dringen om de oude regeling, welke voor 1936 heeft gegolden, weer in te stellen en tevens de denatura- tievergoeding voor de betere soorten consumptie aardappelen op een vroeger tijdstip, b.v. op 1 No vember, te doen ingaan. Wat betreft de aardappelteeltregeling voor 1938 heeft het Dagelijksch Bestuur zich niet kunnen ver eenigen met de verhooging der teeltheffing van 30 tot 50 per ha. Het was van oordeel, dat deze ver hooging niet door meerderen denaturatiesteun wordt gecompenseerd en daarom niet is te aanvaarden. Een aardappelregeling, welke in voldoende mate een prijsregelende werking uitoefent, wordt hier door niet verkregen. Ten aanzien van de overname der consumptie aardappelregeling door den georganiseerden land bouw verklaarde het Dagelijksch Bestuur zich in beginsel hiermede accoord, mits de teeltheffing be langrijk lager wordt gesteld dan thans het geval is en een eventueel tekort voor rekening (zal komen van het Landbouwcrisisfonds. Ter bestudeering van deze materie hebben de 3 C. L. O.'s een studiecommissie ingesteld, waarin o.m. zitting heeft de Secretaris der Z. L. M., daar toe aangewezen door het K. N. L. C. TuinbouwteeltverguOniiigen. Van den Katholieken Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond werd het voorstel ontvangen, de tuin bouwteeltvergunningen onder bepaalde voorwaarden te ontnemen aan de z.g. gemengde bedrijven, waar onder te verstaan bedrijven van 15 ha en grooter, waar naast akkerbouw of veehouderij tuinbouw wordt uitgeoefend. De bedoeling was de aldus vrij komende teeltvergunningen toe te wijzen aan per sonen, die er op aangewezen zijn om den tuinbouw te beoefenen. Het Dagelijksch Bestuur had tegen dit voorstel overwegtende bezwaren. Het was van oordeel, dat in de laatste jaren de oppervlakte tuinbouwgewas- sen van de gemengde bedrijven door de progres sieve beperking reeds voldoende is ingekrompen. Genoemd Bestuur heeft dan ook geadviseerd het voorstel niet over te nemen. Verhooging tarwerichtprijs. Besloten werd, nogmaals pogingen aan te wenden om te komen tot verhooging van den tarwericht prijs, die onvoldoende is te achten. Het moet als een landsbelang worden aangemerkt, dat de tarwecul- tuur in ons land in zijn huidigen omvang gehand haafd blijft. Wordt de tarwerichtprijs niet hooger gesteld, dan zal naar het Dagelijksch Bestuur meent, althans in Zeeland de met tarwe bebouwde oppervlakte nog verder worden ingekrompen, hetgeen zooveel moge lijk dient te worden voorkomen. Gezin sloonen in d,en landbouw. iHet Dagelijksch Bestuur heeft zich tegen het op nemen van gezin sloonen in de collectieve arbeids contracten verklaard, daar het van meening is, dat het niet op den weg van den werkgever in het land bouwbedrijf ligt, hieraan mede te werken. In andere takken van bedrijf, o.a. in de beschutte bedrijven, bestaat de mogelijkheid de hoogere kos ten, welke uit deize maatregelen voortvloeien, op de verbruikers af te wentelen. In het landbouwbedrijf, kan men de prijzen der producten echter niet ver- hoogen. Wanneer de Regeering meent, dat het alge meen belang gediend is bij doorvoering van gezins- loon in den landbouw, zullen de kosten hieraan ver bonden voor rekening van de Overheid dienen te komen. (Huidige positie van den landbouw. Het Dagelijksch Bestuur heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat onder de huidige omstan digheden de bestaande maatregelen ten behoeve van den landbouw niet kunnen worden gemist. Als eisch moet worden gesteld, dat voor alles de georgani seerde landbouw met een eensluidend advies bij de Regeering dient te 'komen betreffende de te voeren landbouwcrisispolitiek. Aan het Landbouw-Oomité werd verzocht, zoo mogelijk in samenwerking met de andere landbouw organisaties, een nieuw urgentieprogram op te stellen. (Zae verder pag. 4 3e kolom.) Lekker warm Jimiweer. Keurig weer, om op het veld te zijn en te genieten van de vrye, mooie natuur. Juist van plan het veld in te trekken en dande post met een kaartje als volgt: Volgens art. 122 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914 en volgens art. 55 bis der Wet op de Vermogensbelasting wordt het niet doen van de vereischte aangifte gestraft met geldboete van ten hoogste duizend gulden. Bedorven is de stemming. Vergeten mijn aangiftebiljet tijdig gereed te maken en op te zenden. Nu nog maar 5 dagen tijd. Dat wordt heel wat anders dan het veld in. Zeeuwsche LandbouwersVerkeert ook gij in de bovengenoemde omstandigheden? Lost deze tegenstelling onmiddellijk op en stuurt het hieronder gevoegde strookje direct aan het Landbouwhuis, Goes, op.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1938 | | pagina 2