BOEKAANKONDIGING. De grond diene vooraf grondig bewerkt te zijn, daar het tlhans de laatste maal is, dat dit nog eens goed kan plaats vinden. Voorkomende harde lagen met moor,ploeg of dergelijke werktuigen los maken en voorkomend wortelkruid doen wegnemen. De aardbeiplanten worden vervolgens in den goed verkruimelden en fijn gemaakten grond uitgepoot, en wel in gaten ruim genoeg om de wortels der planten behoorlijk te kunnen uitspreiden. Aanvul len met fijnen grond en naar behooren aandrukken. Als de planten zijn aangeslagen en de bladont wikkeling is begonnen, zien we alras in de meeste planten den bloemstengel voor den dag komen. Nu komen velen in de verleiding om hierop trotsch te zijn. Evenwel verdient het mijns inziens aanbe veling de bloemstengels, zoodra zij gemakkelijk zijn vast te grijpen, met de nagels uit te nijpen. Deze noodzakelijke nijping der bloemknoppen heeft tot gevolg, dat de ontwikkeling onbelemmerd voortgang kan vinden, zoodat de jongen planten geen weken staan te kwellen op de veelal toch mis vormde vruchten, welke op de veiling in het geheel niet gewild zijn. Het liefst zien we ook geen tusschengewas meer in de jonge, aardbeien. Gelukkig is men vrijwel allen hiervan overtuigd in Zeeland. De afstand der rijen is in den regel 60 cm. Wil men op bedden telen, dan is het doen volloopen van dezen afstand breed genoeg om later nog gemak kelijk te kunnen plukken. Dit voorjaar, met lange periode van droog weer, doet duidelijk de wenschelijkheid naar voren komen, om spaarzaam te zijn met het aanwezige bodem- vocht. Dit kunnen we aardig regelen door voortdurend, of in elk geval met 'korte tusschenpoozen, opper vlakkig te wieden. Er moge dan geen vuil zijn, wat immers in aardbeien nooit geduld wordt, voor de planten is het van groot belang, dat niet meer water verdampt dan noodig is. Telkens wieden is dus noodig, niet alleen om de kiemen van onkruid te vernietigen, maar vooral ook om de capilairen te verbreken, zoodat het bodem- vocht niet tot aan de oppervlakte kan opstijgen, alzoo beschikbaar blijft voor de wortelontwikikffing der planten. Het geven van voedsel verdient eveneens onze aandacht. Voorzichtigheid lijkt mij gewenscht. Dikwijls zien we pas geplante aardbeien kwellen en zelfs wegvallen door te hooge kunstmestgiften. De jonge planten hebben niet alleen voorloopig slechts matig voedsel noodig, doch verdragen bovendien niet een te hooge zout-concentratie van het bodem vocht. We verkiezen dus kleine^iften met zooveel moge lijk volledig voedsel. Vanzelf denken we hier aan de samengestelde meststoffen, A.S.F., Granimix, enz. Een plaag kan ook nog zijn het optreden van emelten. Zemels met Parijsch 'groen kan in zoo'n geval het gewenschte bestrijdingsmiddel zijn. Om het blad gezond te houden aanwending van 1 Bordeauxsche pap-bespuiting. Onze oude aardbeien staan nu weer voor een gevaarlijke periode. Men hoort immers weer al van bevriezen in den knop. De nachtvorsten kunnen veler hoop plotseling in teleurstelling doen ver anderen. Hopelijk staan we thans wat vochtiger weer te wachten, zoodat wat meer bladontwikkeling zal plaats hebben en het gevaar ietwat zal helpen keeren. de J. te K. April 1938. NACHTVORST-BESTRIJDING. Nachtvorst-bestrijding heeft voor onze provincie geringe beteekenis. Toch kan een enkele maal nachtvorst den oogst gedeeltelijk vernielen. Vooral de vroeg bloeiende variëteiten en in het bijzonder in jaren als dit voorjaar is de kans op nachtvorst- beschadiging groot. In het buitenland wordt vrij algemeen de bestrij ding met kacheltjes toegepast. Deze methode is duur (in de kacheltjes wordt ruwe olie gestookt), maar goed en in streken waar het gevaar groot is, dus elk jaar in erge mate voorkomt, zal men hiertoe moeten overgaan. In Zeeland kan men met eenvoudige middelen volstaan. Nachtvorst-bestrijding wordt hier practisch niet toegepast. Wil men het echter doen, dan kan men gebruik maken van vochtig smeulend stroo, waar door sterke rookvorming ontstaat. Tevens ver hoogt men eenigszins de temperatuur, al is dit slechts 1° C. De uitvoering bestaat hierin, dat men op afstan den van 1520 meter hoopjes vochtig stroo uitlegt en deze gedurende den nacht (omstreeks 3 uur) aansteekt. Het is niet onmogelijk hier ook gebruik te maken van het snoeihout, tezamen met nat stroo. Dit vormt niet alleen een groote hoeveelheid rook, maar tevens de noodige warmte. Deze methode is goedkoop en afdoende. Ir. B. BOSMA. DE BLOEMEN AAN PASGEPLANTE BOOMEN. Nu alles weer in bloei begint te komen, zien we ook daar bloemen verschijnen, waar we ze nog liefst niet hebben. Waar thans onze boomen op zwakke, zelfs zeer zwakke onderstammen worden aangeplant, is het vroeg vormen van bloemknoppen aan deze struikjes geen wonder. Het zijn vooral de appels, welke op het 1-jarige hout bloem aanzetten. Is dit nu gunstig voor de jong geplante struikjes Het zijn meestal 1-jarig vervroegde of 2-jarige boompjes. Het vormen van bloemen is meestal een bewijs van aanwezigheid van reservevoedsel. Bij het hergroeien van onze boomen bij het ver planten wordt van deze reserve gebruik gemaakt. Doch wanneer het nu wordt gebruikt om een bloerhentooi te vormen, bereiken we ons doel niet. We wenschen een nieuw wortelgestel, en een blad ontwikkeling om dit zoo gunstig mogelijk te bevor deren. Ik zou dus maar adviseeren om, als de bloempjes zich los gemaakt hebben, en er een begin van bloei is, deze met duim en vinger beet te nemen, en af te knijpen, om zoodoende verdere voedsel- verspilling tegen te gaan. Het dieper wegnemen is weer niet goed, daar juist onder de bloemen op het z.g.n. beursje blad- oogen aanwezig zijn, en ook de aanwezige bladeren moeten blijven. Sommige variëteiten als Cox, Mank's en Early zijn zelf over hun geheele lengte met bloemknop bezet. Van vruchtzetting mag geen sprake zijn, daar dit nog funester zou zijn voor de gunstige ontwikkeling van het boompje. Op oudere gedeelten vali den boom zal nog niet veel vruchthout zijn ontstaan, daar het meestal ten hoogste 2-jarige betreft. Ontwikkelt zich nog een bloem tot vrucht, zoo zal misvorming ontstaan, daar het 1-jarige hout sterk doorbuigt door die vruchtjes. En die enkele vrucht, meestal klein en mis vormd, is toch het oogsten niet waard, al kon het boompje het nog verdragen. Dit wegnemen van die bloempjes in knopvorm is een werkje wat nog al opschiet. Voor een amateur in zijn tuintje zal dit wel iets pijnlijks wezen, om zijn eerste bloemen zoo maar weg te nemen, e^ zijn hoop op vroege vrucht te ver nietigen. Doch de vakman beziet zijn boompje in de toe komst en zal met goed gevolg zijn werk uitvoeren. Vooral in dit droge, schrale voorjaar zal elke krachtverspilling dienen te worden voorkomen. Wat lange mest rond den stam kan veel goed maken. Het eene doen en het andere niet nalaten. Dit geldt voor alle fruitsoorten als appel, peer, pruim en kers; daar echter de steenvruchten wel grooter herstellingsvermogen bezitten, mag men toch niet te veel van him reserve's vragen. Kapelle. W. GLAS Jbz. LUIS IN SLA. In het vorig nummer van ons blad hebben wij op de wenschelijikheid gewezen om vóór het planten der sla, de jonge plantjes te ontsmetten tegen de luiseieren, die daarop kunnen voortkomen. Nu is ons gebleken, dat de sla in de (bakken nog van een andere zijde besmet wordt met luis. De laatste jaren is de late andijvie-cultuur onder platglas zeer toegenomen. In het najaar wordt dit gewas in den bak uitgeplant en blijft dan nog een tijd zonder glasbedekking liggen. Juist in dezen tijd zijn de jonge andijvie-plantjes een ideale plaats voor de bladluiz^i om daarop hun eieren te depo- neeren. Vooral in het kleinbedrijf treft men in dezelfde bakken dikwijls zoowel andijvie als sla aan. Ook wordt er soms een ander gewas tusschen de andijvie geplant. Het behoeft geen (betoog, dat de- onder glas staande andijvie een gevaarlijke besmettings bron is voor andere gewassen. Het zal moeilijk zijn om de luis, als deze eenmaal in de andijvie aanwezig is, afdoende te bestrijden. Het lijkt ons het beste om de andijvie niet te vroeg te planten en dan rechtstreeks onder glas. Van zelfsprekend dienen de jonge plantjes eerst ont smet te worden door onderdompeling in een nico- tine-oplossing. Alhoewel het nu reeds voor een en ander te laat is, meenden wij toch de aandacht op deze zaak te moeten vestigen. Red. EEN JUBILEUM. Van de Ver. van Oud-leerlingen te Kapelle ontvin gen wij onderstaand stukje ter plaatsing in ons blad. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van den Secre taris, den heer L. Willeboer, om aan dit feit en aan het voornemen een tentoonstelling te houden, publi citeit te geven. Op 29 April zal het 25 jaar zijn, dat de vereeni- ging Oud-leerlingen werd opgericht. De vereeniging hoopt op Zaterdag 7 Mei dit feit te herdenken, en heeft hiervoor het volgende programma samen gesteld. 's Morgens is er vergadering van de Provinciale Commissie van Ver. Oud-leerlingen in Zeeland. Van 112 uur zal het bestuur een receptie houden, en allen, die onze vereeniging willen feliciteeren, zijn aldaar welkom. Dan volgt een rijtoer door Westelijk Z.-Beveland en worden de volgende plaatsen bezocht: 's-Graven- polder, Hoedekenskerke, Baarland, Oudelande, Drie wegen, Ovezande, Goes, Kattendijke, Wemeldinge. Om 7.30 uur zal er een feestvergadering gehouden worden. Onze vereeniging heeft in de jaren van haar bestaan steeds gewerkt aan den opbouw van den tuinbouw in het algemeen. Het geleerde op dé cur sussen werd verder uitgebreid, en wanneer de een of ander iets bijzonders had, was er op de vergade ringen gelegenheid om van gedachten te wisselen. Zoo leerde men van elkanders inzichten en werd het algemeen belang gediend. Wanneer er dan ook een 2-jarige wintercursus klaar was, sloten de meesten zich bij de vereeniging aan, zoodat deze steeds grooter en grooter werd, en thans 140 leden telt. Bovendien heeft de vereeniging nog donateurs, die, omdat zij geen cursus gevolgd hebben, geen lid kun nen zijn. Wel worden zij met de leden gelijk gesteld, met uitzondering, dat zij geen stemrecht hebben over het bestuur. De verschillende Rijks-Tuinbouwconsulenten heb ben steeds hun volle belangstelling getoond, zij immers waren de vraagbaak, en met genoegen is door hen altijd naar de vergaderingen gekomen. Ook de ambtenaren van den Plantenziektenkundigen Dienst waren steeds een vraagbaak, en zij kwamen gaarna naar Kapelle, want daar was er door den onderlingen band altijd eensgezindheid, en door hun lezingen deden de leden ervaring op, en ieder nam mede wat hij gebruiken kon. Door de jaarlijksche excursie, nu eens hier, en dan weer naar een ander tuinbouwcentrum, deed de vereeniging weer dingen op, die ook hier weer toe gepast konden worden, of kreeg men weer ergens inzicht in. Ook door de verschillende tentoonstel lingen, die tot doel hadden den tuinbouw hooger op te voeren. In Zeeland is de laatste jaren hard gewerkt, om in de verscheidene takken van den tuinbouw een beter product te verkrijgen. Wederom heeft a.s. najaar een tentoonstelling plaats van fruit, groenten en bloemen, en de mede werking, die reeds van verschillende zijden wordt betoond, is voor de leden een prikkel, om hard te werken, dit streven tot een succes te brengen. Wanneer nu op 7 Mei de vereeniging een rondreis doet, laat het dan voor hen, die a.s. najaar met iets goeds naar voren willen en kunnen komen, een opwekking zijn, zij kunnen binnen enkele weken een vragenlijst aanvragen, want het is de bedoeling, dat uit geheel Zeeland op Kapelle ingezonden wordt, opdat deze tentoonstelling een beeld geeft, dat Zeeland er op fruitteeltgebied mag zijn. Dat ook de bloemenliefhebbers hun beste beentje voorzetten, om in September iets goeds te hebben, waarmee zij voor den dag kunnen komen. SPINTBESTRIJDING. De Rijksvoorlichtingsdienst tracht sedert kort op een nieuwe wijze de kweekers van tuinbouwproduc ten van voorlichting te dienen: n.l. door het van tijd tot tijd in boekvorm dóen verschijnen van mede- deelingen over urgente kwestie's in den tuinbouw. No. 3 is speciaal ooik voor de Zeeuwsche fruit- kweekers van belang. Dit heet: „Spint en spint- bestrijding der vruchtboomen". Ir. B. Bosma behandelt hierin de levenswijze van de spint, die op onze vruchtboomen voortkomt. Natuurlijk wordt speciaal de aandacht geschonken aan de bestrijding van dit schadelijke insect. Dit gebeurt aan de hand der sedert 1934 in Zeeland op verschillende wijze en met verschillende middelen genomen proe ven. De resultaten van een twaalftal proefvelden, waarbij verschillende middelen naast elkaar ver geleken zijn, worden uitvoerig gepubliceerd. Uit den aard der zaak zijn deze proeven niet volledig, wat betreft alle in den handel zijnde spintmiddelen, doch bij elke proef vertoonen de vergeleken mid delen grootere of kleinere verschillen in uitkomst. Bovengenoemde proeven zijn opgezet door Ir. v. d. Plassohe in samenwerking met den Ambtenaar van den Plantenziektenkundigen Dienst, den heer S. K. Phaff. Zij, die kennismaken met dit boekje, zullen met belangstelling het daarin behandelde volgen. Bij niemand, die in zijn bedrijf met spint en zijn bestrij ding te maken heeft, mag dit boekje ontbreken. Het is verkrijgbaar aan de Landsdrukkerij; of te bestel len via de postkantoren voor den prijs van 0,30. A. de J. MEDEDEELING No. 4, van den Tuinbouw-Voorlichtingsdienst handelt over de teelt en de verwerking van geneeskrachtige kruiden. Dit is een zaak, die in het middelpunt der belang stelling staat. Voor de tuinbouwgewassen is bijna geen afzetgebied te vinden. Indien er andere gewassen zijn, die loonend geteeld 'kunnen worden, dan zullen de tuinders met beide handen de hun geboden kansen grijpen. 'Hierop is den laatsten tijd veelvuldig gespecu leerd door .personen, die de tuinders er toe wilden bewegen contracten af te sluiten. Daar vele geneesmiddelen bereid worden met. synthetische samengestelde stoffen is de afzet van kruiden zeer beperkt en de prijs veelal nog te laag om het vele arbeidsloon te vergoeden. Zij, die met deze teelt een aanvang willen maken, dienen zich eerst goed op de hoogte te stellen om trent de verschillende moeilijkheden waarmede zij te kampen zullen hebbefl. In med.deeling No. 4 zal men daarvoor een goede handleiding hebben. Red.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1938 | | pagina 11