Redactioneel Gedeelte
WEEKOVERZICHT.
Van de Centrale Organisatie der Z. L. M.
en de Noord-Brabantsche Mij van Landbouw.
ECONOMIE.
De veehouder, die de beschikking heeft over een
zeker aantal voedermiddelen uit eigen bedrijf, zal
dienen na te gaan, hoeveel van de eigen voeder-
middelen hij kan geven, of de prijs zoodanig is, dat
voederen ervan voorde el ig is, of dat het misschien
meer aanlbevel'ing verdient, het eigen product te
verknopen oim daarvoor wat anders terug te koopen.
Zoo is dan de lang verheide gebeurtenis werke
lijkheid geworden. Prinses Beatrix Wilheknina
ArmJgard is geboren. Met ontroering werden
Maandagmorgen het gebeier der kerkklokken en
hi t geloei der sirenes vernomen, door middel waar
van de heugelijke tijding werd verkondigd. De
spanning was verbroken en maakte plaats voor eén
ongekend enthousiasme. Allerwegen hebben wappe
rende vlaggen en vreugdebetoon de gevoelens van
blijdschap, die aller harten vervulde, vertolkt. Op
nieuw is op ondubbelzinnige wijize gebleken, hoe
hecht de band ds, d.ie ons met het Oranjehuis ver
bindt.
Wij willen niet nalaten, ook in dit overzicht uit
drukking te geven aan onze groote vreugde over de
geboorte van ons Prinsesje, waardoor tevens onze
hoop op bestendiging van on® Vorstenhuis in ver
vulling is gegaan.
Eén van de merkwaardigste beschikkingen, welke
op grond van de Landibouwcrisiswet 1933 zijn ge
nomen, is wel de Crisis-Organisatiebesohikking
1934 H. Hierin wordt o.m. bepaald, dat de Minis
ter de bij de L. C. O.'s gèorganisieerden kan ver
plichten, omtrent de arbeidsvoorwaarden overleg
t" plegen met één of meer organisaties van werk
nemers, die met name 'in de beschikking worden
genoemd.
Nog belangrijker en tevens van veel wijdere
strekking is de bepaling, dat de ge organiseerden
^ehouden ziin bij die arbeidsgeschillen, waarbij de
Minister dit wensichelijk acht,
arbitrage te aanvaarden.
^it kan geschieden, wanneer het verplichte over
ig" geen resultaat oplevert. In dat geval kan de
Mirr'ster e'n arbiter aanwijzen, die bindend voor-
«"•Ibrfift. welke arbeidsvoorwaarden gedurende een
ti-'drvak tiusscihen partijen zullen gelden. De
rvic-iigtu'chtre'chtspraak zorgt voor de naleving van
deze uitspraak, door oplegging van vrij hooge
boeten, ingeval van overtreding. Zij, die in een
d°reelrke aangelegenheid reeds een veer hebben
«1/No.ti n laten, kunnen hiervan meepraten.
Bij deze gedwongen of verplichte arbitrage wor
den dus de arbeidsvoorwaarden niet vrijwillig door
oartren aanvaard, maar worden door den betrok
ken Minister vastgesteld'. Opmerkelijk is, dat, voor
-"^ver ons bekend, in ons land het beginsel van
■"ondichte arbitrage alleen in den landbouw toepas-
heeft gevonden. Van landlbouwzijde is reeds
herhaald el" k gewezen op de vele bezwaren, die aan
o°n dererelrke vaststelling van de arbeidsloonen
~''n verbonden.
(Hierop is nog onlangs de aandacht gevestigd
door Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, die in een
ert'kel in de N. R. Crt. van 18 Januari j.l. enkele
bedenkingen tegen verplichte arbitrage in arbeids
geschillen vermeldt.
Erop gewezen wordt, dat een dergelijk stelsel ge
schillen uitlokt, inplaats van ze te verminderen,
omdat degenen, die daarvan misbruik maken, het
risico van de gevolgen niet dragen. Een ander be
zwaar is, dat de partijen, die aan verplichte arbi
trage zijn onderworpen, niet meer verantwoordelijk
zijn voor de arbeidsvoorwaarden, zooals wel het
geval is, indien deze in onderling overleg of door
vrijwillige arbitrage worden vastgesteld. Bij ver
plichte arbitrage wordt die verantwoordelijkheid
gelegd op den arbiter, die deze niet kan dragen.
De ervaringen, die men met dit stelsel in de ver
schillende landen, o.a. Noorwegen en Engeland,
heeft opgedaan, zijn weinig bevredigend geweest.
In ons land is dan ook nimmer op de invoering van
verplichte arbitrage aangedrongen, ook niet bij de
parlementaire behandeling van de Arbeidsgeschil-
lenwet 1923.
Het is daarom opvallend, dat ondanks alle be
zwaren en de elders opgedane slechtte ervaringen,
toch een dergelijke regeling voor den landbouw is
getroffen. Onwillekeurig rijst de vraag, waarom
men aan den steun aan de verschillende takken van
'ndustrie ook niet de mogelij,kheid heeft verbonden
door toepassing van verplichte arbitrage te
Vo*nen tot vaststelling van de arbeidsloonen. Ver-
mrdimg van loon conflict en is immers voor de indus
trie van even groot belang als voor den landbouw.
En wanneer het de bedoeling mocht zijn, het af-
°'v:ten van collectieve arbeidscontracten in den
1andbouw te bevorderen, dan behoeft dit o.i. nog niet
fe geschieden door middel van een regeling, die
onder de landbouwers niet anders dan ontstemming
v.an wekken.
Wij voorzien dan ook, dat wanneer de landbouw,
wat de bedrr'fsuitikomisten betreft, niet meer van
de Regeering afhankelijk zal zijn in die mate als
thans het geval is, het stelsel van verplichte arbi
trage bezwaarlijk meer zal kunnen worden ge
handhaafd.
Enkele weken geleden heeft de heer Ir. F. P.
Mesu op den Ontwikkelingsdag van de Overijsselsche
Landbouw Maatschappij een belangwekkende inlei
ding gehouden over de verruiming' van
vestigingsinogelijkheden in den landbouw.
Hierin wordt de aandacht gevestigd op het I
groote belang van ontginning van woeste gronden,
grondverbetering, verbetering der afwatering,
droogmaking, inpoldering en ruilverkaveling, voor
het verkrijgen van meerdere bestaansmogelijkheden.
Aan de hand van cijfers komt spreker tot de con
clusie, dat door deze cultuur-technische maatrege
len gedurende 25 jaar bestaansruimte kan worden
geschapen voor rond 20.000 zielen per jaar.
Met groote voldoening hebben wij van dit ver
rassende resultaat kennis genomen. Maar al te dik
wijls wordt de voorstelling gewekt alsof slechts
industrialisatie, vestiging dus van meer industrie,
aan de toenemende bevolking van ons land een
bestaan zou kunnen verschaffen. Dat dit wel eens
ten koste van onzen lanidbouwexport zou kunnen
geschieden, acht men blijkbaar van minder belang.
Vaak verliest men uit het oog, dat uitvoer van
land- en tuinbouwproducten naar de meeste landen
slechts dan mogelijk is, indien invoer in ons land
van industrieproducten daartegenover staat.
Het verheugt ons daarom, dat thans de heer
Mesu op duidelijke wijze heeft aangetoond, dat de
landbouw nog groote vestigingsinogelijkheden biedt,
mits op de krachtige medewerking van de Regee
ring, benevens van de landbouwers en hun organi
saties, kan worden gerekend.
In de Nieuwjaarsrede, welke de heer C. J. P.
Zaalberg, in zijn functie van voorzitter van den
NijverhiEidsraad, op 21 Januari j.l. heeft gehouden,
wordt aan het
vraagstuk van de ordening
een uitvoerige beschouwing gewijld. Heftig trekt de
heer Zaalberg hierin van leer tegen het ingrijpen
van de overheid in het bedrijfsleven en onderwerpt
de wijize, waarop tegenwoordig wordt geordend,
aan een felle critiek.
Het is 'n waan, zegt hij, te gelooven, dat de over
heid beschikt over de wetiEnschap en de krachten,
die in een gebonden economie de taak kunnen over
nemen van wat in een vrij bedrijfsleven de onder
nemer tot stand brengt, danlk koopmanschap en
ondernemingsgeest, vrije prijsvorming, vrijheid van
productie en vrij handelsverkeer.
Blijkbaar wenscht de heer Zaalberg dus herstel
van de vrije concurrentie en vrije prijsvorming op
de wereldmarkt. Erg consequent is spreker overi
gens niet, wanneer hij met •voldoening constateert,
dat de ondernemersvrijheid geleid1 heeft tot tallooze
ordeningen van onder op van allerlei aard. Waar
schijnlijk worden met deze ordeningen de prijs
afspraken en productieregelingen bedoeld, welke in
vele niet-agrarische bedrijven bestaan, alsmede de
vaststelling van de prijzen der producten op een
hoog niveau, als gevolg van trust en kartelvorming.
De heer Zaalberg ziet hierin geen inbreuk op de
vrije prijsvorming; integendeel worden deize orde
ningen als een hoogere ontwikkeling in het bedrijfs
leven gekenschetst.
Voorts wordt geen enkel woord vernomen over
de invoerrechten en contingenteeringen, waarmee
de industrie wordt gesteund en welke tengevolge
hebben, dat de prijzen van verscheidene indus-
trieele artikelen, en dientengevolge de kosten van
levensonderhoud, kunstmatig hoog worden gehou
den. Van een zoo vurig voorstander van het vrije
bedrijfsleven, als de heer Zaalberg, hadden we niet
verwacht, dat hieraan stilzwijgend zou worden
voorbijgegaan.
Wij krijgen dan ook den indruk, dat het telkens
weer op den voorgrond stellen van de vrijhandels-
gedachte en de vrije prijsvorming vaak geschiedt
met het doel, hierdoor te bereiken, dat het ver
schil in belooning van den agrarischen en den niet-
agrarischen arbeid wordt bestendigd, zoodat ver
hooging van de prijzen der levensmiddelen wordt
voorkomen.
(Het behoeft geen betoog, dat het voeren van een
dergelijke politiek groote onbillijkheden ten op
zichte van den land- en tuinbouw tengevolge heeft.
Immers beoogen de prijsregelend'e maatregelen ten
behoeve van den land- en tuinbouw slechts de on
misbare productiekosten te dékken. Voor het ove
rige zijn deze bedrijfstakken geheel afhankelijk van
de prijzen op de wereldtmankt.
Daarentegen worden noch de loonen der land
arbeiders, noch de prijzen en loonen in vele takken
van industrie, noch de tarieven der banken en de
vrachten der meeste scheepvaartmaatschappijen
door de vrije concurrentie bepaald.
Tegen deze ongelijke behandeling, welke van
weinig inzicht in de Ibeteekenis van onzen land- en
tuinbouw getuigt, is o.i. een krachtig protest op
zijn plaats.
Een bericht in de N. R. Crt. van 29 Januari j.l.
meldt, dat in den laatsten tijd een Nederlander in
Zuid-Slavië groots belangstelling heeft weten te
weklken voor den invoer en het verbouwen van
Nederlandsche pootaardappelen.
Hij heeft hiervoor in het Zuid-Slavische kustgebied
een bijzonder goede bodemgesteldheid gevonden.
Dank zij het optreden en de activiteit van bedoel
den Nederlander, besloot de ZuidjSlavische regee
ring het totale op de begrooting uitgetrokken be
drag voor den invoer van pootaardappelen te be
stemmen voor den invoer van Nederlandsche poot-
aardappelen.
Uit het bovenstaande blijkt opnieuw, dat voor
kwaliteitsproducten nog steeds afzetgebieden braak
liggen. Voor onze provincie is de uitvoer van poot-
aardappelen van groot belang. Wij hopen, dat ook
de Zeeuwsche aardappeltelers van deze vergroote
mogelijkheid tot afzet van pootaardappelen zullen
kunnen profiteeren. Red.
KORT VERSLAG
van de vergadering van de Dagelijksche Besturen
der drie Centrale Landbouworganisaties, gehouden
te 's-Gravenhage, op 26 Januari 1938.
Aa rdappelv raagstuk.
Besloten de opmerkingen, welke naar aanleiding
van het rapport der Aardappelcommissie der 3
C. L. O. door de aangesloten organisaties zijn
gemaakt, in handen te stellen van deze Commissie
en haar te verzoeken zich dienaangaande nader te
beraden.
Voorts wordt besloten aan de Regeering mede de
deelen, dat de 3 C. L. O. niet ongenegen zijn de
aardappelregeling over te nemen onder bepaalde
voorwaarden, die ter kennis van de regeering zullen
worden gebracht. Betreffende het vraagstuk:
fabricage van aardappelvlokken wordt besloten dat
aan te houden tot over de vraag van het al dan niet
overnemen van de consumptie-aardappelregeling
door de 3 C. L. O. is beslist.
Uitvoering Vogelwet onbeschermde vogels.
Besloten aan den Directeur-Generaal van den
Landbouw mede te deelen, dat het geen aanbeveling
verdient over te gaan tot het oprichten van plaatse
lijke contactorganen, event, „afweerdiensten" in
verband met de uitvoering van de Vogelwet. De
door den Minister van Economische Zaken aan
gewezen deskundigen kunnen de burgemeesters
omtrent vogelschade voorlichten op grond van de
door deze laatsten aan de Commissarissen der
Koningin te geven adviezen, betrekking hebbende
op het verleenen van vergunningen tot het dooden
van vogels.
Fondsgeld voor schapen en nuchtere kalveren.
In 1935 is, nadat een overleg had plaats gevonden
tusschen de 3 C. L. O. en den Bond van Vleesch-
exporteurs, het fondsgeld voor schapen en nuchtere
kalveren afgeschaft.
Naar verluidt is het de bedoeling het heffen van
fondsgeld weder in te voeren. In Friesland en
Groningen zou het fondsgeld voor schapen reeds
weder zijn ingesteld.
Besloten hieromtrent bij genoemden Bond inlich
tingen dn te winnen.
Steunregeling kleine boeren.
Bij de uitvoering der steunregeling voor de kleine
boerenbedrijfjes, blijkt het dat kleine bedrijfjes, die
uit hoofde van de uitkomsten in groep B zouden
vallen, niet kunnen wopden gesteund, indien de
ondernemer de leeftijdsgrens van 66 jaar is gepas
seerd.
Om aan dit bezwaar eenigszins tegemoet te
komen is bepaald, dat zoons of dochters als plaats
vervangers voor den ondernemer mogen optreden,
indien zij naar het oordeel van de gemeentelijke
commissie van advies in staat zijn het bedrijf naar
behooren te leiden en te bewerken.
Deze laatste bepaling brengt in het meerendeel
der gevallen uitkomst doch daardoor wordt tevens
de onbillijkheid ten opzichte van de enkele bedrijfjes,
waar geen plaatsvervanger 'aanwezig is, nog ver
groot.
Besloten wordt aan den Minister van Economische
Zaken te verzoeken het daarheen te leiden, dat de
enkelen, die door bovengenoemde bepaling worden
gedupeerd, rechtstreeks vanwege hiet Departement
van Economische Zaken worden geholpen.
DE VOORUITZICHTEN VAN DEN
AMERIKAANSCHEN LANDBOUW.
Onder bovenstaanden titel is van de band van den
Rijkslandbouwconsulent te Washington in „Econo
mische Voorlichting" een artikel opgenomen, waarin
met betrekking tot de tarweverbouw in Amerika
het volgende wordt opgemerkt:
De met tarwe bezette oppervlakte bedroeg in de
Vereenigde Staten in 1937 ongeveer 81 millioen
acres (1 acre 0,4047 ha). Wanneer de telers op
dezelfde wijze op de betrekkelijk hooge prijzen
reageeren als voorheen, dan verwacht men weinig
verandering in de beteelde oppervlakte voor 1938.
In 1937 is een betrekkelijk groot gedeelte der
bezaaide oppervlakte uitgevallen; er bleef een oogst
van 887 millioen busbeis over. Het binnenlandsch
verbruik bedraagt ongeveer 660 millioen bushels
per jaar; bij normale opbrengst zou deze hoeveel
heid kunnen worden verkregen van ongeveer 56
millioen acres.
Tenzij de wereldproductie in 1938 wederom gering
is, of de invoerbehoefte grooter dan op bet oogen-
blik verwacht wordt, zullen de prijzen van tarwe
en het inkomen der tarweverbouwers in de Ver
eenigde Staten voor den oogst van 1938 aanzienlijk
lager zijn dan in het seizoen 1937'38,