KORTE BERICHTEN.
Moet de berijder van een paard 'savonds
voorzien zijn van lichten?
oord, Fynaart, Klundert en Zevenbergen, met totaal
60 deelnemers.
Verder werden met medewerking der Maatschappij
georganiseerd twee cursussen in paardenkennis te
Almkerk en Zevenbergen .en een cursus in hoef
beslag te Breda.
Een cursus in landbouwhuishoudondervvijs, welke
dit jaar door onze Maatschappij, kon worden
•gehouden door de loyale medewerking onzer zuster-
vereeniging de Z. L. M., zal Zaterdag 18 December
worden beëindigd. Aan dezen cursus hebben 22 leer
lingen deelgenomen, wel een bewijs, dat behoefte
bestaat aan dergelijke cursussen. In 1938 hopen wij
twee dergelijke cursussen te zullen geven en wel in
het Land .van Altena -en te Lage-Zwaluwe, doch alles
is hier nog niet voor elkaar.
Klachten over de vergelingsziekte der suikerbieten
werden ontvangen uit onze Afdeelingen en besproken
in Uw Dagelijksch Bestuur. Hoewel ook in ver
schillende andere velden deze ziekte werd geconsta
teerd, werd ze vooral aangetroffen in de omgeving
van velden waar suikerbietenzaad werd geteeld en
worden deze velden beschouwd als de besmettings
haarden van waaruit deze ziekte wordt verspreid.
Besloten werd het initiatief te nemen voor een
bespreking over te nemen maatregelen voor 1938
om de nadeelen dezer ziekte zooveel mogelijk te
voorkomen, waarop zouden worden uitgenoodigd de
firma welke suiikerbietenzaad heeft gecontracteerd
in West-Brabant, de desbetreffende contractanten,
suikerbietentelers wier velden zijn gelegen nabij met
zaadbieten te betelen velden, de Landbouwkundige
Voorlichtingsdienst en de Plantenziektenkundige
Dienst.
Aan dit besluit werd geen uitvoering gegeven daar
intusschen door Ir. Huizenga, Inspecteur van den
Landbouw en het Landbouwonderwijs, een vergade
ring werd belegd, welke door hem zelf werd gepresi
deerd en waarop aanwezig waren de vertegen
woordigers van het Instituut van Suikerbietenteelt
te Bergen op Zoom, van den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen, de Rijkslandbouwconsulenten
in West-Brabant, de Rentmeester van het Rentambt
Niervaart, de vertegenwoordigers van den N. C. B.
en den Voorzitter dier Noord-Brab. Mij van Land
bouw. f
Definitieve besluiten of voorstellen zijn nog met
geformuleerd, doch maatregelen worden overwogen
om het nadeel der vergelingsziekte te ontgaan, zoo
mogelijk met behoud der suikerbietenzaadteelt.
De veeteeltdag te Zevenbergen, welke wij volgens
een U vroeger gedane mededeeling besloten waren
te houden in September j.l. hebben wij niet laten
doorgaan, omdat ons intusschen was gevraagd door
den Bond van Rundveefokvereenigingen in West-
Brabant om gezamelijk met de N. C. B. en de Noord-
Brab. Mij van Landbouw een veeteeltdag te organi-
seeren te Breda. Deze zal worden gehouden op 18
Januari a.s. en wij geven onze leden in overweging
die ongetwijfeld leerzame bijeenkomst in grooten
getale te bezoeken.
Pachtkamers. Door den Minister was tot 1 October
gelegenheid gegeven om te solliciteeren voor het
lidmaatschap der in te stellen Pachtkamers. Uw
Dagelijksch Bestuur vreesde, dat de daarvoor in de
eerste plaiats in aanmerking komende personen
misschien niet uit zich zelf zouden solliciteeren en
daarom hebben wij verschillende personen, die voor
deze functie volgens onze meening zeer geschikt
zijn, uitgenoodigd om te solliciteeren.
Boven.dién hebben wij deze via het K. N. L. C. ook
nog bizondér aanbevolen bij den Minister. Ook heb
ben wij medegedeeld, dat het ten zeerste gewenscht
is het kanton Gorinchem te splitsen, opdat voor het
Land van Altena en Den Biesbosch een afzonderlijke
Pachtkamer zal worden ingesteld.
Pachtbureau x. Nadat hierover overleg was
gepleegd tusschen de 3 C. L. O.'s en wij van het
K. N. L. <3. een schema hadden ontvangen ter ver
deeling der zetels in de op te richten Pachtbureaux,
heeft eei^st een vergadering plaats gehad van afge
vaardigden van den N. C. B., de N.-Br. Mij v. L.,
en den C. B. T. B., later een waarbij behalve de land
bouworganisaties ook drie Vereenigingen, welke het
Grondbezit in Noord^Brabant vertegenwoordigen,
aanwezig waren. Besloten werd gezamelijk eén
pachtbureau in te stellen, dat de Provincie Noord-
Brabant als werkgebied zal hebben. In dit Pacht
bureau zullen zitting hebben voor N. C. B. 8 leden,
N.-Br. Mij tv. L. 2 leden, C. B. T. B. 1 lid, R. K.
Vereeniging van Grondeigenaren 1 lid en de Vereem-
ging ,,He Grondbezit" 1 lid.
De Vereeniging „Het Grondbezit" in de Langstraat
heeft de behartiging harer belangen opgedragen aan
„Het Grondbezit". De Voorzitter en Secretaris
zullen worden aangewezen door den N. C. B.
Het is de bedoeling, dat meerdere commissies van
deskundigen zullen worden ingesteld, welke het
bestuur zullen adviseeren omtrent de goedkeuring
van pachtovereenkomsten in het gebied waar zij
goed met de toestanden bekend zijn.
Postbestelling ten plattelande. Naar aanleiding
eener bespreking in het K. N. L. C. werd hierover
door ons een onderzoek ingesteld bij onze afdeelm-
geVerschillende gegevens werden ons verstrekt,
waaruit blijkt, dat op vele plaatsen de postbestel
ling in de buitenwijken nog verre van ideaal is. wy
hebben hiervan een resumé opgesteld en doorgezon
den aan het K. N. L. C. waar dit onderwerp nog in
behandeling is.
(Wordt vervolgd.)
De jaarlijksche internationale tentoonstelling van
landbouwmachines, meststoffen, zaaizaden enz., in
de twee groote Eeuwfeestpaleizen te Brussel
Heysel), zal van 13 tot 20 Februari 1938 worden
gehouden.
Het sexen van kuikens, d.w.z. 'het scheiden van
deze nog 'zeer joruge dienm naar de geslachten, vindt
in verschillende landen op vrij groote schaal plaats.
Er izijn met name Japaneezen, die in dezen een zeer
groote routine hebben en er in slagen met een zeker
heid van 80 en meer de hennetjes te scheiden van
de haantjes.
Zoo nu en dan hoort men, idat gekochte kuikens
bijna geheel haantjes *zijn, tot 'zeer groote schade
van den kooper. Zijn dit soms kuikens, die bij het
z.g. sexen zijn uitgeselecteerd Men koope ook
daarom kuikens slechts bij een betrouwbaar adres.
Ongeveer 80 van alle aardappelen, die in de
kleibouwstreek van Friesland worden Verbouwd,
worden voor Ide 'keuring aangegeven.
De coöperatieve aankoop van bedrijfsbenoodigd-
heden is in de zandstreken over het algemem meer
verbreid dan in de kleistreken. De naar verhouding
kleine bedrijven, die men in de 'zandstreken aantreft,
zijn 'hiervan een van de groote oorzaken, terwijl de
veelal arme grond de landbouwers noodzaakte om
den aankoop zoo voordeelig mogelijk te doen ge
schieden.
'Het is tegenwoordig, vooral in niet-lahdbouwkrin-
gen, gebruikelijk om op de coöperatie de noodige
kritiek te leveren, doch voor ons staat het vast, dat
vooral voor den kleinen zandboer de coöperatie een
zegen is geweest en diit nog is.
De uitvoer uit ons land van Eerstelingen naar
Duitsehland zal het volgend jaar, door de bepaling
van de Duitsche regeering, dat de Eersteling als
een voor de wratziekte vatbaar ras niet meer ver
bouwd mag Worden, onmogelijk worden. Voor de
Nederland'sche telers van Eerstelingen, dit zijn met
name de tuinders in Noord-Holland, is dit een zware
slag. Hieruit blijkt wel het groote belang, dat het
kweeken van voor wratziekte onvatbare aardappel-
rassen ook in Nederland op groote schaal ter hand
wordt genomen.
Volgens een bericht in de dagbladen, wordt in
Duitsehland door het huidige regime de melkcon-
trö'a bij het rundvee het laatste jaar zeer sterk be
vorderd.
Wij hébben den indruk, dat het roodbonte Maas-,
Rijn en IJsselvee door vele mesters dn on'ze provincie
wordt verkozen boven de zwartbonte. Het aantal
roodbonten is in Zeeland bij de mesters volgens onze
meening de laatste jaren toegenomen.
De strijd van de boter tegen het surrogaat de
margarine, wordt ook in het naburige België met
groote hevigheid gevoerd.
Ongeveer de helft van allen kunstmest dien de
Nederlanidsche boer noodi'g heeft, wordt langs coöpe
ratieven weg aangekocht.
De oppervlakte Bintjes in Nederland werd dn 1937,
zeer waarschijnlijk onder invloed van de naar Ver
houding hooge prijzen, die voor deze aardappelen
het vorige jaar bedongen konlden worden, belangrijk
uitgebreid.
Het z.g. de markt achterna bouwen, lijkt ons niet
verstandig.
De uien van oogst 1937 brachten een goeden prijs
op, doch dit imcet o.i. geen aanleiding zijn om de
met uien beteelde oppervlakte in 1938 uit te breiden.
De ervaring mat de uienteelt maant o.i. tot voor
zichtigheid.
Tot afschaffing van landbouwcrisismaatregele
dient eerst te worden overgegaan, wanneer vol
doende vaststaat, dat dit voor den boer en den tuin
der zonder bezwaar kan geschieden. Van ide afschaf
fing van land'bouwcri'sdiamaatregelen hebben wij tot
nu toe neg geen enkel voordeel voor den Nederland-
schen boer kunnen opmerken.
Een rationeele bedrijfsvoering is voor den land
bouw onder de huidige omstandigheden nog meer
een noodzaak dan in z.g. normale jaren.
Wjj meenen te mogen verwachten, dat het vast
stellen van arbeidscontracten voor het volgende
seizoen a.s. Voorjaar tot moeilijkheden aanleiding zal
geven.
De financieele uitkomsten van de fruitteelt in
1937 zijn, in het bijzonder voor degenen, die weinig
gangbare soorten konden aanbieden, niet gunstig.
In 1936 werden niet minder dan 135.000 ton goed
gekeurd: pootaardappelen uitgevoerd.
Het vervoerVerbod van aardappelen, o.a. in Z.
Vlaanderen, werd o.m. ingesteld om aan )de groote
knoeierijen met pootgoed zooveel mogelijk een einde
te maken.
In de laatste IbegrooUng voor het Landbouwcri
sisfonds werd een teeltheffing op aardappelen aan
gekondigd van 50 per ha. Dit is echter slechts een
voorstel, het staat dus nog geenszins vast, dat deze
hooge teeltheffing er zal komen.
Ook uit Zeeland zijn dit jaar groote hoeveelheden
aardappelen bestemd voor de ze tmeel fabricage naar
Duitsehland, n.l. voor em fabriek te Etmlichheim,
verkocht."
Er worden thans zeer veel partijen tarwe aange
troffen, die in ernstige mate beschadigd zijn door de
tarwegalmug.
De pacht- en koopprijzen van den grond staan
vooral thans in geen verhouding tot de gebruiks
waarde. De nieuwe 'Pachtwet schijnt hieraan niet
vreemd te zijn.
Er zijn enkele, overigens weinig bekende kippen-
rassen, bekend, waar de hennen en de haantjes reeds
bij de geboorte van het kuiken Van elkaar zijn te
onderscheiden
De Kring We's.t-Zuid-Beveland van de Z. L. M.
hoopt 'in 1938 een tentoonstelling te Goes te houden.
In een ingezonden stuk in de N. R. Crt. schrijft
J. Versnel over bovenstaand onderwerp o.m.:
In het Binnenaanvaringsreglement kent men de
bepaling, dat roeivaartuigen, indien gevaar voor
aanvaring dreigt, een licht moeten toonen. Zij be
hoeven het niet als top- of boordlicht te voeren,
maar moeten het gereed hebben voor het geval het
noodig is.
Zou een dergelijke bepaling ook by het vervoer
van paarden (en vee!) bij duisternis niet een rede
lijke oplossing geven? De voerder kan de lantaarn
in de hand houden en deze bij nadering van auto of
motorrijwiel duidelijk aan den naderende toonen,
zoodat deze weet, dat er een obstakel is.
Het lijkt mij eenvoudig en doeltreffend.
J. R. te S., lezer van ons blad, schrijft: „Mij lykt
de beste oplossing, door boven links aan de brug
van het gareel een ijzeren ring of dito huls te plaat
sen, daarin kan men zetten een lantaarn in de vorm
van de ouderwetsche koetslantaarn, met aan voor
zijde gewone verlichting en aan achterzijde rood ver
licht. Aan de linkerzijde van het paard kan men een
gewone stallantaarn hangen aan de rugriem. Men
zal dan genoodzaakt zijn, van een staartriem voor
dat te verlichten paard gebruik te maken, omdat
door ce beweging Van het paard de rugriem altijd
werkt en de zich daar bevindende lantaarn in ver
keerde stelling zou komen. Ook zou er zich tusschen
paard en lantaarn een stuk leder of iets dergelijks
moeten bevinden om schenden van het paard te
voorkomen. Of dit leder aan het paard (de rugriem)
zal moeten bevestigd zijn of aan de lantaarn,, dit zal
afhangen van de Nederlandsche wet, de mogelijk
heid in deze bestaat ook, om dezelfde lantaarns voor
verlichting van voertuigen te gebruiken, met als
voorbeeld: de lantaarn van de gareelbrug met het
roode achterlicht, links van achter aan het voer
tuig en de stallantaarn voor aan het voertuig. Mocht
het de bedoeling zijn, dat verlichting van een voor
werp alleen rood achterwaarts mag schijnen, dan
zal het beter zrjn, *het zooeven besproken stuk leder
of zooiets van dien aard, aan de lantaarn te bevesti
gen. Men kan er dan ook aan het voertuig goed ge
bruik van maken. Wlat de lampensterkte betreft,
lykt het mij beter, dezs niet te sterk te nemen, het
paard zal dan, denk ik, beter zien en. in alle geval
rustiger zijn. 'Het gaat er trouwens meer om, aan
te toonen, dat daar rechts op den weg zich wat be
vindt of beweegt. De meening, een lantaarn mede te
nemen, kan ik niet deelen. Veronderstel, dat een
chauffeur zoo'n licht ziet en denkt, dat het een
tegemoetkomend voorwerp is en rechts door rrjdt
enz., bij mistig weder, wat dan? Men zal dan de
grootste ongelukken kunnen krijgen. Ik hoop, dat
het schrijven nuttig zal zijn om het goede doel te
bereiken."
Mr. Z. teekent hierbij aan:
De voorschriften voor het licht voeren van sche
pen, waarbij bepaald zou worden, dat roeivaartui
gen, zoo noodig, licht moeten kunnen toonen, lijkt
mij voor 't wegverkeer niet uitvoerbaar, omdat een
auto veel sneller gaat dan een roeiboot en de aan
rijding reeds plaats gehad zou hebbe l, voordat de
knecht de kans gehad had om de lantaarn of wat
dan oak te ontsteken. .:y -
Het zou misschien gaan, als "<^e lantaarn elec-
trisch was, maar dan moet de ontsteking ook zeer
snel kunnen plaats hebben en de lantaarn reeds goed
geplaatst zyn.
Moet de knecht de lantaarn toch mededragen,
dan kon de lantaarn evengoed gedurende den tfid
dat over den weg gereden of geloopen wordt,
branden.
Het andere stuk zoekt naar een oplossing, even
als wij allen. Over deze oplossingen zou ik gaarne
de meeningen van de menschen uit de practyk willen
hooren.
Ik voor my voel 't meest voor een oplossing in de
richting van een voortdurend brandende lantaarn,
voor de helft met wit en de andere helft met rood
glas, zoodat de lantaarn naar achteren rood en naar
voren licht wit geeft.
Waar echter het meeste gevaar van achteren
komt, zou ik ook de meening wel eens willen hooren
over een geheel roode lantaarn. Een tegenikomer
ziet dan links op den weg een rood licht en is op
zijn hoede.