5 p5 z\ H IS AKKERBOUW. o e- 2? oo Z 2 S z s z 5° ts a P z? N™ l Z 33 >o >o H Z 8 P 2 s V "o. -9 o. .B li Op 29 September (11.30—18 uur) en op 30 Sep tember (8.3018 uur) zal in het Rijkslandbouw proefstation voor Veevoederonderzoek te Wagenin- gen een Verkooptentoonstelling van inlandsche brouwgerst gehouden worden. Vrijdag 1 Ocüber 1937 (Fruitteeltdag) Voormiddag: 9 uur, Opening; 9.0510.05 uur, Ir J. H. M. van StuiveQberg te Wageningen: Bestui- vingsprofolemen bij onze ooftgewassen; 10.4511.45 uur, Ir P. Hus te Wageningen: De economie der bespuitingen van fruitaanplantingen12.30 uur, Sluiting der Landtoouwweek. Namiddag 25 uur, Excursie naar het bemestingsproefveld voor de fruitteelt te Wageningen aan den Haarweg, even tueel, als de tijd toelaat, bezichtiging van het Labo ratorium voor Tuinbouwplantenteelt te Wage ningen. IRiAPPORT OVER DE DEMONSTRATIE MET TWEESCHARIGE WENTELPLOEGEN EN STOPPELEGGEN IN DEN WILHELMINA- POLDER OP 27 AUGUSTUS 1937. We beginnen het verslag van deze demonstratie met de stoppeleggen. De ingezonden eggen konden in twêe groepen ingedeeld worden, n.l. de vierkante bij den hoek aangetrokken eggen en de zigzag-eggen. Alle eggen werden gebruikt voor het eggen van een tarwestoppel, die te voren op de normale diepte geploegd was. Van het eerste type eggen waren er vijf aan gegeven. De firma Cappon te Heinkenszand had van de drie ingezonden eggen de volgende opgave ver strekt. 5 balksegge 29 tanden, 1,75 m werkbreedte, 82 kg en prijs 63,25. 5 balksegge 24 tanden, 1,75 m werkbreedte, 75 kg en prijs 59,95. 4 balksegge 23 tanden, 1,75 m werkbreedte, 67 kg en prijs 56,65. Van deze eggen valt in de eerste plaats op te merken, dat de eerste twee een werkbreedte hebben van ongeveer 1,20 m en de laatste van 1,10 m. Het zijn de normale bekende Capponeggen met ijzeren, schuin naar voren staande tanden, welke in het midden, vertikaal gemeten, ongeveer 26 cm lang zijn. De eerste egge stopt in de stoppels veel te veel en is als stoppelegge niet bruikbaar, hoewel het in het voorjaar wellicht een zeer goede egge zal zijn. De tweede egge, de 5-balker met 24 tanden haalt de stoppels goed boven, stopt niet zoo veel en is door geregeld te lichten wel schoon te houden. Deze egge zal ook in het Voorjaar goed bruikbaar zijn en is daarom op een boerderij wel een geschikte egge. De derde, vierbalker egge stopte weer te veel en kan niet als een bruikbare egge beschouwd worden. Deze eggen zijn in Zeeland voldoende bekend. Het heeft ons daarom wel verwonderd, dat de firma eggen ingezonden heeft, die voor het doel niet bruik baar bleken te zijn. We hadden verwacht, dat de fabrikant met zijn eggen reeds zooveel ervaring opgedaan zou hebben, dat hij wist wat ingezonden moest worden. De volgende egge in dit type was van den smid J. Elenius te Holwierde in Groningen. Deze egge heeft 22 tanden en is opgegeven voor een arbeids- breedte van 1,70 m een gewicht van 65 kg, terwijl de prijs 25 bedraagt. De werkelijke werkbreedte van deze egge kan op ongeveer 1,60 m gesteld worden en bedraagt dus belangrijk meer dan die van de Cappon-eggen. Dit wordt bereikt door de speciale langwerpige vorm van het raam van deze egge, waarin de tanden zoo geplaatst zijn,-dat de getrokken voortjes op onder ling gelijke afstand zijn. Dit is bij de gewone vier kante eggen niet het geval, hier liggen de voortjes van de middentanden dichter bijeen. Het gevolg van deze constructie is, dat de gedemonstreerde Groninger egge hoegenaamd niet behoeft over te sporen, waardoor de groote werkbreedte bereikt wordt. De egge heeft ronde kromme tanden, welke verti kaal gemeten 20 cm lang zijn. De egge loopt niet vol en is gemakkelijk schoon te houden. De licht- ketting zit achter het trekpunt vast, waarvan de bedoeling is om door recht achteruit te trekken de egge in zijn geheel op te lichten. Bij de Zeeuwsche egge zit de lichtketting vast buiten de lijn, die door het trekpunt gaat en bij het lichten wordt daarom een hoek van de egge omhoog getrokken. Bij de Groninger-egge moet de knecht dus ook eigenlijk op een andere plaats loopen om te lichten, hij trekt in een andere richting. Mocht men meenen, dat de Zeeuwsche methode handiger is, dan moet de licht ketting op een andere plaats vastgezet worden. De egge heeft in de stoppels goed voldaan en we beschouwen ze ook als een zeer goede egge in den herfst achter de zaaimachine. In het voorjaar kan de egge ook best gebruikt worden, omdat de kromme naar voren staande tanden de egge tot het raam in den grond doet gaan. Met 22 tanden op een werk breedte van ongeveer 1,60 m blijft het een ruime egge en zal onder vele omstandigheden twee maal eggen noodig zijn. Het aantal tanden en de verdeeling van de tanden komt ongeveer overeen met een zigzag-egge en dan heeft deze egge in vergelijking daarmee het voordeel, dat ze op een punt aangetrokken wordt en een werkende egge blijft. De egge loopt goed recht ach ter de paarden en past naast andere eggen wel op een boerderij. Bovendien vinden we de egge goed koop. Wellicht ten overvloede willen we er nog even de aandacht op vestigen, dat deze egge ook gemaakt kan worden in zwaardere uitvoering als trekker- egge, ook met andere typen van tanden, snijtanden, schoffeltanden, ook met een nauweren stand van de tanden, waardoor met behoud van het kenmerkende van deze egge aan allerlei wenschen te voldoen is. De laatste gedemonstreerde egge in dit vierkante type was een vijf-balks Hollandsche egge van het Werktuigenbureau. Deze egge heeft 30 tanden, weegt 80 kg en kost ƒ35. Ze is ongeschikt als stoppelegge, blijkbaar heeft de, leverancier met deze egge nog onvoldoende ervaring. Verder waren drie zigzag-eggen aanwezig. De firma Nagel te Arnhem had ingezonden een 3-velds scharnieregge met 45 tanden, gewicht 120 kg, werk breedte 2,10 m, prijs 66. De egge is nog betrekke lijk nieuw. In het voorjaar is het een goede egge, maar hier was ze onbruikbaar, ze loopt vol. De firma .Schipper te Goes had een 3-velds Melotte stoppelegge ingezonden werkbreedte 3,40 m, 54 tan den, gewicht 145 kg, prijs ƒ60. Ieder veldje heeft 6 rijen van 3 tanden, welke vertikaal staan met onder een klein puntje naar voren. Het is een ruime egge, die goed in de stoppels te gebruiken is. Ook in het najaar zal ze wel achter de zaaimachine gebruikt kunnen worden. In het voorjaar is ze wei nig bruikbaar. Het Werktuigenbureau had een 4-velds Dethy zigzag-egge ingezonden met 48 tanden, gewicht 130 kg, werkbreedte 3 m, prijs 45. De tanden staan in vier rijen en worden naar achteren krommer. Deze egge stopt ook te veel, het is een voorjaars- egge. Maken we nu nog een algemeene opmerking over de eggen dan is het deze, dat de bekende goede stoppelegge is de houten egge met lange ronde hou ten tanden. Deze loopt niet vol en haalt toch de stoppels mooi boven. Om bekende redenen wordt deze egge op een boerderij vaak niet meer gekocht. Het bleek nu op de demonstratie wel, dat het nog niet zoo eenvoudig is om met eggen, die ook op andere tijden goed bruikbaar zijn, in de stoppels hetzelfde mooie resultaat te bereiken. We hopen, dat deze demonstratie in het eggen van tarwestoppels mag hebben bijgedragen om dit werk nader te overwegen. We laten deze gegevens hier volgen, waarbij we de ploegen in dezelfde volgorde houden, l1 re 3 cr s. O CO C 2 3? 3? *7 B B dj dj O r\ CL re 3 C/5 O 3" Qp N O O 3 -t B DJ -I DJ 3 7? m Ti to B 3 03 QP O o 3 0) QJ co -*■ C/1 M re re re nr 03 N-: o o 3 3 O 03 •o •o O 3 3 7T B 03 3 3 B 2. "re' -i o O O o O o X o O H? CL O -1 •o 3 TT 03 3 CL D o 2. M cr O 2 3- NJ 3 c O 33 N o •a •a o 3 'Ti O ►- KJ vo O O S> KJ KJ O KJ hL O l O Os 1 co O 3 3 3 cd Sr O re •O O co O O -i -i S" o. re co Naam van den ploeg TJ «5 u w T3 D 15 co co t- 14-, CJ ra n jj -i— Lengte van de punt v/dschaar tot achter aan het zooiijzer hoogte CJ 35 O O _c OJ W öi 41V w ■3- OJ O 0> O n n u (j> 01 o c c/3 ra _Q N 3 Q voor achter O O u ra 15 Brabanconne 27 48 53 65 102 89 65 48 Cappon 33 62 46 68 101 93 60 56 Printz 28 52 52 76 94 94 58 49 Eberhardt Horst 27 51 42 61 90 90 49 55 Vlaanderen 28 58 57 66 93 86 54 62 Rud Sack 28 51 41 64 98 92 50 50 Melotte 31 59 39 59 99 90 58 65 Dethy 27 50 67 67 89 86 52 53 Aan de1 demonstratie met tweescharige wentel- ploegen is met 8 ploegen deelgenomen. Eerst Is twee uur op tarwestoppel zoo ondiep mogelijlf geploegd en daarna o,p een losgemaakte koolzaad/" stoppel 2 uur zoo diep mogelijk wat meestai een zp cm bedroeg. We beginnen met het overnemen van de gegevens, die door de firma's verstrekt zijn en welke ook in het programma afgedrukt waren. Daarnaast verstrekken we cijfers, die verkregen zijn door het opnemen van verschillende maten aan den ploeg. De snijbreedte van de schaar is gemeten door den loodrechten afstand te nemen van de hak van de schaar tot den buitenkant van 't zooiijzer. Een aan tal ploegen snijden buiten het zoolazer ook nog wel iets, maar of dit wenschelijk is, is soms twijfelachtig. De dubbele loodrechten afstand tusschen de zooi ijzers moet eigenlijk de werkbreedte van den ploeg zijn. Vergelijken we deze cijfers nu met de door de firma's opgegeven cijfers dan zien we, dat vooral de Printz-ploeg en ook de Dethy te breed opge geven is. Verder hebben we te maken met het verband tusschen de snijbreedte van de schaar en de werk breedte van den ploeg. Het zijn stoppelploegen en daarom mag de eisch gesteld worden, dat de schaar volledig afsnijdt, opdat er geen onkruid blijft vast staan. De meeste ploegen hebben een schaar van voldoende breedte. Bij de Vlaanderen is zij te- smal en hier bleek dan ook bij het ondiep ploegen dat er wat bleef vast staan. Bij alle ploegen behalve de Dethy was de lengte van het voorste zooiijzer gerin ger dan van het achterste, terwijl de onderlinge ver schillen vrij groot zijn. Aan het eind van het zooi ijzer zit een -breedere hak. Bij den iPrintz-ploeg is zoowei voor als achter het geheele zoolijzer verstelbaar. Bij de RudnSack, de Brabanconne, de Cappon en de Eberhardt is de hak yfijyrtwiteo-*.®. d-e Melotte, de Vlaanderen en de Dethy is niets vereu-AVraar. pw vc-rwwu» w~>vdt in de practijk niet veel gebruikt, maar êr"kaxi lóch behoefte aan zijn om den ploeg onder verschillende omstandigheden goed te laten loopen en om links en rechts gelijk werk te krijgen. De hoogte - is gemeten als afstand- tusschen de - beide schaarpunten.*- Tiet blijkt dan, dat de Priritz en de EberljarU^- voor en achtei even hoog zijp- en dat de andere soms ^ocr belangrijk hodgèr zijn dan achter. Dit heeft dus tot gevolg, "da.t bij die beide genoemde ploegen het raam van den ploeg steeds horizontaal blijft zoowel bij diep als bij ondiep ploegen. Het voorstel moet dus een horizontale as of bus hebben, waar het wentelen van den ploeg om of in plaats heeft. De andere ploegen zijn voor hooger dan achter en hebben dus een min of meer oploopend ploegraam. Aan deze verschillen zit dikwijls ook vast een ver schil in het wentelen. Er zijn vroeger verschillende ploegen aangeboden en er worden er nog veel aan geboden met horizontaal raam en vasten staart, welke wentelen over den rug en niet over de risters. Deze methode van wentelen achten we bij de ploegen voor grooteren diepgang met een gewicht van onge veer 200 kg zeer ondoelmatig. Worden deze ploegen door eenige verandering zoo gemaakt, dat ze over de risters wentelen dan zijn ze toch vaak niet zoo handig als wenschelijk is. Overigens is het meer of minder gemakkelijk wentelen iets, waar een andere uitspraak over komt al naarmate de knecht aan den ploeg gewoon is. De cijfers van de wielhoogte vereischen geen toe lichting. De werkbreedte is gemeten door :vijf gangen of 10 voren te meten bij het diepploegen. Alle ploegen hebben gewerkt met een vast voor stel. Bij de Brabaconne en bij de Rud-Saekploeg kan door het uitnemen van een pen het voorstel draaibaar gemaakt worden. Dit is alleen van belang bij het vervoer; bij het vaste voorstel behoort het transportwiel draaibaar te zijn en is het ook het doelmatigste, dat aan het transportwiel getrokken wordt. Na deze opmerking willen we iets zeggen over het ploegwerk en over de afzonderlijke ploegen. De wensch van meer of minder verkruimelen, van meer of minder geheel omkeeren van den grond is bij de verschillende landbouwers gelijk. Sommigen willen, dat de snijvlakte van het kouter zoowat boven ligt en anderen zien liever, dat die verder doorgedraaid is. Om hier een oordeel over neer te schrijven, moet men de ploegen eerst zien werken onder verschillende omstandigheden, ook op taaie natte klei. Op dezen gemakkelijk te ploegen grond hebben ze alle zoodanig werk gemaakt, dat daar door geen opbrengstverscbillen zullen ontstaan. We moeten er verder rekening mee houden, dat het stoppelploegen zijn en dat daarom verkruimelen van

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1937 | | pagina 5