VEEHOUDERIJ.
n.
Abed Archer, grof en blank.
Heine's Olympia, Meur niet bijzonder mooi. Fijn
van stuk.
Opal B, bruinachtig en wat Mein.
Primus n, vrij grove, bruinachtige korrel.
Sv. Zege X Binder, lange, minder goed gevulde,
bruinachtige korrel.
Silesia, lange, zilverkleurige, matig gevulde
korrels.
Georgine, kleine, bruinachtige, doch goed gevulde
korrels.
Isaria, kleine, bruinachtige, doch goed gevulde
korrels.
Goudgerst, klein, blank, goed gevuld.
Bigo, lange, blanke, doch minder goedgevulde
korrels.
Thüringer, bruinachtig, doch vrij goed gevuld.
Comtesse, mooie, zilverkleurige, goedgevulde
korrels.
Uitslag:
6
Opbrengst in
kg per are
RASSEN
Z
"3
w
IJ
1-
0*
Zaad
le
soort
Zaad
2e
soort
Totaal
Zaad
Gemid
deld
Stroo
Gemid
deld
Kenia
1
2
3
48.6
38.5
49.0
0.3
0.2
0.4
48.9
38.7
49.4
45.7
48.6
48.3
60.6
52,5
Maja
1
2
3
51.8
41.5
49.7
0.3
0.2
0.4
52.1
41.7
50.1
48.0
54.9
38.3
50.4
47.9
Saxonia
1
2
3
46.9
41.2
47.2
0.2
0.4
0.3
47.1
41.6
47.5
45.4
53.4
38.9
60.5
50.9
Mansh.
2-rijige
1
2
3
45.4
43.0
42.0
0.4
0.3
0.5
45.8
43.3
42.5
43.9
73.2
60.2
72.0
68.5
Abed
Archer
1
2
3
46.1
40.2
45.2
0.2
0.5
0.4
46.3
40.7
45.6
44.2
65.7
45.3
62.4
57.8
Heine's
Olympia
1
2
3
45.8
42.1
46.0
0.2
0.4
0.6
46.0
42.5
46.6
45.0
51.0
40.5
59.4
50.3
Opal B
1
2
3
45.5
42.5
45.4
0.4
0.5
0.8
45.9
43.0
46.2
45.0
49.1
40.5
41.8
43.8
Primus II
1
2
3
38.4
37.5
33.2
0.9
0.8
1.5
39.3
38.3
34.7
37.4
53.2
52.2
55:8
53.7'
Sv. Zege
X Binder
1
2
3
46.6
46.2
40.1
0.6
0.5
0.8
47.2
46.7
40.9
44.9
46.8
46.3
55.1-
49.4
Silesia
1
2
3
36.0
34.3
35.1
1.4
1.2
1.5
37.4
35.5
36.6
36.5
67.1
65.0
77.4
69.8
Georgine
1
2
3
43.0
45.7
47.0
0.3
0.2
0.2
43.3
45 9
47.2
45.5
62.7
62.1
64.8
63.2
Isaria
1
2
3
41.3
45.7
48.0
0.2
0.2
0.6
41.5
45.9
48.6
45.3
54.5
60.1
76.4
63.7
Goudgerst
1
2
3
40.3
46.7
42.6
0.2
0.2
0.5
40.5
46.9
43.1
43.5
40.5
50.1
41.9
44.2
Bigo
1
2
3
40.6
45.7
44.6
0.8
0.9
0.7
41.4
46.6
45.3
44.4
55.1
69.4
71.7
65.4
Thüringer
1
45.7
0.3
46.0
46.0
51.0
51.0
Comtesse
1
44.6
0.4
45.0
45.0
79.5
79.5
De hoogste gemiddelde graanopbrengst gaf hier
dus de Maja. Alle rassen door elkaar brachten
gemiddeld op 44,1 hg per are, zoodat door Mansh.
2-rijïge, Primus II, Silesia en Goudgerst dit gemid
delde niet gehaald werd. Hooge stroo-opbrengsten
gaven Mansh. 2-rijïge, iSilesia, Georgine, Isaria, Bigo
en vooral Comtesse.
Karwijp roef veld bij den heer W. Koning Wz. in de
Bathpold,ers te Rilland (Z 232).
Verbouwde rassen: Kistemakers Volhouden,
Noord-Hollandsch landras en Mansholt.
Grondsoort: Zware Mei.
Voorvrucht: Erwten.
Bemesting: Tegen 600 kg ch per ha.
Gezaaid: 26 Maart 1936 met de kleine handzaai-
machine op een rijenafstand van 33 cm.
Aantal en grootte der veldjes: 3 par. elk van 1 are.
Stand: Aanvankelijk was de stand in 't midden
van nagenoeg ale veldjes wat dun. Later zijn
leege plekken wat vol gegroeid, doch het minst bij
de Volhouden karwij.
Over 't algemeen was er weinig verschil tusschen
de rassen waar te nemen, zoo min in lengte als in
bloei.
Gedorsoht: 23 Juli. Tusschen het zaad van de
drie rassen was weinig of geen verschil.
Uitslag:
Opbrengst in kg
Perceel
per
are
RASSEN
Zaad
Gemiddeld
1
17.0
Kistemakers Volhouden
2
19.5
17.8
3
17.0
1
18.5
Noord-Holl. landras
2
20.5
18.8
3
17.5
1
19.0
Mansholt
2
18.0
19.0
3
20,0
De hoogste gemiddelde zaadopbrengst, gaf dus
het ras van Mansholt, doch het verschil met het
Noord-Hollandsche landras is zeer gering.
DE VERZORGING VAN JONGE HENNEN.
IV.
Geen jonge hennen en oude kippen
bij elkaar.
Zoo nu en dan wordt wel eens de vraag gesteld
welke de geschiktste tijd is om de jonge hennen bij
de oude kippen te voegen en dan antwoord ik meestal
daar geen geschikte tijd voor te weten, want dat
het altijd ongewenscht blijft en teleurstelling geeft.
Wel zijn er Mppenhouders, die een gering aantal
dieren houden en er door de kleine behuizing niet
buiten kunnen, maar er zijn veel meer bedrijven
welke best in de gelegenheid zijn de jonge hennen
gescheiden van de oudere dieren te houden, maar
uit sleur en gemakzucht de heele boel bij elkaar
laten loopen en als de jonge dieren dan niet best
meer groeien dan wordt al gauw yerteld, dat het
materiaal van deze of gene ook niet zoo best is.
De fout begint bij Velen reeds bij de jonge kuikens,
niet alleen worden verschillende leeftijden bij elkaar
gedaan, wat nooit goed gaat, maar ook het bijeen
voegen van kuikens welke b.v. van twee verschil
lende adressen zijn betrokken, is ook verkeerd,
omdat de eene stam zich altijd wat anders ontwik
kelt dan de andere, de kuikens van het eene bedrijf
soms aanmerkelijk teerder zijn dan van een ander
en» ten slotte is het al zoo vaak gebeurd, dat één
van beiden ziekte meebracht en de andere, gezonde
partij, besmette.
Het bijeenvoegen van jonge hennen en oude kip
pen stuit op allerlei bezwaren en heeft altijd een
stilstand in den groei der jonge dieren tengevolge,
dus verlies, want het- voer dat de dieren in zoo'n tijd
voor het levensonderhoud noodig hebben, is verloren.
Van de nadeelige factoren welke door samenvoeging
ontstaan, is in de eerste plaats het gevaar voor
besmetting met coccidiën of wormen aanwezig, daar
onder vele oudere dieren smetstofdraagsters voor
komen, welke zelf geen last van ziekte hebben,
dus als zoodanig niet kenbaar zijn, maar genoeg
smetstof verspreiden om jonge, gevoeliger dieren,
ziek te maken. De kans op ziekte en sterfte onder
de jonge hennen wordt dus aanmerkelijk grooter en
indien men over een ziekte vrije pluim veestapel
beschikt en de jonge hennen gezond blijven, dan
wordt de ontwikkeling toch geremd daar het jonge
goed de verschoppelingen van het hok zijn en bij
voer- en drinkbakken weggepikt worden.
Ook zal het vaak gebeuren, dat hokken, waarin
oud en jong bij elkaar gehuisvest wordt, over
bevolkt zijn, omdat het aantal dieren door het
bijeenvoegen sterk is toegenomen en het eerst lijden
natuurlijk weer de. jonge hennen.
Tenslotte is ook de voeding van jonge hennen en
oudere dieren niet gelijk, ook al geeft men practisch
hetzelfde voer. i
Juist in den tijd dat men de oudere hennen wat
minder graan moet geven, hebben de jonge hennen,
om tot volle ontwikkeling te komen, behoefte aan
veel graan en als oud en jong bij elkaar loopt is er
geen regeling te maken dat ieder zijn portie krijgt.
Dit laatste is nu niet zoo' erg, want bij vele kippen
houders, behalve dan op meer gespecialiseerde
bedrijven, wordt wel zooveel gegeven, dat er ruim
voldoende voor alle kippen is plus nog een beetje
voor de mjuskchen. Wanneer men echter uit de
dieren halen wil wat er in zit, dan is het noodig,
dat de graangift op een zekere basis geregeld wordt
en deze ontbreekt wanneer oud en jong is samen
gevoegd.
Over het algemeen kan men zeggen, dat zij, die
alles bij' elkaar laten loopen, de slordigste kippen
boeren zijn, tenzij dan, wanneer het kleinere betreft,
als het moeilijk anders kan. Toch wordt door enkele
kleine bedrijfjes wel een behoorlijk systeem toege
past, hetwelk de moeilijkheden omzeilt. Soms b.v.
door om de tweie jaar nieuw materiaal aan te
schaffen, wel is dan het eene jaar alles jong en het
andere alles oud, maar dat doen ze liever dan met
de moeilijkheden kampen welke hierboven zijn
geschetst. Ook wordt het door anderen wel zoo
gedaan, dat de jonge dieren tijdens den winter in het
opfokhok blijven en in het voorjaar worden samen
gevoegd. In het najaar en de winter beschikken
alle dieren dan over een ruim hok en de samen
voeging in het voorjaar heeft niet zulke bezwaren.
Er is niemand die b.v. een jong varken koopt en
dat bij oudere varkens zal zetten als hij die heeft,
want ieder weet, dat zooiets toch niet gaat en zorgt
er voor zoodanig te zijn ingericht, dat de dieren
gescheiden kunnen worden gehouden.
Zoo moet het ook met het pluimvee, ieder die
eenige belangstelling voor de dieren heeft weet, dat
oud en jong bij elkaar houden niet goed gaat en
zal dan ook naar middelen zoeken om het gewenschte
doel te bereiken.
St. Maartensdijk. J- EINDHOUT.
KREUPELE KOEIEN IN DEN WEIDETLTD.
Hot laat zich gemakkelijk begrijpen, dat niet
alleen bij het loopen, maar meer nog bij draven en
springen de banden, welke den beenigen grondslag
.van de beide klauwen bij elkaar moeten houden
zeer veel te lijden zullen hebben. Vooral zal dat
het geval zijn, wanneer door langdurige droogte de
grond in de toch vaak kale melkhokken of op de
dammen hard begint te worden en allerlei kluiten
of steenen het loopen van de dieren bemoeilijken.
Draven de dieren daar nu nog bij of reepen ze op
elkaar, dan is de kans heel groot dat er een meer
of minder ernstige verscheuring van die banden
optreedt en het dier plotseling stokkreupel is.
Want bij iederen stap dde het dan doet, willen de
klauwen uit elkaar wijken en wordt aan de band
getrokken,, hetgeen natuurlijk een zeer pijnlijke
geschiedenis is. Hier komt nog bij, dat vaak het
beenvlies op dé plaats, waar de band zich aan het
been vasthecht, ook iets verscheurd is, met tot
gevolg, dat daar ter plaatse een ontsteking van dat
vlies optreedt, hetgeen de pijnlijkheid nog grooter
maakt.
De dieren springen dan ook vaak op drie beenen
rond en kunnen maar moeilijk hun kost ophalen.
Het is dan ook geheel verkeerd om ze zoo maar
te laten loopen, daar ze dan niet alleen vaak niet
genoeg te eten krijgen, maar ook door de voort
durende prikkeling van het verscheurde of althans
beschadigde gedeelte, de genezing zeer vertraagd
of vaak vrijwel geheel onmogelijk gemaakt wordt.
Het beste is, om dergelijke zeer kreupele
dieren op te stallen, -dan heeft het zieke been ten
minste rust. Is dat om de een of andere reden
bezwaarlijk, zorg er dan voor dat het dier steeds
over voldoende afgemaaid gras in zijn onmiddel
lijke nabijheid beschikken kan, terwijl het ook van
drinken voorzien moet worden. Het behoeft zich
dan niet noodeloos te vermoeien en de pijnlijke
plaats te gebruiken. Men heeft tevens minder
kans dat het sterk in de melk zal achteruit gaan,
hetgeen nog wel eens gebeuren wil.
Nu moet men niet denken, dat deze maatregelen
alleen voldoende zijn, om een' spoedige genezing te
krijgen. Want ook al zou er alleen slechts een
lichte beschadiging van de banden aanwezig zijn,
iets wat natuurlijk nog lang niet zeker is en voor
een leek vaak zeer moeilijk vast te stellen, dan zal
men nog altijd de moeilijkheid of beter gezegd, het
nadeel hebben dat het, wanneer de pijn wat
bedaard is, het beschadigde been weer zal gaan
gebruiken, waardoor dan weer groote kans op een
nieuwe meer of minder ernstige verscheuring
bestaat.
Ook met het oog op de mogelijkheid dat heel
iets anders de oorzaak van de plotselinge heftige
kreupelheid is, verdient het aanbeveling om de
zaak zeer zeker niet te lang aan te zien en spoedig
een deskundige te raadplegen.
Want door het aanleggen van een verband, waar
door het uiteen wijken van de klauwen wordt
tegengegaan, is de genezing zeer te bespoedigen.
Dit aanleggen is echter niet ieders werk, want ge
schiedt het niet volgens de regelen der kunst, dan
is de kans groot dat het inplaats van te helpen
de zaak erger zal maken.
Natuurlijk is, zooals bij de meeste aandoeningen,
voorkomen beter dan genezen en al kan men het
ontstaan van een dergelijke verscheuring nu lang
niet altijd voor zijn, toch kan de veehouder zelf
veel doen om te maken, dat een dergelijk ongeval
niet zoo spoedig gebeuren zal.
Op welke wijze dat geschieden kan, volgt al reeds
duidelijk uit hetgeen wij hierboven als oorzaak
aanmerkten. Verwijder zooveel mogelijk alle dingen,
welke een aanleiding kunnen zijn dat de dieren
zich verstappen en vooral op de plaatsen, welke zij
geregeld passeeren moeten. Let er dus op of de
dammen zich in goeden staat bevinden. Verwijder
er de los liggende steenen en zijn er bij regenweer
diepe gaten in getrapt of bij heit rijden karresporen
in ontstaan, zorg er dan voor dat die geregeld dicht
gemaakt worden. Dit is een karweitje, hetwelk,
vooral, wanneer men er een beetje de hand aan
houdt, heusch niet veel tijd behoeft te kosten en
men kan dan heel wat ongemakken voorkomen
Want wordt het eenmaal langen tijd achter elkaar
droog weer, dan is het vaak heel moeilijk, zooal
vaak haast onmogelijk, om het optreden van
scherpe en harde richels waar de dieren zich op
verstappen kunnen, te voorkomen.
Behoudens het optreden van een verscheuring
van de banden heeft men dan tevens nog groote
kans op het kneuzen van de zooien, iets wat op
den duur niet alleen aanleiding tot kreupelheid zal
geven, maar ook nog de zoo lastige zoolverzwee-
ring kan veroorzaken.
Nadruk verboden.