WEEKOVERZICHT. keuring van tuinbouwzaden en vruchtboom en door de Regelingscommissie voor de Tuiribouwkeuringen. Hieruit blijkt wel, dat de keuring van aardappelen nog altijd een dominearende plaats inneemt. Voor een zeer groot deel heeft de 'keuring van aardappelen plaats ten behoeve van de export. Deze is in het afgeloopen jaar grooter geweest dan ooit te voren. In 1932/33 werden 112.816 ton pootaardappelen geëxporteerd ter waarde van ƒ3.892.000; in 1933/34 89.747 'ton ter waarde van 3.514.000; in 1934/35 89.655 ton ter waarde van 6.351.000; in 1935/36 104.686 ton ter waarde van 6.048.000 en in 1936/37 138.769 ton ter waarde van 8.198.000. Deze groote export wijst op een goede kwaliteit van het gekeurde product. Maar wij mogen niet vergeten, dat ook het aardappelras hierbij, een groote rol speelt. Zonder het bezit van een ras als „Bintje" zoui de export er heel wat slechter voorstaan. En meer nog door het verleden zal de beteekeriis van onze poterexport in de toekomst afhangen van het werk van onze kweekers. Uitgaande van het besef, dat de kweeker van nieuwe rassen in het verleden financieel te ikort is gekomen, verleent de N.A.K. subsidies aan de kwee kers van nieuwe aardappelrassen, welke grootte af hangt van de goedgekeurde oppervlakte in de eerste jaren. Tevens tracht hij, geholpen door de regee ring, nieuwe kweekers aan te moedigen en te steu nen. De N.A.K. ondervindt hierbij de volle mede werking van het I. v. P., terwijl hij. op zijn beurt medewerking aan het I. v. P. verleent, waar dit in stituut voor de rassenlijst de waarde der nieuwe rassen snel moet leeren kennen. Het bezit van een sortiment goede wratziektevrije aardappelrassen is in de toekomst van zulk een groote waarde, dat de N.A.K. hiervoor hulp meent te moeten verleenen en dat hij zich ook gerechtigd acht hulp te vragen. De goede prijzen van onze pootaardappelen in het buitenland geven niet zelden aanleiding tot fraudu- leuzen uitvoer en tot vervalsching van het N.A.K.- certificaat. Dank izij de samenwerking met den Crisiscontröledienst en den Belgischen Inspectie dienst zijn enkele knoeierijen aan het licht gekomen. Deze samenwerking zal nog verder moeten worden uitgebouwd om in de toekomst meer preventief te kunnen optreden. Het is zeer wenschelijk dat de nieuwe landbouwuitvoerwet zoodanige bepalingen bevat, dat een behoorlijke controle ook mogelijk blijft, als de crisisdiensten niet meer mochten be staan. De plannen om in het bezit te komen van een eigen kantoorgebouw zijn in dit voorjaar tot uitvoe ring gekomen en zoo ongeveer tegen Juli zal het nieuwe kantoor kunnen worden betrokken. Bij de eerste steenlegging heeft Prof. Dr. H. M. Quanjer, als Rector Magnificus van de Landbouw Hooge- school, zijn genoegdoening er over uitgesproken, dat het kantoor te Wageningen, dus in de nabijheid der Hooge school was gebouwd, omdat hij in de toekomst verwachtte, dat de thans bestaande wederzijdsche samenwerking tusschen Hoogeschool en den N.A.K. nog zou worden uitgebreid. Het dagelijksch bestuur heeft deze woorden zeer op prijs gesteld, ook al, omdat het overtuigd is, dat het wetenschappelijk element bij een keuring als de onze, niet gemist kan worden. Het nieuwe 'kantoor staat in een zeer mooie om geving, terwijl een der vertrekken groot genoeg is om er toekomstige algemeene vergaderingen in te kunnen houden. Ik hoop, dat de besprekingen in deze toekomstige vergaderingen in ons eigen gebouw even vriend schappelijk en even vruchtdragend mogen zijn als die welke vroegere vergaderingen hebben geken merkt". Met dezen wensch werd de vergadering voor 'ge opend verklaard. De notulen van de vorige algemeene vergadering werden onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Uitvoerige mededeelingen werden gedaan omtrent de werkzaamheden van het bestuur en het dage lijksch bestuur over de periode 11 October 19367 April 1937, o.m. betreffende de navolgende onder werpen: teeltregeling, poterfonds, afstandsproef voor stuifbrandbesmetting, onderzoek naar het vita mine C-gehalte van enkele aardappelrassen, con- trdlecultuur van origineele granen, invoerbepalingen voor pootaardappelen in België, bijwoning van de vergadering van het Reichsverband der deutschen Pflanzenzuchtbertriebe, bezoek van Dr. Sevenster, de touw van het kantoor van den N.A.K., aflevering van plombes, Rassenlijst 1937, aanmoediging van het kweeken van voor wratziekte onvatbare aardappel- rassen, subsidie schurftproeven, adviezen over prijs verschillen bij uitvoer van pootaardappelen, rapport van het centraal contröleveld, vermeerdering van Nederlandsohe aardappel rassen in Duitschland, eorteering van pootaardappelen, frauduleuze uitvoer van pootaardappelen, vermeerdering van origineele gewassen, propaganda voor Nederlandsch zaailijn- zaad, bladluisonderzoek, landbouwweek 1937, aard appelproefvelden in Elzas-Lotharingen, regeling van de uitkeering uit het poterfonds, handelsdelegatie naar Zuid-Amerika, subsidie voor de inzending op de jaarbeurs te Lille, uitnoodiging tot bezoek aan Nederland en bezoek aan de proefvelden in Elzas- Lotharingen, doodsproeien van aardappelvelden, aucubaibont, keuring van brandziekten, keuring van gras, klaverzaden en mais, plombeering in een ander keuringsgebied, sorteeringsvoorschriften, plombee ring van kleine partijtjes, afvoering Bonte Eigen heimer, vergoeding aan aardappelkweekers, com missie van beroep. Zeer uitvoerige mededeelingen werden gedaan over de regeling der tuinbouwkeuringen, alsmede over de grondslagen van de wijzigingen der statuten van den N.A.K. Deze grondslagen zijn door den Minister van Landbouw en Visscherij goedgekeurd. Tevens is de N.A.K. thans definitief aangewezen als lichaam, dat onder Rijks toezicht de certificaten, verlangd bij de invoer van zaden in Duitschland, zal afgeven. Bij de besprekingen werd instemming 'betuigd met de handelingen van het dagelijksch bestuur. Besloten werd mededeelingen omtrent den gang van zaken te publiceeren en tevens om te trachten alsnog tot samenwerking te komen. Intusschen zullen de te nemen maatregelen met spoed dienen te worden voorbereid. In de namiddag-vergadering werd bij enkele can- didaatstelling de aftredenden, de heeren Dr. J. Oortwijn Botjes tot voorzitter, Jac. Groen Azn., Ir. J. D. Dorst en Ir. J. Heemstra tot bestuursleden, C. Broersen, L. Duvekot Czn., J. S. van Tuinen tot plaatsvervangende bestuursleden herbenoemd. Door den R.K. Ned. Boeren- en Tuindersbond waren aan gewezen de heeren Dr. Ir. I. Rietsema en Ir: C. J. van Meel. De eerstgenoemde zag echter liever benoemd den heer Van Meel tot bestuurslid, waar mede de vergadering zich vereenigde. Tot adviseerend lid werd benoemd de heer J. Algra te iStiens. De vice-voorzitter de heer Jansen sprak er zijn vreugde over uit dat de heer Dr. J. Oortwijn Botjes izich weer beschikbaar had gesteld en hoopte, dat de volgende vijf jaar onder diens leiding even succesvol mochten zijn, dan die der eerste periode. De Voorzitter bracht dank aan de vergadering voor het in hem gestelde vertrouwen en verklaarde de herbenoeming aan te nemen. Het voorzitterschap is niet een sinecure gebleken, omdat er zich rondom het keuringswezen steeds moeilijke vraagstukken voordeden, die oplossing vroegen. Spr. waardeerde de prettige samenwerking in het dagelijksch bestuur en het bestuur en bracht dank aan het secretariaat voor de wijze waarop dit steeds zorgde, dat het dagelijksch bestuur volkomen op de hoogte was van alles wat er bij den N.A.K. 'omging. De begrooting voor het boekjaar 19361937, waarbij de uitgaven en inkomsten werden geraamd op ƒ48.500 werd vastgesteld. De heffingen werden bepaald op 0,25 per ha en 1V2 en 3 cent resp. voor aardappel- en andere certificaten. De voorstellen tot wijziging der algemeene keu- ringsvoorschriften werden onveranderd goedgekeurd. Bij de rondvraag werden o.m. ter sprake gebracht, de uitvoercontröle op zaailijnzaad naar Frankrijk, de inzending op provinciale tentoonstellingen en de aanneming voor de keuring voor overjarig zaad, waarna de vergadering*werd gesloten. Ook deze week hebben de voorjaarswerkzaamheden op den akker nog belangrijke stagnatie ondervonden van het min der gunstige weer, zoodat deze niet in zoodanige mate gevorderd zijn als wel wenschelijk ware. De eene landbouwer is weliswaar verder gevor derd dan de andere, doch allerwege hoort men klach ten over den moeilijk te bewerken grond. Op de per- ceelen, welke goed gedraineerd zijn, ondervindt men thans de groote voordeelen van een goede ont watering. De algemeene toestand van den landbouw heeft in de laatste jaren de zoo noodige drainage van ver schillende perceelen wel aanzienlijk vertraagd, waar van de gevolgen duidelijk te 'zien zijn. Het overzicht betreffende den stand der winter gewassen, onder medewerking der Rijkslandbouw- consulenten samengesteld door de Directie van den Landbouw, vermeldt dat de wintertarwe vrij goed tot goed staat, vooral de vroeggezaaide. De laat gezaaide tarwe had meer van de natte weersgesteldheid te lijden en moest gedeeltelijk om geploegd worden, in het bijzonder op lage, slempige gronden. De vorstschade was zelfs in het noorden des lands niet groot. In het zuiden is de stand der wintertarwe beter dan in het noorden. De stand van koolzaad is vrij goed, doch de ver schillen tusschen de onderscheidene perceelen zijn vaak aanmerkelijk. Veel perceelen lijden van on kruid, dat bij de natte weersomstandigheden moei lijk te bestrijden is. De karwij staat er goed voor. In Groningen is het aantal karwijmotjes veel geringer dan in vorige jaren. Het grasland is verder in ontwikkeling dan ver leden jaar om dezen tijd, wat uit de-meteorologische gegevens zonder meer duidelijk is. De stand kan goed tot zeer goed genoemd worden. De berichten over den stand der wintergewassen luiden dus vrij gunstig. De graanprijzen op de vrije markt zijn de laatste weken niet onaanzienlijk verlaagd en in verband hiermede past een woord van waarschu wing tegen de verlaging der graanheffingen welke deze week ten tweede male plaats vond en wel met 0,50 per 100 kg voor haver, gerst, rogge en mais. Voorts zijn de daaiVoor in aanmerking komende overige invoerprijsverschillen en restitutiebedragen dienovereenkomstig gewijzigd. Wij betwijfelen even wel ten sterkste of de Regeering bij voortgaande daling van den graanprijs dezelfde bereidheid zal hebben om de graanheffingen weer te verhoogen wanneer zulks noodig mocht blijken te zijn, als zij thans bereid is gebleken aan den aandrang tot ver laging tegemoet te komen. Wij hebben reeds eerder in enkele artikelen laten uitkomen, dat wij een verlaging der monopoliehef fingen op granen niet gewenscht achten, daar wij vreezen, dat de landbouw, als geheel gerekend, hier van straks de nadeelen zal ondervinden, wanneer het Landbouwcrisisfonds niet bij machte zou zijn om voldoende toeslagen te verleenen, voor die produc ten, welke geen toonenden prijs kunnen opbrengen. In hetzelfde persbericht, dat melding maakt van de verlaging der monopolieheffingen op granen, wordt tevens medegedeeld, dat tegelijker tijd de bij slag op melk van 2.40 ct. op 2.16 ct. per liter is teruggebracht. Behalve het gunstige verloop van de Leeuwarder boternoteering is aanleiding tot deze verlaging de lagere kostprijs van gedurende de zomermaanden geproduceerde melk, in verband waarmede een dif ferentiatie wordt gemaakt in het steunbedrag ge durende de winter- en de zomermaanden. Wanneer het besluit tot verlaging der melktoe- slag door dergelijke weinig overtuigende argumenten aannemelijk moet worden gemaakt, kan men zich in de toekomst beter die moeite besparen. Immers bedroeg het vorige jaar omstreeks dezen tijd de melktoeslag nog 2.56 ct. en is deze pas half Mei ver laagd tot 2.40 ct. per liter. Ook toen reeds was het veehouderijbedrijf niet loonend. Thans zijn pas de monopolieheffingen tot twee maal verlaagd om de plaatsgevonden stijging der voerprijizen te compenseeren of de melktoeslag wohdt van 2.40 ct. op 2.16 ct. per liter teruggebracht. Blijkbaar wordt er wel zorgvuldig voor gewaakt, dat het bestaansminimum van den veehouder niet wordt overschreden. Het heeft ons zeer bevreemd, dat wederom de contingenteering op den invoer van lijnkoeken is verlengd en wel ten behoeve van de olie verwer kende industrie in ons land. Deze heeft tot gevolg dat de productiekosten voor den veehouder de verbruiker der veekoeken wordt verhoogd, terwijl de Regeering door de ver laging der monopolieheffing blijk heeft gegeven, dat zij deze richting juist niet uit wil. Hieruit blijkt weer opnieuw, dat de belangen van de olie-industrie bij de Regeering zwaarder wegen dan die van den landbouw. Den laats ten tijd komt in de groote bladen deze opvatting steeds meer naar voren. Zoo heeft 't ons zeer getroffen, dat op de Parijsche wereldtentoon stelling de Nederlandsche landbouw niet zal zijn vertegenwoordigd. Dat o.a. de Nederlandsche Alg. Keuringsdienst niet op de Parijsche tentoonstelling, waar duizenden Fransche landbouwers zullen komen^ uitkomt hebbën wij in hooge mate betreurd. Het zou hier een heel mooie gelegenheid zijn geweest met de goedgekeurde producten van Nederland- schen bodem te exposeeren, doch dit heeft geen voortgang kunnen vinden. In een artikel opgenomen in de N. R. Crt, dat over de Nederlandsche deelneming aan deze tentoon stelling handelt, wordt o.m. het volgende gezegd: „Nederland heeft zijn best gedaan den velen bui tenlanders van onderscheidene nationaliteiten, welke de tentoonstelling zullen bezoeken, zooveel mogelijk te laten zien van wat Nederland biedt. Nederland vliegt in 5 y2 dag naar Batavia. Dat moet op de tentoonstelling en dus staan daar de Fokker-machi nes en de inzendingen van de K. L. M. Nederland is een zeevarend volk. Dus is daar de Holland-Amerika-lijn, die den velen Amerikanen, welke hier zullen komen laat zien, dat Nederland een schip van 36.000 ton bouwt, de „Nieuw Amster dam", dat alle gewenschte en mogelijke comfort zal bieden. Een groote kaart van Nederland siert hier nog een achterwand. De fabrieken van Störk, Beij- nes en Werkspoor zorgen voor een afwisseling in de zware industrie." Met geen woord wordt over den landbouw gerept. Wij zullen de laatste zijn om de beteekenis van de industrie voor een land als Nederland te onderschat ten, doch uit bovenstaande blijkt weer opnieuw, dat in leidende kringen in Nederland de belangen der industrie voorop gaan en dat de landbouw niet mede- telt. Wij kunnen het niet anders zien. Naar onze mee ning. dient de denkwijze van het Nederlandsche volk in andere richting te worden geleid. Thans beziet men alles nog te veel uit het oogpunt van industrie en handel, terwijl men den landbouw als overbodig beschouwt en verontachtzaamt. Van landjbouwzijde dient hiertegen met kracht stelling te worden genomen. Zooals elders in dit blad is vermeld worden in de Wieringermeer dit jaar wederom 47 boerderijen verpacht, n.l. 29 akkerbouw-, 12 gemengde- en 6 weidebedrijven met een totale oppervlakte van circa 1730 ha. Belang stellenden verwijzen wij naar het desbetreffende artikel. Wij hebben hier niet anders aan toe te voe gen, dan dat wij het een gelukkig verschijnsel ach ten dat hierdoor weer eenigermrte wordt tegemoet gekomen aan de in ons land heer. diende schaarschte aan vestigingsmogelijkheden in c n landbouw. (Zie pa; 4, le kolom.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1937 | | pagina 2