Van de Centrale Organisatie der Z. L. M. en de Noord-Brabantsche Mij van Landbouw. Van een zaaizaadontsmetting kan alleen dan goed succes worden verwacht, wanneer gebruik gemaakt wordt van goede ontsmettingsmiddelen, de voorschrif ten omtrent de aan te wenden sterkte en hoeveelheden nauwkeurig worden opgevolgd, het ontsmetten zelf met zorg geschiedt en tegen herbesmetting wordt ge waakt. DE INVLOED VAN DE MONETAIRE POLITIEK OP DE LANDBOUWCRISISMAATREGELEN. Onder dagteekening van 30 September 1936 hebben de 3 C. L. O. het volgende schrijven aan den Raad van Ministers gericht. ,,'De Centrale Landbouworganisaties t.w. de Christ. B. T. B., de Kath. Ned. B. T. B. en het Kon. Ned. Land- bouw-Comité zijn Dinsdag 29 September j.l. in spoed- eischende vergadering samengekomen teneinde zich te beraden over den toestand, die is ontstaan door het besluit der Regeering om de gulden los te maken van het goud. Wiij stellen voorop, dat de georganiseerde landbouw er ten volle van overtuigd is, dat ons volk door het losmaken van den gulden van het goud voor nieuwe vraagstukken is geplaatst. Zooals vanzelf spreekt is de landbouw dan ook ten volle bereid om v,oor zooveel dit in zijn vermogen ligt, mede te werken aan een zoo goed mogelijke oplossing dezer moeilijkheden. Intusschen dient niet uit het oog te worden verloren, dat er voor den boerenstand een bestaansmogelijkheid moet blijven. De Centrale Landbouworganisaties verzoeken Uwen Raad dan ook dringend niet het oor te leenen aan de genen, die meenen, dat thans de moeilijkheden voor den boerenstand van de baan zijn en dat mitsdien de land bouwcrisismaatregelen onmiddellijk en geheel zullen kunnen worden gemist. Hoewel nog in geenen deele overzien kan worden hoe de toestand zich zal ontwikkelen, meenen de C. L. O. toch in dit verband reeds de aandacht te moeten vesti gen op de volgende omstandigheden. De moeilijkheden, waarmede land- en tuinbouw sinds tal van jaren hebben te kampen, worden voor een groot gedeelte veroorzaakt door de steeds toenemende belem meringen, die bij den afzet hunner producten op de be langrijkste buitenlandsche markten worden ondervon den, waardoor van een vrije prijsvorming op de wereld markt voor vele producten nauwelijks meer sprake is. Door het losmaken van den gulden van het goud wor den deze moeilijkheden niet verminderd. Voorzoover nog een vrije wereldmarkt voor sommige producten van onzen land- en tuinbouw was overgeble ven, waren de prijzen, die daar konden worden bedon gen, voordat de gulden van het goud was losgemaakt veelal zoodanig, dat het verschil, dat moest worden ovehbrugd om de voortbrenging hier te lande in stand te houden soms meer dan 100 van den prijs op de wereldmarkt bedroeg. En zulks niettegenstaande het prijspeil onzer landbouwproducten in vergelijking met de laatste jaren vóór den oorlog allengs tot 70 a 75 was gedaald, zoodat de aanpassing van de prijzen in den landbouw veel verder was voortgeschreden dan in vrijwel elk andere bedrijfstak. Hoewel de kans bestaat, dat door het losmaken van den gulden van het goud de prijzen onzer producten op de wereldmarkt in gul dens uitgedrukt een stijging zullen vertoonen, valt toch voorshands niet aan te nemen, dat hierdoor een verschil van 100 en meer van den wereldmarktprijs kan worden overbrugd. Een derde omstandigheid, waarmede moet worden rekening gehouden, is dat als gevolg van het genomen besluit tot het losmaken van den gulden van het goud een stijging van de bedrijfsonkosten van den land- en tuinbouw moet worden verwacht, waarbij nog komt, dat in de veehouderij de prijzen der belangrijkste be- drijfsbenoodigdheden, de voederstoffen, ook in de laat ste voorgaande maanden reeds circa 20 zijn ge stegen. Zal eenerzijds de veehouderij in staat worden gesteld zonder verhooging van de prijzen harer producten het bedrijf voort te zetten, dan zal de prijsstijging van de voederartikelen moeten worden tegengegaan. Ander zijds doet zich dan de vraag voor in hoeverre zulks mogelijk is zonder het voortbestaan van den akkerbouw in gevaar te brengen. Nu de Regeering heeft bekend gemaakt, dat een groot gedeelte van de landbouwcrisismaatregelen voor- loopig wordt opgeschort, zal wellicht in sommige krin gen worden verondersteld, dat deze maatregelen thans op korten termijn kunnen worden geliquideerd. In de kringen onzer organisaties leeft ook het verlangen de regeeringsbemoeiingen met onze bedrijven te doen op houden, doch alleen indien de omstandigheden dit mo gelijk maken. Onze organisaties meenen echter, onder verwijzing naar het voorgaande, in dit verband op de grootst mogelijke voorzichtigheid te moeten aandringen. In deze zeer onzekere omstandigheden dient niet te wor den overgegaan tot opheffing van maatregelen alvorens de gevolgen hiervan kunnen worden overzien en be oordeeld kan worden in hoeverre dit mogelijk is zonder dat de vitale belangen van land- en tuinbouw ernstig in gevaar worden gebracht. De C. L. O. nemen de vrijheid het voorgaande drin gend onder de aandacht van Uwen Raad te brengen. Zij vertrouwen, dat de Regeering in dezen geen maat regelen zal nemen zonder den georganiseerden land bouw te raadplegen teneinde in gemeenschappelijk overleg te trachten de groote moeilijkheden, waarvoor het bedrijfsleven in Nederland thans wordt gesteld, te overwinnen op een wijze, die het beste strookt met het algemeen landsbelang.1" Foto 3. HOOIEN MET KROSSEN EN TAKELBLOK. Wie in de hooitijd in de diverse streken van ons land wel eens een kijkje genomen heeft, zal het zeker opge vallen zijn, dat de hooibouw niet overal dezelfde is. Neemt men enkel en alleen nog maar het naar huis halen van de hooioogst en het optassen hiervan in schuren of klampen, hoe verschillend geschiedt dat niet. In Groningen gebeurt dat al geheel anders dan in Friesland, de N.-Hollandsche methode met krossen is niet de Zeeuwsche. En het zijn niet alleen gewestelijke verschillen, maar ook in de provinciën' is de verscheidenheid groot, zoo gaat liet b.v. in de zware Beemster iets anders dan in Foto 1. Foto 2. twee losse einden voor op de kros komen en het dubbele eind door de tanden van het losse hek wordt vastge houden. Een balkje komt voor de achterwielen en het voorste wiel wordt dwars ge zet om straks het vooruit schieten van de wagen te voor komen. Een tweede touw, de z.g.n. opsleeplijn, van 25 m wordt om de rook geslagen liefst, zoo laag mogelijk bij de grond het paard er voorgespannen (het touw is voorzien van een haak) en de eerste rook staat in een ommezien op de wagen èn bovendien op het touw of strop, dat al op de wagen lag. De opsleeplijn wordt verwij derd en straks wederom ge bruikt voor het oprijden van een tweede rook. De strop op de kros en on der het hooi wordt nu van achteren, dus met het dubbele eind over de rook gegooid, de losse einden door de lus ge haald en 't geheel met een steek vastgemaakt. Nu naar de tweede hoop gereden. Eerst weer een strop op de wagen gelegd en evenals de eerste volgt ook deze vlot met behulp van de sleeplijn. De losse Aan weerszijden bevinden zich twee naar boven en naar beneden draaibare trekarmen met touwen, waarin het paard gespannen is. De afstand tusschen schuiver en paard op de foto is het wel te zien bedraagt 4 M. Tijdens het bijeen slepen nu gaan deze trekarmen iets in de hoogte, wat het bijelkaar houden van het hooi erg vergemakkelijkt. Iedere timmerman of dorpswagenmaker kan een dergelijk werktuig wel vervaardigen; de heer Ligthart op de foto achter het gereedschap fabriceert het voor 22,50; de werkbreedte bedraagt 2,50 m. Al is de invloed van bodem, bemesting, weersgesteld heid en plantenbestand op de kwantiteit en kwaliteit van het hooi groot, in 't algemeen kan men toch wel zeggen, dat men in de Zijpe flink hooi heeft. Men schuift hier 26 rooken op één bunder. 's Middags en 's avonds tus schen 3 en 8 en vaak tot nog laat in de avond haalt men deze rooken met lage platte wagens, z.g.n. hooi-krossen, binnen. Dit zijn voertuigen met een onderstel van een drie wielde kar, /aarvan de achterwielen vaak iets kleiner gebouwd zijn dan het voorwiel. Op dit onderstel nu plaatst men een bodem of vloer, waar van het meest practische en gangbare formaat is 2 bij 5 Meter. Doordat de achterwielen kleiner zijn dan het voorwiel, krijgt men iets hellend vlak. Achter aan de vloer is nog een scharnierende klep of hek ter lengte van pl.m. 1.70 m bevestigd. Dit type wagen wordt met één paard bespannen en bewa pend met 3 touwen twee van 15 m en één van 25 m en naar het land gereden. Bij de hoopen foto 2 demonstreert het wordt de klep naar aöhteren op de grond geklapt en zoo dicht mogelijk tegen het hooi geplaatst. Een touw van 15 m, een z.g.n. strop, vouwt men in tweeën en legt deze overlangs op de wagen, zoodat de de lichtere Zijpe, langs de duinen anders dan in de Schermer enz. Hoe interessant het ook moge zijn, het is niet onze bedoeling al deze diverse systemen met hun oorzaken hier te noemen, laat staan te beschrijven, het zou ons veel en veel te ver voeren. Mogelijk heeft het wel zijn nut één methode te schetsen, n.l. een wijze van werken met krossen en hooitakel, zooals dat in mijne omgeving in N.- Holland in ruime, zeer ruime mate met succes toegepast wordt en populair is. En ook in andere deelen van ons land heeft het hier en daar een plaats verworven of alge- meene ingang gevonden. Een systeem, dat direct al aantrekkelijk lijkt, omdat het zoo weinig geld en moeite kost en dat voor sommige streken mogelijk ook een besparing, gemak of uitkomst kan betee- kenen. De N.-Hollander dan, keert zijn hooi machinaal en wacht bij gunstig weer 2 X 24 uur, keert het 's ochtends tusschen 9 en 11 uur nog eens, brengt het op „wallen" en schuift het van 's ochtends 11 tot b.v. 's middags 3 op hoopen of roo ken. Dit op stapels zetten gaat al heel gemakkelijk en vlug en gebeurt met de schuiver (zie foto 1), een apparaat, dat meestal van iepenhout ver vaardigd is en 11 tanden van 67 cm lengte heeft, welke voorzien zijn van ijzeren punten, z.g.n. schoentjes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1936 | | pagina 6