I NOORD-BRABANTSCHE MIJ VAN LANDBOUW Keuringsdienst NOORD-BRABANT. LANDBOUW-CRISISMEDEDEELINGEN NOORD-BRABANT. WARMWATERBEHANDELING VAN ZAAIGRAAN. De proef, die in de voorafgaande twee jaar genomen is met de behandeling van zaai tarwe en zaaigerst tegen stuifbrand met warm water, zal door de West-Brabant- sche zuivelfabrieken dit najaar voortgezet worden. 1936 is een hevig stuif brand jaar geweest, en heel waar schijnlijk zullen de gevoelige rassen als: Juliana, Vil- morin 27 en Benoist 40, zelfs de goedgekeurde, door besmetting van andere akkers, wel niet geheel te ver trouwen zijn. Zij, die hun velden in 1937 willen doen keuren, zullen wijs doen, de tarwe te doen behandelen met heet water. En de teleurstellingen van den afgeloopen zomer dan Daartegen kan niets anders gedaan worden dan de voorschriften zoo nauwkeurig mogelijk in acht nemen. En dan het eerst op de boerderij. Het is niet bekend, waar de fout verleden najaar gezeten heeft, maar wat wel bekend is, is, dat het voorweeken lang niet steeds met de noodige zorgvuldigheid heeft plaats gehad. De H 80 (Joncquois) is practisch onvatbaar gebleken en behoeft dus allerwaarschijnlijkst niet ontsmet te worden. De correspondentie over deze ontsmetting moet thans niet meer met de landbouwwinterschool te Roosendaal gevoerd worden, maar met de fabriek, waar men het graan wenscht te doen behandelen. De hier bedoelde zuivelfabrieken zijn: de coöperatieve fabrieken te Roo sendaal, Wouw en Zevenbergschen Hoek, en de zuivel fabriek „Vacca" te Oud^Gastel. KORT VERSLAG van twee proefvelden met wintertarwe-nissen in Westelijk Noord-B rabant. In 1936 werden door mij op 2 plaatsen proeven in duplo genomen met een aantal Wlntertarwerassen. Met het oog op de rassenkeuze van wintertarwe kan het zijn nut hebben hierover een korte mededeeling te doen. 1. Proef op het proefveld van de Vereeniging ter be vordering van den Landbouw in het Rentambt Nier vaart te Klundert. Opbrengsten per ha Rassen Graan Stroo Vilmorin 27 3462 kg 5730 kg Svalofs Mendel 3600 5540 Desprez 80 3795 6060 Benoist 40 3547 5600 Invieta 3581 5590 Carstens V 3443 5940 Juliana 3757 6120 Wilobo 3227 5800 iPrins Hendrik 3476 6040 Trifolium 3595 6000 2. Proef bij den heer P. Hopmans te Klundert. Opbrengsten per ha Rassen Graan Stroo Vilmorin 27 4050 kg 6350 kg Svalofs Mendel 3550 7400 Desprez 80 4700 7100 [Benoist 40 4400 6550 Inviota 3450 7350 Carstens V 4000 7850 Juliana 4150 6600 Uit deze uitkomsten valt af te leiden, dat bij de eer ste proef Juliana en Desprez 80 'Hybride du Joncquois Joncquois) bovenaan stonden en tevens, dat er niet veel verschil in opbrengst tusschen deze 2 rassen was. Bij de proef bij den heer Hopmans was er een groot verschil tusschen deze twee rassen en wel in het nadeel van de Juliana-tarwe. Vergelijken wij de uitkomsten van de twee proeven met elkaar, dan zien we voorts, dat de heer Hopmans veel meer kg's per ha oogstte, dan er op het eerste proefveld werd verkregen. Het land van den heer Hopmans was klaarblijkelijk veel beter in kracht en men is geneigd hieruit de con clusie te trekken, dat indien men van de in den tegen- woordigen tijd zoo veel besproken Desprez 80 werkelijk hooge opbrengsten wil verkrijgen, dan moet men deze tarwe op krachtig land zaaien, eventueel op land, dat flink met kunstmest en vooral met stikstof wordt be mest. Doet men dit een en ander niet, dan zal deze Desprez 80 misschien niet veel boven de Juliana uit munten. Aangezien de practijk nog geen voldoende ervaring heeft met betrekking tot de wintervastheid van de Desprez 80 in ons klimaat, zal men ongetwijfeld goed doen bij den verbouw van wintertarwe niet alle kansen op dit eene ras te zetten. De Rijkslandbouwconsulent, H. E. HUEZENGA. Breda, 22-9-'36. Te wijzigen perceelen: Bevelander, klasse A, teler M. C. van Nieuwenhuijze, Steenbergen, 30 are. Adelaarhaver, eerste nabouw, teler H. Crezee, Nieu- wendijk, 40 are. Raszuiverheid 10, Plantenziekten 10. Ieder belanghebbende verzoeken wij met deze ver betering rekening te houden. KALVEBSOHETSEN. De Landbouw Crisis-Organisatie voor Noord-Brabant is ter oore gekomen, dat meerdere landbouwers meenen hun kalveren slechts tot 1 November 1936 ter schetsing voor de periode 1936 te kunnen aanbieden. Uitdrukke lijk wordt medegedeeld, dat de toewijzing van kalveren wel loopt van 1 November 1935 tot 1 November 1936, doch dat de kalveren ter schetsing kunnen worden aan geboden tot 1 Januari 1937. Aanvraagkaarten welke na 31 December 1936 bin nenkomen kunnen niet meer in behandeling genomen worden. ERKENNING VAN VEESTAPELS DOOR DE NEDERLANDSCHE VEEHOUDERIJCENTRALE. De Stichting Landbouw Crisis-Organisatie voor Noord-Brabant deelt belanghebbenden mede, dat de aanvragen voor de erkenning van veestapels uiterlijk 1 December 1936 in haar bezit moeten zijn. Aanvragen welke haar na dien datum bereiken, kun nen onder geen omstandigheden meer in behandeling genomen worden. CRISIS-STEUNBESCHIKKING 1936 AARDAPPELEN H (OOGST 1936). VERBETERING IN DE LIJST VAN GOEDGEKEURDE GEWASSEN, OOGST 1936. Nog op te nemen perceelen: Alpha, klasse A, teler A. L. Korteweg, Zevenbergen, 86 are. De Minister van Landbouw en Visscherij; Gelet op artikel 3, lid 1 onder a, en lid 2 van de Landbouw-Crisiswet 1933 heeft goedgevonden I. te verstaan onder: 1. ,,de Centrale": de Stichting Nederlandsche Ak- kerbouw-Centrale gevestigd te 's Gravenhage; 2. „de Organisatie": de provinciale Landibouw-Cri- sis-Organisatie, waarbij telers van aardappelen, ais be doeld onder H, als georganiseerde zijn aangesloten* 3. „aardappelen": alle aardappelen van den oogst 1936, welke zijn verbouwd krachtens eene teeltvergun ning, als bedoeld in artikel 1 onder 7 van de Crisis- Aardappelbeschikking 1936 4. „Rubriek A": de rubriek aardappelen, omvatten de de nader bij bestuursbesluit der Centrale vast te stellen rassen van den kleigrond, vcorzoover deze als consumptie-aardappelen voldoen aan door de Centrale te stellen eischen; 5. „Rubriek B": de rubriek aardappelen, omvatter- de alle aardappelen, die niet onder 4 zijn begrepen: 6. „denaturatie" en „denatureeren": denaturatie en denatureeren overeenkomstig het daaromtrent bepaal de 'bij of krachtens het Crisis-Denaturatiebesluit 1936; H. te erkennen als producent van crisisprcducten de telers van aardappelen, die bij een der Organisaties zijn aangesloten; IH. met inachtneming van het bij deze beschikking gevoegde en hierbij vastgestelde „Reglement Steun Aardappelen (Oogst 1936)" uit het Landbouw-Crisis- fonds steun te verleenen ten behoeve van de onder II bedoelde telers van aardappelen, welke zijn gedenatu reerd, met inachtneming van de bepalingen van dat Reglement; IV. het bedrag der steunuitkeering per J00 kg ge denatureerde aardappelen, behoudens nadere wijziging, te bepalen: a. naar gelang de denaturatie plaats vindt: in het tijdvak van 28 September tot en met 30 No vember 1936 op ƒ0,70, in het tijdvak van 1 December 1936 tot en met 28 Februari 1937 op 0,80 en voorzoo ver de denaturatie-aanvraag is ingediend in het tijd-, vak van 1 Maart 1937 tot en met 15 Juli 1937 op f 0,90: b. in afwijking van het onder a bepaalde, voorzoo ver betreft partijen, behoorende tot Rubriek A, waar voor een denaturatie-aanvrage is ingediend in het tijd vak van 1 Februari 1937 tot en met 15 Juli 1937, op 1,50 per 100 kg; alles met dien verstande, dat, voorzoover de hoeveel heid aardappelen wordt bepaald door meting, 1 m^ wordt geacht te wegen 630 kg; V. de voor de uitvoering van deze beschikking be- noodigde gelden te stellen ter beschikking van de Cen trale en de Organisaties, met dien verstande, dat zij daartoe, voorzoover noodig, over haar saldo zullen mogen beschikken; VI. te bepalen, dat deze beschikking kan worden aangehaald als: „Crisis-Steunbeschikking 1936 Aard appelen II (Oogst 1936)". REGLEMENT STEUN AARDAPPELEN (OOGST 1936). Artikel 1. Dit Reglement neemt over de terminologie van de Crisis-Steunbeschikking 1936 Aardappelen II (Oogst 1936 Artikel 2. 1. Gedenatureerd kan worden door: a. iederen bij de Organisatie aangesloten georgani seerde b. iederen bij de Centrale aangesloten georgani seerde; 2. De denaturatie geschiedt voor de onder a genoem den onder toezicht van de provinciale Landbouw-Crisis- Organisatie, binnen wier werkgebied de aardappelen zijn opgeslagen en voor de onder b genoemden, onder toezicht van de Centrale, die dit toezicht kan opdragen aan eenige Organisatie. Artikel 3. 1. Om voor steun in aanmerking te komen mag: a. de te denatureeren partij aardappelen naar het .oordeel der Centrale niet zoodanig door ziekte zijn aangetast, dat zij niet meer voor veevoeder geschikt geacht kan worden; b. niet meer dan 5 van het gewicht der te dena tureeren partij kunnen vallen door een vierkante ope ning van 1225 mm"2. 2. De Centrale stelt voor aardappelen, welke zyn in gedeeld in rubriek A nadere vereischten vast, waaraan deze aardappelen moeten voldoen om voor steun in aanmerking te komen. 3. Voor partijen, waarvan een gedeelte van ten hoogste 5 van het totaal gewicht kan vallen door een vierkante opening van 1225 mm-' komt dat ge deelte niet voor steun in aanmerking. 4. Indien eenige voor denaturatie opgegeven partij niet voldoet aan de in dit artikel bedoelde vereischten, kan deze alsnog voor steun in aanmerking komen, in dien vóór de denaturatie de partij zoodanig wordt ge sorteerd, dat zij wel aan de vereischten voldoet. Artikel 4. 1. Wanneer vóór den aanvang der denaturatie, de met toezicht belaste ambtenaar beslist, dat de party niet voldoet aan de vereischten, bedoeld in artikel 3, kan de georganiseerde binnen 4 dagen na die beslissing daarvan schriftelijk in beroep komen bij het Dage- lijksch Bestuur der Centrale, hetwelk den georgani seerde van zijn beslissing in kennis stelt. Het beroep wordt eerst in behandeling genomen, wanneer door den georganiseerde een bedrag van 0,10 per 100 kg met een minimum van 5 en een maximum van 25 zal zijn gestort. Indien het Dagelijksch Bestuur gunstig op het be roep beslist, zal aan den georganiseerde het gestorte bedrag worden terugbetaald; in het tegenovergestelde geval komt dat bedrag ten goede aan de kas der Cen trale. 2. Eenzelfde beroep kan worden ingesteld onder de voorwaarden, genoemd in het eerste lid van dit artikel, indien de georganiseerde zich niet kan vereenigen met de rubriek-indeeling door den toezichthoudenden ambte naar. In dat geval zal door dien ambtenaar een ver zegeld monster van circa 10 kg aan de Centrale wor den ingezonden. Artikel 5. 1. De met toezicht belaste ambtenaar draagt zorg, dat terzake van het denatureeren van aardappelen door telkens nauwgezet een door hem en door of namens den betrokken georganiseerde onderteekende verklaring ingericht volgens door de Centrale te verstrekken mo del, in drievoud wordt opgemaakt, vermeldende de hoeveelheid en de soort (en) der gedenatureerde aard appelen van den betrokken georganiseerde, den datum waarop de denaturatie plaatst vond, de rubriek, waarin de partij geclassificeerd moet worden. 2. De Organisatie onderzoekt en verbetert, indien noodig, de bij haar ingezonden verklaringen en betaalt, voorzoover het betreft bij haar aangesloten telers, dezen het hun toekomende steunbedrag uit, met dien ver stande, dat eventueele vorderingen ten laste dier telers hierop in mindering kunnen worden gebracht. Van de door haar gedane uitbetalingen zendt zij maandelijks aan de Centrale een overzicht. 3. Voorzoover het bij de Centrale aangeslotenen be treft, zendt de Organisatie wekelijks een verzamelstaat ingericht volgens door de Centrale verstrekt model, aan de Centrale in, onder bijvoeging van een exemplaar van elk der bijbehoorende, in het vorige lid bedoelde ver klaringen. De Centrale zorgt voor verdere afwerking dezer opgaven, stelt het steunbedrag vast en zorgt voor de uitbetaling. 4. Bij de uitbetalingen, bedoeld in het tweede lid van dit artikel, zal een termijn in acht worden genomen van ten minste 10 dagen na de denaturatie: indien in dien tusschentijd de Centrale Crisis-Con troledienst mededeelt zich niet te kunnen vereenigen met het in de denaturatie-verklaring vermelde, zal de Centrale het steunbedrag vaststellen, waarna de uit betaling geschiedt op de wijze als in lid 2 van dit arti kel vermeld. 5. De Organisatie zendt volgens de aanwijzingen der Centrale aan haar een schriftelijke opgave van de onder toezicht van de Organisatie in de betreffende week overeenkomstig dit reglement gedenatureerde hoeveelheden. Artikel 6. Indien een georganiseerde, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, eenige hem bij dit Reglement opgelegde verplichting niet of slechts gedeeltelijk mocht zijn na gekomen, komt hij niet voor steun in aanmerking; niettemin kan de Centrale vaststellen, of en zoo ja', welk bedrag hem alsnog zal worden uitgekeerd. Artikel 7. 1. Indien op eenig tijdstip bestaande prijsverhou dingen in buiten en/of binnenland, exportmogelijkhe den, bmnenlandsche behoefte, of andere omstandig heden het naar het oordeel van het Dagelijksch Bestuur der Centrale noodig maken, kan het Dagelijksch Be stuur bij besluit bepalen, dat voor een by zoodanig be sluit vast te stellen termijn van ten hoogste 14 dagen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1936 | | pagina 3