WEEKOVERZICHT. zeer belangrijk is gestegen. Deze stijging kwam tot uiting in een daling van de goederenprijzen. De gevolgen hiervan zijn voor den landbouw noodlottig geweest. Vóór de devaluatie van onze munt was b.v. een boer, die vroeger een hypotheek op zijn land had genomen of geld had geleend, genoodzaakt deze schuld af te lossen met guldens, waarvoor de crediteur wellicht twee maal zooveel kon koopen als op het tijdstip, waarop het geld den boer werd verstrekt. Drukkende vaste lasten en verliesgevende productie waren hiervan het ge volg. Daarbij kwam nog, dat de hooge loonen in de beschutte bedrijven voor een groot deel op den landbouw werden afgewenteld. Wij kunnen dus constateeren, dat de hand having van den gouden standaard mede oorzaak is geweest van de verarming van onze boeren stand. De bekende aanpassingspolitiek van de Regee ring had ten doel de aldus scheef gegroeide maat schappelijke verhoudingen te herstellen door mid del van loonsverlagingen en vermindering van vaste lasten. Het eerste is slechts ten deele, het laatste in 't geheel niet bereikt. Op het oogenblik is de toestand, waarin de land bouw zich bevindt, nog weinig rooskleurig. Nog steeds zijn de prijzen der landbouwproducten niet voldoende om de productiekosten volledig te dek ken. Nog steeds bestaat er een wanverhouding tusschen de stedelijke loonen en de belooning van de landbouwarbeid. Het is dan ook begrijpelijk, dat velen in de waardevermindering van den gulden een middel zien om de door de Regeering beoogde aanpassing te bespoedigen. Een dergelijke maatregel, mits consequent toegepast, valt o.i. geenszins te be treuren. Beschouwen we thans de besluiten, welke de Regeering in verband met den gulden heeft ge nomen, in het bijzonder de wet inzake prijsopdrij ving. Blijkens de memorie van toelichting is het doel van deze wet ervoor te waken, dat niet de eerste levensbehoeften en noodzakelijke gebruiks artikelen aan een onevenredige prijsstijging worden blootgesteld. Voorts wordt de wenschelijkheid uitgesproken ook de vergoeding, bedongen voor het verrichten van diensten en de huur van onroerend goed, waar het algemeen belang een prijsopdrijving niet ge doogt, tijdelijk onder controle te stellen. In beginsel juichen wij het toe, dat een prijs stijging wordt voorkomen, welke niet in een even redige verhouding staat tot de waardevermindering van den gulden. Zooals wij reeds betoogden, zien wij in devalua tie een middel om te komen tot juistere maatschap pelijke verhoudingen. In dit verband zij er met nadruk op gewezen, dat deze maatregel alleen nimmer tot het gewenschte resultaat kan leiden, doch slechts moet worden beschouwd als een be langrijke stap in de goede richting. Hiervoor is echter noodig, dat een redelijke ver hooging van de prijzen der landbouwproducten niet wordt tegengegaan. Wat zien wij evenwel gebeuren Onder de leus: ,,geen prijsstijging van de eerste levensmiddelen" is de groote pers een veldtocht tegen de landbouwcrisismaatregelen begonnen. Wij zullen enkele uitlatingen vermelden, ten e^nde een indruk te geven van de onverantwoor delijke wijze, waarop getracht wordt elke verbete ring in de betreurenswaardige positie van de land bouw te beletten. Zoo werd b.v. in het avondblad van de N.R.Crt. d.d. 29 September als de gangbare meening in vooraanstaande handels- en scheepvaartkringen, te Rotterdam o.m. het volgende medegedeeld: .,In het algemeen heeft men de verwachting, dat in de laatstgenomen monetaire maatregelen van de Regeering en in de daardoor ontstanen toe stand aanleiding zal worden gevonden om een einde te maken aan de Nederlandsche landbouw- crisispolitiek van heffingen, contingenten, enz., al thans het daarheen te leiden, dat er meer zekerheid komt, dat aan deze politiek een einde zal worden gemaakt". Voorts vestigen wij de aandacht op het hoofd artikel. dat in de N. R. Ct. van Woensdagavond onder den titel: ,,De landbouwcrisispolitiek in een nieuw licht" is opgenomen. Hierin, geeft de schrijver van genoemd artikel als zijn meening te kennen, ,,dat het voor onze volkswelvaart in hooge mate gewenscht is, dat in de toekomst geen prijsstijging van levensmiddelen in het binnenland zal optreden, en wel omdat deze levensmiddelen reeds nu door den landbouwsteun op een te hoog niveau zijn aangeland. De Regee ring zal dan ook niet mogen schromen, de crisis heffingen, indien noodig, ingrijpend te verlagen, enz." Wij zullen het bij de vermelding van deze fraaie stukken proza laten. Overeenkomstig de gewoonte van onze anti-agrarische dagbladen worden derge lijke uitspraken en meeningen óf met de bekende drogredenen óf in het geheel niet gemotiveerd. Intusschen rijst de vraag hoe lang nog de land bouw genoegen zal nemen met het spelen van den rol van Asschepoester Momenteel is de toestand nog steeds zoodanig, dat de productiekosten niet kunnen worden goedgemaakt. Heeft geen stijging van de prijzen der landbouwproducten plaats en wordt dus geen wijziging gebracht in de bestaande maatschappelijke verhoudingen, dan zal de positie van den landbouw tengevolge van de waarde vermindering van den gulden belangrijk zijn ver slechterd. Niet alleen zal dan het voordeel van lagere productiekosten volledig worden gecompenseerd door de daling van de in goud uitgedrukte waarde der inkomsten, doch tevens zullen de uitgaven worden verhoogd door den aankoop van bedrijfs- benoodigdheden uit het buitenland, die onvermijde lijk een prijsverhooging zullen.ondergaan. Mocht aan de wenschen van het niet-agrarische deel van onze bevolking worden tegemoet ge komen, dan zien wij de toekomst van den land bouw somber in. Aan aanpassing, in welken vorm ook, behoeft dan voorloopig niet meer te worden gedacht. Het is daarom voor landbouwend Nederland een gebiedende eisch voortdurend waakzaam en paraat te zijn, dat aan haar hoogste belangen geen onherstelbare schade wordt toegebracht. Het besluit van de Nederlandsche regeering, genomen in den nacht van Zaterdag 26 op Zondag 27 September, om een wijziging te brengen in de tot heden gevolgde monetaire politiek heeft in de afgeloopen week in het middelpunt der belangstelling gestaan van onze geheele bevolking. Zondagmorgen werd dit besluit bekend uit een bericht van de Regeeringspersdienst, waarin werd medegedeeld dat, omdat de regeering na de aangekondigde monetaire maatregelen in Frankrijk haar voornemen te kennen gaf, om hare monetaire politiek onveranderd te hand haven, het sindsdien genomen besluit der Zwitsersche regeering de Nederlandsche regeering heeft genoopt haar houding opnieuw in overweging te nemen. In volledige overeenstemming met het gevoelen der Nederlandsche Bank besloot de regeering met ingang van 27 September den uitvoer van goud te verbieden. Niet de binnenlandsche toestand, doch de maatregelen van het buitenland hebben derhalve onze regeering er toe gedwongen het aanvankelijk ingenomen standpunt te verlaten. Zeer nadrukkelijk heeft de Minister-President dit in zijn radio-rede van Maandagmorgen, waarbij hij zich tot de Nederlandsche bevolking richtte, beklemtoond en erop gewezen, dat het besluit der regeering onnoemelijk zwaar is gevallen, doch dat persoonlijke gevoelens moes ten wijken voor het belang van het land. iDe redevoering, die Minister Colijn voor de radio heeft gehouden en waarin de beweegredenen der regee ring werden uiteengezet, heeft op zeer velen in den land diepen indruk gemaakt, vooral door de rustige en ernstige wijze waarop hij ons volk vermaande zijn kalmte te bewaren. Verschillende maatregelen moesten in snel tempo worden genomen. Zoo werd aangekondigd, dat bij de Kamers der Sta- ten-Generaal een drietal wetsontwerpen zou worden ingediend, n.l. een wetsontwerp inzake verbod van uit voer van gouden munt en gouden-munt materiaal, een wetsontwerp tot instelling van een egalisatiefonds van circa 300 millioen gulden en een wetsontwerp tot het tegengaan van onredelijke prijsopdrijving. Dit drietal wetsontwerpen is inmiddels reeds in de beide Kamers der Staten-iGeneraal aangenomen. Ten aanzien van de landbouwcrisisbepalingen werden met ingang van Maandag j.l. alle restitutie- exportbeschikkingen enz., voorloopig stopgezet. Met ingang van 28 Sept. werd tot nader order geen rogge gedenatureerd; de steun voor gerst werd met in gang van denzelfden datum tijdelijk opgeschort; even eens werden ten aanzien van den uitvoer van consump tie- en pootaardappelen naar België en veldboonen naar Duitschland geen monopolie-overeenkomsten meer aan gegaan; de reductie bij invoer van Indische mais werd tijdelijk opgeschort; terwijl de Nederlandsche Veehou derij Centrale den verkoop van spek door spekexpor- teurs had stopgezet. Dit waren alle tijdelijke maatregelen waarvan ver schillende inmiddels reeds weer zijn gewijzigd of opge heven, die moesten worden getroffen totdat men de nieuw ingetreden toestand min of meer zou kunnen overzien. De overgang tot de nieuwe toestand heeft zich, zeker niet het minst door de kalme en bezadigde de van den Kersten Minister, waaruit vertrouwen sprak, zonder groote schokken voltrokken. Of ons land belangrijke voor doelen van de gewijzigde omstandigheden zal trekken, valt vooralsnog niet met zekerheid te zeggen. Ongetwijfeld wordt de concurren- tiemogelijkheid van ons land door een wat lagere wis selkoers tegenover andere landen grooter en een op leving in het bedrijfsleven kan hiervan het gevolg zijn, mits ons land in staat worde gesteld voldoende produc ten te exporteeren. In de verschillende bladen kan men beschouwingen aantreffen hoe in de verschillende bedrijfstakken over de gewijzigde toestand en de mogelijkheden, die zjj open stelt wordt geoordeeld. Elders in ons blad is een bijdrage opgenomen over de invloed ervan op den landbouw, welke wij in de be langstelling van onze lezers aanbevelen. Met betrek king tot de producten van den landbouw heeft de regeering de navolgende maatregelen getroffen: De heffing op boter is met terugwerkende kracht van Maandag 28 September af verlaagd van ƒ0,85 op 0,75, terwijl met ingang van dien datum de ristitutie bij export van boter ƒ0,75 zal bedragen. De steun uit het Landbouwcrisisfonds op zuivel zal ïn verband met de stijging van de zuivelwaarde met ingang van 5 October worden verlaagd. Ten aanzien van de tarwe zijn zoodanige maatregelen getroffen, dat zekerheid bestaat, dat op de bloemprijs en dus op de prijs van het brood geen invloed wordt uitgeoefend door de monetaire maatregelen. Teneinde een ontwrichting van de markt van con sumptie-aardappelen te voorkomen is de denaturatie- toeslag op dezelfde hoogte gehandhaafd (zie elders in dit blad bij de rubriek crisismaatregelen)de bijslag bij export is echter vervallen, zoodat de aardappelprijs ongeveer in evenwicht is op hetzelfde peil als in de vorige week. Voor zoover de suiker betreft zal de crisisheffing op suiker evenveel worden verlaagd als de stijging van de wereldmarktprijs bedraagt. In verband met de stijging van den wereldmarktprijs van rogge en gerst is met ingang van 28 September j.l. de denaturatiebijslag op rogge verlaagd van 3 op 2 en de dorschbijslag op gerst verlaagd van 2,25 tot 0,75. Zooals reeds werd medegedeeld wil de regeering een prijsstijging van éenige belangrijke eerste levensmidde len voorkomen, doch wij stellen hier reeds direct voorop dat niet van den landbouw kan worden verlangd, dat deze het prijsverschil zal opvangen. In verschillende bladen komt n.l. reeds de wensch tot uiting dat door het besluit der regeering om de gulden los te maken van het goud alle crisismaatregelen welke voor de land- en tuinbouw zijn genomen, nu zouden kunnen verdwijnen. Zoover zijn wij echter vooralsnog niet. De stijging van de wereldmarktprijs der producten uitgedrukt in guldens zal in de meeste gevallen zonder inmenging van Overheidswege nog geen loonende prijs waarborgen. Wanneer wij zoover nog niet zijn, meenen wij dat geen enkele reden aanwezig is de bestaande maatregelen af te schaffen. De drie centrale landbouworganisaties hebben dan ook reeds op 30 September jl. in een schrij ven aan den Raad van Ministers van deze meening blijk gegeven. Bedoeld schrijven is elders in ons blad af gedrukt. Blijkens mededeeling in de pers heeft de z.g. com missie-Van Loon ingesteld tot reorganisatie van de landbouwc risismaatregelen thans de redactie van haar rapport vastgesteld. Het rapport omvat ongeveer 130 bladzijden en behandelt verschillende onderwerpen die met deze maatregelen verband houden. Twee leden der commissie hebben hunne afwijkende meeningen in afzonderlijke nota's neergelegd. Binnen kort zal het rapport aan den Minister worden aan geboden. Het moet wel zeer worden betreurd, dat het ver schijnen van het rapport zoo langen tijd op zich heeft doen wachten. De maatregelen welke de regeering tegen deze week heeft getroffen hebben de feiten waar over het rapport handelt achterhaald, waardoor het ongetwijfeld zeer veel aan waarde heeft verloren. De Minister van Landbouw en Visscherij heeft ver leden Zaterdag de Commissie van Advies van den Dienst voor de Kleine Boerenbedrijven geïnstalleerd. De Minister wees er op, dat toen hij ruim een jaar geleden optrad als Minister van Landbouw en Visscherij, hij zich voornam bijzondere aandacht te schenken aan het lot van den kleinen boer, daar de behartiging van het algemeen welzijn eischt, dat de overheid zich niet in de laatste plaats het lot aantrekt van hen, wier wel zijn het meest wordt bedreigd, de economisch zwakken. De Nederlandsche landbouw aldus de bewindsman heeft tot dubbele taak dengenen die er in werkzaam zijn, een redelijk bestaan te verzekeren en voedsel en grondstoffen voort te brengen ten behoeve van de niet- landbouwende bevolkingsgroepen. Hij zal die taak beter kunnen vervullen, naarmate het getal van hen die onder redelijke voorwaarden in den landbouw werkzaam zijn, grooter is. Hulp aan de zwakken komt dus niet alleen dezen, maar ook den sterken ten goede. Volgens de tellingen van 1930 bezat Nederland 175.000 zelfstandige landbouwers, die tezamen 2 millioen ha grond gebruikten; 30 van deze zelfstandige land bouwers hadden een bedrijf van 5 ha of minder. Eenige cijfers, die duidelijk doen zien, van welk een beteekenis het kleine landbouwbedrijf in Nederland is en hoe groot het aantal landbouwers is, die vóór de crisis een zelf standig bestaan konden vinden in het kleine landbouw bedrijf. De minister wees vervolgens op de sociale waarde van den kiemen landbouw, op den schat van volkskracht en volksgeluk in de gezinnen van deze eenvoudige, hard werkende kleine boeren, waarom ook het behoud van dezen nationalen schat doel is van den ingestelden dienst voor de kleine boerenbedrijven. Zou zulk een dienst reeds in normale tijden van onmiskenbaar nut zijn, de crisis maakte zijn instelling, naar 's ministers meening, (Zie pagina 4, 2e kolom.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1936 | | pagina 2