WEEKOVERZICHT. Zij dienen dan van het-^pterven der varkens- onmid dellijk kennis te geven aan de L. C. O. te Goes, waarbij tevens een veearts verklaring dient te worden bijge sloten, waarin wordt bevestigd dat de varkens aan de pest zijn gestorven. iNa ontvangst van deze bescheiden zal op buitenge wone Beschikking van den Minister, aan deze personen vergunning kunnen worden verleend, om een varken hetwelk niet 4 maanden door henzelf is gemest, op een acte van vrijstelling te slachten. Verschenen is de begrooting van het Landbouwcrisisfonds voor 1937, welke bedraagt 181.059.700 voor den ge wonen dienst en 19.550.000 voor den kapitaaldienst. Een nadere beschouwing over de strekking van dit staatsstuk is elders in ons blad vermeld. Reeds eenigen tijd geleden hebben de 3 centrale land- bouw-organisaties bij den Minister van Landbouw en Visscherij erop aangedrongen om zoo spoedig moge lijk de d,enaturatiesteun voor consumptie-aardappelen bekend te maken. Naar aanleiding van dit verzoek werd bericht ontvangen dat voorzieningen waren ge troffen, dat in begin September aan belanghebbenden mededeeling zou worden, gedaan aangaande deze dena- turatie toeslagen. Tot heden heeft de Minister echter van een en ander nog geen mededeeling gedaan. De 3 C. L. O. hebben zich thans tot de Regeeringscommissaris voor de Ak kerbouw en de Veehouderij gewend en verzocht er toe mede te Werken, dat de denaturatie-toeslag zoo spoedig mogelijk wordt bekend gemaakt en de gelegenheid tot denaturatie terstond wordt opengesteld. In verband met het feit, dat de Engelsche régeering reeds den invoer van aardappelen en uien uit België in Engeland verboden heeft, ter bescherming van den Engelschen land- en tuinbouw tegen het binnendringen van d,en Coloradokever hebben de 3 centrale landbouw-organisaties den Minis ter van Landbouw en Visscherij eertijds gewezen op de noodzakelijkheid er voor te waken, dat niet, via ons land, land- en tuinbouwproducten uit België naar En geland worden geëxporteerd, daar het gevolg daarvan ongetwijfeld zal zijn, dat de Engelsche regeering even eens den invoer van bepaalde uit Nederland afkomstige producten zal verbieden, indien niet de garantie kan worden gegeven, dat via ons land deze producten uit België in Engeland niet worden ingevoerd. De 3 C. L. O. hebben toen den Minister verzocht, vogelen tp willpn nemPTi, wpllrp g-pöig-pnd p.n A^BlS^oord zijn, om de geyaren, die onzen agrarischen export van de zijde van Engeland bedreigen, tenge volge van het optreden der Coloradokever in België, af te wenden. De MiniSer heeft thans aan de 3 C. L. O. medege deeld, dat overleg met den Minister van Financiën den visiteJÉtende ambtenaren reeds op 11 Augustus order is gegeven om van uien, welke vanuit België ten doorvoer na;4|»Engeland worden aangegeven onder ver melding van citladingspapieren blijkende belanghebben den, hoeveelheid en vervoermiddel telefonisch of tele grafisch opgave te doen aan het Uitvoer-Contröle- IiSBti deze regeling niet voldoende mocht baten, zal de M*Ster niet aarzelen krachtiger op te treden. In de op 16 Sept. gehouden algemeene vergadering van d iff? Algemeenen Nederlandschen Zuivelbond (F. N. Z.) heeft de heer H. D. Louwes, Voorzitter van de Gron. Mij van Landbouw een inleiding gehouden over de industrialisatie in verband met den landbouw. Industrialisatie van overheidswege is in Nederland bezig uit de sfeer der theorie over te gaan in die der praktijk. Als nu de vraag gesteld wordt aldus de heer Louwes hoe moeten wij staan tegenover het streven naar industrialisatie in Nederland, dan zou ik daarop willen antwoorden, met groote welwillendheid en sym pathie, mits onder dit voorbehoud: den landbouw niet voorbijzien, noch zijn levenskansen beknotten en het kennen en kunnen der overheid niet overschatten. Onze bodem kan ons geheele volk niet van het noo- dige levensonderhoud voorzien en hij levert niet het overschot om der onmisbaren invoer b.v. metalen, hout, petroleum, rubber, koloniale waren enz. te kunnen betalen. Er moeten derhalve meerdere be- staansbronnen zijn en het is daarom goed dat de over heid de industrie bevordert. De landbouw heeft hier nog het groote belang bij, dat een werker in de industrie een veel betere consument is dan een gesteunde werk- looze. Vervolgens stelde spr. de vraag hoe de boerenstand moet staan tegenover een industrialiseerende overheid. De ziel van elke onderneming, hetzij van een klein landbouwbedrijf op het zand, of van een wereldconcern, is de leiding, de persoonlijkheid van den ondernemer of directeur. Ondernemingen met de beste kansen mis lukken en die met de slechtste kansen slagen soms, alleen door de eigenschappen van den ondernemer of directeur. De moeilijkste opgaaf van de overheid bij het beoordeelen hoe en waar zij crediet moet geven, is de persoonsbeoordeeling der aanvragers. Wie heb ben den echten ondernemingsgeest, wie zijn fantasten of avonturiers? De overheid moet geheel onpartijdig staan boven die ondernemingen, waarin haar eigen geld steekt, zij mag deze ondernemingen niet bevoordeelen boven die, waar in zij geen geld heeft, ook al zullen de laatsten de eerst genoemde misschien soms beconcurreeren. Ongetwijfeld dreigen er nog gevaren voor den land- bouwexport. Verleden jaar is er een scheiding door gevoerd in ons economisch beheer, twee departementen zijn er mee belast en wel het Dep. van Handel, Nijver heid en Scheepvaart en dat van Landbouw en Visscherij. De landbouw heeft dit zelve gewenscht, daar hij er in zag een erkenning van zijn waarde. Er dreigt echter nog steeds het gevaar dat de beteekenis van handel, nijverheid en scheepvaart wordt overschat en die van den land,bouw wordt onderschat. Er moet evenwicht worden betracht en men moet den landbouw niet opofferen aan de industrie. Daar voor moeten we op onze hoede zijn. Dit acht spreker uit volgende overwegingen noodzakelijk. Ons land is een koloniale mogendheid. Indië levert ons groote voordeelen, doch tevens zware verplichtingen op. Wan neer de regeering van een ander zuivelland, b.v. Dene marken, met de Duitsche regeering gaat onderhandelen over handelsaccoorden, dan is de positie van Denemar ken heel wat eenvoudiger, want het heeft om geen koloniale belangen te denken. Onze Regeering heeft de zedelijke en de wettige plicht dat wel te doen. Daarbij hebben wij twee economische departementen, waarvan één, en wel het dep. van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de onderhandelingen met het buitenland voert. Daardoor worden de belangen van handel, in dustrie en scheepvaart op de voorgrond geschoven, bovendien staan onze gezanten en consuls met hun ambtenaren in het algemeen ook dichter bij handel, in dustrie en scheepvaart, dan bij den landbouw, al zijn er zeker ook die den landbouw een warm hart toe dragen. Op grond van deze feiten moet de landbouw waakzaam zijn. Wij moeten aldus de heer Louwes, zorgen voor een rechtmatigen invloed op elk terrein. Het gaat niet tegen de particuliere industrie, maar het gaat voor ons zelf. Als wij in eigen kring, op onze boerderijen, in onze organisaties doen wat wij kunnen, dan hebben Afrij als Nederlandsche boeren een moreel recht om van de re geering te vragen ons te helpen, waar eigen kracht te kort schiet. Doen wij zelf niet, wat door eigen kracht kan worden bereikt, dan kan de Regeering terwille van het algemeen belang en bij wijze van gunst ons helpen, maar dan staan wij niet in ons recht. En de fiere Nederlandsche boer vraagt geen gunst, geen recht! Welnu dan, aldus besloot de heer Louwes zijn interes sante inleiding, recht kome na en naast eigen plichts vervulling. Vrijwel heel landbouwend Nederland is thans in de wcci om - den Miniert-cr tc bewegen de richtprijs van de tarwe weer op het peil van 1935 d.w.z. op 10 per 100 kg - terug te brengen. Reeds de vorige week deelden we mede, dat de 3 C. L. O., mede op aandrang van de ge zamenlijke landbouworganisaties in Zeeland, den Minis ter hebben verzocht alsnog op de verlaging van den tarwerichtprijs voor oogst 1936 terug te willen komen. Tevens werd gevraagd dit schrijven bij een audiëntie nader mondeling te mogen toelichten. Dit laatste werd inmiddels toegezegd op Vrijdag 25 September. Verder heeft de heer Droesen, lid van de Tweede Kamer, den Minister de volgende vragen gesteld aan gaande de tarwerichtprijs. Verwacht de Minister niet, dat bij de thans in ons land geldende graanprijzen de uitzaai van tarwe voor het oogstjaar 1937 aanzienlijk zal afnemen? Acht de Minister een dergelijke ontwikkeling niet in strijd met het landsbelang, omdat, gemeten naar den wereldmarktprijs, de geldelijke opbrengst van tarwe aanzienlijk hooger is dan die van rogge, gerst en haver, die hoofdzakelijk de plaats der tarwe zullen innemen? Is de. Minister niet tevens van oordeel, dat vervan ging van de tarwe door andere granen hoogere eischen zal stellen aan het landbouwcrisisfonds? Indien de bovenstaande vragen bevestigend worden beantwoord, is de Minister dan bereid, de bedoelde ge varen af te wenden door verhooging van den tarweprijs, temeer omdat deze verhooging geen invloed heeft op den broodprijs? Is de Minister bereid, zijn standpunt ten spoedigste bekend te maken, met het oog op den aanstaanden zaai tijd voor de wintergranen? We vertrouwen, dat de Minister door de vermelde ar gumenten welke wij vorige week nog eens in ons week overzicht hebben genoemd, overtuigd zal zijn van de noodzakelijkheid van een hoogere tarwerichtprijs en deze terug zal brengen op 10 per 100 kg. Eenige dagen nadat bekend was gemaakt, dat aan de voorzitter en directeur van de Veehouderij-Centrale, de heer Ir. De Jong, op verzoek eervol ontslag was ver leend, kon men in de dagbladen lezen, dat de heer S. van Zwanenberg, commercieel adviseur van het college van reg-ee rings-commissa rissen eveneens op korten termijn, ontslag uit zijn belangrijke functie heeft gevraagd, ten einde zich weer geheel aan de belangen van zijn eigen bedrijf te kunnen geven. De heer Van Zwanenberg belastte zich eenige jaren geleden op verzoek der regeering met de leiding der Nederlandsche Varkenscentrale en werd later ook be noemd tot directeur der Nederlandsche Rundveecentrale. In 1934 benoemde de regeering hem tot lid van het college van regeeringscommissarissen voor de uitvoering van de Landbouwcrisiswet. In dit college had hij de functie van commercieel adviseur en had als zoodanig een grooten invloed op den gang van zaken met be trekking tot de landbouwcrisispolitiek. Thans blijkt dat de heer Van Zwanenberg geen verdere bemoeienis met de uitvoering der landbouwcrisiswet wenscht te hebben, doch zich weer geheel aan zgn zaken gaat wijden. De Minister heeft het verzoek ingewilligd, onder be tuiging van zijn groote waardeering voor den door den heer Van Zwanenberg verrichten arbeid. De ontslagaanvrage van den heer Van Zwanenberg zal door weinigen worden betreurd. Reeds onmiddellijk bij zijn benoeming is het feit, dat hij tot de grootste belanghebbenden bij de baconbereiding behoorde, aanleiding geweest tot ernstige kritiek op de keuze der regeering, hem zoo nauw te betrekken bij de regeeringsmaatregelen ten aanzien van de varkens. Vooral de laatste tijd stond de heer Van Zwanenberg aan scherpe aanvallen van vele zijden bloot. We behoeven slechts in herinnering te brengen de steeds dringender wordende vragen van Kamerleden aan den Minister over het z.g.n. bacon- schandaal. Het antwoord van den Minister, dat hij de heer Van Zwanenberg geen advies meer vroeg in bacon- aangelegénheden, gaf geen bevrediging, want eenige jaren terug is de heer Van Zwanenberg juist als advi seur in vleeschzaken benoemd, wegens zijn .bijzondere positie op bacongebied". Volkomen terecht werd de Minister dan ook gevraagd in welke aangelegenheden thans nog het advies van den heer Van Zwanenberg werd gevraagd. Wij hopen, dat door de ontslagneming van den heer Van Zwanenberg deze onaangename baconhistorie spoe dig tot het verleden zal behooren en dat de Minister op 31 October op welken datum het thans geldende contract met de baconbereiders afloopt, zoodanige maatregelen zal treffen, dat aan deze vrijwel algemeene kritiek op de regeeringsmaatregelen ten aanzien van de varkens, een einde komt. Wij vestigen er de aandacht van belanghebbenden op, dat uitsluitend die vroege pootaardappelen voor de door de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale vastgestelde garantieprüs in aanmerking komen, welke volgens een tuinbouw- teeltvergunning zijn verbouwd (dus niet op aanvullende teeltvergunning) en welke minstens twee maal op monster ten verkoop zijn aangeboden op een veiling. Wanneer deze aardappelen dan de prijs van 4 per 100 kg niet opbrengen, zal de garantieprijs worden uit betaald. De Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale brengt nogmaals in herinnering, dat het uit de hand verkoopen van fruit verboden is, daar de telers het door hen geteelde fruit moeten veilen. In de maanden Augustus, September, October en November mag men echter als uitzondering 50 kg appelen of peren (dus geen pruimen, kersen enz.) buiten de veiling om verkoopen en afleveren. Dit wil echter niet zeggen, dat men b.v. aan één persoon op den zelfden dag b.v. 10 maal 50 kg appelen of peren mag afleveren. Zij, die hun fruit willen verkoopen, terwijl het nog op het hout hangt, dus hun ongeoogst fruit verpachten moeten daartoe eerst toestemming vragen bij de Nederl. Groenten- en Fruitcentrale. Ook moet de pach ter in het bezit zijn van een speciaal daarvoor door genoemde Centrale afgegeven erkenning. De pachters van dergelijk fruit zijn verplicht dit via de veiling te verhandelen, welke door den pachter is gekozen. Het komt nog herhaaldelijk voor, dat per advertentie tuinbouwproducten als kool, wijnpeeën e.d. te koop worden aangeboden. Daar alle tuinbouwpro ducten via een veiling moeten worden verhandeld, meldt men zich op deze manier publiek als overtreder aan. Wanneer dan bovendien de kool, wijnpeeën e.d. zon der tuinbouwteeltvergunning zijn verbouwd, is men dubbel strafbaar. Dat de tuinbouwproducten via een veiling verhandeld moeten worden, houdt nog niet in dat men ook lid van een veiling moet zijn. Elke veiling is bereid om voor personen, die geen lid zijn te veilen als gast-lid. Voor al voor een tuinder met zoo aan bederf onderhevige producten ligt de kracht in het veilen, waar vraag en aanbod de prijs bepalen en niet wat de handelaar er voor geven wil. Koolrapen, witte rapen en zaai-uien worden niet tot de tuinbouwproducten gerekend. De j.l. Woensdag gehouden ploegdemonstratie te Klundert georganiseerd door de Noord-Brabantsche Mij. van Landbouw en de Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw en het rentambt Niervaart, heeft zich be gunstigd door fraai weer, in een uitermate groote be langstelling mogen verheugen. De voornaamste firma's, welke ploegen in den handel brengen namen aan de demonstratie deel. Het aantal deelnemende ploegen was beperkt tot 10 paardeploegen en 10 tractorploegen. De regeling op het proef terrein was'uitstekend ver zorgd, zoodat ieder zich een goed oordeel heeft kun nen vormen over de werking der ploegen. Een woord van lof voor de organisatoren van deze demonstratie, welke zoo uitnemend geslaagd mag wor den genoemd, is hier zeer zeker op zijn plaats. Red.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1936 | | pagina 2