VRAGENRUBRIEK.
neum, ter bestrijding van blad en schildluizen, winter-
vlinder enz.; de laatste jaren wordt ter bestrijding van
spint steeds meer en meer gebruik gemaakt van mine
rale olie. Een bespuiting met minerale olie vervangt
een carbolineum bespuiting niet, maar dient uitsluitend
ter bestrijding van spint die men thans als roode eitjes
rondom de knoppen en aan de onderzijde der takken
kan vinden.
Dit najaar is er op de appels en pruimen op verschil
lende plaatsen weer veel spint te vinden en vooral op
die boomen, welke weinig of niet gedurende den zomer
met Cal. pap gespoten werden.
Wil men een zoo groot mogelijk succes boeken met
de winterbespuitingen, dan is het zaak uitsluitend
goede en beproefde middelen aan te koopen, terwijl een
zorgvuldig uitgevoerde bespuiting daarnaast natuurlijk
van zeer veel belang is.
Om de kosten der bespuitingen tot een minimum
terug te brengen, heeft men mengsels van minerale en
teer-olies in den handel gebracht. Het resultaat hier
van is over het algemeen minder dan van twee afzon
derlijk uitgevoerde bespuitingen. Eerst spuit men dus
met carbolineum en daarna met minerale olie. Men
wachte met het spuiten niet tot de kalender Januari of
Februari aan wijst, maar men benutte iedere goede
spuitdag in den winter, omdat deze gewoonlijk zeer
schaars zijn. Eerst worden die soorten en variëteiten
gespoten, die het eerst in 'het voorjaar weer gaan wer
ken en daarna volgen de latere soorten. Spuit men te
laat dan is beschadiging der knoppen dikwijls het
gevolg. "S. K. PHAFF.
CURSUS FRUITTEELT.
Voor de cursus in fruitteelt welke te Middelburg
door den heer A. de Jager te Nieuwland gegeven zal
worden, kunnen zich nog drie leerlingen opgeven. De
cursus begint eind November. Leeftijd boven 18 jaar.
Opgave bij den onderwijzer of bij het Landbouwhuis
te Goes.
Vraag 3. BLADVLEKKENZIEKTE AARDBEIEN.
Op het blad van mijn aardbeien zitten allemaal van
die vlekjes. Ook wordt het blad op heele plekken rood.
Wat is dit en hoe komt dat. Kan ik er iets tegen doen
D. te K.
Antwoord,. Wat het is kunnen wij U wel zeggen, doch
er wat tegen te doen, is voor dit jaar te laat. Volgens
het ons toegezonden blad zijn Uw aardbeien aangetast
door de bladvlekkenziekte. Dit is een zwam die in het
najaar in bijna alle aardbeienvelden wordt aangetroffen.
Wanneer U in Auigustus Uw aardbeien met een 1
oplossing van Bordeauxsche pap had bespoten, zouden
Uw aardbeien thans gezonder blad hebben.
Dat er geheele plekken thans roodachtig blad hebben
komt vermoedelijk doordat U na de pluk Uw aardbeien
geen overbemesting hebt gegeven met wat kunstmest.
Red.
Vraag 4. AUGURKEN INMAKEN.
Ik heb augurken ingemaakt en nu komt er wit op de
azijn. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
De S. te N.
Antwoord,. Het wit op azijn bij ingemaakte augurken
wijst er op dat er bederf in de augurken komt.
Augurken mekten op de volgende manier worden
ingemaakt.
Voor 100 augurken van gemiddelde grootte heeft men
twee flesschen azijn noodig.
De augurken moeten eerst goed worden gewasschen.
Daarna^maakt men pekel door op 1 liter water een half
ons zout op te lossen en zet de augurken daar 24 uur
in. Na dit pekelbad laat men de augurken op een ver
giet goed uitlekken en doet ze daarna in de potten of
flesschen. Over de aldus behandelde augurken giet
men kokende azijn. Tusschen de augurken legt men
wat peperwortel en venkel en boven op de augurken
wat mosterdzaad.
Op deze manier ingemaakte augurken zullen zeker
niet schimmelen en lekker smaken.
Red.
Vraag 5. GEBRUIK VAN DERRIS STUIFPOEDER.
Als men Derrispoeder over boomen en frambozen
stuift, moeten deze dan nat zijn of droog?
De S. te N.
Antwoord. Derris stuifpoeder is een contact-gif,
d.w.z., dat de insecten welke er mee in aanraking komen
er door gedood worden. Een eerste vereischte is dus,
dat de te bestrijden insecten geraakt worden. Men zal
deze het meest op de boomen en struiken aantreffen
bij zonnig weer.
Het is dus niet de bedoeling dat het blad met een
laagje Derrispoeder wordt bedekt, zoodat de insecten
die daarvan eten gedood worden. Derris is geen maag
gif-
Bij het verstuiven van Derrispoeder moeten de plan
ten, boomen of struiken dus niet nat zijn om het meeste
resultaat te verkrijgen.
Red.
Vraag 6. ZIEKE PRUIMEBOOM.
Ik heb een Reine Victoria-boom. Deze zomer hing
het blad slap aan de boom. Welke ziekte is dat? 't Was
geen loodglansziekte. Moet de boom gerooid worden?
De S. te N.
Antwoord,. Uw Reine Victoria-boom zal vermoedelijk
zijn aangetast door Monilia. Dit is een zwam welke
zoowel in het hout als in de bloemen en vruchten van
onze steenvruchten leeft.
Tijdens de bloei verwelken soms plotseling de bloemen
of de bladeren van bepaalde takken. Als de vruchten
worden aangetast dan rotten deze terwijl zij nog aan
de boom hangen. Op de rotte vruchten ontwikkelen
zich dan witte zwamhoopjes.
U moet de aangetaste takken uit de boomen ver
wijderen en de wonden direct met menie of koolteer
insmeren.
Spuit voor de bloei met 1 oplossing van Bordeaux
sche pap en na de bloei met 1 oplossing van Califor-
nische pap. Verzamelt nu nog aan de boom hangende
verdroogde vruchten en verbrandt deze evenals de aan
getaste takken. Red.
Vraag 7. MEELDAUW IN BUITEN -DRUIF.
In 1932 een druif geplant tegen den huismuur, aan
den zuidkant. Ontwikkelde zich prachtig en in 1934
won ik mooie gezonde druiven. In 1935 was de aanslag
nog rijker maar na het krenten viel de meeldauw er op.
Resultaat nihil. In 1936 idem. Hoe moet ik handelen
van nu af aan om gezonde druiven te winnen?
W. D. te IJ.
Antwoord. Als Uw druif in erge mate door de meel
dauw is aangetast, zal het waarschijnlijk niet gemak
kelijk gaan om in tijd van één winter de ziekte kwijt te
raken.
In de zomer 1 maal per maand de druif bestuiven met
fijne zwavel, doch niet tijdens de bloei.
U moet na de snoei de druif van den muur los maken
en bespuiten met 8 oplossing van Californische pap.
Alle deelen moeten goed geraakt worden. Bespuit ook
de muur waartegen de druif groeit met dezelfde sproei-
vloeistof.
U zult, wanneer U op deze manier Uw druif behan
delt, in 1937 feeds gezonde druiven kunnen oogsten.
Als U in den winter van '37'38 de behandeling nog
eens toepast, zal Uw boom geheel gezond worden.
Ook verdient het aanbeveling om in den winter te
spuiten met een 7% oplossing van vruchtboom-
carbolineum. Red.
Vraag 8. ONVRUCHTBAARHEID VRUCHTBOOMEN
Ik heb een boomgaard van hoogstam peer- en appel-
boomen, suiker- en kriekperen, Bellefleur en Goud
Reinette. Peren staan gezond en geel, appels matig.
De boomen staan 1 rij peer-, 1 rij appel enz. Aan den
buitenzoom staan alleen kriekperen, de bloei is steeds
rijk, maar ik heb nog maar éénmaal flink wat getrok
ken. Grondsoort lichte klei. Hoe moet ik handelen om
meer fruit te winnen. W. D. te IJ.
.Antwoord. Vrij zeker lijden Uw boomen aan gebrek
aan bestuiving, omdat Goudreinette en Bellefleur niet
tegelijk bloeien.
Alleen in jaren dat de bloei van de Goudreinette
tegengehouden wordt, kan de Bellefleur er misschien
van profiteeren.
Hetzelfde zal met Uw peren het geval zijn, hoewel ik
de bloeitijd van kriekperen niet ken. Het beste is er
enkele andere boomen tusschen te planten, zooals Ster
appel tusschen Bellefleur en Jonathan tusschen de
Goudreinette, als er ruimte is. Of anders ent U de
Bellefleur om met Jonathan.
Kunnen de peren niet omgeënt worden met betere
soorten? Ir. B. BOSMA.
Vraag 9. SALVIA SPLENDENS.
Hoe moet ik gedurende de winter mijn Salvia Splen-
dens bewaren in de kamer? De S. te N.
Antwoord- Uw Salvia Splendens kunt U het beste
bewaren op een koele vorstvrije en lichte plaats.
In het voorjaar kimt U daarvan stekken snijden en
op een warme voet laten wortelen.
Een kamer waarin geregeld wordt gestookt is een
slechte bewaarplaats voor dergelijke planten. Zij schie
ten dan veel te 'spichtig op, zoodat men geen mooie
stekken krijgt. Red.
Vraag 10. DAHLIAKNOLLEN BEWAREN.
Hoe kan ik het best mijn Dahliaknollen bewaren?
De S. te N.
Antwoord. Bij het bewaren van Dahliaknollen heeft
men meestal met twee kwalen te kampen, n.l. het rot
ten of het verdrogen der knollen.
Vóór Nieuwjaar treedt het rot meestal op en na dien
tijd verdrogen zeer veel knollen, vooral als deze klein
zijn zooals b.v. knollen van stek^Dahlia's.
Bewaar de knollen eerst op een droge plaats, b.v. op
een zolder en daarna in een kelder.
Ook kan men de knollen in kisten doen met droog
zand of turfmul en deze dan direct in een kelder zetten.
Red.
OVERZICHT VEILINGEN.
Hoewel het fruitseizoen nauwlijks ten einde is en tot
dusver tot tevredenheid van den kweeker, moet thans
reeds aan de bemesting gedacht worden. Over de be
mesting in de fruitteelt is in ons land nog weinig onder
zocht. In alle fruitcentra zijn wel proeven loopende,
maar tot definitieve uitkomsten is men nog niet ge
komen.
De vraag bij deze bemesting is niet in de eerste plaats
hoevéél moet ik geven, maar wel in welke verhouding
dient men zijn 3 voedingsstoffen stikstof, fosforzuur en
kali te geven. Dit wil niet zeggen dat de hoeveelheid
geen rol speelt, maar wel wordt de indruk gewekt dat
de verhouding waarin deze drie stoffen gegeven wordt,
een groote rol speelt.
In het algemeen kan worden gezegd, dat de boomen
aanzienlijk meer stikstof en kali gebruiken dan fosfor
zuur, zoodat men met een matige fosforzuurgift kan
volstaan van b.v. 600 kg Superfosfaat per ha.
Voorop moet echter staan dat de grond voldoende
fosforzuur bevat. Men zal daarom bij de aanleg van
een boomgaard een ruime hoeveelheid fosforzuur moe
ten toedienen (10001200 kg) omdat het fosforzuur in
de vorm waarin het in den bodem voorkomt langzaam
oplost.
De stikstofgift hangt geheel af van de aard van de
onderteelt. Vooral bij gras dient men met stikstof niet
te zuinig te zijn.
Overigens regelt men de gift naar de groei der boo
men. Resultaat van invloed van stikstof op de groei
ziet men gewoonlijk vlug genoeg.
(Belangrijk is ook Kali. Kali beïnvloedt de groei,
maar deze beïnvloeding gaat, vooral op zwaren grond,
langzaam.
Proeven in de IJsselstreek bewijzen dit duidelijk.
Wanneer men dan ook het eerste jaar van een kali-
bemesting weinig merkt, meene men niet dat kali geen
invloed heeft. Op zware gronden kan dit wel 5 jaar
duren. Hoe grooter de gift, hoe sneller men de wer
king waarneemt, maar men overdrijve hier niet, want
men veroorzaakt daardoor een zoo hooge zoutcóncen-
tratie in den bodem, dat vlakwortelende gewassen, zoo
als bessen en aardbeien er onder kunnen gaan lijden.
De prijzen van het fruit op de veiling te Goes waren
deze week als volgt:
le kwaliteitsveiling Appels:
A. kwaliteit: Goudreinette 1724 ct., Zure Belle
fleur 1619 ct., Jonathan 25 ct., Zoete Campagne
1516 ct., Groninger Kroon 2225 ct., Sterappels
1824 ct., Zoete Ermgaard 1618 ct., Cox's Orange
Pippin 3138 ct., Bramley Seedling 1315 ct.. Court?
pendu 16 ct., per kg.
Peren
A. kwaliteit: Comtesse de Paris 1720 ct., Doyenné
du Cornice 27—30 ct., Br. Alex. Lucas 22—24 ct.,
Br. Hardy 25 ct., Br. Clairgeau 22 ct., St. Remy 12—13
ct., Gie>ser Wildeman 1516 ct., Pondspeer 11 ct. en
Kleipeer 14 ct., per kg.
De Rijkstuinboulwconsulent voor
•Zeeland en West-Noord-Brabant.
Wat het zaai- en plantgoed betreft, hiervan is 't beste
nauwelijks goed genoeg.
Koopt dus bij voorkeur alleen datgene waarbij U een
waarborg gegeven wordt wat betreft soortechtheid en
gezondhei^.
Koopt daarom door de N.A.K. gekeurd zaai- en
plantgoed.
WAT MEN MOET WETEN EN DOEN.
Spitsmuizen.
Een muis! De reactie van deze uitroep is verschil
lend. Daar zou veel over zijn te zeggen.
De eerste gedachte van de land- en tuinman zal wel
zijn: „.hoe krijg ik je dood", want muizen zijn schade
lijk. Dat is algemeen bekend, dat weet men.
Meestal zal men zijn slachtoffer nog even nader be
kijken, want van de „grootte" hangt voor een deel de
voldoening af over het „succes".
Wellicht zal men dan wel eens zeggen „wat een
kleintje kijk eens wat een spits-snuitje". Dan heeft men
met een spitsmuis te doen. Dit is een insecteneter, dus
een vriend van U.
Ja werkelijk, al is de familienaam „muis", dus on
gunstig, dit diertje is zeer nuttig, het verslindt een
massa insecten.
Wat moet men daarom doen?
Eerst kijken waarmede men te doen heeft eer men
een muis dood slaat.
Ap&nteles glomeratus.
Een onbekend woord voor een bekend iets, wat toch
eigenlijk weer niet bekend is.
Een rups van het koolwitje, die is bekend. Deze eet
zich dik aan de kool, dat weet men.
Daarna wil hij zich gaan verpoppen, klimt tegen een
muur of schutting, en gaat dood. Op en onder de rups
zitten een massa gele dingetjes, dit ziet men vaak.
Die gele dingetjes, dat zijn rupseneieren zeggen velen.
Mis, een rups legt geen eieren.
Die gele dingetjes zijn popjes, die popjes waren eerst
wormpjes welke in de rups leefden en de oorzaak waren
dat deze dood ging.
Wat kan men nu het beste doen?
Deze gele popjes (coconnetjes) stil laten zitten. Dan
zullen daar weer sluipwespjes uit komen welke eieren
zullen leggen op de rupsen in de kool zoodat deze rup
sen ook dood gaan.
Deze sluipwespjes heeten „Ap&nteles glomerétus.