KORTE BERICHTEN.
NOTULEN
sociale en politieke gelijkgerechtigdheid van den boeren
stand zijn ook onze landarbeiders begrepen, moeten ook
zij mee optrekken.
In de 10e aflevering 1935 van het maandschrift van
het Centraal Bureau voor de Statistiek komt een artikel
voor over do
tewerkstelling van werkloozen
met bijslag van de overheid in land- en- tuinbouwbedrij
ven van de hand van den heer Meijer de Vries, hoofd
inspecteur voor de Werkverschaffing.
In dit artikel deelt de schr. eenige bijzonderheden
mede over de uitbreiding van de regeling dezer tewerk
stelling tot alle provincies van Nederland.
Uit de verzamelde gegevens blijkt, dat in Augustus
j.l. 10.927 personen werkzaam waren in de bedrijven,
waarvoor de loonbijslagregeling geldt, dat van 5379
dezer personen het loon voor rekening van de bedrijfs
leider kwam en dat van 3112 hunner (28.5 het loon
voor bijslag in aanmerking kwam.
Naar de N. R. Crt meldt zou, blijkens de inlichtingen,
welke de National Farmers Union uit de verschillende
districten heeft ontvangen de productie van
baconvarkens in Engeland
zeer belangrijk blijven beneden het cijfer, dat noodig
is om het afzetplan voor varkens goed te doen func-
tionneeren. Tenzij dezer dagen nog contracten binnen
komen voor een groot aantal varkens, is er een ernstig
gevaar, dat het geheele plan moet worden opgegeven
en dat de oontröle op den bacon-invoer in Engeland
automatisch moet ver-vallen.
De toewijzing van mestvarkens door de Landbouw
crisisorganisatie voor Zeeland heeft tot een verklaar
bare
groote ontevredenheid
aanleiding gegeven. Reeds meermalen is in dit blad
uiteengezet de rigoureuze beperking die men voor het
jaar 1935 op den Zeeuwschen varkensstapel heeft toe
gepast. Werden het vorige jaar aan de provincie Zee
land toegewezen 55.000 varkens, boven de 20 kg, voor
dit jaar werd dit teruggebracht tot slechts 37.810 stuks,
hetgeen, een beperking is van meer dan 30 Afge
zien nog van de practische onuitvoerbaarheid om 37.810
varkens te verdeelen over bijna 25.000 varkenshouders,
heeft men in het geheel geen rekening gehouden met
het feit, dat de Zeeuwsche varkensstapel in de laatste
20 jaar niet is uitgebreid in tegenstelling met andere
provincies. Men heeft tot hiertoe geen gevolg gegeven
aan het verzoek van de Z. L. M. en de andere landbouw
organisaties in Zeeland om het aantal varkens dat aan
de provincie Zeeland zal worden toegewezen te ver-
hoogen tot 52.000 stuks, welk uitvoerig adres is afge
drukt in het Zeeuwsch Landbouwblad van 29 Juni j.l.
Ondanks het feit, dat de 3 Centrale Landbouworganisa
ties het verzoek van de Zeeuwsche landbouworganisa
ties om bij de toewijzing van mestvarkens de huis
slachtingen niet te beperken, hebben ondersteund en
dit aan den Regeeringscommissaris hebben medegedeeld,
de toewijzing is hetzelfde gebleven. Het aantal varkens
bleef bepaald op 37.810 stuks. Wij kunnen de gedachte
niet van ons afzetten dat de heeren in Den Haag niet
gemakkelijk bereid zijn op een eenmaal gemaakte fout
terug te komen. Voor ons staat vast, dat de toewij
zing van slechts 37.810 varkens aan de provincie Zee
land onredelijk is. Wij zullen dan ook niet nalaten om
te blijven aandringen op verhooging van het aantal
mestvarkens.
De moeilijkheden waarvoor de Zeeuwsche varkens
houders door deze beperking worden geplaatst, zijn zóó
groot dat op korten termijn een aanvullende toewijzing
zal moeten kunnen geschieden willen zij niet in moei
lijkheden komen.
Wij kunnen ons niet voorstellen, dat aan het verzoek
van een hoogere toewijzing geen gevolg zal worden ge
geven. Wij geven degenen die door deze beperking
worden getroffen in overweging om zich met een be
zwaarschrift tot de Landbouw-Crisis-Organisotie te
wenden. De wijze waarop dit kan geschieden is in het
vorig nummer bekend gemaakt.
De
verhooging van de gewichtsgrenzen
voor rundvee tot 400 kg heeft eveneens aanleiding ge
geven tot ontevredenheid. Het is o.i. dringend noodig
dat men verhooging van gewichtsgrenzen reeds tijdig
van te voren bekend maakt en dan het liefst reeds bij
de toewijzing. De landbouwer weet dan waar hij aan
toe is en kan met de verhooging van de gewichts
grenzen rekening houden. Bij de laatste verhooging zijn
in onze provincie verschillende veehouders geheel on
schuldig de dupe geworden. Deze kochten van hande
laren kort voor de verhooging van de gewichtsgrenzen
bekend werd gemaakt dieren van b.v. 350 kg die toen
nog z.g. boven de schets waren, doch door de verhoo
ging van de gewichtsgrenzen kwamen deze landbou
wers in moeilijkheden, met het gevolg, dat een tucht-
rechterlijke verklaring werd opgemaakt.
Dat door dergelijke maatregelen als hierboven zijn
aangegeven, de stemming bij de landbouwers niet beter
wordt is gemakkelijk te begrijpen.
Er moet o.i. naar worden gestreefd om de crisis
maatregelen te vereenvoudigen en het boerenbedrijf zijn
vrijheid zooveel mogelijk terug te geven.
Eenvoudiger maatregelen zyn noodzakelijk.
Voor de ingewijden is het reeds moeilijk om geheel
op de hoogte te blijven van de crisismaatregelen, zoodat
het voor vele landbouwers wel geheel onmogelijk is om
precies te weten wat mag en wat niet mag. Met be
langstelling zien we dan ook het resultaat tegemoet
van de commissie die den Minister heeft ingesteld om
na te gaan of o.a. de landbouwcrisismaatregelen ver
eenvoudigd kunnen worden.
Gedeputeerde Staten hebben met ingang van 1 Dec.
1935 benoemd tot lid van de Provincale
Regelingscommissie voor de Paardenfokkerij
in Zeeland de heer Mr. M. C. v. d. Minne te Middelburg.
Red.
Het is bekenid dat de Provencer lucerne meer en
meer zijn plaats moet afstaan aan lucernesoorten uit
meer koude landstreken, zooals de Hongaarsche en
Alt-Frankische. Zou het niet mogelijk zijn ook in ons
land de teelt v-an lucernezaad te gaan beginnen en dan
vooral van de bastaarid-lucernes daar die in ons land
steeds beter blijken te voldoen.
In Duitschland is de gemiddelde melkproductie van
de gecontroleerde koeien 3826 Liter. De niet gecontro
leerde koeien geven er slechts gemiddeld 2350 liter
imeUk per jaar. C.a. 10 der melkkoeien woorden in
Duitschland geregeld gecontroleerd.
Duitschland heeft een jaarlijksch tekort aan vet van
c.a. 1 millioen ton. 2/3 daarvan is het tekort aan spijs-
vetten en de rest is noodig voor technische doeleinden.
'Reeds sedert 1859 handhaaft zich in Noord-Amerika
de aldaar beroemd geworden bast aard-lueernesoort
van Gritmim.
Timothee is een overblijvende grassoort die tot 1 m
hoog kan worden. 'Het begint zijn groei pas laat en
bloeit in Juli. Dit gras ontwikkelt zich vooral zeer
goed op de niet te zware kleigronden.
Duitschland is voor wat de vezelstoffen betreft
voornamelijk van het buitenland afhankelijk. Om zich
van het buitenland minder afhankelijk te maken zal er
de teelt van vlas worden aangemoedigd.
Dr. de Ruyter de WiLdt komt in een der laatste
publicaties, van het Rijkslandfoouwproefstation te
Hoorn tot de conclusie, dat, wat de verliezen aangaat
bij het ensileeren van bietenkoppen en -bladeren, deze
wisselend en zeer groot kunnen zijn en dat deze in de
eerste plaats samenhangen met het meer of minder
vuil zijn van het in te kuilen materiaal, in dien zin,
dat naarmate dit vuiler is de verliezen grooter zijn en
voorts, dat hakselen en vooral wasschen vóór de in-
kuiling deze verliezen aanmerkelijk kunnen beperken.
Voor iedere kg droge stof die een paard in zijn rant
soen krijgt toegediend heeft het 2 a 3 liter water noo
dig; een mestrund 3 a 4 liter; een melkkoe 4 16 liter
en een varken 6 18 liter.
Niet het geld of het prijspeil der goederen bepaalt
de rijkdon: der wereld, doch de hoeveelheid goederen.
Geld is slechts ruilmiddel.
Het doel van de grondbewerking is den bodem in de
meest gewenschiten toestand te brengen voor de cul
tuurplanten wat betreft lucht, water en warmte. Een
nevenbedoeling, doch van zeer groote beteekenis van
de grondbewerking is het vernietigen van onkruiden.
Frederik de Groote zag destijds reeds zeer goed het
belang van den landbouw in. Dit moge blijken uit de
volgende uitdrukking welke hij eenmaal bezigde: „Hoo-
ger dan den beroemden veldheer acht ik den man, die
het bereikt, dat daar, waar tot nog toe een aar stond,
voortaan twee aren zullen groeien."
De oppervlakte suikerbieten welke in Zeeland werd
verbouwd bedroeg in 1866/'70 gemiddeld 1649 ha; in
1891/'99 gemiddeld 11.369 ha, in 1908 16.961 ha, in 1913
wel 20.149 ha, in 1924/'33 gemiddeld 19.339 en in 1934
slechts 12.921 ha.
Naar de kleur van het vleesch kan men de aard
appelrassen indeelen in geel- en witvleezige. De
Nederlandsche gebruiker geeft de voorkeur aan een
geeivleezige aardappel. De meest gewilde aardappel-
rassen zijn daarom Eigenheimer, Zeeuwsche Blauwe en
Bonte, Rooide Star en Eersteling.
Schuimaarde bevat behalve c.a. 35 9r koolzure kalk
nog 0.20.4 c/( stikstof, 0.51 fosforzuuur en
0.1 c/r kali.
Reeds in 1820 vestigde Albrecht Thaer, de geniale
grondlegger van de landbouwwetenschap de aandacht
op het omleggen van grasland in bouwland.
van de vergadering van het Hoofdbestuur der
Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij, gehouden
op Maandag 18 November 1935, des namiddags
te 2 uur in Hotel „Centraal" te Goes.
II.
Aardappelsteunregeling.
Wat de aardappelsteunregeling betreft kan worden
opgemerkt, dat de thans geldende denaturatietoeslag
volgens de meening van het Dagelijksch Bestuur vooral
bedoeld is voor de zandaardappelen, al hoewel niet kan
worden ontkend dat de markt van consumptieaard
appelen van de klei erdoor gesteund wordt.
Ten aanzien van de denaturatie van consumptie
aardappelen van de klei kan worden opgemerkt, dat
deze toeslag, die vanaf 1 Februari 1936 is vastgesteld
op ƒ1,50 per 100 kg ook geldt voor de z.g. „bonken".
Gemeend wordt dat deze denaturatietoeslag, hoewel
niet hoog genoeg om vooral van de goede consumptie
aardappelen de productiekosten te dekken, toch in elk
geval voorkomt dat de aardappelprijzen belangrijk
terugloopen.
De prijzen zullen in elk geval niet lager dalen dan de
denaturatietoeslag vermeerderd met een matige voeder-
waarde.
Bij het Landbouw-Comité werd er op aangedrongen,
dat bij de aardappelsteunregeling voor 1936 de impopu
laire heffing van 30,komt te vervallen met behoud
van de denaturatietoeslag.
Door deze heffing worden niet alleen de productie
kosten verhoogd, maar het wordt niet juist geacht al
leen voor de aardappelen een dergelijke heffing toe te
passen, terwijl dit niet het geval is met andere gewas
sen, zooals b.v. rogge, erwten, gerst en boonen, die
eveneens een toeslag ontvangen.
Voorts is het Dagelijksch Bestuur van meening, dat
de aardappelteelt kan worden gelimiteerd tot een opper
vlakte gelijk aan die van 1935. Dit is inmiddels een
feit geworden.
Urgentieprogramma landbouw.
Besproken werd het urgentieprogramma 1935, zooals
dit is vastgesteld in een bijeenkomst van de Dag. Be
sturen der Centrale Landbouworganisaties en de F.N.Z.
Besloten werd aan het Landbouw-Comité te verzoe
ken met kracht aan te dringen op handhaving der ver
hoogde monopolieheffingen, daar deze de basis vormen
voor een loonend akkerbouwbedrijf.
Urgentieprogramma tuinbouw.
Het Dagelijksch Bestuur heeft, gehoord het advies
der Tuinbouwcommissie, zich, behoudens enkele wijzi
gingen, vereenigd met het urgentieprogramma voor den
tuinbouw, dat door het Landbouw-Comité is opgesteld.
Pachtvraagstuk.
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt
een adres verzonden, waarin de bezwaren der Z. L. M.
tegen het aanhangig gemaakte ontwerp-Pachtwet wer
den uiteengezet.
Verzocht werd het onderhavig ontwerp-pachtregeling
in te trekken of desnoodig het te verwerpen met ver
zoek aan de regeering zoo spoedig mogelijk een nieuw
ontwerp in te dienen dat rekening houdt met de be
zwaren en wenschen in het verzoekschrift geuit, dan
wel door amendeering op het huidig ontwerp, dit gron
dig te veranderen in den vereischten zin.
Gevraagd is het adres in handen te stellen van een
Commissie uit de Tweede Kamer.
Boekhoudbureau Z. L. M.
De aandacht der leden wordt hierbij nog eens geves
tigd op de wenschelijkheid de boekhouding hunner be
drijven te doen bijhouden door het Bureau van hun eigen
organisatie: de Z. L. M.
Het bijhouden eener goede landbouwboekhouding
wordt steeds meer een vereischte, vooral nu in verband
met de tijdsomstandigheden de bedrijfs-economische
vraagstukken meer op de voorgrond treden en ook de
landbouwvoorlichtingsdienst zich meer speciaal op dit
terrein gaat begeven.
De heer DE OUDE merkt op, dat hij bij schrijven van
25 Aug. 1934 aan het Dagelijksch Bestuur heeft ver
zocht door het Boekhoudbureau van soortgelijke be
drijven vergelijkbare staten van ontvangsten en uitga
ven te maken. Door het toezenden van die staten aan
de betrokken deelnemers, wilde hij hen tot naijver en
daardoor tot nadenken en rationaliseering van hun be
drijf prikkelen. Daarmede beoogde hij zoowel het bren
gen van voordeel aan de leden der Z. L. M., als eer.
sterkeren band tusschen de leden en hun organisatie.
In het boekjaar van 1935 is de proef genomen, welke
bemoedigende resultaten gaf.
Hij vraagt aan het Dagelijksch Bestuur toezegging
met deze proef serieus door te gaan.
De VOORZITTER zegt, dat deze taak weer wordt
overgenomen door het bedrijfsconsulentschap in nauw
overleg met het boekhoudbureau.
De heer DE OUDE zegt in dezen niet het bedrijfs
consulentschap noodig te hebben. Spr. vraagt de toe
zegging van het Dagelijksch "Bestuur, dat op denzelfden
weg wordt voortgegaan door het Boekhoudbureau.
De VOORZITTER zegt dat zulks de bedoeling is.
Export consumptieaardappelen.
Een der afdeelingen heeft verzocht te willen bevorde
ren dat de vastgestelde minimummaat van 50 mm voor
export van consumptieaardappelen naar België komt te
vervallen daar deze maatregel funest is voor de export
en het voor de landbouwers in Zeeuwsch-Vlaanderen
onmogelijk maakt een afzetgebied te vinden voor de
kleinere aardappelen.
Uit ingewonnen advies is gebleken dat deze maat
regel, die door de Nederlandsche Akkerbouwcentrale in
overleg met de Belgische instanties is genomen voor
alsnog niet zal kunnen worden gemist, daar de belan
gen der pootgoedtelers door opheffing van deze maat
regel ten zeerste zouden worden geschaad.
De heer DE PUTTER dringt er op aan, dat het Dag.
Bestuur tracht te bewerkstelligen, dat de minimummaat
van 50 op 40 mm voor consumptieaardappelen wordt
gesteld. Nu worden de belangen van de consumptie
aardappeltelers geschaad.
De VOORZITTER merkt op, tenzij de aardappelen
dan niet als pootaardappelen in België worden gebruikt
en onzen goeden naam in dit opzicht bederven.
De SECRETARIS zegt, dat als men nagaat hoe groot
het totaal uitvoercijfer van poot- en consumptie
aardappelen is, blijkt, dat deze cijfers ongeveer gelijk
zijn, waarmee wel de belangrijkheid van onze poter-
uitvoer wordt geïllustreerd. Deze is van enorm belang.
Gaan we de maat verlagen, dan beteekent dit het in de
hand werken van knoeierij in den poterhandel. Al voelt
spr. wel de bezwaren die de heer De Putter heeft, moet
hij toch aanraden in dezen- zeer voorzichtig te zijn.
Van alles, is -de uitvoer zoowat lamgelegd. Alleen onze
poteruitvoer heeft nog eenige beteekenis. Gaan we hier
knoeierij in de hand werken, dan slaan we eigen glazen
in. De Belgische teler wenscht prima waar. Wanneer
we hiertoe niet al het mogelijke in het werk stellen,
vreest spr. voor onze export.
De heer DE PUTTER zegt, dat het uiteindelijk om
de dubbeltjes gaat. Men wil ze hebben en daarom wil
spr. het mogelijk maken dat ook de 40 mm eruit gaat.
Er uitgaan doen ze toch, doch dan door smokkelhandel.
De VOORZITTER is het eens met den Secretaris en
zegt, dat we er voor moeten waken, dat we den poter-
handel onberekenbare schade doen.
(Zie pagina 4, 2e kolom.)