NOORD-BRABANTSCHE MIJ VAN LANDBOUW
VERGADERING VAN HET HOOFDBESTUUR
Niettegenstaande eebter alle bQYi?ageöoemds facto
Landbouwcrisis-organisatie voor N.-9rabant
AANVULLENDE TEELTVERGUNNINGEN.
der Noord-Brabantscbe Mij van Landbouw op Vrijdag
26 April 1935, des nam. 2 uur, in Café „De Beurs" te
Breda.
Agenda:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Ingekomen stukken.
4. Mededeelingen. van den Voorzitter in verband
met de crisismaatregelen en verrichtte werk
zaamheden.
5. Verkiezing van leden van diverse commissies,
wegens periodieke aftreding:
a. Commissie voor de Keuring van Gewassen:
J. P. Dekkers te Wouw en A. L. Korteweg te
Zevenbergen.
b. Finantieele Commissie: B. de Visser te Lage
Zwaluwe.
c. Commissie voor de Landbouwwerktuigen:
W. M. de Jong te Almkerk.
d. Commissie voor de Teelt van Fijne Zaden:
P. J. Timmers te Klundert.
e. Onderlinge Verzekeringsmaatschappij tegen
Hagelschade: J. Snoek te Nieuwendijk.
f. TuinbouwcommissieC. G. de Jong te Alm
kerk.
g. Bestuur Varkensdemonstratieboerderij. N.C.B.
J. Snoek te Nieuwendijk.
6. Rekening over 1934.
7. Verslag der Finantieele Commissie.
8. Vraagpunten door de Afdeelingen ingediend.
9. lOnderwerp: „Rationalisatie der landbouwbedrij
ven in navolging der Combinatie Westerwolde",
inleider de heer Ir N. H. H. Addens, Rijksland-
bouwconsulent te Wageningen.
10. Rondvraag.
11. Sluiting.
De Voorzitter, P. M. SNEEP.
P.S. Alle leden der Maatschappij hebben vrijen toe
gang en worden tot bijwoning opgewekt.
VERSLAG
van de Alg. Vergadering der Onderlinge Verzekerings-
Maatschappij tegen Hagelschade vanwege de Noord-
Lrgbantsche Mij van Landbouw, gehouden den 2 April
1935; in Café „De Beurs" te Breda.
De Voorzitter, de heer A. J. Korteweg, opent de ver
gadering met een hartelijk woord van welkom, waarin
hij memoreert, dat in 1934 geen hagelschade is opge
treden.
Nadat de presentielijst ,is geteekend door 24 leden,
worden de notulen der vorige vergadering gelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen is bericht van verhindering der heeren
p. J. Lambrechtsen, Commissaris en Ir. Huizenga,
Rijkslandbouwconsulent.
Hierop bréngt de Penningmeester de rekening over
1934 uit. Ontvangen is een bedrag van ƒ3270,68, waar
van 298,51, werd afgeschreven van de deelnemers
rekening en 208,51 van het reservefonds voor het
tekort van 1933, terwijl is uitgegeven ƒ699,17, waarin
ook begrepen het tekort van 1933, zoodat de rekening
sluit met een batig saldo van 2571,51.
Op voorstel van Bestuur en Commissarissen wordt
hiervan 30 gestort in het reservefonds en het overige
geschreven op deelnemersrekening. Daarna geeft hij
een overzicht van de balans, welke aan bezittingen en
schulden sluit met een bedrag van 16.350,20.
De heeren C. Timmers Hzn. en G. C. van Loon, Com
missarissen. verklaren de rekening en balans te hebben
nagezien, met de bescheiden vergeleken en accoord
bevonden en stellen voor den Secretaris-Penningmeester
te dechargeeren. De Voorzitter zegt deze hierop dank
voor zijn beheer, waarna rekening en balans met alge-
meene stemmen werden goedgekeurd.
De begrooting van ontvangsten en uitgaven voor
1935 sluitende met een bedrag van 2805, wordt even
eens goedgekeurd.
Hierna brengt de Secretaris het jaarverslag uit,
waarin o.a. wordt meegedeeld, dat in totaal waren ver
zekerd 1593,24 ha voor een totaal bedrag van
ƒ535.476,73. De totaal betaalde premie was ƒ2262,17.
De jaarlijksche bijdrage per 100 verzekerde waarde
voor granen wordt op voorstel van Bestuur en Com
missarissen evenals vorige jaren bepaald op 0,30. De
bijdrage voor andere gewassen wordt hieruit afgeleid.
Het aftredend bestuurslid, de heer A. J. Korteweg,
Voorzitter en de aftredende Commissarissen, ds heeren
C. Timmers Hzn. en C. J. Lambrechtsen worden allen
herkozen.
De twee eersten zijn aanwezig en nemen onder dank
voor het vertrouwen hun benoeming aan, de laatste
zal er mee in kennis worden gesteld.
Tot schatters voor 1935 worden aangewezen de
heeren J. C. A. Geluk en J. W. v. Nieuwenhuijzen
Sneep te Dinteloord, L. W. v. Nieüwenhuijzen en L. C.
Voge' 'ar te Steenbergen, P. M. Pouli en H. Crezee te
Almkerk, A. Bouman en Ant. v. Zeeland te Gemert,
C. A. Dekker te Wouw en G. P. Timmermans te Moer
dijk. Tot reserveschatters de heeren Adr. L. Breure
te Dinteloord en C. Maris A,zn. te Zevenbergen.
Hierna wordt het voorstel tot statutenwijziging, dat
op verlangen der algemeene vergadering van 1934 op
de agenda is geplaatst, behandeld. Op voorstel van
Bestuur en Commissarissen wordt na breedvoerige
bespreking, waarin bet voor ea tegen wordt onder bet
oog gezien, besloten om niet tot statutenwijziging over
te gaan.
Bij de rondvraag wordt tenslotte breedvoerig over
de belegging der gelden van gedachten gewisseld
waarna besloten wordt hierin geen verandering te
brengen.
Hierop is niets meer aan de orde en dank'., de Voor
zitter allen voor hun aanwezigheid en medewerking,
inzonderheid de heeren C. Timmers Hzn. en G. C. van
Loon, die fungeerden als stembureau en Commissie
voor het nazien der rekening en sluit de vergadering.
DE LUCHTBAND EN HAAR TOEPASSING IN HET
HET LANDBOUWBEDRIJF.
Het Nederlandsch Landbouwweekblad van 29 Maart
j.l. is voor een groot deel-gewijd aan de toepassing van
de luchtband in het landbouwbedrijf.
Steeds meer begint, mede door de lage prijzen van
rubber en de steeds verbeterde techniek van de banden-
fabricage, de luchtband zich een plaats te veroveren in
de landbouwpractijk. De boerenwagens worden er hoe
langer hoe meer mee uitgerust en ook op de grootere
werktuigen begint men thans luchtbanden te mon-
teeren. Onder die grootere werktuigen worden speciaal
genoemd de tractors en de zelfbinders en maaimachines.
Zooals uit de artikelen in het Ned. Landbouwweek
blad blijkt, zijn er aan het gebruik van luchtbanden
groote voordeelen verbonden en meer speciaal geldt dit
voor de lage-druk-band.
Blijkens een proef, welke werd genomen op een Gro-
ningsdhe boerderij, en waarbij werden vergeleken de
werking van een Fordsontrekker op lage-druk-banden
en dezelfde trekker met de normale ijzeren wielen met
schoepen, waarmede geploegd werd op doorweekt kla-
verland, bleek de luchtband een tijdsbesparing te geven
van 12 en een brandstofbesparing van ongeveer
27 Dit zijn wel slechts cijfers van een enkele proef,
doch men moet niet vergeten, dat hier gewerkt werd
onder ongunstige terreinomstandigheden.
De lage-druk-banden hebben verder het voordeel, dat
een trekker, welke daarmede is uitgerust, de grond niet
loswoelt, terwijl men daarmede gemakkelijk over los
land kan rijden, wat met de gewone ijzeren wielen vaak
slechts zeer moeilijk gaat. De lage-druk-band maakt
het dichtrijden van de grond, van veel minder belang,
terwijl zij ook niet het euvel vertoont van zich in te
graven. Ook kunnen vaak werkzaamheden vlugger ge
schieden, doordat op de hoogste versnelling kan wor
den gereden. Hierdoor wordt dan soms de kwaliteit
van het werk ook nog beter, zooals b.v. bleek bij een
proef met schijveneggen, getrokken door een trekker.
De trekker op luchtbanden kon op de derde versnelling
loopen, wat de trekker met ijzeren wielen niet kon
doen. Door de grootere snelheid verkruimelde de grond
in het eerste geval veel beter, terwijl ook veel minder-
spoor werd achtergelaten.
Wanneer men geregeld op de weg moet komen en op
het land, heeft de luchtband nog het voordeel, dat men
geen oponthoud heeft met monteeren van ijzeren ban
den om de schoepen, terwijl meestal op de weg ook op
een hoogere versnelling kan worden gereden.
De machines met luchtbanden uitgerust, schokken
veel minder, en zijn zoodoende minder spoedig aan
reparatie onderhevig.
De Luchtband vermindert de voor eigen voortbewe
ging van den trekker benoodigde trekkracht en daar
door komt meer kracht beschikbaar voor nuttige arbeid.
Ook zakt een trekker op luchtbanden niet in de bodem
weg.
Ook op zelfbinders, maaimachines en allerlei andere
werktuigen is de luchtband met succes toe te passen
Het zou ons te ver voeren, uitvoerig op al die moge
lijkheden in te gaan. Men zal echter goed doen, aan
de luchtband de volle aandacht te schenken, daar deze
in vele gevallen in een rationeel gevoerd bedrijf niet
meer mag ontbreken.
TUBERCULOSEBESTRIJDING ONDER HET
RUNDVEE.
Aan het Jaarverslag 19331934 van de Vereeniging
tot Bestrijding van de Tuberculose onder het Rundvee
in Zuid-Nederland ontleenen wij het volgende:
Gedurende het verslagjaar waren de financieele
resultaten van het veehoudersbedrijf zeer ongunstig.
De vooruitzichten voor verbetering waren nog zeer
slecht en de strijd om het bestaan in c-e veehouders- en
-fokkersbedrijven uiterst zwaar.
Hierdoor is het te verklaren, dat de animo voor de
T.B.C.-bestrijding onder de veehouders sterk is gedaald.
Hoewel de kosten voor den veehouder wel niet groot
zijn, daar ook Rijks- en Provinciaalsubsidie voor deze
bestrijding wordt genoten, bezuinigt men in vele ge
vallen toch ook op de tamelijk geringe kosten, welke
de T.B.C.-bestrijding vraagt.
Hoezeer dit ook te begrijp 211 is, kan toch worden
opgemerkt, dat juist in deze slechte tijd het van het
grootste belang is, dat dieren, welke door T.B.C. zijn
aangetast, worden opgeruimd, omdat a.leen een gezonde
veestapel het best en goedkoopst kan produceeren. Het
is daarom een economische eisch dat do 'bestrijding van
deze gevaarlijke ziekte zoo sterk mogelijk wordt door
gezet en door de lage rundveeprrcen zijn de offers
welke van den veehouder voor het verkrijgen van eeD
T.B,C.-vrij bedrijf worden gevraagd thans veel geringer
dan vroeger bij hoogere veeprijzen.
ren, welke meewerkten, om de animo tot T.B.C.-
bestrijding te doen verminderen, heeft de Vereeniging
toch een goed jaar gehad, doordat de Crisis-Rundvee-
Centrale maatregelen beeft getroffen, waardoor het
afslachten van tuberculeuse of van tuberculose ver
dachte runderen, tegen een behrorlijke prijs, werd mo
gelijk gemaakt. Door de genomen maatregelen is d-e
deelname toegenomen en is bereikt, dat ongeveer 2000
runderen, lijdende aan gesloten of open tuberculose,
konden worden afgeslacht, wat ertoe heeft bijgedragen,
vele bedrijven in een snel tempo te zuiveren.
Het is natuurlijk de vraag, of door deze maatregelen
het aantal serieuse t.b.c.-bestrijders inderdaad is ge
stegen, doch het is zeker, dat de resultaten invloed zul
len hebben ten goede.
Gedurende het verslagjaar werd vooral, propaganda
gemaakt voor het t.b.c.-vrij vee aankoopen, werd de
aandacht gevestigd op het nut en de noodzakelijkheid
van t.b.e.-vrije opfok. In woord en beeld werd propa
ganda gemaakt voor goede hygiënische stalinrichting
en goede drinkwatervoorziening.
In Noord-Brabant daalde het aantal aangesloten ver-
eenigingen van 25 tot 24, vertegenwoordigende 1852
veehouders met 15562 stuks vee, waarvan 10806 runde
ren boven 2 jaar en 4716 beneden 2 jaar.
In onze provincie werden 54 dieren, opgespoord,
lijdende aan open t.b.c. Deze runderen werden afge
slacht en de eigenaars ontvingen een Rijkssubsidie van
ƒ25 en een Provinciale subsidie van. ƒ18,50 per dier.
In totaal verleende het Rijk voor de bestrijding in
Noord-Brabant een financieelen steun van 9131, ter
wijl de provincie ƒ1000 subsidie gaf. Gedurende het
verslagjaar werd aan 728 veehouders in Noord-Brabant
een gezondheidscertificaat, als bezitters van een t.b.c.-
vrij bedrijf uitgereikt. Door bemiddeling van de Ver
eeniging werden in onze provincie in totaal 10846 run
deren onderzocht. Positief reageerden hiervan 11,3
Bij vergelijking der resultaten met die der eerste
jaren, valt een zeer groote vooruitgang te constateeren.
Moge dat voor de veehouders een aansporing zijn, aan
de bestrijding mede te werken.
De mogelijkheid is opengesteld om in bepaalde nood
zakelijke gevallen, eene aanvullende teeltvergunning
te bekomen.
De bedoeling hiervan is vooral, dat meerjarige gewas
sen, zooals b.v. asperges die reeds in 1933 op 't bedrijf
aanwezig waren en nu tengevolge der teeltbeperking
zouden moeten worden gerooid, behouden zouden kun
nen blijven. Evenzoo voor aardbeien die volgens de
teeltregeling 1934 op het bedrijf aanwezig zijn en die
volgens de regeling van 1935 zouden moeten worden
gerooid om aan de onder punt 4 der teeltvergunning
toegestane oppervlakte te voldoen.
Zoo kan het verder voorkomen, dat de oppervlakte
van het bedrijf zoodanig: door glas wordt ingenomen,
dat, om aan de teeltvergunning te voldoen, glas opge
legd of afgebroken zou moeten worden. Ook hierin is
door een aanvullende teeltregeling te voorzien.
Uit bovenstaande volgt dat pas dan een aanvullende
teeltvergunning wordt gegeven, wanneer de teeltver
gunning onder punt 4, in zijn geheel onvoldoende is voor
het te velde staande meerjarig tuinbouwgewas, en dan
nog slechts voor zoover men die volgens de teeltrege
ling 1934 in bedrijf mocht telen.
Zij die meenen hiervoor in aanmerking te komen,
vragen een „aanvraag aanvullende teeltvergunning
tuinbouw" bij ons aan.
GROEN PLUKKEN VAN LANDROUW-ERWTEN.
In aansluiting op onze vorige berichten daaromtrent,
deelen wij mede, dat aanvragen tot het groen oogsten
van landbouw-erwten alleen nog in behandeling kunnen
worden genomen, voor zoover die op 20 April a.s. bij
ons zijn ingekomen.
BIETENGARANTIE.
De Bietentelers worden verzocht, ingeval zij'nog een
reclame wenschen in te dienen inzake hun toewijzing
Bietengarantie 1935, hiervoor vóór 17 April e.k. zor°-
te dragen. Reclames welke de L.C.O.N. na dien datum
bereiken, kunnen niet meer in behandeling worden ge
nomen.
Verder wordt er nogmaals uitdrukkelijk op gewezen,
dat zij, die dit jaar geen garantiebieten uitzaaien of
minder wenschen te telen dan hun garantie is toege
wezen, verplicht zijn hiervan vóór 17 April a.s. aan de
L.C.O.N. mededeeling te doen, onder vermelding van
de hoeveelheid garantie, welke niet zal worden benut.
Deze garantie komt weer ter beschikking van de
L.C.O.N.
Zij die niet aan deze verplichting voldoen loopen zeer
groot gevaar een volgend jaar geheel van de toewijzing
van Bietengarantie te worden "uitgesloten.
LANDBOUWCRISIS-ORGANISATIE
VOOR ZEELAND.
(Vervolg van pagina 2.)
kalveren, stierkalveren te laten schetsen. De identi
teitsbewijzen dezer stierkalveren zullen tegelegener-
tijd weer kunnen worden ingewisseld tegen die van
vaarskalveren.
Wanneer een veehouder de ldeatlteitsbewyzea zijner
vaarsHaiverea reeds ia bezit beeft, doob stervea