C. ZWAGERMAN
1 Nov1906 - 1 Nov. 1931
op adem is gebracht. Enfin we zullen maar
denken: zeggen durf ik het niet na dit
jubileum in de plaats van dit oude beestje, een
nieuw exemplaar! Wie lacht daar?)
De keurmeesters stappen uit en nemen
poolshoogte.
Zwagerman met zijn rijzige gestalte gaat
met de snelheid van een struisvogel -
de jubilaris, die een broertje dood heeft aan
struisvogelpolitiek, houde mij deze vergelij
king ten goede over het terrein en heeft
in een ommezien geconstateerd, hoe het er
met de beestjes voorstaat en wat er voor de
commissie te doen valt.
De dieren worden voorloopig naar kwali
teit gerangschikt en gepunt; de melklijsten
der gecontroleerde koeien opgenomen,
waarna de dieren één voor één worden
voorgebracht endoor Zwagerman voor
het publiek besproken. Met gespitste aan
dacht wordt naar zijn overtuigend, doel
treffend woord geluisterd
Daar komt een koe met een best gevormden
uier, met goed geplaatste spenen en sterk
gezwollen meikaderen, kronkelend' als een
rivier. Haar verschijning doet het enthou
siasme van onzen economischen zuivelman
ten top stijgen. Nu komt hij los en is hij
niet te houden.
Ziet! hoe hij met handengebaar zijn
pakkend betoog kracht bij zet, om des te
sterker de aandacht te kunnen vestigen op
de voortreffelijke kwaliteiten van het voor
gebrachte dier!
Ziet! hoe hij zich neigt in de richting van
den uier en de melkteekens en al wijzende en
expliceerende er den nadruk op doet vallen,
dat daar het productieapparaat van de koe
(Foto Porrey)
Prov. Rundiveekeuringen 1931 te Oostburg.
Zwagerman zet met handengebaar zijn betoog
kracht bij.
is, de „melkfabriek", welke vierkant moet
zijn, evenredig over de vier kwartieren ver
deeld, met daaronder vier gelijke spenen,
,,als vier pooten onder een tafel"! Hoort,
hoe hij, voorvechter voor de productierich
ting als hij is, zijn omstanders als het ware
op het hart bindt: ,,met zulke koeien blijft
de baas boer en krijgt de vrouw geld in het
laadje!"
Dit toch is Zwagerman's standpunt:
„rundvee houdt men niet in de eerste plaats
om mooie lijnen, doch bovenal om de produc
tie". En daar valt wel niet veel tegen in te
brengen.
Hoe kan het dus anders, dat juist de melk
teekens door hem zoo op den voorgrond
worden gebracht
Men meene nu niet, dat hij aan het exte
rieur geen beteekeriis zou toekennen.
Integendeel! Hoort hem bij een paar vol
gende koeien slechts spreken over de tekort
komingen van kruis en bekken, de wel
voldoend diepe, doch ietwat vlakke ribben,
de te steile losse schouders, de te fijne pijpen
enz., om daarna bij weer een volgend exem
plaar de goed ontwikkelde dijen, de sterke
beenen en de krachtige rug hoogelijk te
waardeeren.
Niettemin, aan de productie, de econo
mische basis der veehouderij, heeft onze
eminente zuivelconsulent zijn hart verpand.
Zijn goede hart, dat dicht gelegen is bij zijn
helder verstand, doch nog niet zoo dicht,
dat 't eerste door het laatste overgroeid is...
Intusschen hebben al de dieren afzonder
lijk de revue gepasseerd en is het oogenblik
daar, dat ze klasse-gewijs een paar maal het
terrein rondwandelen. De commissie praat
nog wat over en weer, waarna zij de laatste
wijzingen in de plaatsing doet aanbrengen.
De rangorde is nu definitief en de eigenaren
der dieren weten waar af en waaraan
Een paar goede productiedieren met een
iets afwijkend exterieur, zijn, zoo ge bemerkt
zult hebben, na de laatste discussies onzer
jury, nog iets naar voren geschoven. On-
noodig Li te verklappen in hoeverre het wel
overwogen en met overtuiging gegeven oor
deel van onzen zuivelconsulent daarop van
invloed is geweest
Ziet daar een korte, zij het ook gebrek
kige, weergave van onze Zeeuwsche rund
veekeuringen.
Ik heb me voorgehouden daarbij inzonder
heid te doen uitkomen welk belangrijk
aandeel Zwagerman daarin wel heeft.
Moge ik ten slotte van deze keuringen
nog opmerken, dat zij, vooral dank zij
Zwagerman's ongekunsteld en treffend juist
woord, dat hoewel kritisch, nimmer scherp
•doch steeds aanmoedigend en opbouwend
is, zijn geworden tot een ware practische
leerschool, van ontzaggelijke waarde^voor de
veehouderij iii ons gewest.
Onze kundige, arbeidzame en volhardende
zuivel-veeteeltconsulent heeft daardoor op
den Zeeuwschen veestapel zijn stempel ge
drukt. En hetzelfde valt te zeggen van zijn
ijveren voor controle- en stierenvereenigin-
gen. Wie ook op dat gebied geen
vreemdeling in Jeruzalem is, zal met mij
erkennen, dat we Zwagerman voor zijn
voortreffelijken arbeid grooten dank ver
schuldigd zijn
Tal van aangename herinneringen trekken
bij het schrijven van deze regelen aan mijn
geestesoog voorbij. Daarover zou nog heel
wat te vertellen zijn. Beperking is mij echter
geboden. Ik wil daarom besluiten met mijn
vriend Cornelis Zwagerman van harte geluk
te wenschen met de vele schitterende presta
ties, die hij in den tijd van zijn ambtelijke
loopbaan in Zeeland aan den dag heeft
weten te leggen.
Ook zijn trouwe gade, die steeds met zoo
groote belangstelling zijn veel omvattenden
arbeid volgt en hem door zijn drukken werk
kring zoo menigen dag aan den huiselijken
kring onttrokken ziet, betrek ik gaarne in
dezen gelukwensch. Van harte hoop ik, dat
het den jubilaris beschoren zij, nog vele
(Foto Porrey)
Prov. Rundveekeuringen 1931 te Oostburg.
De keuringscommissie staat voor een moei
lijke beslissing. Op den voorgrond, de nestor
de heer D. Koopman Pzn. Verder van links
naar rechts de H.H.: C. Zwagerman, P. J. J.
Dekker en M. Kleinepier Jr.
jaren zijn groote gaven van geest en hart
met ongebroken werkkracht en in goede
gezondheid te kunnen geven aan de taak die
hem zoo lief is: verheffing van zuivelwezen
en veehouderij in onze dierbare provincie.
Zeeland kan zijn hulp en steun voorloopig
nog niet missen en ik waag het ook te dezer
plaatse te uiten: een zuivelconsulent als
Zwagerman krijgt Zeeland nimmer meer!
D. KOOPMAN Pzn.,
Voorzitter der Prov. Keuringscommissie
voor de Rundveefokkerij in Zeeland.
Nieuwerkerk, Oct. 1931.
(Foto Feij)
Een romantisch hoekje van Middelburg: ,,De Kuipers
poort bij middernacht", zooals de heer Zwagerman
deze menigmaal na het verlatenvan zijn laboratorium
heeft gezien. Het zuivelconsulentschap was oorspron
kelijk gevestigd in het pand geheel links op den voor
grond tot einde 1910.
Heel gaarne voldoe ik aan het verzoek
van de Redactie om in dit speciale nummer
enkele woorden te wijden aan den heer
Zwagerman.
In 1910 kwam ik van de schoolbanken
als jongeman in Zeeland en mocht ik het
genoegen hebben onder de aangename en
zeer bekwame leiding van den heer Zwa
german te komen. Gedurende zes jaar heb
ik op de meest aangename wijze onder den
heer Zwagerman gewerkt, waarbij zijn
groote ijver en toewijding mij steeds tot
voorbeeld hebben gestrekt.
Tijdens mijn functie als .Secretaris der
Z. L. M. en Secretaris der Provinciale Com
missie voor de Rundveefokkerij, heb ik
steeds op de meest prettige wijze met hem
mogen samenwerken en van nabij kunnen
beoordeelen het vele goede werk, dat dooi
den Rijkszuivelconsulent voor den landbouw
in Zeeland is gedaan.
Niet alleen als chef en collega, maar ook
als vriend breng ik den heer Zwagerman
gaarne hulde voor al datgene wat hij voor
den Zeeuwschen landbouw in deze kwart
eeuw heeft gedaan.
Ik hoop van harte, dat het den jubilaris
nog lang gegeven moge zijn met denzelfden
werklust de belangen van den Zeeuwschen
landbouw te behartigen.
Tj. B. E. KIELSTRA.