due ten. alsmede bij de regeling der arbeids voorwaarden van het personeel. Ons ledental bleef hetzelfde, alleen enkele ouderen meenden door overgave van hun bedrijf aan hun zoons onze vereeniging te moeten vaarwel zeggen. Dit was ook het geval bij den heer J. M. Maris, die tevens Bestuurslid was, ja zelfs meer dan 16 jaren de vertrouwensman is geweest. Het verslag wijst verder op de goede samenwerking en de vruchten, die hiervan door de leden werden geoogst. iDe Voorzitter brengt den Secretaris hierna een woord van dank en wijst op den ijver en ambitie, die steeds bij hem te vinden zijn. Vervolgens wordt bij monde van den heer J. Breure L.Azn. rapport uitgebracht over nazien der boeken en bescheiden over het afgeloopen jaar. In dit rapport wordt mede gedeeld alles keurig in orde te hebben be vonden en verzocht aan den Voorzitter de algemeene vergadering te willen voorstellen den Secretaris-Penningmeester decharge te verleenen over zijn gevoerd beheer van het afgeloopen jaar. Naast dit verslag had onze commissie nog enkele opmerkingen n.l., over den post on kosten en den post veiling, dit zijn de posten die ons dit jaar een verlies hebben aange bracht. Ons verzoek is daarom in het ver volg niet in deze lijn te willen voortgaan. De Voorzitter dankt hierna spreker en de commissie voor haren arbeid en zegt met de wenken in dit rapport neergelegd volkomen accoord te gaan, deze gedane uitgaven wa ren echter niet te voorkomen, maar zegt toe, dat zij wel niet meer zullen voorkomen. De Secretaris-Penningmeester deelt hier na mede, dat de totale inkomsten hebben bedragen 107.787,62 en de uitgaven 107.177,95, wat een kassaldo geeft van 609,67. De balans geeft aan een netto kapitaal van 1286,40 of een verlies van 409,61. De totale inkomsten van het pakhuis be droegen ƒ14.137,76 en de uitgaven 14.044,85 of een kassaldo van ƒ92,91. De balans geeft een bezitting aan van 1065,15 of een winst van 87,07. Hierna worden nog verschillende onder- deelen der rekening en verantwoording be sproken, waarna de Voorzitter voorstelt, den Secretaris-PennipiXEn^ester decharge te ver leenen, he"'g3&«èn Vonder hoofdelijke stem ming- wordt' ac.ngenomen. De Voorzitter brengt hierna den Secretaris een woord van dank voor zijnen arbeid en de algemeene vergadering voor hare toe stemming. De heer K. Onrust geeft dan een lezing over: de vijand der erwten. Spreker doet uitkomen, dat nog weinig beproefde bestrij dingsmiddelen aanwezig zijn. Om proeven te nemen, kunnen wij U aanbevelen de zooge naamde vangbanden, waarmede bedoeld wordt om het met erwten te betelen perceel twee machinebreedtes in de ronde met erw ten te zaaien en daarnaast twee machine- breedtes met haver, wij verwachten daarvan op dit oogenblik de beste resultaten. Ook zou men kunnen pröbeeren een vervroegden bloeitijd te verkrijgen, zoodat de vlindertjes geen gelegenheid wordt gegeven om hun eieren te deponeeren bij de pas geschapen vrucht. Na deze leerrijke lezing worden door en kele heeren nog eenige vragen gesteld en door spreker beantwoord, en dankte de Voorzitter hem voor zijne goede uiteenzet ting. De Voorzitter deelt hierna mede, dat de boetes nogal een aardig duitje hebben opge bracht en is dan ook weer maar zoo vrij ge weest dit om te zetten in worstebrood; wij vertrouwen, dat dit Uwe goedkeuring wel zal kunnen wegdragen en verzoeken U daar om alvorens te beginnen een oogenblik stilte, opdat elk die er behoefte aan iheeft een oogenblik in zichzelf kan spreken. Aan de orde komt nu het vaststellen der contributie voor het jaar 1927. De Voorzitter stelt voor de contributie te laten op 45 cent per HA, hetgeen met al gemeene stemmen wordt besloten. Tot Bestuurslid wordt met algemeene stemmen herkozen de heer A. W. Bierens en tot lid in de commissie van toezicht, de heer A. Breure Hzn., welke benoeming beide heeren hebben aangenomen. Tot lid der commissie van kasnazieners werd benoemd de heer D. Vogelaar. Hierna, richt de Voorzitter het woord tot den heer M. Maris, die reeds 21 jaar lid onzer vereeniging is geweest en daarbij 17 jaren als Bestuurslid fungeerde. Spreker zegt dezen vertrouwensman niet graag te zien gaan, wij hebben 't lief en leed, dat zich in ons vereenigingsleven voordeed, steeds in de prettigste harmonie en samenwerking kunnen deelen. Het is daarom, dat wij U het gevraagde ontslag zoo gaarne eervol verleenen en U bovendien nog aanbieden het eerelidmaat schap onzer vereeniging. De heer Maris dankte hierna den Voor zitter voor zijn aangename en hartelijke woorden en in het bijzonder voor het aan geboden eerelidmaatschap, dit was voor hem een echte verrassing. Want hoewel hij meent met de beste gaven en krachten, die God hem schonk de vereeniging te hebben gediend, zoo had hij daarop niet kunnen hopen. Het is voor spreker steeds een ge not geweest lid en Bestuurslid van Land bouwbelang" te kunnen zijn. Onze samen werking was altijd voorbeeldig, maar niet de Bestuursleden, doch Voorzitter en Secreta ris zijn de kurk waarop de vereeniging drijft. Dit is mijn ervaring in de jaren, die ik als lid dezer vereeniging meemaakte. Dit heb ik ondervonden, ten tijde toen de heer P. M. Sneep Voorzitter was en wijlen de heer Van Bemden Secretaris, met een groot getal leden achter zich. Dit heb ik ook on dervonden onder Uwe leiding. Ik wil nog even den blik achterwaarts richten en bij enkele punten stilstaan, n.l. het moeilijke oogenblik, dat wij hebben doorgemaakt, toen de R. K. leden onze vereeniging verlieten, doch door den ijver van den Voorzitter aan gevuurd hield onze vereeniging meer dan recht van bestaan. Kort daarop rees door het bedanken van den heer P. M. Sneep als Voorzitter weer een andere moeilijkheid, want waar zou een opvolger te vinden zijn. Wij vonden echter in U, geachte Voorzitter, een waardig opvolger. Steeds worden door U nieuwe bronnen ontdekt, die kunnen dienen tot verhooging van het coöperatie leven. Daarom geachte leden nog een woord tot U ter opwekking; steunt Uwe vereeniging met al de krachten die in U zijn, verleent allen Uwe volle medewerking, dit zal de energie van Uwen Voorzitter en Secretaris verhoogen. Werkt allen te zamen om de belangen dezer vereeniging te bevorderen. Wees getrouw aan de spreuk Eendracht maakt macht" en moge God Zijn Zegen op Uwen arbeid schenken; dan, maar ook dan alleen, is de bloei d'ezer vereeniging ver zekerd. Hiermede nam de heer Maris afscheid van onze vereeniging en volgden eenige mededeelingen van den Secr. der .Jeugdige Landbouwers". Bij monde van den Voorz. v. d. Raad van Toezicht, den heer A. Breure Hzn., werden nog eenige mededeelingen en voorstellen ge daan omtrent hun bevindingen, welke door het bestuur in overweging zullen worden genomen. Ook sprak de Eere-Voorzitter P. M. Sneep, tevens Voorzitter der Noord- Br. Mij. van Landbouw, nog een opwekkend woord en verheugde er zich over, dat zulke afdeelingen tot de Mij behoorden. Hierna brengt de Voorzitter de aanwezi gen een woord van dank en sluit deze ver gadering. Proeve van een kort historisch overzicht. in. Het voorstel van het Dagelijksch Bestuur om de contributie van 2 tot 2,50 te ver hoogen en het Landbouwblad wekelijks te doen verschijnen, kwam in nadere behande ling in de vergadering van het Hoofdbestuur van 20 April 1911. Zoowel over het eene als het over het andere deel van het voorstel, ontspon zich een uitvoerige wisseling van gedachten, die hier en daar wel een interessante strijd moet zijn geweest. „Kruiningen" was niet tegen verhooging der contributie, maar wel tegen samenkop peling van de verhooging met 't wekelijksch uitgeven van het Landbouwblad: „Wan- .,neer dat blad elke week zou verschijnen, „moest het contract met den uitgever wor- „den herzien en in die herziening had Krui dingen gekend willen zijn". „Bovendien waren er in de Afdeelingen, ,,die zich vóór contributieverhooging ver klaard hadden, groote minderheden, die „daar tegen waren." „Zierikzee" onderschreef het eerste be zwaar van Kruiningen". Men stemde in deze Afdeeling wel met een contributie verhooging in, „doch de leden wenscihten ,,niet, dat die verhooging alleen zou dienen ,,voor het Landbouwblad: zij betreurden „den toon. waarop in dat blad in den laat- „sten tijd (door sommige leden over de paar denfokkerij. v. D.) geschreven werd." „Middelburg" en „Oostburg" verklaar den zich tetgen de verhooging, de overige vijf Afdeelingen gingen er mede accoord. Door een der Thoolsche afgevaardigden werd nog de opmerking gemaakt, dat den laatsten tijd wel wat veel plaats gegeven was aan de paardenfokkerij en de toon min der aangenaam was. En nu kwamen de verdedigers van het blad aan het woord. De heer Kakebeeke, destijds Rijksland- bouwleeraar, zeide het niet eens te zijn met de critiek van „Zierikzee" over het Land bouwblad. „Hij achtte het een voordeel, dat men in „de provincie zoodanig blad had en dat „daarvan door beoefenaars van het land- „bouwbedrijf gebruik werd gemaakt om „hunne meeningen en bevindingen aan an keren mede te deelen. Dat die toon niet „altijd was, zooals men dien wenschen zou, „kon waar zijn, maar men moest er rekening „mee houden, dat ieder vogeltje zingt zooals „het gebekt is en boerentaal geen hoftaal is." De heer Vorsterman van Oyen sloot zich bij den heer Kakebeeke aan. Hij gaf gaarne toe, dat er op den toon van enkele stukken iets aan te merken viel, echter was 'deze niet beleedigend en waren de stukken steeds on derteekend geweest. Z.i. moest het blad ieder de gelegenheid geven zijn meening over eenig landbouwbe lang te kunnen uiten, ook al ontstond daar door strijd. En wat deed hij daarop een „pootige" afstraffing aan het adres der Af deeling Zierikzee volgen. „Hij betreurde het, dat Zierikzee de ver- oordeeling in een Afdeelingsvergadering „uitgesproken, zonder eenige motiveering „in de bladen had publiek gemaakt en hij „betreurde zulks te meer, omdat nu van die „zijde geheel onverwacht het eerste af keu - „rend oordeel was uitgesproken, zonder dat „er van eenig lid dier Afdeeling ooit eenig „blijk van belangstelling was ontvangen „door eene verhandeling of een verslag „eener Afdeelingsvergadering in te zenden „of door vragen tot de redactie te richten, „waardoor deze ook maar eenigszins zou „kunnen vermoeden, in welke richting de Af deeling Zierikzee verlangde, dat het blad „zich zou bewegen. Dit had hem zeer ge griefd „De stukken over de paardenfokkerij in- „gezonden, waren niet alle in de meest ge- „ku-ischte taal geschreven, maar zij gaven in „ronde taal, zij die misschien wat scherp, een „bewijs van groote belangstelling „Mocht den leden der Maatschappij niet „de vrijheid gelaten worden hunne meening „in het Landbouwblad uit te spreken, dan „verloor het blad voor hem alle belang" Wat was de strijdlustige. Secretaris-redac teur ook hier weer op dreef. Een slagvaar digheid legde hij wederom aan den dag, waarin geen zijner tegenstanders hem wist te evenaren, laat staan overtreffen. Evenwel waren met het hier boven aan gehaalde de discussies nog niet uit. Toen n.l. van de zijde van „Zierikzee" spijt betuigd was over het ontijdig publiceeren in de pers en een der afgevaardigden verklaard had, dat, nu de redacteur beterschap beloofd had, de Afdeeling niet tegen de wekelijksche uit gave was, kwam de heer Vorsterman van Oyen opnieuw „los". Hij wenschte n.l. te constateeren, dat hij hoegenaamd geen be terschap had beloofd, daar hij zulks niet noodig achtte. Van beleediging was nimmer sprake geweest en daarvoor 'zou hij steeds blijven waken. Bovendien meende hij de op merking te mogen maken, „dat in hoogst „fatsoenlijke termen door zeer'hoog ontwik kelden vaak veel venijniger polemiek ge- „voerd werd dan in het Landbouwblad 'tot „nog toe het geval was geweest, zonder dat „men zich daarover geërgerd had". En hiermede was de strijd vrijwel be slecht. Na nog 'enkele korte toelichtingen werd toen het voorstel van het Dagelijksch Bestuur zo-nder stemming aangenomen en zou de contributieverhooging intreden zoo- dra op een daarmede verbandhoudende sta tutenwijziging de Koninklijke goedkeuring

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1927 | | pagina 3