Algemeen gedeelte.
advies an aan don rechtskundigen adviseur moet
men 2,85 betalen, n.1. 0,60 voor advies,
0.90 voor leren van een briei' en «.90 voor
schryven van een brief en cent port. au
Gaveren die oorst het instituut had toegejuicht,
verklaart nu ook gomoctlolyk: Ik ziu er geen nut
meer in. was geval geweest
De bent de adviseur had te goeder trouw rijn
bereidverk j.ing tot aanname gegeven, maar be
speurde dig, dat mogelijk jeugdige onnaden
kendheid zijn goed hart parten had gespeeld en
dat hy als man van eer, gcljjk hij is. ook tegen,
over zjjn confrères, van het wettelijk tarief niet
kon alwijken.
Ilinc illac lacrymal. Vandaar die tranen.
Tholcn zoekt een oplossing en stelt voor hem
aan te stellen ids rechtskundig adviseur voor een
jaar tegen 1000 jaars, waarvoor hel bestuut
der kosteloos advies krijgt en elk lid
recht heeft op een advies per jaar, waarvoor het
betaalt 0,90 als het mondeling is en 1,30 als
bet schriftelijk is. terwijl de bedoelde ambtenaar
deze bedragen int en afdraagt aan de kas der
Of wel de stelt 300 per jaar
beschikbaar, waaruit do kosten kunnen betaald
worden voor i-echtskundige adviezen voor het be
stuur der de besturen der afdeelingen
en de arbitragecommissie.
Het Dagelijksch Bestuur heeft tegen beide
voorstellen bezwaren, omdat geen gelden er voor
kunnen uitgetrokken worden. Het assumeert zich
Van Vredenburch, lm an Kakebeckc en Jac. Wel-
leman om nogmaals de zaak te overwegen. Ik
ineen, dat de inmiddels ontbrande wereldoorlog
die overwegingen heeft gestaakt.
(Wordt vervolgd).
echter niet zoo optimistisch gestemd als de
Minister en vreest grooten strijd. Hij, rekent
echter op de samenwerking met hen. die.even
eens door het vertrouwen van den Mmister
geroepen zullen worden aan deze besprekin
gen deel te nemen.
Akkerbouw.
Economie, Wetgeting, enz.
DE STRIJKGELDEN BLIJVEN.
De actie, welke bij de Eerste Kamer gevoerd
tegen het door de Tweede Kamer aangeno
men wetsontwerp, houdende bepalingen inzake
apenbare verkoopingen en verpachtingen, heeft
succes gehad. De Kamer heeit met 29 tegen
stemmen het ontwerp verworpen. Bijna alle
aanwezige leden maakten bezwaar tegen de
afschaffing der strijkgelden, van welke
afschaffing men een daling der waarde van
onroerend goed verwachtte.
De heeft steeds het afschaffen der
strijkgelden voorgestaan en kon zich met het
adres van liet Kon. Ned. Landbouwcomité aan
de Regeering vereenigen. In dit adres werd er
u.m. op gewezen, dat het uitloven van strijk
gelden beoogt het opjagen van den koop- en
pachtprijs, en dat het in de hand werkt, dal
voor een goed een hoogeren prijs wordt be
taald, dan dit volgens vraag en aanbod noodig
zou zijn.
HET VRAAGSTUK DER JACHTSCHAPPEN.
Overleg tusschen regeering en betrokken
organisaties.
Bij de behandeling van de Jachtwet in de
—Tweede Kamer had de Minister van Binncn-
landsche Zaken en Landbouw de toezegging
gedaan, dat het vraagstuk der jachtschappen
in nadere overweging zou worden genomen.
Daarna is op het Departement een ontwerp
van wet samengesteld, dat om bericht en raad
is gezonden naar de vier groote land- en tuin-
bouw-organisaties, de jachtvereeniging „Nim
rod" en aan Ged. Staten van alle provincies.
Naar aanleiding van de daarop ingekomen
antwoorden is door den Minister een nader
overleg ingeleid, waarvan de eerste vergade
ring op Juli j.I. op het Departement van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw werd
gehouden.
Aanwezig waren Minister Ruys de Beeren-
brouck, Mr. Van Sasse van IJssêlt, li van de
Tweede Kamer, voorzitter der vergadering,
Mr. Kolkman, lid van Ged. Staten van Zuid-
Holland, Dr. Deckers, namens den Ned. Boe
renbond, de heer Goedbloed, namens den Clir.
Boeren- en Tuindersbond, de heer Van Teil,
namens den Ned. Tuinbouwraad, afgevaar
digden van de Kon. Ned. Jaohtver. „Nimrod"
en de heer Frederiks, referendaris aan het De
partement, lid en secretaris. Mr. Dieleman uit
Middelburg, die door het Kon. Ned. Land-
bouw-comité als vertegenwoordiger was aan
gewezen. was niet aanwezig.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw opende de vergadering met een
rede. waarin hij wijst op den strijd, die gedu
rende vele jaren over dit vraagstuk is gevoerd.
Het stadium, waarin deze kwestie thans ver
keert, geeft bevrediging in uitzicht.
Het denkbeeld van jachtschappen werd na
besprekingen in de Kamer, in studie genomen,
waarvan het gevolg was dat een ontwerp van
wet betreffende jachtschappen werd samen
gesteld. Om dit zooveel mogelijk te belichten
werd het om advies gezonden aan de centrale
organisaties der betrokken belangengroepen,
eensdeels de groote land- en tuinbouworgani
saties en anderdeels de jachtvereeniging
„Nimrod". Bovendien werd het advies inge
wonnen van Gedeputeerde Staten.
De adviezen, welke zijn ingekomen, staan in
vele opzichten lijnrecht tegenover elkaar, zelfs
lijkt deze tegenstelling soms principieel on
verzoenlijk. Hij is echter vol vertrouwen.
Hoewel bij het ontwerp-Jachtv.et de advie
zen ook zeer uiteenloopend waren, is men door
overleg toch tot overeenstemming gekomen en
werd het ontwerp-Jachtwet aangenomen.
De Minister zegt, dat het vraagstuk inge
wikkeld en moeilijk is. Evenals bij het gchecle
i.iChtprobleem zullen dc beide strijdige belan
gen scherp naar voren dringen. Hit hoopt,
dat de commissie door eendrachtige samen
werking het vraagstuk tot een oplossing zal
mogen brengen.
De Voorzitter der vergadering, de heer Mr.
Van Sasse van IJssclt beantwoordt hierop den
Minister, ook hij wees er op. dat het zeer
moeilijk zal zijn het vraagstuk der jachtschap
pen tot een oplossing tc brengen. Spreker is
HET VROEG ROOIEN VAN VOOR
POOTÜOED BESTEMDE AARDAPPELEN.
Op den „Aardappeldag" 'te Wageningen
heb ik, op grond van entprocvcn van Prui.
Quanjer en in verband met sommige waar
nemingen in het buitenland, de veronderstel
ling uitgesproken, dat men door onrijp te
rooien de kans vergroot van gezonde planten
weer gezonde nakomelingen te verkrijgen.
Proeven, welke in 1922 hieromtrent door
mij genomen zijn en waarvan de nabouw
thans te velde staat, hebben deze veronder
stelling ten volle bevestigd. Deze proeven zul
len later in Cultura worden gepubliceerd. Op
verzoek van de „aardappelcommissie uit het
Centraal Comité voor de keuring der gewas
sen te velde", deel ik thans de belangrijkste
resultaten van deze proeven mede.
Deze zijn de volgende:
De beteekenis van het gebruik van on
rijp pootgoed moet uitsluitend worden gezocht
in een vermindering van de kansen van infec
tie voor verschillende ziekten.
De „smetstof" van bladrol, mozaïek,
krinkel, kan reeds zeer vroeg in den zomer
op gezonde planten worden overgebracht en
kan reeds in de knollen geraken als deze nog
zeer klein zijn. Zeer vroeg gerooide, oorspron
kelijk gezonde stam mep kunnen reeds zieke
nakomelingen voortbrengen. Bij de genomen
proeven bleek echter het percentage zieke na
komelingen kleiner te zijn naar mate de plan
ten vroeger waren gerooid. Bij enkele proe
ven was dit onderscheid gering, doch bij de
meeste bestond er een opvallend verschil ten
gunste van de onrijp geoogste poters.
Van de duizenden knollen, welke ge
rooid zijn vóór het optreden van de gewone
aardappelziekte (Phytophthora infesians), is
in den loop van den winter geen enkele tot
bederf overgegaan, terwijl bij de laat gerooi
de het aantal zieke knollen van sommige
soorten, o.a. Eigenheimer en Roode Star, zeer
groot was.
Bij scherpe selectie en isolatie, gepaard
met vroeg rooien, is het mij in 1922 gelukt de
soorten, waarvan ik bij het begin van dat jaar
gezond pootgoed bezat, vol komen gezond te
behouden, zoodat b.v. in de Eigenheimers,
Bravo's, Thorbecke's en Paul Krüger's, welke
voor dat doel waren geteeld, in 1923 geen
enkele zieke stam is gevonden. In vorige jaren,
toen ik het onrijp rooien niet toepaste, is zulk
een gunstig resultaat nooit bereikt.
Zeer vroeg gerooide poters, welke nog
zeer klein waren op het tijdstip van het
rooien, hebben slechts kleine stammetjes opge
leverd.
Naar aanleiding van bovengenoemde resul
taten. raad ik de land- en tuinbouwers, die
zich bezighouden met het telen van gezond
pootgoed, aan, behalve aan isolatie en selec
tie, ook hunne aandacht te wijden aan het
vroeg rooien van hun elite planten. De resul
taten, welke zij met het vroeg rooien verkrij
gen, zullen niet onder alle omstandigheden
gelijk zijn, omdat het tijdstip van besmetting
van vele factoren afhangt. Hoe vroeger ge
rooid wordt, hoe grooter is de kans op succes,
leder zal echter voor zich zelf hebben uit te
maken hoe vroeg hij, ook in verband met punt
met rooien kan beginnen.
Oostwold (Old.). OORTWIJN BOTJES.
DE BLADLUIZEN EN DE WARMTE.
De Plantenziektenkundige Dienst te Wage
ningen bericht het volgende:
Op verschillende gewassen hebben de blad
luizen zich dit jaar in zeer sterke mate ver
meerderd. De bladeren van appel en pruim,
kers. morel, aalbessen, cschdoorn. vlier, beuk
en vele andere planten wemelen meestal aan
de onderzijde van ongevleugelde en gevleu
gelde bladluizen en de vettige, honingachtige
uitwerpselen dezer insecten (de zgn. honing
dauw) al of niet zwart gekleurd door schim
mels (roetdauw) bedekt de bovenzijde van dc
lager geplaatste bladeren.
Het aantal bladluizen is zoo groot, dat zij
in verschillende gevallen aanmerkelijke schade
aanrichten. Bestrijding is op dit oogenblik
zeer moeilijk of geheel onmogelijk, omdat de
insecten de bladeren meestal zeer sterk heb
ben doen ineenrollen. waardoor zij tegen de
aanraking met eventueel te verspuiten bestrij
dingsmiddelen zeer goed beschermd zijn.
Gelukkig neemt het aantal dieren, dat zich
met bladluizen voedt (larven van de gaas-
vlieg en van lievenhcersbcestjes, van zweef
vliegen en kleine sluipwespjes) toe, maar het
voortplantingsvermogen der bladluizen is zoo
groot, dat een zeer groote opruiming noodig
is, voor men van beëindiging van tie niaag kan
spreken.
Het is daarom gelukkig, dat de weersge
steldheid ons in onzen strijd tegen de blad
luizen behulpzaam is. Er is n.l. geen beter
bestrijdingsmiddel dan warmte. Als dc tem
peratuur omstreeks of boven 35 stijgt, is deze
voor verreweg liet grootst aantal bladluizen
doodelijk. Zij trachten zich, als zoo hooge
temperatuur optreedt, eerst nog te redden
door verplaatsing, maar na eenige dagen van
groote hitte sterven zij. Dit is o.m. waarge
nomen in 1911. toen er in Juli in F.uropn alge
meen een zeer ernstige bladluizenplang
heerschtc, in allerlei gewassen.
Voor het einde van die maand was de blad
luizenplaag volkomen geëindigd.
AARDAPPELEN VOOR DENEMARKEN.
De Inspecteur, hoofd van den Plantenziek-
ie™,.T?i.gen Dicns' Wringen, vestigt dc
aandacht van exporteurs erop. dat aardappe
len, welke in Denemarken ingevoerd zullen
worden, volgens de Decnschc bepalingen up
balen verpak' n">eten zijn in nieuwe
De Inspecteur, hoojd van den
Plantcnzicktenkundigcn Dienst
VAN POETEREN.
VERSLAü OVER DEN LANDBOUW
OVER 1922.
in landbouwkringen wordt meermalen Ge
klaagd over de «onkunde, welke vele buiten den
landbouw staande personen aan den dag leg.
Bnn' Seer 1Ct gaa' over dc beteekenis van
den landbouw voor ons volksbestaan en over
economtsche vraagstukken, welke den
landbouw verband houden. Dat leidt niet zcl-
■tad en lnnHgenSa,jdi?e °Pva,,inK«-'n tusschen
stad en land en de minder gewenschte gevol
gen van dien. Anderzijds blijken er ook in
landbouwkringen nog velen te zijn die, wan-
"^e.r Jle! geen 'cch,n,ische onderwerpen betreft
met blijken te beschikken over een bron, waar-
2H gedocumenteerde gegevens omtrent den
stand en de ontwikkeling van onzen landbouw
kunnen vinden. Met het oog hierop moge nog
eens de aandacht worden gevestigd op het
Hnnr Hg n-,ver.'den landbouw. dat telken jare
door de Directie van den Landbouw wordt uit
gegeven en waarvan thans dat over 1922 als
der Verslagen en Medcdeelingen 1923 is
verschenen. Aan dit verslag wordt steeds veel
zorg besteed, terwijl er naar wordt gestreefd
een zoo volledig mogelijk beeld te geven van
de ontwikkeling van den landbouw in al zijn
vertakkingen in het afgeloopen jaar en van al
de factoren, die daarop van invloed zijn ge
weest. Daartoe wordt niet alleen gebruik ge
maakt van de gegevens, welke door de burge
meesters omtrent den oogst van de gewassen
worden verstrekt, doch wordt tevens een be
roep gedaan op de ambtenaren van de Direc
tie van den Landbouw, secretarissen van land-
bouwvereenigingen en handelaren en andere
particuliere personen, die in voortdurend con
tact met den landbouw staan om een zooveel
mogelijk volledig beeld te geven van hetgeen
in den landbouw leeft. Niet alleen vindt men
er in tabellen vastgelegd gegevens omtrent
het gebruik van den grond, den oogst der ge
wassen, den veestapel, de grootte "der bedrij-
ven, verdeeling van eigendom cn pacht de
ontwikkeling van de coöperatie, den uitvoer
van landbouwproducten enz. Doch daarnaast
worden ook korte beschouwingen aan deze
en andere onderwerpen gewijd. Zoodoende
vindt men in het Verslag niet alleen vermeld
de belangrijkste gebeurtenissen op landbouw
gebied in het afgeloopen jaar, doch tevens zijn
in dat verslag de voornaamste gegevens aan
wezig omtrent den omvang en de beteekenis
van den landbouw.
Het lezen cn geregeld raadplegen van het
Landbouwverslag kan dan ook niet genoeg
worden aanbevolen.
ALGEMEENNEDERLANDSCHE EN
NED.-INDISCHE TUINBOUW- EN
BLOEMENTENTOONS TELLING
TE AMSTERDAM.
Door het groot aantal inzendingen, dat
reeds voor de tentoonstelling is toegezegd, is
liet noodig geworden dc indecling van de
luiime in het I.-gebouw en op hel daar
bij behoorendc buiten-terrein te wijzigen.
Kellngscnmmissie beeft dienovereen-
.are 'aa's4 gehouden vergadering
onh n,CWl{Z!? plan Soedgekcurd, waarbij het
wl tc"r4errcin l,L't gebouw in ge-
"'k.za worden genomen; daardoor zal vol-
ru"",t' voor de te bouwen kassen ver
legen worden, en zal ook het bijenpark beter
tot zijn recht komen.
Op herhaald verzoek heeft de Rcgelingscom-
missie besloten, thans ook doorloojiende kaar
ten te verstrekken voor den prijs van
fo'to fb?tónillik' °nder loczcnd'ng van een
aan P^L »anKev/aaKd kunnen worden
dam Sccretariaat, Smitstraat 19, Amster-
OROOTE SCHAPENKEURING OP TEXEL
te Den R6"5038 2l Aug" 10 uur za'
fnkï?™ 0p Texel' cen Kron,c schapcn-
fokdag worden gehouden. Het staat nu reeds
vast, dat de inzendingen dit jaar zeer belang
rijk zullen zijn. Niet alleen kan men er een
overzicht krijgen van den stand der fokkerij
'I'"'5 hCt Tc«lsche SChaap
riaal aa°n t't Setegenhcid prima fokmate-
naal aan te koopen. Men late dus deze schit-
terende gelegenheid niet voorbij gaan.
VRAIENRUBRIEK.
Onderwijs.
LANDBOU WHUISHOUDKUNDE.
Zaterdag 14 Juli j.I. werden de eindlessen
gehouden van de cursussen in landbouwhuis-
houdkunde te Tholen en te St. Philipsland.
Hierbij waren aanwezig de heeren Mr. Die
leman en Tj. Kielstra, Voorzitter en
Secretaris der de heer
Stoutjesdijk, Voorzitter van den Kring Tholen
der de heer Stevens, Rijksland-
bouwconsulent, benevens enkele dames.
Op de eindles te Tholen waren bovendien
aanwezig de Burgemeester en Secretaris der
gemeente Tholen en te St. Philipsland Burge
meester en Wethouders dier gemeente.
Uit de antwoorden der leerlingen, die zij
op de hen gestelde vragen gaven, bleek, dat
zij de lessen met vrucht hebben gevolgd.
De heer Dieleman hield bij beide eind
lessen op de hem eigen wijze een kernachtige
toespraak.
Waar de leerares, mejuffrouw Lin-
denbergh, haar betrekking, wegens aanstaand
huwelijk, zai neerleggen en deze de laatste
cursussen zijn, welke door haar zijn geleid,
dankte de Voorzitter haar voor de vele nuttige
lessen, die zij heeft gegeven aan de cursussen
en voor haar medewerking tot meerdere ont
wikkeling van de boerenmeisjes in onze Pro-
vi ncie.
Mej. Lindenbergh dankte den heer Diele
man voor de gesproken woorden cn de
voor de medewerking, die zij steeds heeft
ondervonden.
Op beide eindlessen werd Mej. Lindenbergh
door een der leerlingen toegesproken en werd
haar een herinnering aangeboden. Op de les
te Tholen werd ook den landbOuwonderwijzcr.
den heer van Dijk, en op die te St. Phi
lipsland den heer Domé, dank gebracht voor
het gegeven onderwijs en werd ook hen een
souvenir aangeboden door de leerlingen.
Allerlei.
ie •i!dere,arbcider' die in loondienst
is, recht 0p ziekengeld by ziekte? En tevens bij
bevalling van de echtgcnootc of overlijden van
bloedverwant, recht op loon''
Antw Bij ziekte of ongeval van een by hem
inwonende arbeider is de werkgever verplicht,
zoolang de dienstbetrekking duurt, doch uiterlijk
gedurende een termyn van zes weken, te zorgen
voor diens behoorlijke verpleging en geneeskun
dige behandeling, voor zooverre daarin niet uit
anderen hoofde is voorzien, b.v. doordat de werk
gever zyn arbeider tegen ziekte heeft verzekerd
De itosten van de laatste twee weken, kan hij
op den arbeider verhalen, doch die der eerste
vier weken alleen dan, wanneer de ziekte of h-t
ongeval door opzet of onzedelijkheid van den ar-
beuier is veroorzaakt, of het gevolg is van een
lichaamsgebrek, waaromtrent de arbeider den
werkgever by het aangaan der overeenkomst op
zettelijk valsche inlichtingen heeft gegeven.
Is de arbeider tengevolge van ziekte of onge
val verhinderd geweest zyn arbeid te verrichten,
dan behoudt hij zijn aanspraak op loon „geduren
de een betrekkelijk korten tijd", behalve weer in
bovengenoemde gevallen van opzet, onzedelijkheid
of lichaamsgebrek. Hoe lang die „betrekkelijk
korten tijd" duurt, wordt in de wet niet nader
omschreven en hangt geheel van de omstandig
heden af, b.v. of iemand een arbeider pas in
dienst heeft of dat deze al gedurende gcruimen
tyd by den werkgever in dienst is geweest; dit
zal, als partijen niet kunnen overeenkomen, door
den kantonrechter uitgemaakt moeten worden.
Kry'gt de arbeider, krachtens een wettelijk
voorgeschreven ziekte- of ongevallenverzekering
(de eerste is nog niet in werking, de laatste wel.
de Land- en Tuinbouw-Ongevallenwet en de On
gevallenwet 1921) of krachtens een vrijwillige
verzekering van den werkgever of een zieken
fonds een geldelijke uitkecring of vergoeding,
dan wordt het loon met het bedrag daarvan ver
minderd.
Omtrent het behouden van recht op loon van
den arbcidec. wanneer hij bij bevalling van zijn
cchtgenoote of overlijden van een bloedverwant
niet gewerkt heeft, bepaalt de wet, dat de arbei
der zijn aanspraak op loon behoudt, gedurende
een korten, naar billijkheid te berekenen tyd,
wanneer hij tengevolge van de vervulling van
een hem door de overheid opgelegde verplichting
(die hy niet in zijn vrijen tyd kon vervullen) ais
b.v. het stemmen, of tengevolge van zeer bijzon
dere, buiten zijne schuld ontstane, omstandig
heden, verhinderd geweest is zyn arbeid tc ver
richten.
De wet noemt onder deze zeer bijzondere om
standigheden: de bevalling van dc echtgenoote
van den arbeider, het overlijden cn de begrafenis
van een zijner huisgenooten of van een zijner
bloed- of aanverwanten in de rechte linie onbe
paald (vader, moeder, grootvader, -moeder, zoon,
dochter, enz.) cn in de zijlinie tot in den tweedon
graad (broer, zuster).
Gedurende welken tijd hij zijn aanspraak op
loon in dit geval behoudt, hangt weer geheel, als
boven, van dc omstandigheden af, en zal in laat
ste instantie weer door den Kantonrechter moe
ten worden uitgemaakt.
TUINBOUW.
DE ZEEUWSCH-VLAAMSCHE WATER
LEIDING.
In ons vorig nummer werd door liet Secre
tariaat der Zceuwsch-Vlaamsche waterleiding
medegedeeld, dal tot toetreding dezer ven
nootschap reeds door enkele gemeenten was
besloten, n.l. Graauw en Lnngendam. Clinge.
Koewacht en Philippine.
In de in den loop dezer weck gehouden
raadsvergaderingen der gemeenten Axel. Hulst,
Oostburg, IJzcndijke cn Waterlandkerkje,
werd eveneens tot toetreding besloten
Waar het hier een voor Zeeuwsch-VInande-
ren zeer belangrijke zaak geldt, hopen we,
dat ook de andere gemeenten cen gunstig be
sluit ten opzichte van de Zeetiwseh-Vlaamsche
waterleiding zullen nemen.
CERTIFICATEN VOOR PLANTENZENDIN
OEN NAAR CANADA.
Ondergeteekende vestigt de aandacht van
belanghebbende exporteurs erop, dat met in
gang van September a.s. alle zendingen
van planten, bloembollen en andere levende
planten, voorzien moeten zijn van een gezond
heidscertificaat en dat op elke kist een copic-
certlficaat bevestigd moet worden, zooals dit
ook voor de Vcrecnigde Staten van Amerika
is voorgeschreven.
Aangezien dit voorschrift waarschijnlijk in
werking treedt op September, moeten de
zendingen die omstreeks midden van Augus
tus ons land verlaten, reeds van deze verkla
ringen voorzien zijn.
De invoer van enkele plantensoorten is ge
heel verboden.
Nadere inlichtingen worden door onderge
tekende gaarne verstrekt.
De Inspecteur, hoofd van den
Plantcnziektenkundigen Dienst
VAN POETEREN.