De Zeeuwsche Koerier
De39ste Nederlandsche
Jaarbeurs
No. 4215 Vrijdag 30 September 1030 53ste Jaargang
Nieuws-Bijvoegsel van
Redder gehuldigd
Spijsverteringsstoornissen
plaagden hem.
Geniet thans een blakende
gezondheid.
Overeenkomstig de toezegging in ons
vorig nummer laten wij hier de passage,
betrekking hebbend op de Agrarische
beurs, volgen uit de inleiding, welke de
Secretaris-Generaal der Kon. Nederl.
Jaarbeurs bij de opening der jongste
.najaarsbeurs ter persconferentie heeft
gehouden. Speciaal onzen landbouwers
bevelen wij de lezing van deze beschou
wing dringend aan. Moge hun belang
stelling voor het ook voor hen zoo be
langrijke jaarbeursinstituut er door toe
nemen.
De heer Graadt van Roggen sprak
als volgt: m M
En dan vooral: de Agrarische Jaar
beurs. Voor de derde maal beweegt
zich thans de Nederlandsche Jaarbeurt
op agrarisch gebied, zijn de handelsbe
langen van den Landbouw en de In
dustrie onder één jaarbeursdak ver-
eenigd. De Agrarische Jaarbeurs is nog
niet dat, wat zij, in een zóó vooraan
staand agrarisch land als Nederland,
kan en moet zijn. Maar toch zit er in
de Agrarische Jaarbeurs groei. De om
vang en samenstelling van deze beurt
bewijzen het; inzonderheid dient ge
wezen op den enormen vooruitgang,
quantitatief en qualitatief, van de
groep Landbouwwerktuigen, die ditmaa;
eerst recht representatief voor den han
del in landbouwwerktuigen mag worden
genoemd. De firma's, aangesloten bij dt
„Vereeniging van Importeurs van Land
bouwwerktuigen", nemen als één af-
deeling in de Beatrixhal deel. De
Agrarische Jaarbeurs heeft daarmede
een flinken sprong vooruit gedaan. De
oude groep zuivelwerktuigen heeft zich
door haar jongere zuster niet laten
overtroeven: de deelneming in deze
groep is ditmaal buitengewoon groot en
fraai. Het is verheugend te consta-
teeren hoezeer de deelneming der agra
rische afdeelingen zich een eigen vorm
gaat zoeken in het kader van het zake
lijk begrip van „jaarbeurs". Na twee
maal proef gestoomd te hebben gaat
men aan de hand der opgedane er
varing trachten de jaarbeursdeelneming
in meer zakelijke banen te leiden. Dat
is, natuurlijk, niet voor elke afdeeling
hetzelfde. Een typisch voorbeeld is de
stand van eenige kaasproducenten, ge
assisteerd door de Kaascontrolestations
Utrecht en Zuid-Holland; op de eerste
Agrarische Jaarbeurs was alleen een
propagandastand van den F.N.Z.; het
accent van deze afdeeling is nu van het
demonstratieve, tentoonstellingsachtige
verlegd naar het commercieele belang.
Ook de afdeeling Hout geeft veel ster
ker dan de vorige malen een vorm van
samenwerking te zien, (boschbouw,
houthandel, houtzagerij en houtver
werkende industrie): een contact, dat
het zakelijk doel heeft den houtconsu-1
ment te doen inzien, dat het inlandsche
product aan de daaraan te stellen tech
nische eischen voldoet en dat tevens
ten doel heeft de bevolking te door
dringen van het belang van onze
bosschen voor de houtproductie. Een
ander voorbeeld van een eendrachtige
samenwerking tusschen den Landbouw,
de Industrie (in dit geval: de mout- en
brouwindustrie) en den Handel (nl. de
brouwgersthandelaren) geeft de deel
neming voor het eerst aan onze
agrarische beurs van het Nationaal
Comité voor Brouwgerst. De organisa
toren van deze deelneming hebben hun
jaarlijksche verkoop-keuring naar de
Agrarische Jaarbeurs verlegd, waardoor
de landbouwers geanimeerd worden het
best mogelijke product voort te brengen
en de brouwers en mouters gelegenheid
vinden zich over de kwaliteit der Neder-,
landsche brouwgerst te orienteeren. In
weer andere richting heeft zich de af
deeling pluimvee ontwikkeld, waar1
thans o.m. een modern pluimveehok.
compleet met valnesten, zitstokken, en?»
demonstreert hoe de verzorging van
bedrijfspluimvee volgens de regelen der
kunst moet gebeuren. Ook de aanwezig
heid van een inzending snijbloemen,
waarmede de Coöperatieve Centrale
Westlandsche Snij bloemenveiling deel
neemt zal als nieuwe verschijning op
onze agrarische jaarbeurs met inge
nomenheid worden begroet. Dat van
verschillende organisaties op agrarisch
gebied hier te lande en van een aantal
Vlaamsche boerenbonden bericht ont-
(Ingezonden mededeling)
Acht jaren geniet deze man nu reeds
een blakende gezondheid, nadat hij te
voren gekweld was geweest door indi
gestie. „Tien jaar geleden werd ik ge
kweld door spijsverteringsstoornissen.
Na ontelbare middelen te hebben ge
probeerd zonder verlichting te kunnen
vinden, werd mijn toestand steeds erger.
Eindelijk probeerde ik Kruschen en ge
durende 8 jaren geniet ik nu al weer
een blakende gezondheid. Ik ben op
zichter in een bekende motorenfabriek
en hoewel -ik 65 ben, ga ik door voor 50".
E. T.
V
Kruschen Salts is een combinatie van
zes zouten, die ieder een eigen werking
hebben. Zij verwijderen de opgehoopte
afvalstoffen, die de oorzaak zijn van
Uw klachten, door aansporende werking
op lever, nieren en ingewanden, waar
door niet alleen rheumatische pijnen,
maar ook spijsverteringsstoornissen,
voorkomen en bestreden worden. Uw
bloed wordt gezuiverd en binnen korten
tijd zullen Uw pijnen verminderen, om
tenslotte geheel te verdwijnen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende
drogisten
(38)
vangen mocht worden omtrent excursies
naar de Agrarische Jaarbeurs, stemt
noopvol over wat het bezoek aan deze
najaarsbeurs betreft. De vijf extra-
j aarbeurstreinen, die de Nederlandsche
Spoorwegen uit verschillende deelen van
net land laten loopen, zullen eveneens
net bezoek der jaarbeurs bevorderen
Er is in de Nederlandsche Agrarische
Jaarbeurs nog één zwakke steè: de te
geringe deelneming van het eigenlijke
landbouwproduct. Er zijn aanwezig zaai
zaden, pootaardappelen, fruit, boomen,
planten en gesneden bloemen, enz.,
maar de inzending van het Nederland
sche bodemproduct moet nog veel groo-
ter en gevarieerder worden. Rekening
dient gehouden met het feit, dat niet
alle producten van het landbouwbedrijf
zich zullen leenen voor het zakelijk
doel, dat een agrarische jaarbeurs be
oogt. Ten aanzien van tal van stapel
producten van den landbouw, verhou
den vraag en aanbod zich anders dan
ten aanzien van de meeste industrieele
voortbrengselen. Men zal echter ook
niet te spoedig moeten concludeeren,
dat dit of dat landbouwproduct niet
„messefahig" is, omdat momenteel nog
de handel daarin in anderen vorm zich
voltrekt. Het is immers niet onwaar
schijnlijk, dat, in de toekomst, aan den
nandel in bodemproducten andere
eischen gesteld zullen worden en ten
opzichte van deze artikelen andere
commercieele inzichten zullen gaan gel
den, die tevens een anderen vorm distri
butie zouden kunnen eischen. Het aan
deel, dat de in den Landbouw werk
zame personen, in de totale beroeps
bevolking innemen, daalt relatief niet
onbedenkelijk. Wil men deze vermin
dering tot staan brengen en in haar
:egendeel doen verkeeren, dan is niet
rlleen noodig uitbreiding van landbouw
?rond, maar is ook noodig, dat de land
bouwproducten in de toekomst weer
voldoenden loonenden afzet vinden.
Daarbij zal het voornamelijk ook hier
bij den Landbouw op de exportmoge -
gelijkheden aankomen, naast intensieve
bropaganda voor verbruik in eigen
and. Ook de export van landbouwpro
ducten zal moderner hulpmiddelen
ïoodig hebben. Een dezer hulpmiddelen
zou kunnen zijn: een regelmatige de-
nonstratie van wat de Nederlandsche
landbouw produceert. De Agrarische
Taarbeurs is daarvoor het aangewezen
nstituut. In welken vorm de landbouw-
broducten ter jaarbeurs zullen moeten
'erschijnen door de producenten in-
lividueel ter beurze gebracht, dan wel
•ls collectieve inzendingen onder auspi-
•iën van de daarvoor in aanmerking
zomende organisaties het inzicht
daaromtrent zal met den tijd moeten
groeien. Het groeit reeds. In bepaalde
kringen bestaat er belangstelling voor
dit vraagstuk. En dat is voor het jaar-
beursbestuur reeds een groote voldoe
ning.
Dat de inschakeling van een Agra
rische Jaarbeurs in Kèt Eader van Hel
algemeene Nederlandsche jaarbeursin
stituut (nu juist twee jaar geleden)
inderdaad aan een „eisch des tijds" be
antwoordde, blijkt wel uit het toene
mend streven naar meer wederzij dsche
waardeering en samenwerking tusschen
Landbouw, Industrie en Handel, waar
van de, op initiatief van den Commis
saris der Koningin in de Provincie
Groningen in Juli plaats gehad hebben
de Groningerdag een treffende illustra
tie was. Deze „Groningerdag" had, op
ander, wetenschappelijk terrein, dezelf
de bedoeling als twee jaar geleden bij
het jaarbeursbestuur voorzat, toen de
Eerste Agrarische Jaarbeurs werd ge
organiseerd: meer contact te brengen
tusschen industrieel, commercieel en
agrarisch Nederland en daardoor een
steentje bij te dragen tot het versprei
den van beter begrip voor elkanders
moeilijkheden. Ook de Agrarische Jaar
beurs wil het gevaar bestrijden, dat de
verschillende welvaartsgröepen bij de
steeds verder gaande specialiseering in
het bedrijfsleven louter het eigen be
drijf, den eigen kring, het eigen groeps
belang zullen gaan zien als het éénig-
belangrijke en den samenhang der za
kelijke belangen tusschen Landbouw en
Industrie uit het oog verliezen. In dit
opzicht kan de Agrarische Jaarbeurs
buiten haar direct-commercieele doel
stelling van beteekenis worden. Het
jaarbeursbestuur vertrouwt er op, dat
in de toekomst ook de landbouworgani
saties het agrarische jaarbeursinterme-
diair in haar arbeid zullen inschakelen
om naar het voorbeeld, dat reeds en
kele Rijksvoorlichtingsdiensten en re-
searchbureaux geven door grafische
voorstellingen, suggestieve en instruc
tieve propagandamiddelen de veelzijdige
beteekenis van den boerenstand «n het
boerenland onder de aandacht van onze
geheele samenleving te brengen. En het
Jaarbeursbestuur hoopt, dat juist in
dezen verwarden tijd de landbouwor
ganisaties deze taak ter hand zullen
pemen, omdat méér dan onder normale
omstandigheden alle lagen van onze
bevolking doordrongen moeten worden
van het op overtuiging berustende be
sef, dat het offer door de gemeenschap
voor het ééne gedeelte van het Neder
landsche bedrijfsleven gebracht, even
gerechtvaardigd en voor het algemeen
belang noodzakelijk is als het offer,
waardoor het andere gedeelte in stand
en paraat gehouden kan worden.
Een talrijk gezelschap woonde Vrijdag
avond ten stadhuize de uitreiking der
eervolle onderscheiding bij aan W. M.
Uytterhoeven, die op 3 Juni jl. door zijn
bewonderenswaardige kordaatheid en
volkomen beheerscht en deskundig op
treden Mevr. M. Puylaert-Temmerman
met eigen levensgevaar van een wissen
verdrinkingsdood uit het Kanaal Gent-
Terneuzen redde.
Men zal zich de toedracht van dit ge
val, dat destijds te Sas van Gent zoo
groote opschudding veroorzaakte, uit de
uitvoerige beschrijving in ons blad her
inneren: Zonder zich door de zeer be
grijpelijke zenuwachtigheid en uitste
kend bedoelde, doch onjuiste en daar
door in hun uitwerking fatale adviezen
van omstanders ook maar in het minst
van streek te laten brengen, heeft deze
uitstekende en koene zwemmer, door op
het juiste oogenblik op de juiste wijze
in te grijpen, de uiterst geringe red
dingskans uitgebuit en zoodoende een
kostbaar menschenleven helpen be
houden.
Men had hem daarvoor vanzelf
sprekend in velerlei vorm reeds dank
en hulde gebracht. Doch voor zulk een
bewonderenswaardige praestatiemocht
ook een officieele erkenning niet ont
breken. En daartoe waren dan Vrijdag
avond omstreeks 8 uur in de imposante
Raadszaal van het Gemeentehuis te
Sas van Gent, behalve Burgemeester en
Wethouders, de families Puylaert en
Uytterhoeven, de besturen der Sassche
Bad- en Zweminrichting en van de
Sassche Zwem- en Poloclub „De Bruin-
visch" alsmede verschillende andere ge-
noodigden tezamen gekomen.
Nadat het talrijke gezelschap had
plaats genomen de redder ter rechter
zijde en de geredde ter linkerzijde van
de voorzitterszetel van den burgemeester
nam laatstgenoemde, Mr G. de Kerf
het woord en sprak ongeveer als volgt:
Dames en Heeren,
Het heeft mij bijzonder genoegen ge
daan, U allen tot deze bijeenkomst te
kunnen uitnoodigen vooral in verband
met het doel, waarmede zij wordt ge
houden, en ik ben zeer verheugd, dat
U in zoo grooten getale aan die uit-
hoodlglng gevolg Hebt willen géven. Ik
heet U danook allen van harte welkom
en speciaal U, Hubert, die voor deze
samenkomst de aanleiding zijt. Al zijn
er sindsdien al enkele maanden ver-
loopen, zoo ligt bij ons allen den dag
van 3 Juni nog versch in het geheugen
toen wij werden opgeschrikt door de
mededeeling, dat aan Mevr. Puylaert
een ernstig ongeluk was overgekomen.
Gelukkig echter mochten wij spoedig
daarop vernemen, dat, dank zij het
kordaat optreden van Hubert Uytter
hoeven, de gevolgen van dat ongeluk
niet zoo ernstig waren, als ze hadden
kunnen zijn. Het spreekt vanzelf, dat
van particuliere zijde den kranigen
redder daarvoor reeds dank en hulde
is gebracht. En nu weten we wel,
Hubert, dat, als het aan U lag, van dit
feit verder geen ophef zou worden ge
maakt en dat gij het liever in stilte
zoudt laten passeeren, doch dat kan en
mag niet. In intiemen kring heeft
men U voor Uw moedige daad reeds
hulde gebracht. Doch wij allen stellen
er prijs op en grijpen de gelegenheid
met beide handen aan om thans ook
in het openbaar officieel uiting te geven
aan onze bewondering en waardeering
voor hetgeen door U is gedaan. Gij hebt
niet alleen getoond te beschikken over
een buitengewone tegenwoordigheid van
geest door op 't critieke oogenblik juist
te handelen op 't juiste moment doch
bovenal hebt gij getoond er niet voor
terug te deinzen, Uw eigen leven in de
waagschaal te leggen, waar het er om
ging, het leven van een evenmensch te
redden, iets, wat niet hoog genoeg kan
worden aangeslagen. Ik heb danook met
heel veel genoegen mijn bemiddeling
verleend om een stoffelijk, officieel blijk
van waardeering voor U te verkrijgen
en ik kan bij dezen mededeeden, dat de
Stichting „Het Carnegie Heldenfonds"
besloten heeft, U als blijk van erken
ning Uwer verdiensten, de medaille in
brons van deze Stichting6 toe te kennen.
Men heeft mij verzocht, U die medaille
te overhandigen en het is mij een
vreugde en een eer, dat te mogen doen,
daar gij, als ingezetene mijner gemeen
te, op dien dag een ander ingezetene
het leven hebt gered en een vrouw en
moeder voor haar gezin hebt helpen be
houden.
Onder krachtig applaus der aanwezi
gen stelde spr. dan de medaille aan den
heer Uytterhoeven ter hand.
Het inschrift, aldus spr., is sober doch
veelzeggend: „Aan W. M. Uytterhoeven
voor moedig gedrag op 3 Juni 1938.
Het Carnegie Heldenfonds".
Spr. wenschte dan den heer Uytter
hoeven geluk met deze zeer eervolle
onderscheiding en complimenteerde
daarmede ook de familie, die het volste
recht heeft op dit familielid trots te
zijn, aldus spr.
Moge deze onderscheiding de her
innering bij U levendig houden aan dit
mooie en groote moment in Uw leven,
waarop gij steeds met gerechten trots
zult mogen terugzien, zoo besloot spr.
onder daverend applaus.
Dan sprak de echtgenoot van Mevr.
Puylaert, dokter J. Puylaert, ongeveer
als volgt:
Zeer geachte vriend Hubert,
Het doet mij oprecht genoegen, dat ik
de eerste mag zijn na den burgemeester
om U met de U tebeurt gevallen, wel
verdiende eervolle onderscheiding harte
lijk geluk te wenschen. Ik doet dat aller
eerst natuurlijk namens mijn vrouw en
kinderen en verder ook uit naam van
geheel mijn familie. Het vervult ons
met groote vreugde, dat Uw moedige
daad, waarvoor wij U nooit genoeg
zullen kunnen danken, ook bij anderen
zoo groote waardeering ontmoet. Onzer
zijds hopen wij ook nog heel vaak ge
legenheid te vinden, om U onze op
rechte dankbaarheid te toonen.
Spr. stelde dan den heer Uytterhoeven
ten voorbeeld aan Sas van Gent en
omgeving en wenschte de familie
Uytterhoeven geluk met de eervolle
onderscheiding, hun dapperen zoon
tebeurtgevallen. Voorts bracht hij dank
aan alle anderen, die bij de redding van
Mevr. Puylaert op eenigerlei wijze hun
medewerking verleenden. Den burge
meester dankte hij voor diens mede
werking om de onderscheiding voor den
heer Uytterhoeven te verkrijgen. Uit
den tusschenliggenden tijd blijkt ten
duidelijkste, dat zulks niet zoo een
voudig is, aldus spr. Een serieus onder
zoek moest daaraan voorafgaan, doch
daarbij is men danook tot de bevinding
gekomen, dat het hier gaat om een
waarlijk superieure daad. Spr. wenschte
ook Dr de Bas, den voorzitter van de
Sassche Zwem- en Poloclub „De Bruin-
visch" geluk met de bewonderenswaar
dige praestatie van dit clublid, een feit,
waarop slechts weinigen zullen kunnen
bogen.
Ten slotte bracht hij hartelijk dank
aan alien, die blijk gaven van meê-*
leven en die „vriend Hubert" hebben
willen huldigen.
Als stoffelijk blijk van waardeering
bood dan de jongejuffr. Beatrix
Puylaert, het jongste dochtertje van
den Heer en Mevr. Puylaert, onder ap
plaus der aanwezigen aan de moeder
van den heer Uytterhoeven een prach
tige bloemenmand aan.
De heer G. Uytterhoeven, oudste
broeder van den heer H. Uytterhoeven,
heeft daarop als volgt bedankt:
i
Mevrouwen, Mijne Heeren,
In naam van mijne ouders, van mijne
beide broeders en namens mijzelf, dank
ik U allen hartelijk voor het onthaal en
de eer, welke heden aan mijn broeder
Hubert werd geschonken.
Toen hij het geluk had, Mevrouw
Puylaert te redden, deed hij natuurlijk
slechts zijn plicht en voelde hij zich
gelukkig een vrouw aan haar man en
een moeder aan hare kinderen te heb
ben kunnen terugschenken. Dit alleen
reeds gaf hem een groote voldoening.
Maar nu hij hier bemerkt, dathij
met zijn daad ook de sympathie en
achting van zijne Sassche medeburgers
heeft kunnen verwerven, voelt hij zich
dubbel gelukkig en heeft mij verzocht,
U voor dit alles nogmaals zijn vreugde
en dank te betuigen. (Applaus).
Dokter Puylaert zeide dan nog, dat
het plaatselijk muziekgezelschap „De
Vereenigde Vrienden" was uitgenoodigd
om den redder van zijn vrouw een
muzikale hulde te brengen, aan welke
uitnoodiging bereidwillig gevolg was ge
geven. Gezien Uw muzikale talenten,
aldus spr., hoop ik, dat gij dat zult
waardeeren. Spr. noodigde dan de aan
wezigen uit, zich naar het balcon te be
geven.
Vóór het stadhuis had zich inmiddels
het muziekgezelschap, omgeven door
een dichte menigte toeschouwers, opge
steld en bracht, toen de heer Uytter
hoeven en de zijnen zich op het balcon
vertoonden, verschillende muziekstukken
ten gehoore.
Een broeder van den heer Uytter
hoeven betuigde hiervoor namens den
neer H. Uytterhoeven en de familie
nartelijk dank terwijl het publitk door
een spontaan applaus van zijn mee
leven blijk gaf.
Vervolgens begaf het gezelschap zich
weer naar de Raadszaal, alwaar door
den heer K. de Feyter uit Axel enkele
foto's van het gezelschap werden ge
maakt.
In de intieme balconzaal van het
stadhuis zijn daarna door den Heer en
Mevr. Puylaert aan de genoodigden ver
schillende ververschingen aangeboden.
Hier sprak nog Dr. J. A. de Bas, voor
zitter van de Sassche Zwem- en Polo
club „De Bruinvisch", die dokter
Puylaert dankte voor diens geluk-
wenschen en daaraan toevoegde, dat
een en ander voor zijn club een krach
tige aansporing zou vormen om op den
ingeslagen weg voort te gaan. Met er
kentelijkheid gewaagde deze spr. voorts
van de toezegging van dokter Puylaert
om de club in het bezit te stellen van
een z.g. „duikpop" ter oefening in het
redden van drenkelingen en voor het
verleenen van medischen bijstand.
U, Hubert, aldus spr., hebben wij op
den j aarlij kschen feestavond van onze
club reeds mogen huldigen. Ik weet,
dat gij zeer bescheiden zijt en zal daar
om aan het gesprokeneniet veel meer
toevoegen. Wij allen zijn overtuigd, dat
gij op waarlijk bewonderenswaardige
wijze een medemensch van den dood
hebt gered. De daarbij door U getoonde
zwemcapaciteiten, Uw durf, uithoudings
vermogen en volharding, zijn niet ge
noeg te roemen. Het is mij een behoefte,
dit nog eens in dit officieel gezelschap
en in tegenwoordigheid ook van Uw
familie te herhalen. Zij mag met recht
trots op U zijn.
Na den heer Uytterhoeven en diens
familie dan hartelijk te hebben geluk-
gewenscht met de toegekende eervolle
onderscheiding sprak Dr de Bas tot
Mevr. Puylaert: En thans de tweede
hoofdpersoon, de geredde. Het zal voor
U, Mevr. Puylaert, een groote voldoe
ning zijn, dat Uw redder zooveel ver
diende eer wordt bewezen. Spr. her
innerde dan aan hetgeen op 3 Juni is
geschied. Die herinnering zal niet al
tijd prettige gedachten bij U opwekken,
aldus spr. Wij hopen echter, aldus spr.,
dat die onprettige gedachten ten slotte
steeds mogen worden overheerscht door
de groote blijdschap over den goeden
afloop en dat deze avond alle minder
aangename herinneringen zal mogen