Het I2 |2-jarig bestaan van den R. K.
Fabrieksarbeidersbond „St. Willibrordus",
aid. Sas van Gent.
PURÖL
Kameroverzicht
P
Gemeenteraad van Sas van Gent.
Een sobere doch indrukwekkende herdenking.
Ingezonden Mededeeling
Zich voegend naar den ernstigen, moeilijken
tijd, die luidruchtig feestbetoon verbiedt, heeft
onze plaatselijke afdeeling van den R. X. Fa
brieksarbeidersbond „St. Willibrordus" gisteren
op sobere doch daarom niet minder indrukwek
kende wijze haar 12y2-jarig bestaan heidacht.
Indrukwekkend toch was de manifestatie,
waarmede de dag werd begonnen: De H. Mis
in de parochiekerk, welke, tot intentie van le
vende en overleden leden door clen geestelijken
adviseur, Kapelaan Jos. Adriaansens, opge
dragen, door welhaast alle leden werd bijge
woond.
Indrukwekkend vooral ook de generale H.
Communie stomme doch meest welsprekende ge
tuigenis van den vasten wil onzer Roomsche
werkers om in heel hun leven en streven
Christus, hun Koning, te volgen, zich te onder
werpen aan het door Hem gestelde gezag, kost
bare getuigenis ook van de „zelfbewustheid"
(maar dan in den eenig goeden zin) dezer
Roomsche strijders, wier doel hun klaar voor
oogen staat: alles herstellen, de wereld hervor
men in Christus.
Zóó werd de dag begonnen.
Het slot vormde een feestvergadering ten 5
uur des namiddags in het patronaat. Daar had
op het eenvoudig doch feestelijk aangekleede
podium, het vaandel op den achtergrond, het
bestuur der jubileerende afdeeling plaatsge
nomen. Een flink getal leden bezette de zaal.
Voorzitter Beaurain opende met den christe-
lijken groet en sprak daarna het welkomst
woord om vervolgens een kort overzicht te ge
ven van het ontstaan en de ontwikkeling der
afdeeling.
Dan werd mededeeling gedaan van de inge
komen telegrafische en schriftelijke gelukwen-
schen; waaronder die van de oud-adviseur en
mede-oprichter der afdeeling, den Zeereerw.
heer Jos Baeten, thans secretaris van den Bis
schop en van Kapelaan Jos. Serrarens uit Don
gen, den vorigen geestelijken adviseur.
Toen werd gelegenheid gegeven om de jubi
leerende vereeniging te feliciteeren
Allereerst werd hiervan gebruik gemaakt
door den Zeereew. heer pastoor P Doens, die,
na herinnerd te hebben aan de uitvaardiging
der encycliek „Rerum Novarum", uitgangspunt
voor een bloeiend, zich steeds meer ontwikke
lend katholiek vereenigingsleven, wees op de
verwording van het liberalisme, dat door zijn
eigen geesteskind, het socialisme, wordt bestre
den. Ook het stofvergodend socialisme op zijn
beurt is, evenals al het stoffelijke, gedoemd om
te vergaan. Reeds thans is een scheuring merk
baar. Ook deze dwaling zal door haar eigen
geesteskinderen worden verscheurd. Pal en on
wankelbaar staat daartegenover de Katholieke
Kerk, onvergankelijk volgens het woord van ha
ren goddelijken stichter. Spr. sprak dan woor
den van hartelijken gelukwensch tot bestuur
en leden, en bracht hulde aan dc oprichters.
Met voldoening constateerde hij den snellen
groei der afdeeling, die in één jaar tijds een
ledenwinst boekte van 40 pCt., een dividend,
zoo merkte spr. onder algemeene hilariteit op,
dat tegenwoordig wel door geen enkele maat
schappij meer wordt uitgekeerd. Spr. eindigde
met den wansch, dat door samenwerking van
bestuur en leden de afdeeling een periode van
grooten bloei tegemoet mag gaan.
Tweede spreker, was de Weleerw. heer Jos.
Adriaansen, geestelijk adviseur der afdeeling.
Deze feliciteerde bestuur en leden mg het heu
gelijk jubileum en richtte dan ^eer waarieeren
de woorden tot het bestuur, dat intensief werkt
en bezield is met de beste, echt-christelijke ge
voelens. De voorzitter in het bijzender werd
door spr. geprezen. Hij is de rechte man cp de
juiste plaats, aldus spr. Beaurain heeft altijd en
veel gewerkt en aan hem is het voor een groot
deel te danken, dat de organisatie in de laatste
drie jaar zoo sterk is gegroeid en dat de geest
zoo verblijdend is verbeterd Spr. gewaagde dan
met voldoening van de groote deelname aan
de H Communie op dezen feestdag. Hij spoorde
aan tot gebed, en tot openlijk getuigen, waar
door velen uit het andere kamp in onze reien,
waar zij thuis hooren, zullen terugkeeren. Helpt
uw organisatie opbouwen, aldus spr., door Uw
echt katholiek leven Werkt samen in eendracht
en liefde. Hervormen wij onszelf en de wereld.
Na nog de verzekering te hebben gegeven, dat
de organisatie steeds op zijn volle medewerking
zou mogen rekenen eindigde spr zijn enthou
siaste toespraak met de woorden: Zorgt, dat ge
steeds mannen zijt, diep-christeüjk en echt-
Katholiek.
Vervolgens sprak de burgemeester, de Edel-
achtb. Heer L W G Hoefnagels. Deze betuigde
zijn vreugde over het feit, dat in dezen bewo
gen, moeilijken tijd de leden van St. Willibror
dus getuigen van hun trouw aan het geloof.
Spr. bracht dan hulde aan de beide leden der
vereeniging, die, als leden van den Sassehen ge
meenteraad, niet geaarzeld hebben het offer te
brengen van zich zelf en van allen en daardoor
den band van broederschap in Sas van Gent
hebben verstevigd. Hij wenschte de jubileerende
vereeniging van harte geluk eii betrok in dezen
gelukwensch óók den feestredenaar-hoofdbe
stuurder, den heer Brussel, dien hij vóór 12Vs
jaar bij het oprichten der afdeeling leerde ken
nen. Met den wensch, dat de leden van St. Willi
brordus steeds trouw mogen blijven aan het
Geloof, en de leiding van den Herder der paro
chie en van hun geestelijken adviseur zullen vol
gen, besloot spr.
Hierna werden nog woorden van gelukwensch
gesproken door de heeren: Van Assche namens
de R.K. Werkliedenvereeniging (Standsorgani
satie), den voorzitter der afd.Westdorpe, een
afgevaardigde uit Zuiddorpe en den heer de
Maaijer als afgevaardigde van de Coöperatie
„De Volharding", welke laatste nog aandrong
op aansluiting bij de coöperatie en wees op de
speciale kerstgave, die met medewerking van
de Handelskamer wordt verstrekt.
De voorzitter deelde nog mede, dat ëen ge
denkbord zal worden geschonken aan het be
stuurslid P Doens, die 12y2 jaar bestuurslid der
afdeeling is geweest.
Vervolgens gaf hij het woord aan den heer F
Brussel, die in eèn breed-opgezecte rede de oor
zaken en gevolgen van de huidige wereldcrisis
schetste. Wij hopen hierop in ons volgend num
mer nader terug te komen.
Het tweede gedeelte van den avond bracht
een kleine teleurstelling doordien de vertooning
van de film lezing met lichtbeelden over „de
vervolgingen in de eerste tijden van het chris
tendom" wegens een technische storing niet
kon doorgaan. Kapelaan Adriaansens beloofde
intusschen binnenkort revanche te zullen ne
men.
Een pittig slotwoord van voorzitter Beaurain
besloot dezen voor de leden van St. Willibror
dus zoo beteekenisvollen dag.
der Protestantsch-Christelijke 30 pCt. onder toe
zicht.
De Statistiek van het Gewoon en Uitgebreid
Lager Onderwijs 1), waaraan wij deze gegevens
ontleenen, verstrekt ook gegevens omtrent cte
naleving der Leerplichtwet. Ons treft in het
bijzonder de opvoedende werking van deze wet.
Zy heeft het geregeld schoolgaan der kinderen
ongetwijfeld bevorderd. Zoo verminderde het
aantal ongeoorloofde schoolverzuimen per
10,000 schooltijden van 133 in 1902 tot 24 in
1929. Begrijpeiyk is het, dat ook het analphabe
tisme is ons land sterk afnam. In 1900 konden
van de 100 ingehjfden bij de land- en zeemacht
er 2,3 lezen noch schrijven. In 1929 was dit
aantal uiterst gering, nl. 0,2. De 11 dienstplich
tigen die in 1929 konden lezen noch schreven,
zullen, naar wy wel mogen aannemen, zijn
voortgekomen uit de gezinnen van schippers en
kramers, die een vasten woonplaats missen en
dientengevolge niet door de Leerplichtwet wor
den bereikt.
Onze bespreking van de Statistiek van het
Gewoon en Uitgebreid Lager Onderwijs 1) is
hiermede ten einde. Het zal den lezer wel ge
bleken zyn, dat in dit werk een schat van ge
gevens over ons onderwijs is verzameld.
Het moet, naar onze meening, een plaats vin
den in de boekenkast van ieder, die zich voor
ons onderwys interesseert.
1) Uitgave van het Centraal Bureau voor de
Statistiek te 's-Gravenhage.
DE MAASBODE is het familieblad bij
uitnemendheid.
(Van onzen parlementairen medewerker).
De begrooting afgehandeld. De Kamer op
vacantie.
De Kamer is met de heele begrooting, uit
gezonderd het Zuiderzeefonds dat aan den
steun voor de Zulderzeevisschers gekoppeld,., is.
een week voor Kerstmis gereed gekomen. Ge
lijktijdig heeft ze nog enkele belangrijke wets-
ontwepren als de contingenteeringswet, de ver
hooging der invoerrechten en de benzinebe
lasting afgehandeld. Terecht mocht de sym
pathieke voorzitter, mr. van Schaik, in zijn
slotspeechje opmerken, dat er hard was ge
werkt
De laatste dagen heeft de Kamer nog de
onderwijsbegrooting afgedaan. Een poging om
de door den Minister voorgenomen bezuiniging
op het nijverheidsonderwijs niet door te voe
ren, mislukte. Daarentegen zegde minister Terp
str£? toe, ernstig te zullen overwegen, om de
kinderen niet voor hun zesde jaar tot de lagere
school toe te laten. Dat zou, waar de kinderen
niet voor hun dertiende jaar de school mogen
verlaten, een aanmerkelijke bezuiniging mee
brengen.
Goedgekeurd werd nog een voorstel tot ver
leening van uitkeeringen tot een bedrag van
2.4 millioen gulden aan de aardappelmeelin-
dustrie in de Veenkoloniën.
Aan den heer Boon werd verlof verleend om
te interpelleeren over de voorgeschiedenis van
het Zendtijdbesluit, terwijl de heer van Dijk ge
legenheid krijgen zal een interpellatie te hou
den over het zendervraagstuk. Beide interpel
laties blijven tot na het Kerstreces, dat vërmoë
delijk tot 9 Februari duren zal, rusten. Alsdan
krijgen met het Zuiderzeefonds ook de begroo
tingen van Nederl.-Indië en Suriname een
beurt, alsmede het veel omstreden kortings
wetje op de uitkeeringen uit de gemeentefonds
belasting. Waar dit wetje veelzijds als een aan
tasting van de gemeentelijke autonomie en als
een zekere regeeringsdwang tot verlaging der
salarissen wordt aangemerkt, wordt daarover
een heete strijd in de Kamer verwacht, een
strijd, welke wellicht een portefeuille tot inzet
heeft. Voor zulk een scherpen strijd is niet de
Kerstweek het meest geschikte oogenblik.
(6)
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
Doos 30 cent
Bij Apoth. en Drogist.
Zitting van Maandag, 14 December 1931
des namiddags ten 6(4 uur.
X Vervolg).
RONDVRAAG.
a. De heer de Maaijer vraagt, of met de Kerst
dagen aan de werkloozen niet een extra-uitkee
ring kan plaatsvinden.
De voorzitter: We zullen kunnen nagaan, wie
daarvoor in aanmerking komen. Er zijn er, die
nog niet uitgetrokken zijn en ook kan het voor
komen, dat men het niet noodig heeft. Ik ben
er ook voor, dat er met Kerstmis iets gedaan
wordt, zegt spr. Vinden de heeren het goed,
dat, als wij zien, dat het noodig is, een zeker
bedrag wordt uitgekeerd?
De heer de Leux: Ja, dóch zouden we clan
niet met elkaar overleggen, wie in aanmerking
komen voor een uitkeering?
b. De heer de Leux: Nu ik zie, dat zooveel
menschen uitgetrokken zijn, zou ik willen vra
gen of de boomen, die door iepenziekte zijn
aangetast, niet een schoon object voor werk
verschaffing zouden kunnen vormen.
Wethouder Tak: Het is de bedoeling, dat die
boomen worden verkocht.
De voorzitter: Wij zouden het kunnen over
wegen, doch kunnen geen toezegging doen.
De heer de Leux wyst erop, dat velen in zeer
moeilijke omstandigheden verkeeren. Het locn,
dat zij door de werkverschaffing hebben ver
diend is te klein geweest om daarmede te zor
gen voor aanvulling van hun linnenkast. Ook
aan schoeisel is gebrek. Laat die menschen de
boomen rooien, zegt spr.
De voorzitter merkt op, dat men voor dat
werk niet veel menschen zou kunnen gebruiken.
Als men begint met er b.v. 5 aan te stellen,
willen er en dat valt den menschen niet
kwalijk te nemen 25 arbeiden. Wij kunnen
dan echter niet allen helpen.
De heer de Leux meent, dat er toch nog wel
andere kleine werkjes kunnen worden opge
knapt. Spr. dringt erop aan, dat men den men
schen zooveel mogelyk vóór Kerstmis nog wat
zal laten verdienen.
De voorzitter: Wij zullen het bespreken en
doen, wat we kunnen.
c. De heer van Goethem vraagt hoe het staat
met de inwilliging van zijn verzoek inzake wij
ziging van het reglement van orde.
De voorzitter: U bedoelt, het verzoek om de
leden der verschillende fracties in de Raadszaal
bij elkaar te plaatsen. Ik heb dat overdacht,
doch vind het bepaald moeilijk. Als ieder lid
zou willen zeggen: Ik behoor bij die fractie,
dan zou er geen bezwaar tegen zijn. De heer
Neeteson heeft echter reeds gevraagd: Waar
moet IK dan blijven. Zoo kunnen er meer zijn.
Het zal moeilijk zijn, tot die wijziging over te
gaan.
De heer van Goethem kan het bezwaar van
den voorzitter niet deelen. Spr. merkt op, dat
men bij de aanvraag inzake de geldleeningen
toch ook de verschillende fracties heeft moeten
opgeven. De constellatie is algemeen bekend.
De voorzitter vraagt, hoe b.v. de katholieken
in den Raad zouden moeten gerangschikt wor
den.
De heer de Leux ziet er ook geen bezwaar in,
dat de fracties bij elkaar geplaatst worden. Spr.
geeft de volgende rangschikking aan: R.K.
Staatspartij 3 leden, alleenstaande katholieken
2, bezuinigers 2, Neeteson alleen, S.D.A.P. 3.
De heer Neeteson kan dan naast de een of an
dere fractie geplaatst worden.
Dé heer Machielsen zegt, dat hij voor den
verslaggever wel eens moeilyk te volgen is,
zooals hem ook uit het verslag is gebleken. Spr.
heeft al eens overwogen om met een fractie
genoot van plaats te wisselen om meer in de
nabijheid van den verslaggever tc zitten.
De voorzitter: Ik ben overtuigd, dat de ver
slaggever U ditmaal goed verstaan zal hebben.
d. De heer van Goethem herinnert nog aan
een ander, door hem gedaan verzoek nl. \cor
het instellen van een gemeentelijke beerrui-
ming.
De voorzitter: Dat gaat zóó maar niet. Er
moet eerst geïnformeerd worden naar den prijs
van een beermachine.
Wethouder Tak wijst erop, dat velen beswaar
zullen hebben om zich daarbij aan te sluiten.
Ik sluit er me niet bij aan, zegt spr.
De heer van Goethem zegt alleen maar te wil
len weten, wat door B. en W. ten dezen is ge
daan. Hij heeft omtrent zijn verzoek niets meer
gehoord en vreesde, dat de zaak op de lange
baan geschoven zou worden.
De heer Machielsen doet het denkbeeld aan
de hand om de faécaliën mët tonnen te laten
ophalen. Het is in dezen tijd misschien een be
zwaar om een machine aan te schaffen. Te
Terneuzen heeft men een dergelijke machine.
De menschen zijn daar verplicht, zich aan te
sluiten. «ijflU
De voorzitter: Dat is een zuivere toestand.
De heer Machielsen: Het is thans een be
roerde tijd voor zoo iets. Met 5 tonnetjes zou
men kunnen volstaan, meent spr.
De voorzitter merkt op, dat het aanschaffen^
van een machine vrij groote kosten met zich/
zou brengen. Als men echter tot instelling van
een gemeentelijke beerruiming wil overgaan,
laat men het dan goeë doen en zich een ma
chine aanschaffen.
De heer Machielsen herhaalt, dat te Terneu
zen de aansluiting verplichtend is gesteld. Dat
zal voor velen hier thans een bezwaar zijn,
meent hij.
De voorzitter merkt op, dat een beerruiming
toch ook veel gemak geeft.
De heer de Leux is eveneens van meening,
dat een en ander voor Sas veel moeilijkheid zou
opleveren.
De heer van Goethem betoogt, dat het niet
zijn bedoeling is, de gemeente op kosten te
jagen. Spr. wijst er echter op, dat de menschen
niet weten, waar zij met de faecal^n moeten
blijven. Men loopt steeds de kans geverbali
seerd te worden.
De vooorzitter: Als de Raad besluit, zich een
beermachine aan te schaffen, is de kwestie zóó
opgelost. Spr. merkt dan op, dat als de voor
zitter overweging van een of ander verzoek toe
zegt, dit niet beteekent, dat er onmiddellijk
gevolg aan gegeven zal worden. De kwestie
van de lantaarns kon terstond worden opge
lost. Ook de band langs het park ter verwis
seling van het prikkeldraad komt tot stand;
echter, wanneer men ziet, hoe op meerdere
plaatsen de aangebrachte band verminkt is^*
mag men zich wel eens bedenken, vooraleer
men daartoe overgaat. Heb nog een weinig ge
duld, zegt spr., tot Januari. Wij bezuinigen mo
menteel zooveel als mogelijk is.
De heer van Goethem: Ik heb geduld genoeg.
Als ik maar weet, dat eraan gewerkt wordt. Ik
wilde graag weten, hoe deze kwestie erbij
stond. Spr. herhaalt, dat men niet weet, waar
men met de faécaliën moet blijven.
Wethouder Tak: Zaterdag is er veel slechte
grond verpacht door de gemeente.
De heer Machielsen wijst nog op het gevaar
van het deponeeren der faécaliën ;n rioolput-
ten. Dat is slecht voor de gezondhheid. Spr.
meent, dat de heer van Goethem een goed
voorstel heeft gedaan.
De voorzitter: Wij staan met een firma in
onderhandeling. Het kost maar een telefoontje
om de zaak in orde te maken.
e. De heer de Leux wil erop wyzen, dat men
het in het park wel zonder prikkeldraad zou
kunnen stellen. Er behoeft z.i. geen band te
worden aangebracht. Ik geloof niet, dat de
kinderen er door zullen kruipen, zegt spr.
De heer van Goethem verklaart, het weg
laten van band ook natuurlijker te vinden.
De voorzitter betoogt de wenschelijkheid cm
een afrastering aan te brengen. Als de kinderen
zien, dat die verwyderd is, is het juist, of ze
worden uitgenoodigd om vrij op de grasperkjes
te spelen. De volgende maand zal een en ander
in orde worden gebracht.
f. De heer de Leux vraagt dan nog, dat B.
en W. willen bevorderen, dat de menschen, die
uitgetrokken zijn, aan werk worden geholpen.
De voorzitter: Zeker.
Waar niemand verder het woord vraagt,
sluit de voorzitter hierna de vergadering.
RECTIFICATIE.
Men verzocht ons de volgende wyzigingen in
het jongste Raadsverslag aan te brengen.
Ie. In het gedeelte, dat in ons nummer van
Woensdag jl. gepublieceerd werd staat vermeld
dat by de behandeling van het agendapunt II,
waar sprake is van de absentie van 4 raadsle
den, door den heer de Maayer zou zyn gezegd:
„Ik ook". Hier blykt echter een naamsverwisse
ling in het spel te zyn. De bewuste opmerking
werd namelyk gemaakt door den heer Machiel
sen.
Een analoge verwisseling vond plaats onder
punt m., waar de opmerking: winkels, die uit
sluitend tabak en sigaren verkoopen enz" door
den heer de Maaijer werd gemaakt en niet door
d enheer Machielsen
In het tweede gedeelte van het raadsverslag,
gepubliceerd in ons nummer van Vrijdag jl. leze
men in de 4e kolom le pagina, le blad inplaats
van de alinea (de heer van Goethem) „Doch
waar de Nederlandsche arbeiders niet aan wil
len" etc. het volgende:
Dat het bestuur van het N.V.V. er niet aan
wil om de Nederlandsche arbeiders, tegenover
de buitenlanders te beschermen, kan ik heel
goed begrijpen, doch 75 pCt. zijner leden is met
mijn zienswijze accoord.
Voorts komt inplaats van de alinea: De lieer
van Goethem is eveneens van oordeel etc:
De heer van Goethem is eveneens van oor
deel, dat een dergelijke storting feitelijk niet
kan worden gevergd doch wanneer België der-
getij ke wetten, invoert, mogen wy toch eigeniyk
wel tot représailles overgaan.
Tenslotte inplaats van de alinea: „De heer v
Goethem memoreert een geval by de Purfina":
De heervan Goethem: Dan is net nonsens wet
de voorzitter ons in een vorige vergadering
heeft medegedeeld.
De heer de Leux. de voorzitter had het over
menschen, die in België gaan WONEN, niet ovêr
die er gaan WERKEN.
De heer van Goethem memoreert dan een gc
val bij de Purfina,