Abdijsiroop
No. 3861
Maandag 21 December 1931
46ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Aartsbisschop en de
Bisschoppen van Nederland.
Feiten en cijfers over
School en Onderwijs
VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND -
P0STREKF.NIN6 Na. 52410.
FE UILLETON."
De Bedelares van
Saint-Sulpico.
Een hoester heeft
Abdijsiroop noodig!
Ingezonden Mededeelinp
AKKER's
DE
ERIER
Bureau* van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per.3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling
Advertentiën 20 cent per. regelbij contract lager
ZEER KOOPKRACHTIGE
LEZERSKRING
ITSTEKEND GESCHIKT
VOOR PUBLIOITEIT
Aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid en
Geloovigen,
Zaligheid en Vrede in den Heer.
De zich dood-ziek-voelende wereld ziet naar
alle kanten uit om genezing, om verlossing, be
halve naar Hem, die de volkeren geneest en
verlost.
Volken stroomden samen in bonden, hooge re
geeringen beraadslaagden, groot-machtigen
der aarde overlegden, standen en vakverwan
ten hielden congressen, klassen schoolden sa
men in het openbaar en in het geheim en men
voorspelde vrede en geluk aan het eertijds
christelijk Europa, maarzonder God, den
Bestuurder der volken, zonder Christus, den
Verlosser der menschenen de volkeren
zijn in verdwazing met blindheid geslagen.
De in eigenzucht en eigenliefde ver
dwaasde wereld heeft alleen zichzelf gezocht,
zichzelf bemind, en toen zij in zwellenden hoog
moed en toenemende stofvergoding zich God
en heer en meester waande van het heelal door
geweldige uitvindingen en in-gebruik-stellen
van vele natuurkrachten, door hare strijd
vaardige techniek, machtige, steeds volmaak
tere machines en de triomf viering van met
dag toenemende snelheidziet zij zich ais
plotseling geplaatst in eene geheel ontwrichte
en ontredderde maatschappij, die haar stuur
verloren heeft en dreigt ten onder te gaan in
den chaos van verwildering en verwarring,
waaruit niemand uitweg ziet en redding weet.
Nu de volken als voor de komst van öen
Verwachte der volkeren reikhalzend uitzien
naar vrede, is een vredesboodschap zeker wel
kom. 't Is de 19 eeuwen jaarlijks terugkeerende
„boodschap van groote vreugde voor geheel
het volk" van den Engel aan de herders van
Bethlehem, het eerst verkondigd bij de ge
boorte van Christus, den Zaligmaker der we
reld.
Christus' vrede in Christus' Rijk.
Geen ware vrede zonder Christus, geen ware
vrede buiten de grenzen van Zijn Rijk.
Zijne blijde boodschap luidde: Vrede laat Ik
u. Mijnen vrede geef ik u. Niet zoo klonk
Zijne waarschuwing tegen alle andere vredes
leuzen niet zooals de wereld geeft, geef Ik n.
De wereld belooft vrede, maar schenkt hem
niet, omdat zij hem niet bezit, zelfs niet kent.
De Zoon Gods kent en bezit den vrede van
eeuwigheid, en als Godmensch werd Hij dc
boodschapper en de brenger des 'redes van
God aan de menschen, die dezen door hun op
stand tegen God hadden verloren.
Hij kwam de vredebreuk tusschen den
mensch en God herstellen door het handschrift
der veroordeeling, die tegen ons was, te ver-
149)
Tot dusverre had zij er nog nimmer aan ge
dacht haar jonge verpleegster te ondervragen
over haar afkomst, haar familie, haar verle
den -
Nu was dat denkbeeld eensklaps bij haar op
gekomen.
Rose had juist een verhaal uitgelezen en
daarop begon Jeanne haar te ondervragen.
Hoe oud zijt gij toch, mijn kind? zeide zij.
Zeventien jaar, moeder Jeanne, antwoord
de Rose.
Zeventien jaar, herhaalde Jeanne, zeventien
jaar, juist zoo oud als mijn dochters, wan
neer zij nog leven, liet zij er droevig op vol
gen, terwijl haar oogen vochtig werden. Zij
zijn misschien even schoon als gij, even lief,
even goed, o! hoe gaarne zou ik willen, dat zij
op u geleken.
Komaan, moeder Jeanne, maak u niet ver
drietig, zeide Rose haastig. Gij zult uw kin
deren nog wel terugvinden. Gij hebt veel ge
leden, dat is waar, maar in de toekomst lacht
het geluk u tegen, ik heb er een voorgevoel
van. Ik hoop het niet alleen, ik weet het zeker.
Jeanne Rivat loosde een diepe zucht on zag
het lieve meisje, dat trachtte haar te troosten,
met dankbaren blik aan. De stern, waarmee de
jonge verpleegster haar moed insprak, vond
scheuren aan het kruis door Zijn lijden en
dood.
Zóó bracht Hij ons den vrede tegen zóó duur
een losprijs van Zijn kostbar Bloed, van Zijn
dierbaar Leven. Hij bood ons den vrede aan en
leerde ons, hoe dien vrede te verwerven en te
behouden.
Helaas, velen hebben Christus niet aangeno
men, Zijn Godheid verworpen, Zijn Woerd,
Zijne Wetten en Zijne Genademiddelen ver
waarloosd en hebben hun hooger zieleleven
versmoord in zelfvergoding, natuurdienst en
stofaanbidding. Helaas, omdat zij den vrede
zochten buiten Christus, bleven zij staan bui
ten het Rijk van Christus, zonder waren vrede.
B. G., zoo lang niet de wereld terugkeert tot
Christus, zal haar vorschen naar vrede ij del
blijken. Lapmiddelen vindt zij, die hare naakt
heid niet kunnen dekken, als lompen afvallen
en de diepe wonden toonen, welke zich hebben
ingevreten in de van Christus afgewende maat
schappij.
Mogen zoo bidden wij, Christenen, niet in
farizeeschen trots, maar in diep schuldgevoel
over zeer veel gebrek en tekort aan Christelijk
leven ons eigen voorbeeld volgens Christus'
wetten en ons vertrouwvol en volhardend ge
bed de menschheid terugvoeren tot een vast
geloof in Christus, tot deemoedig vertrouwen
in Zijne Voorzienigheid, tot christelijke recht
vaardigheid en christelijke naastenliefde, tot
vrede met God en de menschen.
B. G. Doet boete over eigen zonden en vcor
de zonden van anderen en bidt met vertrouwen,
want de H. Geest leert ons in het Boek der
Wijsheid (1, 13-14): God verlustigt zich niet in
den ondergang der levenden. Hij heeft genees
lijk gemaakt de geslachten der gansche aarde.
Vereenigt U met den Vrede-Koning Christus
in de H. Communie veelvuldig en smeekt Hem
om vrede voor U zelf en voor alle menschen.
Moge God aan alle menschen verschijnen in
de goedheid en liefde van Onzen Zaligmaker,
als in den eersten Kerstnacht, ons volgens Zij
ne overgroote barmhartigheid vervullen met
vertrouwen op God en vertrouwen cp elkander
en ons den vrede schenken van Christus in het
Rijk van Christus door Jezus Christus, onzen
Heer, die met den Vader in de eenheid des H.
Geestes in eeuwigheid leeft en heerscht over
alle volkeren der aarde.
Om den waren vrede van God af te smeekan
bepalen wij:
1. dat vanaf 21 December a.s. tot aan Drie
koningendag in alle HH Missen zal worden
ingevoegd de oratio imperata uit de Missa vo-
tiva Pro Pace (pro re gravi etiam in festis du-
plicibus primae classis, exceptis Nativitatis et
Epiphaniae)
2. dat onder het Lof vanaf den vierden Zon
dag van den Advent op alle Zon- ::n feestdagen,
ook niet verplichte feestdagen, tot en met Drie
-koningendag de gebeden zullen worden ver-
richt, welke hieronder staan afgedrukt.
En zal deze vredesboodschap in alle tot onze
Kerkprovincie behoorende kerken, alsmede in
de kapellen, waarover een rector is aangesteld,
worden voorgelezen, op Zondag, 20 December
t a.s.
Gegeven te Utrecht, 2 December 1931.
t J. H. G. JANSEN,
Aartsbisschop van Utrecht,
t L. J. A. H. SCHRIJNEN,
Bisschop van Roermond,
t P. A. W. HOPMANS,
Bisschop van Breda.
tA. F. DIEPEN,
Bisschop van 's L'osch.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem
LAAT ONS BIDDEN
O God, van Wien de heilige begeerten, de
goede voornemens en de rechtvaardige werken
voortkomen: geeft aan uwe dienaren uien vre
de, welken de wereld niet geven kan; opdat wij
van harte uwe geboden toegedaan en ^an de
vrees voor de vijanden ontslagen, onder uwe
bescherming rustige tijden mogen beleven.
O God, Die niet toelaat dat de volken, die in
U g'elooven, door eenigen schrik verontrust
worden: gewaardig U, de gebeden en offerga
ven van het U toegeheiligde volk te aanvaar
den; opdat de vrede, door Uwe goedheid ge
schonken, de grenzen der christenen veilig doe
zijn tegen allen vijand.
O God, bewerker en minnaar des vredes,
Wien te kennen, leven, Wien te dienen, heer-
schen is: bescherm ons, die U smeeken, tegen
alle aanvallen; opdat wij, die op uwe verdedi
ging vertrouwen, de wapens van geen enkele
vijandelijke macht te vreezen hebben. Door
Christus, onzen Heer. Amen.
Geef vrede, o Heer, aan die op uwe hulp
wachten.
Geef vrede, o Heer, in onze dagen, opdat wij
door de hulp van Uwe barmhartigheid bijge
staan èn altijd vrij mogen zijn van zonde èn
beveiligd tegen alle wanorde. Amen.
X (slot).
De Lageronderwijswet »20 schrijft voor, dat
er voor elke openbare school of voor twee scho
len derzelfde gemeente gezamenlijk een ouder
commissie moet worden ingesteld. Deze ouder
commissie is bedoeld als een schakel tusschen
ouders en onderwijzers, gemeentebestuur en
schooltoezicht. Zij dient de goede verhouding
en samenwerking van school en nuis te bevor
deren. Tweemaal per jaar behoort de commis
sie een ouderavond te organiseeren
Er ligt echter wel een groote afstand tus
schen wet en praktijk!
Aan 1/5 gedeelte der openbare schelen en V4
gedeelte der openbare u.l.o.-scholen ontbreekt
de oudercommissie ten eenenmale!
De overige scholen hebben commissies. Maar
zijn al deze commissies wel actief?
De vrees is egrechtvaardigd, da- daaraan nog
al iets ontbreekt. Immers aan 38 pCt. der open
weerklank in haar hart.
Zij hernam:
Zijt gij te Blois geboren?
Neen.
Waar dan?
Te Parijs.
Wonen uw ouders daar?
Het gelaat van Rose betrok.
Ik heb geen ouders meer, antwoordde zij
treurig.
Gij zijt wees! Arm kind, mijn vragen heb
ben misschien treurige herinneringen bij u
opgewekt, vergeef mij.
Jeanne nam de beide handen van Rose, trok
haar tot ziclj en kuste haar op het voorhoofd
Daarna vervolgde zij:
Gij hebt clus ook reeds geleden, gij nog zoo
jong.
Neen, ik heb niet geleden, hernam de ver
pleegster, maar ik ben altijd zeer treurig ge
weest, tot in den grond van mijn hart, want
zie, het is zoo ongelukkig te moeten leven zen
der. een enkele dierbare herinnering. Ik kan
zelfs de nagedachtenis van mijn ouders niet
vereeren, want ik heb hen nooit gekend, noch
mijn vader, noch mijn moeder.
Jeanne beefde.
Wat zegt ge daar, lief kind! riep zij uit.
De waarheid, moeder Jeanne, antwoordde
Rose.
Een verlaten kind?
Neen, een vondelinge.
Een vondelinge? herhaalde Jeanne Rivat.
Of liever een opgenomen kind
Hoe dat?
Rose antwoordde:
Het was in de laatste dagen der Commune.
Op het oogenblik dat mijn moeder, naar het
schijnt, uit een brandend huis vluchtte, met
mij in de armen, viel zij neer, door een kegel
doodelijk getroffen.
Juist ging er een man voorbij, hij ving den
laatsten snik van mijn moeder op en nam het
kind van haar over.
En verder?
Die man bracht mij naar den secretaris
van het elfde arrondissement en iiet een pro
ces-verbaal opmaken van de treurige omstan
digheden waaronder hij mij had opgenomen.
Dat proces-verbaal moet mij tot geboorteakte
dienen en inlichtingen geven voor het geval er
nog nasporingen naar mij worden gedaan.
En waar werdt ge toen opgevoed, mijn kind?
Het Armbestuur trok zich mijn lot aan.
Hoe treurig.
Ik werd naar een min gezonden in de om
streken van Parijs en later ging ik naar Bïbis,
waar ik in een klooster tot verpleegster werd
opgeleid. Thans ben ik zeventien jaar en ik
heb geen familie, geen vrienden, geen steun,
mijn ha/t bloedt bij de gedachte niemand stelt
belang in mij, niemand heeft mij lief.
Jeanne had met tranen in de oogen geluis
terd naar die eenvoudige levensgeschiedenis.
Zij trok het meisje nog dichter tot zich en
sloeg haar armen om haar heen.
Ik heb u lief, fluisterde zij haar in het oor.
en ge hebt gezegd, dat ge mij ook lief hebt.
Ja, o! ja, ik heb u lief, ik heb u lief, alsof
ge mijn moeder waart. Ik heb er zoo innig naar
bare scholen voor g.l.o. en aan 45 pCt. der open
bare u.l.o.-scholen werd in 1929 geen ouder
avond gehouden.
Voor de bijzondere scholen gelden geen wet
telijke voorschriften wat betreft het contact
tusschen de school en de ouders. In 55 pCt.
der Protestantsch-Christelijke scholen voor
g.l.o. werden in 1929 een of meer ouderavonden
gehouden en in de helft van de ul.o.-scholen
van deze richting. Uiterst gering is daartegen
over het aantal ouderavonden in Roomsch-
Katholieke scholen. Slechts in 3 pCt. der
Roomsch-Katholieke scholen voor g.l.o en in
5 pCt. der Roomsch-Katholieke u.l.o.-scholen
werden in 1929 ouderavonden gehouden.
Het geneeskundig schooltoezicht ?s in ons
land meer verbreid dan velen bekend is. Bijna
de helft der leerlingen van lagere scholen is
thans aan medisch toezicht onderworpen. Men
denke daarbij niet aan de geregelde geneeskun
dige controle, welke in de groote steden zco
voortreffelijk is georganiseerd. In vele dorpen
komt de schoolarts slechts indien zijn hulp
worden ingeroepen. Het geneeskundig school
toezicht is niet gelijkelijk over de scholen der
verschillende richtingen verdeeld. Van de leer
lingen der openbare scholen staat 65 pCt., van
die der Roomsch-Katholieke 39 pCt. en van die
(35)
Als Gij hoest, als Uw- ontstoken keel U
het spreken moeilijk maakt, als Uw borst
vol slijm zit, dat niet los'wil komen, als
U 't slapen wordt belet dóór hoestbuien
of het gevoel alsof er een blok op Uw
borst ligtdan hebt Gij Abdijsiroop
noodig. Een balsem voor Uw borst.
Abdijsiroop heeft door haar overtuigende
resultaten zich vanzelf een weg gebaand.
Wordt door hare aangenaam slijmoplos-
sende, verzachtende, hoeststillende werking
geroemd bij: Hoest, Bronchitis, Asthma.
Voor de Borsf" r
Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50. Fl. 275, Fl.4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop)
verlangd, eens een moeder te hebben, haar mijn
liefde, mijn zorgen te kunnen wijden, geheel
voor haar te leven.
Jeanne bleef een oogenblik peinzend voor
zich uit zitten staren, met de handen van Rose
in de hare.
Eensklaps ontwaakte zij uit haar gepeins.
Wanneer heeft het feit plaats gehad, dat
gij mij daar verteld hebt? vroeg zij zacht.
In den nacht van den 28en Mei 1871, toen
Parijs door de Commune werd verbrand, zeide
Rose.
Den 28en Mei, herhaalde Jeanne.
En ge woondet?
Waarschijnlijk in de rue de la Roquette, wsnt
daar werd mijn moeder doodgeschoten, toen
zij uit het brandende huis kwam, waarin zij
gewoond moet hebben.
Hoe oud waart gij - toen?
Een paar dagen.
En hoe weet ge van dit alles?
Mijn min heeft het mij dikwijls verteld. Toeti
men mij bij haar bracht ontving zij een af
schrift van het proces-verbaal, dat deze ge
beurtenis vermeldde en haar verhaal is later
door het Armbestuur bevestigd toen ik, zcoals
mijn recht was, aan de administratie om mijn
geboorteakte vroeg.
Maar de man, die u heeft opgenomen uit de
handen van uw stervende moeder, de man, die
u naar de secretarie van het elfde arrondisse
ment bracht, heeft hij zich niet verder om u
bekommerd, heeft hij geen moeite gedaan om
u weer te zien?
(Wordt vervolgd).