De Zeeawsche Koerier Vrijdag 18 DBcembsr 1931. Tweede Blad Landb en Oeeleelt Hnidnitslag. Gemengd Jheuws. FEUILLETON. Ho Bodolaros van Saint-Sulp'ce* Uit het Buitenland. van 46e Uaargang. No. 3860 A Wat elke maand te doen geeft. In moes- en bloemtuin, kelder en keuken. Nadruk verboden. (2e helft December.) Kamerplanten: De Arancaria excelsa (Sier dennetje) is, wat men noemt, een koude kas plant, die 's zomers gaarne ouiten staat en 's winters in een koude kas, of op eenige andere lichte en vorstige plaats moet overblijven. In den winter behoeft men voor de zon niet bang te zijn. Het licht is dan toch al zoo spaarzaam, vooral in de maanden November en December, dat men blij mag zijn als het zonnetje er is. Het winterzonnetje doet de planten goed! Men geeft de Arancaria's dan ook het lichtste plekje, waarover men in huis beschikken kan, en bij voorkëur in een ver trek, waar de temperatuur vrij constant is, en nimmer boven de 10 graden Celsius kan stij gen. Voor een lagere temperatuur behoeft men ook niet bevreesd te zijn, als de temperatuur maar niet onder nul kan komen. Een tempe ratuur die schommelt tusschen 5 en 10 Cel sius, is voldoende en geschikt om de Aranca ria's goed en gezond te houden. Evenals alle planten leidt het sierdennetje in de winter maanden een latent leven. Groeien doet het bijna niet en mag het ook niet, omdat het ge was in dien donkeren tijd niet krachtig kan zijn bij gebrek aan licht. We moeten dus alles voorkomen, wat den groei kan prikkelen. Daar mee houdt ook ten nauwste 't gieten -verband. Planten, die rusten, hebben ïiiet veel water noodig, en we mogen dan ook niet meer geven dan voldoende is om te voorkomen, dat de aardkluit uitdroogt. Gieten moet men nu en dan dus wel, want de sierden verdampt in den winter evenals alle altijd groene planten toch altijd iets, zij het ook nog zoo weinig, terwijl ook in den pot verdamping plaats heeft, maar hoe lager de temperatuur is, noë. geringer die verdamping zal zijn, en daarom zal men op don kere koude dagen minder behoeven te gieten dan op lichte en zonnige dagen. Men moet zich dus altijd eerst vergewissen hoe de toestand van den grond is, vóór men giet. Dikwijls gie ten is in elk geval verkeerd, omdat te groote vochtigheid op den duur de wortels en dus de plant ziek zou maken, waarvan gele en doode takken de gevolgen zouden zijn, en we weten het: eenmaal weg, dan krijgen we de takken niet meer terug. Men giet een enkele maal, nu en dan als het noodig is, maar dan ook goed! De Kerstroos, Helleborus niger, is een van onze dankbaarste overblijvende planten, die tegen 't Kerstfeest vooral de aandacht trek. ken, omdat zij dan in onze bloemenwinkels zoo mooi in bloei staan. Ook in den tuin staan zij dan dikwijls feest te vieren, en wanneer straks de lichtjes van dein'Kerstboom ontstoken worden, zijn de Kerst rozen in menigen tuin uitgebloeid. Dat de Kerstroos een zeer oude plant is, bewijst dat Abrahamus Munting haar ir^ „Waare «effe ning" uitgegeven in 1671 heeft besproken. Pij doet dat in het CVII de Capitel, getiteld „Nies wortel". Van de „veel veranderlijke schoone en zienswaardige soorten" schrijft hij: ,.Zij be minnen nochtans alle, uit een aangeborene eigenschap, een goede, zandige, jemeste Aerde* een luchtige, vrije en welgelegene plaatse, ta- 148) Jeanne Rivat herinnerde zich nu weer duide lijk geheel het verleden, hoe zij haar kinder jaren doorbrachtt op een dorp in de omstre ken van Parijs onder de teedere zorgen harer moeder; hoe zij als meisje Paul Rivat leerde kennen en liefhebben en op zekeren dag o! een schoonen, on verge telij ken dag aan zijn zijde voor het altaar neerknielde, waar de priester hen voor het geheele leven ver bond. Wat hadden zij elkaar lief, wat waren zij gelukkig! Tfefstas, Mat ~eïu?rw -van korten duur ge- -1* hemel van hun ge- Dreigende wolken pakten boven hun hoofd samen. De oorlóg brak uit, die vreéselijke afschuw wekkende oorlog, die den grond met bloed drenkte, met bloed, ook dat van haar Paul. Op den oorlog met vreemdelingen, volgde een nog afgrijselijker burgeroorlog; Franschen die zooeven door de Duitschers waren verscheurd, verscheurden nu elkaar, Parijs, dat kort ge leden verwoest was door de bommen der bele geraars. Werd nu vernietigd door het geschut der Communards en door dat van het wettige mëlijk veel waters, mogen ook dé koude, en sterke vorsten, zonder groote schade verdragen: lange jaaren in 't leven; geeven, alle voortij den, niet alleen bloemen, maar ook de meeste Tijd, volkomen zaad, hetweike met een was sende Maane van April, niet diep de Aerde be volen wordt, waardoor zij zo wel, als door haar aangegroeide jonge wortelen, die men, met genoemde Maane in de maant, d'ouden af steekt, ende verplant, aangeteelt kunnen wor den. Het Hellebornsniger foetidus. Swarte stinkende Nieswortel, die ook Helleboruster maximus genoemt is. En Helleborusniger trifo- liatus, ofte swarte Nieswortel met drie blade ren. Verblijven niet zoo lang als d'andere in 't leven, bloeijen de tweede zomer, en de vol komen zaad gegeeven hebbende, vergaan, ver mits zij van Nature niet langer in wezen blij ven mogen: Moet daarom alle voorjaren, of om het tweede, met een wassende Maane van April, op een nieuw telkens wederom bezaait zijn, dewijl zij door geen ander middel ver meerdert kunnen worden, ook slaat het Helle- boraste maximus, of te groote valsche Nies wortel, door het gevallen zaad, genoegzaam op Aangename lectuur is dit niet, toch wel in teressant om eens een enkele maal te hooren, hoe onze voorouders planten beschreven. Mist letoe: Wellicht geen plant heeft door haar voor komen, groeiwijze en levensvoorwaarden zoo'n overweldigend diepen indruk gemaakt op het ontvankelijke gemoedsleven onzer verbeelding rijke Germaansche voorouders als de oud-hei lige Mistel, die dan ook het onderwerp -"an tal van sagen is geworden; sagen, gepaard aan gewoonten en gebruiken, die zóó vast gewor teld zijn in het leven der verschei lene Euro- peesche volksstammen, dat de twintigste eeuw der Christelijke jaartelling ze evenmin zal kun nen uitroeien als de voorgaande eeuwen zulks vermochten. PLUIMVEETEELT. DE EIERPRIJS. Nu binnenkort de oude hoenders den leg weer gaan hervatten, kan men aannemen, dat de eierprijs voor dezen winter zijn hoogste no teering heeft gehad. Slechts een langdurige vorstperiode zou die noteering nog een poosje kunnen laten gelden. Voor de versche winter- eieren is dit jaar niet gemaakt kunnen worden, wat de eieren in de laatste winters opbrachten, wat te voorzien was, toen het pond sterling zoo onverwacht werd onttroond en daarmee de ex port naar Engeland werd belemmefd. Toch is de schade voorloopig nog meegevallen. Het gced koope pond heeft meer de normale prijsstij ging der wintermaanden verhinderd, dan wel ruineus gebrokkeld aan de loopende notee ring. Zoo is er in de laatste maanden toch nog 7 a 7 y2 cent voor de groote versche eieren be steed geworden. Wat zal nu het verdere verloop wezen, nu bin nenkort weer grootere aanvoeren van versche eieren te wachten zijn? Voorspellingen kan men nimmer met vol strekte zekerheid doen, maar het is volkomen redelijk, te verwachten, dat de eierprijs in den eerstkomenden tijd aanmerkelijk zal dalen en te vreezen is, dat die daling een voor de pluim veehouders, min of meer verontrustend karak ter zal krijgen. Men moet bedenken, dat de huidige winter- prijs, die nog vrij bevredigend was, slechts met succes gehandhaafd is kunnen worden door een rigoureuse beschermingstactiek der veilings- besturen en medewerking van den handel, maar vooral van de kalkers en koelers. Indien de laatsten door de daling van het pond zóó van streek geraakt zouden zijn, dat ze hun voorraden tot eiken prijs op de markt had den afgegeven, dan ware de eierhandel reeds lang een ruine geweest. Uit welbegrepen eigen belang hebben kalkers en koelers hun voorra den voorloopig terug gehouden, maar nu de aanvoeren van versche eieren binnenkort aan zienlijker gaan worden, zullen die voorraden thans toch voor den dag moeten kompn. De beperkte winterproductie van eieren kon in leger, dat den opstand moest uitroeien tn te midden van al die verschrikkingen werden de kinderen van Jeanne Rivat geboren, die bij haar geboorte reeds geen vader meer hadden en die eenige dagen daarna aan haar moeder werden ontrukt. Daarop volgde een leemte in haar leven, ze ventien jaren dat haar verstand in een on doordringbare duisternis was gehuld geweest, zeventien jaren dat zij slechts een olanten- leven had geleid, onbewust van haar eigen be staan. Op zekeren morgen, toen Jeanne nog meer dan gewoonlijk door dergelijke sombere ge dachten werd beziggehouden, zeide zij: Rose, mijn kind, ik voel mij veel beter, ik heb bijna al mijn krachten terug en mijn ver stand is zoo helder als ooit te voren. Ik moet thans aan die twee lieve schepseltjes denken, die ik slechts zulk een korten tijd boven alles ter wereld heb lief gehad en van wier bestaan ik zeventien jaren lang onbewust geweest ben. Ik wil weten of mijn moeder nog leeft en wat er van mijn kinderen geworden is. Ik zal aan mijn moeder schrijven, die tijdens den oorlog nog te Chalonssur-Marne woonde, ik zal ook schrijven aan den abbé d'Areynes te Parijs in de kerk Saint-Ambroise waar hij destijds eerste vicaris was. Hij heeft mij gered, hij zal mij ook wel weten te zeggen welke stappen ik doen moet, welk spoor ik volgen moet om mijn kin deren terug te vinden. Hij heeft mij zeker in die zeventien jaren niet vergeten, hij zal mij wel antwoorden. Zij hield op, liet het hoofd op de borst zin- Ingezonden Mededeeling (8) Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Purolzeep, droog daarna voorzichtig af, doe er dan wat Purol op en strooi daar over heen nog wat Purolpoeder. Herhaal dit eiken dag, zoolang het noodig is. het binnenland worden geconsumeerd, maar als nu straks de productie der oude hennen mede wordt aangevoerd en bovendien de kalk en koelhuiseieren ter markt komen, dan kan het niet anders, of de prijs der eieren zal en orm dalen. Dat, voor wat de naaste toekomst betreft. Dë iets verder liggende toekomst, die van vóór-zomer en zomer, biedt nog somberder perspectieven. De zomerprijs der eieren was in de laatste paar jaar toch al niet bijzonder lu cratief hij dekte echter nog zoo ongeveer de kosten. De pluimveehouders Konden er des wege nog tevreden mee wezen, als de winter productie overigens goed was geweest. Dit jaar echter zal de enorme overproductie der zomer maanden voor het eerst bijna geen, of geen, afzet meer vinden naar het buitenland en bo vendien zullen de lakkers en koelers, die de zen winter groote verliezen lijden, aan even min geneigd wezen om weer de vele millioe- nen eieren op te koopen, die ze anders voor hun bedrijf betrekken. Door dat alles voorzien we een zomerprijs der eieren, zoo laag als we dien zelfs vóór den oorlog niet hebben gekend. Een remedie is niet te bedenken. De hoender teelt krijgt het laatst de klappen in deze maat schappelijke crisis, maar ze zullen, naar we voorzien, hard aankomen. De heer Klomp, de directeur van de Gelder- sche eierveiling te Arnhem, gaf aan een mede werker van De Kleinveeteelt als zijn meening te kennen, dat er in de laatste jaren te veel gewerkt wordt op het verkrijgen van winter- eieren, wat volgens hem niet zonder beden king zou zijn. Te veel win tereieren drukken, zoo zegt hij, de markt niet alleen, maar ze ma ken het koelen van zomereieren overbodig waardoor dus ook de prijs der zomereieren moet dalen. In die voorstelling schuilt natuurlijk wat waars. Wat doen we echter tegen het euvel? Wintqreieren brengen nu eenmaal het meeste directe voordeel en men kan er de menschen zeker njet van af houden om dat te zoeken, zelfs al zou het waar zijn, dat het voordeel door een algemeen zoeken er van, weer in een na deel zou overgaan. Wie op het oogenblik niet ijvert voor een behoorlijke winterproductie zij ner hoenders, blijft achter bij de anderen, die het wel doen. Beperking van den winterleg zou daarom slechts effect kunnen hebben, indien men daar algemeen op uit was, wat dan tot een planmatige productiebeperking zou moe ten leiden van een gewaardeerd volksvoedsel. De een vindt dat een ideaal, de ander een mis daad. In ieder geval levert het practisch vele bezwaren op. Haal uit het bedrijf, wat er slechts uit te halen is. Er moet weer een tijd komen, waarin export mogelijk zal zijn van overproductie, óf waarin de productie zich naar de binnenland- sche consumptie zal hebben gevoegd door de uitschakeling der bedrijven, die oneconomisch of onvakkundig werden geleid. Vragen, hoenders of ander pluimvee betref fende, aldus te adresseeren: Bur. P Pers,, Laan straat 7. De behandeling is gratis; postzegel voor antwoord echter moet worden bijgesloten. Vijf honderd huizen in de asch gelegd. Een uiterst hevige brand zooais nog nim mer in de geschiedenis van de stad voorkwam, heeft Bangkok geteisterd. ken en voegde er op doffen toon bij: Ten minste als hij niet dood is, dood, zooals wellicht mijn moeder, zooals wellicht mijn bei de kinderen. Om het even, wanneer het zoo is dan is zekerheid ten minste nog beter dan die verschrikkelijke twijfel. Wilt ge mij nu schrijf gereedschap geven mijn kind? Ja, moeder Jeanne, antwoordde de jenge verpleegster, maar wat ik u bidden mag, wees niet zoo neerslachtig. God is goed, gij hebt te veel geleden, zonder het te verdienen, dat Hij geen medelijden met u zou hebben cl u eenmaal een gedeelte van uw geluk terugge ven. Jeanne zuchtte. Gods almacht, hernam zij, heeft mij mijn echtgenoot ook niet teruggegeven, mijn Paul, en Hij alleen wist hoezeer ik hem beminde. Vervolgens drukte zij het meisje aan haar hart. Dien dag schreef zij twee brieven, waarop zij al haar hoop gevestigd had. De een was ge adresseerd „Mijnheer den Abbé D'AREYNES, Eerste vicaris van de kerk Saint-Ambroise. Parijs", De ander: „Mejuffrouw de weduwe LAMBLIN. Rue Loup. Chalons-sur-Marne". Er zijn in de Chineësche handelswijk vijf honderd stevige huizen totaal vernield, waar onder ook het gebouw van de Bank van Can ton. Twee duizend menschen zijn dakloos. De stoffelijke schade wórdt op een half inillioen pond sterling geschat. Ontzettende ramp op de Jangtse. In de delta rivier van de Jangtse (China) heeft het stoomschip „Tateh", dat honderden Chineesche passagiers aan boord nad, een ern stige ontploffing plaats gehad, welke onmid dellijk door brand gevolgd werd. Drie honderd personen moeten verdronken zijn, of in. de vlammen omgekomen. Een nader Reuter-telegram uit Shanghai meldt: Overlevenden van de ramp, welke plaats greep op de Jangtse, aan boord van de „Tateh", veertig mijl van Shanghai, hebben verschrik kelijke verhalen gedaan over den omvang der ramp, waarbij drie honderd passagiers het le ven lieten. Er had een geweldige ontploffing plaats in de machinekamer van het schip, waarna een brand uitbrak, die weldra heel de „Tateh" in vlammen zette. Afschuwelijke tooneelen speelden zich aan boord af. Vele gewonden sprongen in het ijs koude water, andere werden door de vlammen omsingeld en verbrandden levend. Chineesche vaartuigen en een Japansch stoomschip waren spoedig ter plaatse; ze na derden zoo dicht mogelijk het brandende schip en slaagden erin, talrijke passagiers te redden. De „Tateh" had zes honderd passagiers aan boord. Volle gevangenissen in Polen. Volgens een Poolsche statistiek waren op 1 September jl. in de ongeveer 300 Poolsche ge vangenissen in totaal 33,917 gevangenen on dergebracht. Vergeleken met 1928 beteekent dat een stijging van ongeveer 5000. Alle ge vangenissen zouden overvol zijn. Het toenemen van het aantal gevangenen wordt aan drie oorzaken toegeschreven: Ten eerste is in de laatste jaren onder de die tatuur het aantal politieke gevangenen geste gen; ten tweede kunnen talrijke tot geldstraf fen yeroordeelde personen, tengevolge van de economische crisis, deze straffen niet betalen en zitten derhalve hun straf uit, en ten derde is het aantal diefstallen, eveneens als gevolg van de economische crisis in den laatsten tijd sterk toegenomen. Salarisverlaging in de filmwereld. Ondanks alle tegenspraken schijnt het thans in de hoofdkwartieren van de filmindustrie toch wel vast te staan, dat de meest-indruk- wekkende salarissen ter wereld, nl. die van de over de geheele wereld bekende mannelijke en vrouwelijke filmsterren, binnenkort een dras tische verlaging zullen ondergaan. Aldus wordt thans uit New-York gemeld. Men spreekt reeds van een algemeene ver mindering der filmsalarissen met vijftig pro cent. Op het oogenblik wordt te Hollywood alleen aan filmsterren ongeveer dertig millioen dollar per jaar aan salarissen betaald. Men schijnt thans tot dezen stap over te gaan, ten eerste in verband met de algemeene economische crisis, maar ten tweede op aan drang van de bioscoopeigenaars, die protes teeren tegen de te hooge prijzen der films, wel ke zij toeschrijven aan de extravagante sala rissen der filmsterren. Hoewel men van de zijde der artisten verzet verwacht, schijnt het vast te staan, dat bij het afloopen der bestaande contracten zeer in grijpende verlagingen zullen worden ingevoerd, waarvan sommigen zelfs 65 pCt. zullen bedra gen. Reeds thnas vinden besprekingen plaats, waarbij de filmondernemingen haar artisten trachten te bewegen, langs den weg van over leg de salarisverlagingen te aanvaarden. Roofoverval op 40 boerenwagens. Naar uit Lublin gemeld wordt, is op den XVII Rose bracht zelf de twee brieven, welke Je anne Rivat geschreven had, naar de post. Thans bleef er niets anders over dan ge duldig op antwoorden te wachten, zoo die ant woorden zouden komen. De jonge verpleegster had nu nog maar één doel, één streven: zooveel mogelijk de herstel lende te verstrooien en haar afleiding te ge ven, opdat zij niet meer in die sombere denk beelden zou vervallen, die haar zoo dikwijls verontrustten. Aan haar bed gezeten, las zij haar boeiende verhalen voor uit boeken, die zij in de bi bliotheek van het gesticht zelf uitkoos. Wanneer de lectuur de arme vrouw, die slechts één gedachte had, haar kinderen, scheen te vermoeien, dan nam Rose een hand werkje en praatte vroolijk met haar, dwong haar als 't ware aan iets anders te denken en haar geest de noodige afleiding te verschaffen. Bij die gesprekken zag Jeanne voortdurend het meisje aan en in haar oogen was dan een oprechte, moederlijke teederheid waar te ne men. Over het algemeen sprak de weduwe Rivat slecht weinig. Op zekeren dag evenwel verbrak zij het gewo ne stilzwijgen. Een koortsachtige nieuwsgierigheid overviel haar. (Wordt vervolgd) - '3 \L i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 5