UIT DE R.K. STAATSPARTIJ. DE R.K. KAMERFRACTIE GEREHABILITEERD. 46ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Uit de Pers. No. 3858 Maandag 14 December 1931 LIzerskr^O"^'VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND FEUILLETON. Do Bedoiaros van Sa in t" Suipico. POSTREKENING No. 52419. ONDERSTAANDE MEDEDEELINGEN, DOOR DEN FRACTIE LEIDER, PROF. Mr. AALBERSE, GEDAAN IN DE JONGSTE VER GADERING VAN DEN PARTIJRAAD, WORDEN AAN ALLE KATHOLIEKE KIEZERESSEN EN KIEZERS DRINGEND TER LEZING AANBEVOLEN DE ZEEUWSCHE Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier ERIER Abonnementsprijs 1.50 per.3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Ad vertentiën 20 cent per. regelbij contract lager IT8TEKEND QE8CH IKT VOOR PUBLIOITEIT Het Partijbestuur, mede gevolg gevende aan den wensch, geuit op de jongste Partijraads vergadering, geeft hieronder een zakelijk ver slag van de Mededeelingen, door den Voorzitter van den Partijraad gedaan in de vergadering van dien Raad van Zaterdag 28 November 1931 De vorm van eenige simpele mededeelingen, ijl plaats van een politieke redevoering, werd welbewust gekozen om den leider der Tweede Kamerfractie de gelegenheid te schenken in openhartigheid eene uiteenzetting te geven aan de vertrouwensmannen der R. K. Staatspartij, betreffende de politieke feiten, omstandighe den en verhoudingen van het oogenblik. O Wij leven in 'n. tijd Waarin bijna bij iedereen 't economische overheerscht. Zoo ook, en in niet mindere mate, in het politieke leven. Voor een principieele staatkundige partij als de onze, gegrondvest op groote beginselen en samengehouden door een groote gedachte, schuilt in deze omstandigheid een eigenaardige groote moeilijkheid. De laatste 5, 6 maanden stonden alom in het teeken van merkbare, grco te ontevredenheid. Haast bij iedereen viel een zekere nood, de weerslag van den algemeen tea nemenden nood, waar te nemen. Ontevredenheid was er bij de arbeiders we gens de loondalingen, die er waren of die in het zicht kwamen. Ontevredenheid niet min der in industrieele kringen, in de kringen van land- en tuinbouw, van de veeteelt, het zuivel bedrijf, over hier en daar schier catastrofale prijsdalingen. Ontevredenheid was er bij de bezittenden, die hun vermogen vaak met 50, 60 pCt. zagen terugloopen. Personen, die twee jaren geleden nog een vrij groot vermogen hadden kunnen nalaten, en die niet speculeerden, maar hun geld in Indische fondsen belegd hadden, ver loren een derde en meer en kunnen dan nog niet eens als de ernstigst getroffenen worden beschouwd. Ontevredenheid was er ten slotte in ambte naarskringen over de aangekondigde salaris- vermindering. Ernstige klachten kwamen er van alle kanten, niet het minst uit de kringer» der industrie en het was een gemis aan begrip van actieve" handelspolitiek, dat van die zijde de Regeering bij herhaling werd verweten. De zondebok voor dit alles werd en men zou in de parlementair geregeerde landen bijna kun 146) Neen, men heeft u naar Blois overgebracht. En hebt gij mij al dien tijd behandeld, dok ter? Neen, andere doctoren zijn vóór mij over u gegaan. Jeanne drukte haar handen tegen haar hoofd als wilde zij haar gedachten met ge weld bij elkaar houden. Maar, hernam zij ten slotte, terwijl zij zich meer en meer opwond en tot wanhoop ver viel, maar ik begrijp het niet. Help mij toch, mijnheer, kom mijn gheugen wat te hulp. Ik herinner mij dat mijn twee kinderen geboren werden, maar verder weet ik van niets meer. Het is me of ik droom! De dokter vreesde een crisis, die gevaarlijk kon worden. Ik heb u gezegd, beste vrouw, dat ge u kalm moet houden, zeide hij op vriendelijken toon, anders kan ik u niet genezen, begrijpt ge dat wel? Wanneer ge nu niet sterk en moedig zijt, dan zult ge uw ziekte, die reeds zoo goed op weg is te genezen, weer erger maken en wan neer ge uw hersens vermoeit orn uw geheugen op te wekken, dan zult ge u len slotte niets meer kunnen herinneren. Wees dus kalm, ik nen spreken van: der gewoonte getrouw het zittend kabinet. Toch schuilt hierin een zekere onrechtvaar digheid, wanneer men slechts wil in aanmer king nemen den omvang en de afmetingen van een wereldcrisis, die haar weerga in de econo mische geschiedenis nauwelijks kent, en die door onze Regeering aan de grenzen van ons kleine landje niet kan worden tegengehouden. De vraag is, wat onder deze omstandigheden van die Regeering dan wèl mag worden ver langd? Onder de voornaamste punten welke cnder de schaduw dezer omstandigheden nader die nen te worden belicht, behoort op de aller eerste plaats het gevaar der inflatie, het groot ste gevaar, dat wij thans kunnen loopen en dat gevaarlijker is dan velen wel meenen. Verheugend is het en getuigend van prijzens waardig verantwoordelijkheidsbesef, dat de ernst van dit gevaar, de grootste ramp die ons dre gt, op het oogenblik blijkbaar in alle klin gen wordt gevoeld. Zoo heeft ook de heer Al- barda dit onomwonden namens zijn partij in de Kamer erkend. En geen wonder, wij hebben de ellende der inflatie in andere landen van na bij gezien en wij weten maar al te wel, dat daardoor juist zij het eerst worden getroffen, die het minste kunnen dragen. Dat het tegengaan dezer inflatie als eerste eisch van Regeeringsbeleid mocht en moest worden gesteld, ligt voor de hand. Langs twee kanten nu bedreigt ons deze nood lottig ramp. Snel kan zij komen als de Rijks- begrooting niet in evenwicht is. Doch van den anderen kant dreigt zij in veel omvangrij ker mate, zij het op wat langer :-ermijn, als onze betalingsbalans niet in evenwicht wordt gebracht. Wat heirmede wordt bedoeld kan in het kort als volgt worden toegelicht: Wat een land in het buitenland koopt, wordt als regel en onder normale omstandigheden met goederen in een regelmatig ruilverkeer be taald. Ons land nu heeft in de laatste jaren voor een ronde waarde van f 600 millioen meer in gevoerd dan in goederen uitgevoerd. Men vraagt zich af hoe bij zulk een onevenwichtige handelsbalans onze betalingsbalans goed ken blijven. Het antwoord daarop is, dat wij een bedrag van f 400 millioen uit beleggingen in herhaal het u, dat is een uitdrukkelijke voor waarde tot uw herstel. De opgewondenheid van Jeanne bedaarde weer. Ik zal kalm zijn, stamelde zij, terwijl zij haar tranen inhield, maar help mij dan ook de on rust te verdrijven, zeg mij wat er gebeurd is. Dokter Bordet begreep, dat hij van deze voor bijgaande kalmte partij moest trekken om haar althans iets mee te deelen, wat haar eenigs- zins gerust zou kunnen stellen. Gij werdt ernstig verwond door de scherf van een bom, die op uw huis neerkwam en het in brand stak, zeide hij, men heeft u als door een wonder aan den dood ontrukt; eerst werdt gij naar de ambulance in de rue Servan gebracht en vervolgens naar het hospitaal de la pitié, waar men u eenige dagen later een pijnlijke operatie deed ondergaan, welke niet volkomen geslaagd is. Van het hospitaal de la Pitié werd gij naar Blois vervoerd waar gij langen tijd geweest zijt, zeer langen tijd. Langen tijdzeer langen tijd, herhaalde Jeanne als in een droom, terwijl zij over al leden beefde. De dokter vervolgde: Eindelijk heb ik, nu vijf dagen geleden, een nieuwe operatie beproefd, ten einde j geheel te doen herstellen. Jeanne Rivat zag den dokter verschrikt aan. Vervolgens vroeg zij, met merkbaren angst Is 't hier wel een hospitaal voor zieken. Ja. Indië trokken, dat wij uit onze scheepvaart een f 200 millioen konden halen en dat aanzien lijke kapitaal-beleggingen in het buitenland rente inbrachten. Zoo kon het evenwicht onzer betalingsbalans worden hersteld en de waarde van onzen gulden op peil worden gehouden. Juist in dit alles is nu groote verandering ge komen. Als gevolg der prijsdaling der Indische producten bekend ook aan hem die geen In dische papieren heeft is voor het komende jaar een inkrimping der Indische baten te wachten van f 200 a f 300 millioen. De schier ongekende malaise in de scheepvaart zal de in komsten uit die bron zeker met f 100 milioen doen verminderen. Dat er aldus een f 400 mil lioen minder beschikbaar zal zijn, daarin schuilt het groote inflatie-gevaar. Immers, zoo dra wij niet verder in staat zijn met goederen te betalen, zal de goudvooraad onzer circulatie bank moeten worden aangesproken met als ge volg de waardedaling van onzen gulden, waar aan de noodige gouddekking, welke tenslotte die waarde op peil houdt, wordt onttrokken. Het is overduidelijk, dat de Regeering haar beleid vóór alles op het voorkomen van deze nat'onale ramp heeft in te stellen. Zij zal dus moeten streven naar het sluitend maken van het budget, door zooveel mogelijk de inkomsten te vergrooten en de uitgaven te verminderen Zoo heeft zij op de begrooting-1932 een te kort van rond 90 millioen moeten wegwerken door verlaging van uitgaven en verhooging van inkomsten, iets wat nu eenmaal niet zon der ontstemming van deze of gene getroffen groep kon geschieden. Daarenboven heeft zij mede te zorgen voor het evenwicht onzer geschokte handelsbalans met de daartoe geëigende middelen: het be vorderen van den export en het beperken van den import, wat het laatste betreft vooral van den import van luxe-artikelen van die produc ten, die wij zelf voortbrengen, teneinde tevens eigen fabrikaat een kans op de binnenlandsche markt te geven. Wat in de tweede plaats onder de oogenblik- kelijke omstandigheden van onze Regeering mag worden verlangd, is, dat zij steun biedt aan de zwaarst getroffenen, dat zijn vooral de krin gen van den land- en tuinbouw, de veeteelt en de zuivelindustrie en dat het groote en naar moet worden gevreesd nog grooter wordende leger der werkloozen. Voor oen behoorlijke steunregeling voor de laatsten, zoowel in de steden als op het platteland, moet worden ge zorgd. Merkwaardigerwijze bevatte de Troonrede omtrent die zaken niet, wat men ervan ver wacht had, hetgeen de reeds bestaande onte vredenheid moest doen toenemen en ook ken nelijk deed toenemen. Dit bleek dan ook op sprekende wijze in het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer. Sommigen doorgronden de beteekenis van dat stuk onvoldoende. De daarin geoefende kritiek heeft niet allereerst de beteekenis van opzeg gen van het vertrouwen aan de Regeering. Im mers op het Voorloopig Verslag volgt de Me morie van Antwoord van de Regeering en de mondelinge behandeling en eerst daarna vormt Voor gewonden? Dat juist niet. Dat juist niet. Dokter Bordet aarzelde met zijn antwoord. Maar spreek dan, spreek dan toch, mijnbeer, riep Jeanne uit, die weder in een toestand van opgewondenheid geraakte. Zeg mij rond en duidelijk, in welk soort van gesticht ik hier ben. Het zou gevaarlijk zijn de angst van de arme vrouw nog langer te doen aanhouden. De dokter besloot haar omzichtig de waar heid mee te deelen. De zieken, die wij hier verplegen, zijn geestes kranken, zeide hij, terwijl zijn oogen onafge wend in die van Jeanne staarden, waarin hij de uitwerking van zijn woorden trachtte te lezen. Zij zag hem een oogenblik sprakeloos van ontzetting aan en na verloop daarvan stamelde zij: Bedoelt gij, mijnheer, dat ik hier in een krankzinnigengesticht ben? Ja. Een vreeselijke ontroering werd door dit ;nt woord bij haar opgewekt, maar zij bood er met meer kracht weerstand aan, dan men van haar zwakke lichaam zou verwacht hebben. Krankzinnig, ik ben krankzinnig geweest, sta melde zij, terwijl haar gelaat eensklaps een onmiskenbare uitdrukkjpig van schrik aan nam. Ja, ja, ik ben krankzinnig geweest, nu be grijp ik het, nu is mij alles duidelijK, maar ik de Kamer haar eindoordeel. Het valt nu niel te loochenen, en het viel op dat oogenblik dooj. de Kamer niet te loochenen, dat in de houding der Regeering kennelijke, grobte verbetering intrad. Herinnerd behoeft slechts te worden aan de voornaamste punten: de werking van de Tarwe wet, waarover de betrokken kringen bepaald tevreden zijn; de steun aan de suikerbieten teelt, een regeling die volgens toezegging der Regeering zal worden verbeterd; het ..anne-1 men der amendementen beoogen de beperking van den invoer van buitenlandsch vleesch en aardappelen, bij de behandeling van de Ta-' riefwet; de steunregeling voor de veenkoloniën en die voor de tuinderij in N.-Holland; voorts de toezegging eener verlaging der vrachttarie ven voor tuinbouwproducten. Tenslotte de ver- lenging met 6 weken van de uitkeering aan de, werkloozen-kassen der landarbeiders. Daarbij komt de verklaring der Regeering dat overal, ook ten plattelancle en als het moet met dwang in een behoorlijke steunregeling der werkloozen zal worden voorzien. Dan hebben wij nog gekregen het anti-dum pingswetje en het Contingenteeringswetje, dat, mits het goed worde gehanteerd, het krachtig ste wapen kan worden om onze handelsbalans in evenwicht te brengen. Men zal zich dan echter niet moeten beperken tot luxe-artikelen, doch deze invoerbeperking wel degelijk ?ok moe ten uitstrekken over die industrieele artikelen, welke onze eigen nijverheid voortbrengt. Tenslotte is bereikt, dat de invoering der sa lariskorting van gemiddeld 3 pCt. is uitgesteld tot 1 Maart 1932, d.w.z. door de meesten dus eerst per 31 Maart wordt gevoeld, waarbij dan nog is toegezegd, dat bij een tusschentydsche eenigszins aanzienlijke stijging der index-cij- fers in het tijdsverloop, waarvoor de Korting gelden zal, de Regeerings deze regeling zal her zien. (Wordt vervolgd). t SOCIALISTISCHE VOORLICHTING. De Maasbode schrijft: Het zal niet lang meer duren of polemiek wordt onmogelijk met de socialistische pers. Haar sensatie-jacht maakt ernstige gedach- tenwisseling met den dag moeilijker. Zoo luidt een der koppen boven het verslag van de begrooting van Arbeid: „Minister Ver schuur helpt alcoofbouwers" ofschoon de Mi nister uitdrukkelijk het tegenovergestelde heeft verklaard. Nog mooier is de foto-pagina in het zelfde nummer. Daar leert de lezer: „Zooals men weet voelt het Amerikaansche volk zich zoo dank baar gestemd omtrent den huidigën econo- mischen toestand dat het een dankdag orga niseerde" en nog verder: „Op deze wijze (men ben het niet meer, mijn verstand is terugge keerd, want ik herinner mij, ik zweer u dat ik mij herinner, maar zeg mij nu nog meer, dok ter, zeg mij nu nog meer,- ik moet alles we ten, dat begrijpt gij toch wel, nietwaar? Zeg mij hoelang ik al in dit gesticht ben. Ditmaal antwoordde de directeur zonder aar zeling: Gij zijt 's morgens van den 29 Mei 1871 in de ambulance van de rue Servan gebracht. Drie dagen daarna vervoerde men u naar het hospitaal de la Pitié en in de maand De cember van hetzelfde jaar werd gij. naar dit gesticht gezonden, dat alles staat vermeld in onze registers. En welk jaar hebben wij nu? vroeg Jeanne. Het is heden de 3e April 1888. En Jeanne begon van hoofd tot voeten te beven. 1871 tot 1888, stamelde zij, dat zijn dus 17 jaren. Ja. Zij bracht de handen aan het voorhoofd en vervolgde Zeventien jaren. En ik had twee kinderen, twee kleine meisjes. Wat is er van haar ge worden? Leven zij nog? Ik zou het u niet kunnen zeggen, antwoordde de directeur. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1