De Zeeawscbe Koerier Vrijdag II December 1931. FRISO BAAI Tweede Blad Gemeenteraad van Sas van Gent. FEUILLETON." De Bedelares van Saint-SuÊpico. van 46e Oaargang. No. 3857 <21) GEEL 30 ct. GROEN 35Ct. ROOD 40Ct Zitting van Dinsdag, 1 December, des namiddags 6 uur 30. (Vervolg) X. Verzoekschrift van Ed. Perdaen en andere bewoners van de Zandstraat om vermindering van stroomprijs voor electrisch licht en kracht. Dit verzoekschrift, hetwelk door den secre taris wordt voorgelezen, luidt, als volgt: Aan den Gemeenteraad van S. v. G. Ondergeteekenden, inwoners van de T,vijk Zandstraat, verzoeken U beleefd, hun vermin dering van stroomprijs voor Electrisch licht en kracht te geven 'overeenkomende met de wijk den Stuiver en Oostkant Westdorpe. 't Welk doende enz. Sas v. Gent, 24 Juli 1931. W.g. Ed. Perdaen. Ang. Pauwels. Ed. De Vleesschauwer. H. Coene. P. B. Goethals. De voorzitter: Wij hebben hierover met de P.Z.E.M. gecorrespondeerd. Deze heeft ge antwoord, dat als 90 pCt. dergenen, die voor aansluiting in aanmerking komen, zouden aan sluiten, men van de voordeelen van het alge meen tarief zou kunnen genieten. Dat ligt der halve aan de menschen zelf, aldus spr. Voor den heer Kaas ligt hier een prachtig terrein open voor propaganda. De heer Kaas zegt, dat de menschen op Drie kwart (spr. noemt de namen Kalle cn de Ca- luwé) en die in de nieuw gebouwde woningen van Warrens en Verhelst, van Acker en Ver- brugge aan den overkant, gaarne aangeslo ten zouden worden. Zij wonen vlak onder de Centrale en zijn verstoken van licht. De voorzitter: Dat ligt aan de P.Z.E.M. B. en W. zouden graag zien, dat zij aangesloten wa ren. De heer de Leux vraagt, hoeveel zij zullen moeten betalén. Zij zullen niet komen aan de tarieven van Sas. De voorzitter merkt op, dat men onder scheid dient te maken. Bijna geen enkele plaats, die zoover afgelegen is, zal aangesloten worden tenzij tegen speciaal tarief. B. .».n W. hebben alles gedaan om aansluiting mogeJijk te maken. Zij zijn er echter niet in geslaagd. Laat de menschen nu zelf eens in actie ko men, zegt spr. De heer de Leux vraagt, wat betaald moet worden als het algemeen tarief wordt toe gepast. De voorzitter: Dat kan ik U niet zeggen. Wel zullen zij dan minder moeten betalen dan thans. De heer de Leux: Zouden B. on W. genegen zijn om, als eventueel de tarieven in Sas nog eens zouden kunnen verlaagd worden, die ver laging niet toe te passen doch inplaats daar van aan de Zandstraatbewoners een tegemoet koming te geven? De voorzitter: Wij zouden eventueel met een voorstel kunnen komen. De heer de Leux: Wij moeten alles doen om 145) Spreek niet, wat ik u bidden, wat ik u smee ken mag, zeide zij, gij zijt er nog niet sterk genoeg toe. Ik zal den dokter laten roepen, die u behandeld heeft, hij zal wel terstond komen, u ondervragen en hèm moet ge antwoorden. Jeanne Rivat scheen opgetogen, toen zij die heldere engelreine stem hoorde, vol zachtheid en teedere liefde, toen zij een blik sloeg op dat schöone, lieftallige gelaat, waarop thans duidelijk de vreugde was te lezen. Zij strekte de hand uit, greep die van het meisje en ondanks het verbod te spreken vroeg aij: Zijt gij in de plaats van moeder Veronica gekomen, mijn kind? Opnieuw gaf Rose haar een wenk te zwij gen, vervolgens snelde zij naar de deur en riep: Marie! Kom spoedig! Een verpleegster, die dienst had op een na burige kamer, snelde toe. Wat is er? vroeg zij. Ga vlug naar dokter Bordet en vraag hem of hij dadelijk hier kan komen, verstaat gij, dadelijk, op no. 5 der geisoleerden. Marie snelde weg om Ijaar boodschap te doen Rose keerde naar Jeanne terug. Deze zat onbeweeglijk met het hoofd in de die menschen tegemoet te komen. Z.h.st. wordt het verzoekschrift alsdan voor kennisgeving aangenomen. XI. Verzoekschrift van Henri E. Scheffer om vergoeding voor geleden schade bij het schoon maken der .uitwateringssloot. De secretaris leest het volgend verzoekschrift voor: Mijne Heeren. Met beleefd verzoek wend ik mij tot U, ten einde een schadevergoeding groot f 160,- te vragen voor het ontnemen van mijn bouw- en weiland benevens het vernielen en zoek ge raakte materiaal zooals afmaakpalen en draad door 't schoonmaken der sloot. Hiermede heb ik ook de welwillendheid U de uitleg omtrent schadevergoeding die ik U vraag te doen, daar ik meermalen 2000 K.g. hooi van mijn weiland oogstte 4 ct. per Kg. f 80.00, benevens na dien nog het afweiden. Wat m'n bouwland betreft neem ik 4 roede bouwland voor 100 K.g. aardappelen zoodat dit mij 1750 K.G. opbrengt a f4 de 100 Kg. is f70. plus f 10.00 voor afmaakschade, herzaaien van mijn weiland plus arbeidsloon. Zoodat 'k hoop als dat U allen hier uit wel zult zien, mijne heeren, alsdat ik de gemeente Sas van Gent niet te veel vraag. Hopende van U allen een goedgunstig ant woord te mogen ontvangen teeken ik beleefd. Hoogachtend, W.g. H. E. Scheffer. De heer de Leux: Ik zou willen vragen, hoe groot het stuk grond is, waarover het gaat. De voorzitter: Dat kan ik niet zeggen. Vol gens inlichtingen, ons door den leider der werk zaamheden op dat land verstrekt, is de grond verbeterd. Van derven van groot gewin is geen sprake. Spr. wijst er voorts op, dat de Suiker fabriek „Sas van Gent" voor dat terrein heeft te zorgen. Dit jaar kon men daarvoor geen werklieden beschikbaar stellen. Inplaats daar van is een bijdrage van f 100 gegeven. De heer de Leux: De secretaris kan mis schien zeggen, "hoe groot het betreffende ter rein is De voorzitter merkt nog op, dat de huurder het schoonmaken van de sloot moet toestaan. De heer de Leux: Dat is bekend. Maar hij mag daar geen schade door lijden. Ik meen echter, dat de gevraagde vergoeding vreeselijk hoog is en vraag me af, of Scheffer het ge vraagde bedrag wel zou halen als hij het ge- heele terrein met aardappelen beplantte. De heer de Meijer is ook van meening, dat het bedrag veel te hoog is. De heer van Goethem wijst erop, dat de wij ze, waarop men de sloot heeft schoon gemaakt, aan den betrokkene veel last heeft veroor zaakt. De voorzitter merkt op, dat het niet de eerste maal is, dat Scheffer om vergoeding aanklopt. Indertijd heeft men hem verwezen naar den heer Stubbé. Men heeft toen nooit meer iets van de zaak gehoord. De heer van Goethem meent, dat, als de be trokkene schade heeft geleden, hem die vergoed moet worden. De heer Verschaf fel: Dat is een kwestie tus- schen huurder en verhuurder. De heer van Goethem: Het gaas hier om de uitvoering van het werk. Wethouder Tak: Wij hebben een heel stuk in gebruik moeten nemen in verband met de rioleering. De man heeft er inderdaad nadeel van ondervonden. De heer de Leux: Was dat in die mate? Spr. kan zich met het verstrekken van schadever goeding wel vereenigen. De heer Neeteson: Als Scheffer werkelijk schade heeft geleden en hij heeft recht cp ver goeding, moet hij die natuurlij* hebben. De vraag is maar: Wie zal die moeten betalen. Het beste zou zijn, dat een en ander nog eens grondig werd onderzocht. Wethouder Tak: Scheffer is ook op de fa- handen, zij keek niet langer om zich heen. Haar verstand deed moeite om de duisternis te doorboren, waarin het gehuld was. Het verleden een verleden van zeventien jaren kwam haar flauw voor den geest evenals een droom, dien men zich bij het ont waken nog slechts onduidelijk kan herinne ren. Eensklaps scheen een herinnering een be paalden vorm aan te nemen. Jeanne slaakte een kreet. Op hetzelfde oogenblik trad dokter Bordet binnen. Zij stak hem de handen toe en riep met be vende stem: Mijn kinderen, mijn twee kleine meisjes, ik zie haar wieg niet, waar zijn zij? Toen hij deze woorden vernam en den helde ren blik van Jeanne zag, begreep hij dat hij nu niet langer aan het welslagen van zijn werk mocht twijfelen. Hij rfaderde snel het bed. Kalm blijven, vrouwtje lief, zeide hij zacht doch met nadruk, bedenk dat gij ernstig ziek geweest zijt, zeer ernstig ziek, dat ge het nog zijt en dat, als ge uw kinderen wilt weerzien, gij in de eerste plaats moet genezen. Dokter Bordet kende het verslag, dat te Pa rijs was opgemaakt in het hospitaal de la Pitié en dat met Jeanne Rivat naar het krankzin nigengesticht te Blois gezonden was, hij had dus ook de verklaringen van den abbé a'Arey- nes gelezen. Deze verklaringen deelden mee, dat de bei de kinderen van Jeanne Rivat gered waren friek geweest. Die wijst hem échter af. De heer Neeteson: Misschien heeft hij geen recht op vergoeding. De heer de Leux: Men had aan de fabriek menschen moeten afstaan om de sloot te kui- j schen. Nu heeft de gemeente dat gedaan. Als 1 het niet door de gemeente geschied was, zou de fabriek het hebben moeten doen. Wethouder Tak: De fabriek lieefr, f ïOO bij- gedragen. De heer de Leux: Laat uitmaken, hoe groot de schade is, die Scheffer heeft geleden. De voorzitter stelt voor, het verzoekschrift weer in handen van B. en W. te stellen voor nader onderzoek. Z.h.st. gaat de Raad hiermede accoord. XII. Verzoekschrift van het Ziekenfonds Hëlpt Elkander" om een subsidie van f 700. uit de Gemeentekas. De secretaris leest het verzoekschrift; voor. Het luidt aldus: Edelachtb. Heeren, Geven met verschuldigden eerbied te ken nen, ondergeteekenden, A. Stouthamer en Aug. J. Maes resp. voorzitter en secr.-penning meester van het ziekenfonds „Help-: Eikander" dat de financieele toestand van bovengenoemde vereeniging thans in een zoodanig stadium is gekomen dat dringende hulp allernoodzake lijkst is geworden, hetgeen Ued. uit bijgaan de uiteenzetting duidelijk blijken zal, en waar om wij ons tot U wenden Ed.Achtb. fleeren met het beleefd verzoek uit de Gemeentekas aan bovengenoemde vereeniging een subsidie te willen verleenen van zevenhonderd gulden f 700.-) om zoodoende deze vereeniging, die in haar ruim 28 jarig bestaan naar onze me en mg overduidelijk heeft aangetoond dar. zij voor on ze Gemeente niet verloren mag gaan, de mo gelijkheid te verschaffen te blijven voort be staan, redenen waarom wij Ued. beleefd ver zoeken een gunstige beslissing in deze te wil len nemen. 't Welk doende Sas van Gent, 23 Oct. 1931. De Voorzitter, W.g. A. Stouthamer. Secr.-penningmeester, W.g. Aug. J. Maes. De heer Neeteson: Uit de stukken kunnen we niet zien, welke de oorzaak is van het te kort. Ik geloof, dat wij, als Raad, dat verzoek moeilijk kunnen behandelen, zoolang we niet weten, waardoor het tekort is ontstaan. Ik zou daarom willen voorstellen, dat gevraagd wordt, den Raad in de gelegenheid te stellen, een en ander na te gaan. Daarna kan het request op nieuw in den Raad komen. De voorzitter: B. en W. willen dat gaarne doen. Spr. vestigt er verder de aandacht op, dat de arbeiders tegenwoordig bij de ziektewet zijn. ondergebracht. De heer Neeteson beaamt, dat dit een factor is, waarmede rekening gehouden moet worden. Als iemand uitkeering krijgt volgens de ziekte wet en tevens uit het ziekenfonds zou trekken, zou daaruit reeds een conclusie getrokken kun nen worden. De heer de Leux zegt, dat hij, als bestuurder van het ziekenfonds, kan mededeelen dat het tekort te wijten is aan de ernstige speciale ge vallen, welke zich dit jaar hebben voorgedaan. Spr. wijst erop, dat door het bestaan van het ziekenfonds de gemeentekas reeds tal van ja ren van bijdragen verschoond bleef. Het fonds heeft steeds in speciale gevallen (bij operaties en dergelijke) de leden instaat gesteld om te betalen zonder een bijdrage te vragen aan de gemeente. Spr. vindt het eigenaardig, dat door den heer Neeteson bezwaar wordt gemaakt. Toen het bestuur van het ziekenfonds eenige jaren geleden in een conferentie met B. en Wi om steun vroeg, werd gezegd, dat, als het kas saldo ori^er f 1000 mocht dalen, men bij de ge meente om steun zou mogen aankloppen. Thans staat men voor een tekort. Het is danook tijd, Ingezonden Btededecllng door een man, op het oogenblik dat zij op het punt stonden met de moeder in het brandende huis om te komen, maar dat men niet wist wat er, na de redding met de twee zuigelingen gebeurd, was. Het scheen dokter Bordet onmogelijk toe de arme moeder ophelderingen te geven, zonder haar leven in gevaar te brengen. Daar kan ik u thans nog niet op antwoorden, zeide hij. Waarom niet? Omdat ik er niets van weet, gij zult i daar voor tot „Parijs" moeten wenden. Te Parijs herhaalde zij verwonderd en ver schrikt, maar ben ik dan niet te Parijs? Neen. Waar dan? Te Blois. Te. Blois, herhaalde de arme moeder, angstig, maar waarom ben ik te Blois, waar niemand mij kent en waar ik ook niemand ken? Ik was op mijn woning waar moeder Veronica zoo goed voor mij zorgde, alsof zij mijn eigen moeder was zij paste op mij, hielp mijn twee kleine meisjes die juist geboren waren. Het was kort na den oorlog, die mij mijn man mijn Paul ontrukte; het was tijdens die afschu welijken commune, ik herinner het mij zeer goed, het kan ook nog niet alng geleden zijn, maar misschien.ja, ik kan niet goed bere kenen hoelang het geleden is. Terwijl ik daar ziek lag, hoorde ik het onafgebrokene bulderen van het kanon, hoorde ik de bommen en grana ten, die op straat en op de daken van de hui zen ontploften en moeder Veronica waakte over per V2 pond dat B. en W. hun belofte inlossen. De voorzit-' ter zegt wel, dat de arbeiders verzekerd zijn volgens de ziektewet doch daarmee is nog niet gezorgd voor het geld om den geneesheer te betalen, wat toch de grootste factor is voor de zieke arbeiders. Ik vraag me af, aldus spr., of een vereeniging, die zoo lang en zoo nuttig ge werkt heeft voor de gemeente, geen recht heeft op subsidie. Spr. wijst er dan op, dat de contri butie van 18 tot 21 ct. is verhoogd, hetgeen een belangrijk offer is. Hij merkt voorts op, dat operaties e.d. natuurlijk door de arbeiders niet kunnen worden bekostigd. In dergelijke ge vallen zou uiteraard de gemeente hebben moe ten bijspringen. Steeds heeft het fonds uit eigen middelen die kosten bestreden. Men moet de zaken frisch bezien, aldus spr. De gemeente heeft steun beloofd, laat zij die thans geven. Ook het tuberculosefonds wordt gesteund en dat is billijk. Daarnaast echter moet men cok het Ziekenfonds helpen, anders is men incon sequent. De heer Neeteson zegt, dat men zo moeten nagaan, of menschen, die uit de ziekte wet trekken, ook nog door de kas van het zie kenfonds worden gesteund. Het is echter aan den heer Neeteson bekend, dat zij, die 80 pCt. trekken volgens de ziektewet, nog 20 pCt. rnt- vangen uit het ziekenfonds. Daarmede blijft men nog onder de reglementaire uitkeering, die f 1 per dag bedraagt. Spr. wijst dan nog maals op het feit, dat de verhooging der con tributie een zwaar offer beteekent. Hij spreekt dan den wensch uit, dat de Raad goedgunstig op het verzoek moge beschikken. De voorzitter: Het is gewenscht, dat de ^den van den Raad een duidelijk inzicht hebben in den stand van zaken, alvorens zij een beslis sing nemen. U weet, aldus spr. tot den heer de Leux,, dat niemand bij B en W, den Raad of den voorzitter aanklopt zonder dat hij gehol pen wordt, als het noodig is. Spr. haalt dan een voorbeeld aan, waaruit blijkt, dat de kos ten van een operatie door het armbestuur ten deele waren betaald. Met het voorstel Neeteson kan spr. zich goed vereenigen. De heer de Leux wijst er dan nog op, dat, ingevolge de ziektefondswet, de vereeniging een ziekenfonds zal moeten hebben of op een an der lichaam zal zijn aangewezen. Men wil de vereeniging echter graag in stand houden. Als het ziekenfonds niet bestaan had, aldus spr., zou de gemeente in den loop der jaren duizen den guldens hebben moeten bijdragen. Het is danook geenszins overdreven, dat men thans f 700 vraagt, vooral ook niet, als men ziet, wat in andere gemeenten wordt gedaan. Wij geven graag aan het Wit-Gele Kruis, zegt spr., doch het Ziekenfonds „Helpt Elkander" doet even nuttig werk als het Wit-Gele Kruis. De voorzitter: Wij zullen voeling houden met het bestuur van het ziekenfonds en dan nader het verzoekschrift behandelen. Waarom heeft men echter 3 jaar gewacht en zich niet direct tot het gemeentebestuur gewend. F 700 is in. dezen crisistijd geen kleinigheid. mij en over mijn twee arme, vaderlooze kinde ren, die zij aan zij in haar wiegje sliepen, onbe wust van de verschrikkingen, die er in de stad voorvielen. Waarom ben ik dan te Blois en zijn mijn kinderen er niet, waarom, dat wil ik we ten. Uw huis is tot den grond toe afgebrand, door dat er een granaat op het dak gesprongen was, men redde u uit de vlammen en droeg u naar de ambulance in de rue Servan. En mijn kinderen? mijn kinderen riep Jeanne uit. Die zijn ook gered. De weduwe Rivat voelde zich van een zwa- ren last bevrijd. Maar als men dat weet, dat mijn kinderen gered zijn, hernam zij, terwijl haar oogen fon kelden van hoop, dan moet men ook weten, waar zij zijn. Zeg het mij dadelijk mijnheer, laat mij niet langer in die pijnlijke ongerust heid, wat ik u bidden mag. Ik herhaal u, dat ik daarop niet kan ant woorden, zeide de directeur. Hetgeen gij zoo vurig verlangt te weten is mij zelf onbekend. Om een onderzoek te doen, moeten wij eerst wachten tot gij hersteld zijt. Het gelaat van Jeanne dat een oogenblik van vreugde gestraald had betrok weder. Hersteld? herhaalde zij met doffe stern. O ja ik ben ziek geweest, dat is zoo, ik herinner het mij, zeer ziek zelfs en dat kan ik ook wel voe len, het is mij alsof er iets zwaars op ligt, dat gloeit als vuur. Ik ben dus niet meer ln de am bulance van de rue Servan? (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 5