Stadsnieuws Binnenland Gemeenteraad van Sas van Gent. ihige onzer grensplaatsen worden overstroomd met Belgisch brood, met het gevolg dat al daar in het bakkersbedrijf een zekere nood toestand is ingetreden. Een verbitterde stem ming is dan ook ingetreden bij deze belang rijke groep van kleine nij veren, en ik zou daar aan willen toevoegen, dat zulks ook te recht is. Hetbakkerijoedrijf is overgeleverd aan'de na- deeiige gevolgen van een vorm van oneerlijke concurrentie, die systematisch wordt toegela ten aoor de Overheid. Men dwingt de bakkerij bloem te verbakken, die pi.m. 3 gulden hooger is dan in het buitenland, en men levert ze on beschermd over aan de moordende concurrentie van het buitenland, dat werkt met veel goed- koopere grondstoffen en goedkoopere werk krachten, zonder nog van andere factoren, die de goedkoopere prijsvorming beïnvloeden, te spreken. De Nederlandsche bloemprijs is thans pl.m. 10 gulden per 100 K.G. Ingezonden Mededeeling Ter verontschuldiging voert de Minister aan, dat zoovelen hun inkomsten sterk zien vermin deren en dat het daarom voor de bevolking een belang is van den allereersten rang, dat men zich goedkoop brood kan verschaffen. Niemand zal deze bewering tegenspreken, maar dat be let niet, dat ook de Regeering het oestaan van een zoo groote groep als de bakkerij vormt, niet mag opofferen, door zulk een onrechtvaardigen vorm van concurrentie, waartegen de bakke rijen zoo goed als weerloos zijn. Men beluistert in het antwoord van den Mi nister een wantrouwen tegen de gevoerde prijs politiek in het geheele bakkersbij drijf; ik wil wel aannemen, dat de Minister niet heeft wil len generaliseeren en dat ook zijn indruk is, dat niet alle bakkers zich min of meer schul dig maken aan systematische prijsopdrijving. Trouwens, wanneer men de groote differentiatie in de broodprijzen in ons land nagaat, komt men spoedig tot de gevolgtrekking, dat er bak kers zijn, die niets verdienen, en anderen die veel verdienen. De prijs van het wit waterbrood van 8 ons varieert van 10 tot 19 cent per 8 ons. Opvallend is hierbij, dat de laagste prijzen af komstig zijn uit de drie zuidelijke provincies, dat de middelprijzen in het midden des lands lands liggen, en de hoogste prijzen meest in het noorden des lands worden aangetroffen. Door den druk der concurrentie uit België is dit feit voor het zuiden te verklaren, ofschoon ik moet meedeelen, dat ook vóór de invoering der Tarwewet een prijs van 10 cent oer 3 cns aldaar in sommige plaatsen niet onbekend was. Toen was deze prijs redelijk, thans absoiuut biet loonend. Het is mij bekend, dat bijv. in Bergen op Zoom de broodprijs van thans, die bij sommige bakkers 10 cent is, totaal prijs- bedervend werkt. Deze toestand is niet alleen in het leven geroepen door den druk van on- derlingen concurrentiestrijd, maar ook door den Belgischen broodinvoer in de omliggende plaatsen. Nu zegt de Minister op blz. 4 der Memorie Van Antwoord, dat niet slechts moet gewaakt Worden tegen prijsopdrijving, maar ook tegen prijsbederf, met als gevolg verval van onze pro ductieve krachten, dus ook verval van groepen middenstanders, waardoor de werkloosheid zich vóortplant en armoede va a patroons en arbeiders het gevolg is. Wanneer de Minister er aan blijft meewerken om den ihvoer van Belgisch brood onbeperkt toe te laten, dan Werkt hij het in de hand, dat vooral in onze zuidelijke provincies zich langzamerhand in het bakkersbedrijf een noodtoestand zal open baren met een nasleep van treurige gevolgen. Men kan bij de beoordeeling der prijspolitiek der bakkerijen niet generaliseeren. Eovendien ls het een bekend feit, dat de bakkers-organi saties meewerken om tot een rechtvaardige prijsbasis te komen. Ook de geweldige onder linge concurrentie, de veel verlaagde inkomsten van velen, de algemeene depressie, alles werkt mee om een verlagende tendenz te stimuleeren. Het is dan ook mijn of^®&ging, dat de zoo gewenschte contingenteering van den invoer van Belgisch brood geen prijsstijging in de hand zal werken, tenzij daar, waar de bakkerij is overgeleverd aan vernietigend orijsbederf, iets, dat de Minister ook ver oor dealt, en waar- tegen dit wetsontwerp wil waken. Aan de te hooge broodprijzen in enkele plaatsen in het midden en het noorden des lands is niet slechts de bakkerij, maar ook de consument schuldig, die een dure „service" vraagt, die a tors et a travers van zijn coöperatie eischt een duren organisatievorm en een gegarandeerd dividend van soms 15 pCt. Zulke factoren werken de dure broodprijzen in de hand, en de onbeperkte invoer van Belgisch brood verandert hierin niets ten goede. De Minister moet er niet op vertrouwen, dat de prijsverlaging van brood in enkele grensplaatsen, ontstaan door den in voer van Belgisch brood, tot gevolg zal hebben, dat een algemeene prijsverlaging zal "olgen of verhooging zal worden tegengewerkt, daarvoor is de invloed noodig van -sterker dwingende fac toren. Het feit, dat vele particulieren, boeren en burgers op het platteland in de provincies Lim burg, Noordbrabant en Zeeland er toe overge gaan zijn om weer, zooals voorheen, zelf te gaan bakken, werkt prijsverlaging of nivellee ring in de hand, zoodat er meer dan één factor ls, de zelfbakkerij, de onderlinge concurrentie, de depressie, waardoor een te hooge broodprijs zal worden voorkomen, ook al komt er een toe passing dezer crisiswet-bevoegdlieid. Ik vertrouw dan ook, dat de Minister zal willen toezeggen, dat hij zal willen bevorderen, dat het Belgisch brood zal worden gecontigèn- teerd. Onderscheidingen. Bij Kon. besluit is aan P Arenas, scheeps kapitein bij de firma Burt, Boulton en Hay wood te Sezlaete, verlof verleend tot het aan nemen van de gouden medaille der Orde van Leopold II van België. Zitting van Dinsdag, 1 December, des namiddags 6 uur 30. (Vervolg van het Tweede Blad). (Slot). De heer van Goethem: De grond moet toch be bouwbaar gemaakt worden. Wethouder Tak merkt op, dat de stand voor den bouwer ook wat waard is. De heer van Goethem: Als het niet anders kan, wil ik er me bij neerleggen. Spr. blijft ech ter van meening, dat de grond bebouwbaar ge maakt dient te worden, waar ook. Ook te Am sterdam wordt dat gedaan, zegt spr. De heer de Leux: Dat moet de bouwer beta len. De heer van Goethem: Als het gem gemeen tegrond is. De heer Verschaf fel: Het zou ook kunnen voorkomen, dat men wilde bouwen, op grond, die f 700 meer kosten vraagt. De voorzitter: Het voorstel is: Den grond in erfpacht te geven onder den gewonen canon en op de gebruikelijke voorwaarden en een te gemoetkoming te geven van f 150 in de meer kosten van de fundeering. De gemeente is dan verder van alle verantwoordelijkheid af. De heer de Leux: Het is een raar geval. Spr. zou het eventueel beter vinden een bijdrage per Meter te geven. De heer Verschaffel wijst erop, dat de ver goeding afhankelijk zal moeten zijn van den ondergrond. De heer Neeteson: Laat ons liever eens voor al een bedrag vaststellen. Bijvoorbeeld 40 pCt. van de geraamde meerkosten. De voorzitter: Dus in dit geval 40 pCt. van f 350 of f 14. Z.h.st. wordt aldus besloten. XV. Voorstel tot verkoop diverse oude ma terialen. Devoorzitter zegt, dat er aanvragen zijn in gekomen voor oude brandspuitdarmen on ook voor oude boomen. Mogelijk is er nog wel iets te vinden, dat men beter kwijt kan zijn dan dat men het behoudt. B. en W. stellen voor, hen te machtigen, een en ander te verkoopen. De heer Verschaffel: Zijn er ook antiquiteiten bij? De heer de Leux: Zou de man, die de darmen aanvraagt, ook de brandspuit niet willen koo- pen? De voorzitter: Er zijn ook nog vier oude lan taarnpalen in de Zandstraat, die opgeruimd kunnen worden. Z.h.st. wordt de gevraagde machtiging ver leend. XVI. Voorstel tot wijziging der gemeente-be grooting voor 1931. De voorgestelde af- en overschrijvingen wor den z.h.st. goedgekeurd. RONDVRAAG. a. De heer Seijbel vraagt of B. en W. reeds plannen hebben ontworpen om hen, die uitge trokken zijn uit de werkverschaffing, opnieuw te plaatsen. De voorzitter antwoordt, dat de Crisiscom missie die kwestie zal behandelen. De volgen de week, aldus spr., zal een referendaris van het Ministerie van Arbeid naar tiier komen cm met de Crisiscommissie besprekingen te hou den. Door de Commissie, zal dan een advies aan den gemeenteraad worden gegeven. De heer Seijbel: Ik zal dan even geduld heb ben, als het maar niet te lang duurt. b. De heer Kaas vraagt, een reinigingsdienst voor de Zandstraat in te richten. We weten niet meer, waar we het vuil moeten brengen, zegfr spr. Is het niet mogelijk, elke week iemand het vuil te laten weghalen? De voorzitter: Ik dacht, dat er in de Zand straat zooveel plaats was. De heer Kaas wijst erop, dat men reeds 27 jaar het vuil op alle mogelijke plaatsen heeft gestort. Er is geen plekje meer te vinden, zegt hij. De voorzitter zegt zeer ernstige overweging van het verzoek toe. c. De heer de Meijer verzoekt, het licht aan de Oude Brug heel den nacht te laten door branden. Men zou dan wellicht het licht aan het stadhuis kunnen dooven. Spr. acht dit met name voor auto's zeer gewenscht. De voorzitter zou niet graag zien, dat het licht aan het stadhuis werd gedoofd. Daar is 's avonds nogal eens aanloopt, zegt hij. De heer de Meijer: Laat dan beide lichten branden. De voorzitter: Wij zullen ervoor zorgen. d. De heer de Leux vestigt er de aandacht op dat men bezig is in de Verlengde Schoolstraat, waar het water afgevoerd is, een vuilnisbelt te maken. De voorzitter: Wij zullen er naar laten zien. e. De heer de Leux: Wanneer gaat de ge meente ertoe over om tuingrond te verpachten? De voorzitter: Zaterdag over acht dagen. f. De heer Machielsen: Ik heb niets op de convocatie gezien van de Crisiscommissie. Spr. informeert hoelang het nog duurt voor men daar wat van hoort. g. De Voorzitter: Ik heb than? nog een Uel niglieid goed te maken tegenover den heer Nee teson. Ik had gezegd dat ik in de. volgende ver gadering met bewijzen zou komen, dat er een 6-gemeenten-plan bestaat voor de waterleiding teneinde het ten deze bestaande abuis weg te werken. Het is noodig, dat ik daarvoor even terugga naar de vergadering van Commissaris sen, waarin eigenlijk de grtmdslag is gelegd voor het 6-gemeenten-plan Die vergade ring werd gehouden 24 November 1930 Ik lees in de notulen dier vergadering o.a. het volgende Pag. 1. De voorzitter Mr. Dieleman, vraagt of de Heeren Commissarissen hier aanwezig goedvinden, dat de Heeren Ramaker en Over maat aan de besprekingen deelnemen, omdat in deze bijeenkomst te bespreken kwestie ten nauwste samenhangt met de wenschen van de gemeenten Breskens, Aardenburg en Oostburg, die door de afval.van Sluis en Biervliet gedu peerd zijn, wijl daardoor het plan van de 8 ge meenten is vervallen. De vergadering gaat hiermede accoord. Pag II. De heer Carrière zegt, dat 't zeer wel mogelijk is om zonder veel extra kosten een wa terleidingplan tot stand te brengen en uit te voeren waarbij de 3 trouwgebleven gemeenten, zij het dan op aparte voorwaarden kunnen wor. den aangesloten. Er zou dan om de tekorten van de uitgeval len gemeenten Sluis en Biervliet te dekken on geveer 2 ton noodig zijn, die het Rijk dan zou kunnen geven. Definitief kan hij zich natuurlijk niet uit spreken. De heer Ramaker geeft met nadruk te ken nen, dat hoe men het plan van de 3 gemeenten ook beschouwt, de 3 trouwe gemeente in West gelijk berechtigd blijven voor het oprichten van een waterleiding. De Voorzitter zegt, dat wij ons hier hebben te bepalen bij het request der 3 gemeenten Oost. Pag 7. Hoefnagels, verbaast zich er over, dat hier getwijfeld wordt aan de volle garantie van 5 ton. Wordt die niet gegeven dan is het plan voor Sas van Gent onaannemelijk. Tegenover het plan door den Heer Carrière ontvouwd, staat spreker sceptisch. Uit de dis cussies der vergadering ving hij cp, dat het plan desnoods met wijziging, d.w.z. verhooging der waterleidingtarieven, ware te verwezenlij ken. Hiertegen moet hij zich verzetten, want op de in het plan Oost gecalculeerde tarieven is de rentabiliteit van het plan gebaseerd, enz. Pag 11 De heer Ramaker formuleert eenige wenschen der 3 gemeenten West; Aardenburg, Oostburg en Breskens. Ons aandeel in de oude garantie geven wij cp Maar wij wenschen te participeeren in het kapitaal benoodigd voor het Oost plus West, zoodat de combinatie van 6 gemeenten in den aanleg blijft gehandhaafd. Wij wenschen, dat dit door de Provincie als voorwaarde wordt gesteld, 't Is de idee van de zoogenaamde droge en natte aandeelen. Wij wenschen het vastleggen van onze ge lijke rechten met de 3 gemeenten van Oost, die reeds willen beginnen. De Heer Hoefnagels zegt, zich ten opzichte hiervan tot niets te kunnen binden, zonder eerst met zijn Wethouders overleg te hebben gepleegd. Waar gaat het hier om? Om een plan voor 8 of 6- of om een plan van 3. Hij meent, dat wij ons moeten bezighouden met het plan Oost, want dit is er. Waarom nu weer verandering, waarom weer een nieuw plan? Pag. 12 De Voorzitter antwoordt dat het plan Carrière heden hier ontvouwd de vrucht is van een overleg met West onlangs gehouden. De heer Carrière brengt nog in het midden dat de tarieven blijven, zooals ze zijn opge maakt. Ook de 2 ton blijven om het afvallen van Sluis en Biervliet te dekken. De overige leden van de vergaderig zijn er voor om behalve opzending van het adres aan Gedeputeerde Staten zooals hierboven geamen deerd en gewijzigd, aan den Minister te vra gen of hij ten behoeve van de 3 gemeenten West een som wil geven in eens of wel een jaar lijksche tegemoetkoming ter compenseering van het verlies door den afval van Sluis en Biervliet ontstaan, opdat het plan Carrière voor de ZES gemeenten kan verwezenlijkt worden. Verder heb ik hier nog de ontwerp-statuten der op te richten maatschappij voor me lig gen. Art 40 dezer ontwerp-statuten zegt o.m.: In "9e Vennootschap wordt deelgenomen door de volgende gemeenten-oprichtsters: de gemeente Aardenburg voor 3 aandeelen de gemeente Breskens voor 3 aandeelen de gemeente Hulst voor 4 aandeelen de gemeente Ter Neuzen voor 5 aandeelen de gemeente Oostburg voor 3 aandeelen de gemeente Sas van Gent voor 4 aandeelen die het bedrag harer aandeelen heden in con tanten hebben volgestort. In art. 41 lees ik: 1. Alle verplichtingen der gemeenten-opricht sters zijn recht evenredig aan het aantal harer inwoners. Deze verplichtingen worden opge schort ten aanzien van gemeenten voor wier territoir nog niet tot den bouw der waterlei ding besloten is. 2. De tarieven en overige aansluitingsvoor- waarden zullep voor de gemeenten-oprichtsters en haar inwoners steeds gelijk djn. 3. De bepalingen van dit art. vervallen van rechtswege ten aanzien van gemeenten, die riet binnen drie maanden nadat tot den bouw op brandt nut op de tony haar territoir besloten is, de vereischte mede werking verleend hebben. Spr. memoreert dan, dat elk der zes genoem- de gemeenten een vertegenwoordiger heeft aan gewezen om namens de betrokken gemeente zitting te nemen in de Commissie, die de sta tuien voor het zesgemeentenplan had te entwer pen. Namens Breskens had daarin zitting de gemeentesecretaris, de heer Ramaker, namens nardenburg de heer Catsman, namens Oost- ourg burgemeester Erasmus, namens Terneu- zen de secretaris, de heer Zonnevijlle, namens üuist burgemeester Truffino en namens Sas van Gent de gemeente-secretaris, de heer stubbé. U, mijnheer Neeteson, aldus spr., hebt zelf nog eraan meegewerkt, om in de verga- aering, waarin die ontwerp-statuten zijn be handeld, wijziging te brengen in het aantal commissarissen. Volgens het ontwerp zou dat 9 bedragen. MIJN voorstel was om te lezen „tenminste 9". U hebt toen voorgesteld het aantal commissarissen op maximum 15 te be palen. Voorts memoreert spr., dat Ged. Staten aan dit plan de voorwaarde wenschten verbon den te zien, dat in de toekomst de andere ge meenten in Zeeuwsch-Vlaanderen moesten kun nen aangesloten worden. Uit een en ander blijkt toch ten duidelijkste, aldus spr., dat er wel degelijk een zesgemeentenplan heeft be slaan en ik meen danook wel te mogen zeggen, dat ik de waarheid naar voren heb gebracht. De heer Neeteson moet zich derhalve vergist hebben. De heer Neeteson: Ik twijfel er niet aan, dat U de waarheid naar voren hebt gebracht. Het ging echter over het al of niet bestaan van een zesgemeentenplan. Uit hetgeen U hebt voor gelezen blijkt wel, dat in de vergaderingen van Commissarissen die kwestie even is aange roerd door den heer Ramaker. Doch niemand is hem bijgevallen. Ook de heer Carrière sprak alleen over de mogelijkheid om een plan, zoo als U beweert, dat bestaan heeft, te ontwerpen, doch liet zich niet ait over de uitvoerbaarheid. De aanwezige a zullen het dus wel met mij eens zijn, dat er nooit een „plan" voor aanleg van een waterleiding voor 6 gemeenten is geweest. De voorzitter: Het doel bleef natuurlijk, heel Zeeuwsch-Vlaanderen aan te sluiten. Origineel v/as dat ook in het 3-gemoentenplan voorzien. De heer Neeteson: Er is een ontwerp geweest voor 8 gemeenten en voor een 3 gemeente. An ders niet. De voorzitter: Dan waren toch die statuten niet noodig. De heer Neeteson: Een plan is iets, dat in el kaar is gezet. Er is nooit een plan geweest voor 6 gemeenten. De voorzitter ontkent dat pertinent. De heerNeeteson: Er schijnt in eene te Ter- neuzen gehouden vergadering een maatschap pij opgericht te zijn voor den bouw van een waterleiding voor 3 gemeenten al hebben wij daarvan tot nu toe nog niets van U gehoord. Mijn opvatting is dat geen plan is ontworpen om 6 ge meenten te bedienen. U hebt gesproken van een 6-gemeentenplan in verband met het 8- en 3-gemeentenplan. De voorzitter: Dat moest ook zoo in elkaar zitten, dat in de toekomst alle gemeenten zou den kunnen worden aangesloten. Ik hoor U thans zeggen, dat het Uw OPVATTING is, dat er nooit een zesgemeentenplan heeft bestaan. Had U dat maar in de eerste vergadering ge zegd. De heer Neeteson: In de beteekenis, die ik daaraan hecht, heeft er nooit een 6-gemeen tenplan bestaan. De voorzitter: Het is toch logisch. De heer Neeteson: Ik vind, dat de logica ver zoek is. De voorzitter: Ik heb aan mijn verplichting voldaan, mijnheer Neeteson. Waar niemand verder het woord vraagt, wordt de vergadering door den voorzitter ge sloten. In het gedeelte van ons raadsverslag, opge nomen in het Tweede Blad van dit nummer ge lieve men onder punt 10 der agenda in de ali nea: „De voorzitter merkt op, dat men Onder scheid dient te maken" na deze woorden te le zen: Bijna geen enkele gemeente, waar de wij ken ver afgelegen zijn of deze worden aange sloten tegen hooger tarief. B. en W. hebben al les gedaan om tot verlaging van hettarief te geraken. Zij zijn etc... Gemeenteraad. Vergadering van den Raad de zer gemeente op Maandag 14 December a s. des namiddags 6.30 uur: De agenda bevat de volgende punten: I. Mededeeling ingekomen stukken. II. Voorstel tot wijziging raadsbesluiten tot aangaan geldleeningen van f.5000, f.9600 en f. 25.000. III. Voorstel tot vaststelling verordening tot afwijking van bepalingen der «viukelsluftings-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 2