Ruwe Handen
Solhrnij
Ifoor de Vrouwen.
INGEZONDEN
Ruwe Huid - Schrale Lippen
INGEZONDEN MrttfiDBBLlKB
ger Niet ten onrechte heeft men deze plantjes
dan ook Ageratam (van het Grieksche ageratos
hfet verouderde, eeuwig jong) genoemd, zij
schijnen waarlijk niet uitgeput te raken Af
komstig uit Mexico en Peru kunnen zij geheel
niet tegen vorst; vandaar dus, dat zij, ofschoon,
overblijvend, in den vollen grond niet kunnen
blijven staan, maar in de kas of in ie kamer
overwinterd moeten worden; tenminste voor
zoover men ze wil overhouden Dikwijls toch
kweekt men ze uit zaad, dat daartoe in Maart
of April in een bak wordt uitgezaaid, waarna
de jonge plantjes worden uitgeplant, Voor 't
verkrijgen van krachtige plantjes gaat men ock
wel in Augustus of September uitzaaien, waar
bij dan natuurlijk de zaaiiingen in koude kas
of vorstvrije kamer moeten worden overwinterd
Waar men echter met deze zaailingen weieens
minder gelijke planten verkrijgt, Worden ze
ook wel van stekken gekweekt, die dan in het
voorjaar van overwinterde planten worden ge
nomen De plantjes gedijen in eiken goeden
tuingrond, zoodat de cultuur verder bepaald
geen moeilijkheden oplevert Ofschoon -'"ij mees
tal voor randen en voor kleurenvakken ge
bruikt worden, kan men ze ook zeer goed in pot
gebruiken Voor herfstbloei worden zij dan ook
ftog wel eens in potten gekweekt Kamerplan
ten Het Stérdennentje (Arancaria excilsa) is
eigenlijk een jong boompje, een Conifeer, ver
want van onze dennen en sparren, dat volwas
sen 60 cM. en meer hoog kan worden. Een uit
stekende grondsoort voor deze kamerden is de
humus uit naaldbosschen. Men verwijdert, om
deze zuiver te krijgen, eerst de droge, doode, on
verteerde naalden, d'e los op den grond liggen
en steekt daarna de aarde met een schop een
steek diep op Meestal is die aarde zandig ge
noeg, anders mengt men er nog wat grond of
zand doorheen; een weinig verteerde koemest
is daarbij ook heel goed De meeste liefhebbers,
vooral stadsbewoners, zijn echter niet in de ge
legenheid dergelijke aarde te bekomen, en die
moeten zich dan op andere wijze behelpen
Hun kan ik aanraden een mengsel van bosch-
grond en graszoden aarde te nemen, in verhou
ding van 2 tot 1, waaraan wat grof zand en
oude koemest wordt toegevoegd
PLUIMVEETEELT.
Hygiëne in het Kippenhok.
De wetenschap is een zeer nuttige zaak vcor
de menschhei ;in de Pluimveeteelt hebben we
tenschappelijke onderzoekingen geheel nieuwe
fundeeringen geschapen, waar het bedrijf in
derdaad meer loonend dan vroeger op kon wor
den opgetrokken. Maar soms blijkt de weten
schap, ondanks het autoritair gebaar, waarmee
sommige harer vertegenwoordigers optreden,
t eploo baar en geneigd om zich aan de om
standigheden van het oogenblik aan te passen.
Dan moet de mensch gaan wikken en wegen,
wat basis was in de wetenschappelijke opzet
en wat verworden is tot wetenschappelijke
franje. De eerste heeft groote waarde, maar de
franje, - die kunnen we missen. Zij is de prijs
niet waard van de leerling, d e een langdurige
practijk gaf.
Wetenschappijlke onderzoekingen brachten
ons goede fokmethoden, model-hokken, ratio-
neele voeding. Dat waren fundamenten, waarop
de practijk verder is gaan bouwen. Ook met
dien voortbouw echter, met de practische ex
ploitatie willen sommige theoretici :.ich al te
veel gaan inlaten en dan vervallen ze daarbij
tot wetensrhappelijke overdrijving, tot een mis
kenning der practische mogelijkheden.
Werd hun tien jaar geleden gevraagd, hoe
veel grond men noodig had om een bepaald
aantal kippen te houden, dan werd die grond
den vragensteller liefst in Hectaren toegeme
ten. Een kip moest 10 a 12 meter goed gras
land ter beschikking hebben anders werd
het niets.
Naarmate de grond minder ruim ler beschik
king kwam, daalden de e'schen en nu zijn we
al zoo ver, dat volgens diezelfde theoretici kip
pen het heel goed kunnen stellen zonder eeni-
gen uitloop, als in hun binnenhok maar een
halve vierkante meter bodemoppervlakte ter be
schikkmg blijft.
Maar dan moet de zaak ook hygiënisch be
handeld worden, meenen ze. En niet ten on
rechte. Als men de uiterste zorgen aan zulke
kooi-kippen besteedt, kan men ze wel in leven
houden, maar het brengt alles bijeen een werk
met zich, dat in de productie der kippen nooit
belooning zal vinden. Het voer zoo luidt het
voorschrift mag dan niet meer op den bo
dem worden uitgestrooid, wat toen ook vies is
zoo zeggen ze tusschen al die kippenuit-
werpselen, maar het moet den dieren woiden
toorgezet in zindelijke trogjes, waaruit ze het
zoo-maar hebben op te pikken. Gebrek aan be
weg ng? Hindert niets! Ze leggen tóch wel!
Ja, als de kippen nu inderdaad maar zoo
vriendelijk waren.... Maar hier weet de man
uit de practijk den theoreticus wel anders te
leeren
Er is nog nooit een kippenhouder geweest,
die pleir'er beleefde van kippen, die traag wa
ren van nature of traag gemaakt door ze het
voer steeds maar voor het pikken te geven.
Trage kippen worden vet en vette kippen zijn
slechte legsters. Men moet de natuur geen ge
weld andoen. Een kip vertoont van jongs af
een intuïtieven ijver om haar voer zelf op te
scharrelen en daartoe moeten we naar ook op
besloten ruimte gelegenheid laten. Een belang
rijke portie van het hardvoer moet daartoe In
een luchtigen bodem met lichte dekking van
kaf, turfmolm of droge bladeren worden onder
geharkt. Het is niet zoo erg, als een graantje
met de kippenuitwerpselen in aanraking komt.
Dé wetenschap mag haar theoriën al bouwen,
natura docet. De natuur zegt ons, hoe het
moet of kan. Op boerenerven scharrelen k'p-
pen graag in stallen en op of bij mesthoopen.
Haar intuïtie zegt ze, wat ze kunnen oppikken
en waar ze van moeten afblijven. En dan is
daar binnen bij ze ook nog altijd een chemisch
fabriekje, waaraan geen wetenschap iets te ver
beteren weet.
Men behoeft van een kippenstal tenslotte
geen ziekenhuisje of kinderverpleeginrichting
te maken met carbol- of andere luchtjes, kip-
penluiers en sterieke watten. Dat men voor
hygiënische melkwinning is soit! De te win
nen melk kan door den mensch gemakkelijk
verontre'nigd worden, maar de kip levert ons
haar product in een keurige verpakking, die de
concurrentie met steriele flesschen e.d. glans
rijk kan doorstaan.
Of er dan geen hygiëne moet zijn in het kip
penhok? Maar natuurlijk! We waaschuwcn
slechts tegen overdrijving. Om de kippen voor
paras'eten te hoeden en tegen besmettelijke
ziekten te beschermen, moeten hokken en ren
nen zindelijk worden gehouden en van tijd tot
tijd moet de creoline-kwast of -spuit worden
gehanteerd.
Hok en uitloop houde men zoo ruim, als het
in de omstandigheden mogelijk is. Binnen ten
hoogste vier kippen per vierkante nieter en
buiten minsten een vierkante meter uitloop per
kip, blijven minimum-eischen. En het verschaf
fen van zooveel mogelijk beweging aan de die
ren, is een eisch voor loonende resultaten in
het hoenderbedrijf.
ZIEKENVOEDSEL.
Eenige practische wenken.
Wanneer er een zieke in huis is, geeft de dok
ter gewoonlijk wel aan, hoe het dieet behoort
te zijn: het is dan natuurlijk zaak zich zoo
streng mogelijk aan zijn voorschriften te hou
den Soms geeft de arts geen gedetailleerd voor
schrift, doch beperkt hij zich tot eenige alge-
meene aanwijzingen: soms is de ziekte ook
niet ernstig genoeg om de hulp van een dokter
in te roepen. Voor dit geval is het van groot
belang, dat de huisvrouw weet, welk voedsel
voor z'ekten geschikt is.
Geeft den zieke voldoende voedsel.
Om te beginnen moet aan elk lichaam voed
sel worden toegevoerd: de benoodigde hoeveel
heid is bij een zieke alleen kleiner, omdat hij
niet werkt en zich haast niet beweegt. Onvol
doende voedsel is echter voor een zieke even
ongewenscht als voor een gezond persoon, cm
dat dan de eigen weefsels van liet lichaam Wor
den aangetast, omdat hij niet in staat is ge
noeg te eten. Vooral bij koorts, wanneer de
hooge lichaamstemperatuur juist vele krach
ten vergt en daardoor een groote noeveelheid
voedsel noodig maakt, is dikwijls het spijsver
teringsorgaan zoo in de war, da^ de zieke
slechts weinig kan gebruiken on dat hij vast
voedsel in het geheel niet kan verdragen.
In zoo'n geval dringe men den patiënt niets
op, wat hem tegenstaat. Het is echter noodig,
de krachten van het lichaam in stand te hou
den en daarom moet zooveel mogelijk vloeibaar
voedsel worden gebruikt. Wanneer men het ge
regeld toedient in kleine hoeveelheden kan de
zieke er vrij veel van tot zich nemen en ook
een gestoorde spijsvertering zal door heel slap
pe pap, soep en vruchtensap-niet wórden bena
deeld. Zoo noodig kan men aan het vruchten
sap goed geklopt eiwit toevoegen. Kruiden,
groote hoeveelheden zout en veel vet zijn
verboden. Rijstenat is zeer voedzaam en bo
vendien licht verteerbaar.
Licht verteerbaar.
Het is bij alle ziekten een vereischte, dat hun
voedsel licht verteerbaar is, dit laatste wordt
toegediend in het vloeibare zoowel als het vaste
Ook groot aantal kleine maaltijden. Evenals
een gezond persoon heeft een zieke zoowel ca-
loriën als vitaminen en zouten in zijn voedsel
noodig en het is dan ook noodig voor afwisse
ling te zorgen. Ook een herstellende zieke, die
al met de andere leden van het gezin mag
mee-eten, moet niet te veel eten bij de gewone
maaltijden en het tekort aanvullen door tus-
schentijds nog eens wat et gebruiken.
Een goed ontbijt voor een herstellende be
staat uit vruchten of vruchtensap, gevolgd
door goedgekookte pap en een smakelijk klaar
gemaakt ei. Koffie en thee moeten heel slap
zijn; het is natuurlijk het beste ze door melk
te vervangen. Gebakken aardappelen zijn het
beste en het vleesch moet mager en gaar zijn.
Versch brood is ongewenscht, licht geroosterd
brood of beschuit is daarentegen goed. Vla,
melkpuddmg en gelatinepuddingen zijn het
beste dessert; ook room is goed. Van belang is
ook het aantrekkelijk opdienen van het eten,
want aan een zorgvuldig en smaakvol gegar
neerd bord wordt eerder begonnen dan aan
onverschillig en slordig opgeschepte portie.
De bijvoeging tusschen de maaltijden ge
schiedt bij voorkeur door melk in eenigen
vorm. Men kan de melk warm of koud opdie
nen, men kan er vanille, chocolade, slappe kof
fie, suiker of zout aan toevoegen al naar de
smaak van den patiënt. De voedingswaarde
wordt verhoogd door suiker en door ».en goed
geklutst ei, terwijl een paar droge beschuitjes
een welkome toevoeging vormen.
IETS HEERLIJKS BIJ DE A.S. HUISELIJKE
FEESTJES.
Boterletter.
Men maakt eerst bladerdeeg of z.g. feuille-
tée. Neem daarvoor pond bloem of keizers-
bloem, 2 ons goede boter, die zoo koud moge
lijk gestaan heeft en L. water. Bestrooi 'n
deegplank met wat bloem en verdeel de rest
van de bloem in tweeën. Vermeng nu de eene
helft van de bloem met de helft boter en 't
water totdat ge 'n stevig deeg hebt gekregen.
D't deeg vervolgens zoo luchtig mogelijk uitrol
len op de deegplank met een met bloem inge
wreven deegrol. Op de verkregen lap deeg legt
men nu kleine stukjes van de overgebleven
helft boter en slaat de deeglap dubbel, die ge
dan weer op de deegplank gaat uitrollen, plank
en rol telkens opnieuw met bloem bestrooiende.
Als al de boter en de bloem aldus bewerkt is, is
het deeg gereed om er boterletters van te be
reiden. Door het voortdurend d'chtvouwen van
het deeg wordt er lucht ingesloten, die door de
warmte van den oven later uitzet en het deeg
bros en luchtig maakt. Daartoe snijdt ge het
deeg in lange, smalle reepen, waarop ge rolle
tjes amandelpers legt, daarover heen vouwt ge
de lappen deeg dicht, plakt ze met een weinig
water en de bovenste laag wordt met eigeel be
streken. Van die gevulde deegrollen maakt ge
dan de vereischte letters, die in een matig
warmen oven ongeveer drie kwartier moeten
bakken op een bakblik met wat bloem be
strooid. Door het bestrijken met de eierdooier
krijgen de letters een mooie donkere Meur.
Kerstkransen bereidt men op dezelfde manier,
alleen worden dan door de amandeipers gecon
fijte vruchten verwerkt.
Warme wijn.
Benoodigd: 1 flesch roode wijn, 1 flesch
bessenwijn, 100 gram suiker, 1 sinaasappel met
20 kruidnagels en stukjes pijpkaneel bestoken.
Bereiding: De sinaasappel wordt goed gewas
schen en bestoken met kruidnagels en pijpka
neel. De wijn wordt met de suiker en den si
naasappel in een chocoladeketel gedaan, de
tuit en het deksel worden goed gesloten en öe
ketel met den inhoud zachtjes verwarmd. Na
ongeveer één of anderhalf uur is de drank ge
reed.
Oliebollen (pijn. 20 stuks)
500 gr. (1 pond) tarwebloem, 39 gr. (voor on
geveer 4 ct.) g.'st, ongeveer y2 L. lauwe melk,
1 theelepel zout, 100 gr. (1 ons) krenten, 100 gr
(1 ons) rozijnen, 50 gr. (y2 ons) sucade, gerasp
te schil van 1 citroen, 1 gesnipperde zure ap
pel, een ijzeren potje met slaolie.
Meng in een beslagpot de gist aan met de lau
we melk, voeg er de bloem en het zout bij en
klop met een stevigen houten lepel het beslag
tot een gladde massa. Roer er de gewasschen
krenten en rozijnen, de gesnipperde sucade, de
citroenschil en de appelstukjes door; zet dan
het beslag dicht gedekt op een lauw plekje om
te rijzen (ongeveer een uur.)
Maak intusschen in een ijzeren potje een flin
ke hoeveelheid slaolie heet, zóó, dat ze begint
te dampen; doop twee ijzeren of aluminium le
pels even in het vet, schep er dan kleine hoe
veelheden beslag mee uit en laat die voorzich
tig in de heete olie glijden. Bak de bollen moo:
bruin en gaar (ongeveer 5 min.)zorg, dat in
tusschen de olie niet te heet wordt, daar dan
de bollen zouden branden voordat ze gaar wa
ren.
Laat de bollen op een schuimspaan of een
frituurlepel flink boven het pannetje uitlekken,
breng ze dan over op den schotel en bestrooi
ten slotte den geheelen stapel met wat gezeef
de suiker.
Poffertjes (ongeveer 75 stuks).
200 gr. (2 ons) tarwebloem, 50 gr (V2 ens)
boekweitemeel, 15 gr. (voor ongeveer 2 ct.)
gist, 1 ei (niet bepaald noodig), 15 gr (1 afge
streken eetlepel bastardsuiker of 30 gr. (1
schrale eetlepel) stroop, 4 d.L. (4 gewone thee
kopjes) lauwe melk, wat Slaolie.
Meng m een beslagpot de gist aan net de
helft van de lauwe melk; voeg er het ongeklop
te ei bij, de suiker (of de stroop), het zout en
de bloem. Klop met een lepel of een garde alles
samen tot 'n glad beslag, verdun dit langzamer
hand met de rest van de lauwe melk en laat
het dan (dichtgedekt) op een lauw plekje een
uur rijzen.
Maak de poffertjes warm, doop een kwastje
in wat Slaolie, of in wat gesmolten vet en be
smeer daarmee de vakjes van de pan Giet in
elk vakje een kleine hoeveelheid van het beslag,
laat de poffertjes aan den onderkant mooi
bruin worden, keer ze terwijl ze van boven
nog vloeibaar zijn met een vork om en laat
ook den tweeden kant bruin worden.
Presenteer de poffertjes warm, met op elk
portie (ongeveer 12 stuks) een klontje versche
boter en wat gestampte suiker.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
DRAAGT UW PENNING «IJ!
Nederlanders!
Het aantal oude gebouwen in ons land van
buitengewone, wereldvermaarde schoonheid, is
niet zoo heel erg groot. Het is plicht Tan over
heid en volk, in stand te houden wat wij nog
bezitten aan bouwkundig schoons »n kost
baars.
Onze overheid is zich van dezen plicht be
wust en zij doet, door Monumentenzorg, wat zij
met de haar ter beschikking staande middelen
doen kan.
Ons volk zal als regel slechts plaatselijk iets
kunnen doen, waar het geldt bouwwerken in
verval te restaureeren. Immers: een gebouw is
uit zijn aard gebonden aan de plaats, waar het
staat.
Maar er zijn kerken en raadhuizen, torens
en paleizen, die geen bezit van stad of provin
cie, maar van de gansche natie zijn. Een der
eersten hiervan is het mooie oude Raadhuis
van Veere, dat ook als een der sterkste aan-
trekkingspunten van het vreemdelingenverkeer
naar Nederland een nationaal bezit is, dat al
leen reeds darom in eere gehouden dient te
worden.
Een diepgaand onderzoek heeft aangetoond,
'n welke mate het verval hier angstwekkend
dreigt.
Dezer dagen moest zelfs, voor den duur der
restauratie, tot ontruiming besloten worden.
Onder de kundige leiding van Monumenten
zorg is het herstel thans ter hand genomen.
De regeering stelt reeds een belangrijke som
beschikbaar; de provincie Zeeland steunt en
het kleine oude stadje zelf draagt tot aan de
grens van zijn vermogen zelf bij tot het herstel
Maar daarbij kan het niet blijven.
Finantiëel en moreel hebben de overheden
den steun van het Nederlandsche volk voor dit
Nederlandsche werk van noode.
De restauratiecommissie, die zich ten doel
stelt, deze belangstelling te wekken, heeft be
sloten tot de instelling van een fcouwpeiming.
Deze is onlangs gereed gekomen en hij :'s ge-
modeleerd door den beeldhouwer H. J. Etienne
en geslagen door de KoninMijke Begeer. Zij,
die aan 't restauratiefonds bijdragen ontvangen
als blijk v. waardeering voor hun steun zulk een
penning en wel voor giften van f 6.- of fiooger
een afslag i n b r o n s en voor giften van f.25.-
of hooger een afslag in zilver. Bovendien zul
len uitsluitend voor de eerste 12 giften van
f 500.- verstrekt worden van 1-12 genummerde
afslagen van den bouwpenning in goud
Voor giften beneden f 6.-, die het restauratie
fonds ook dankbaar zal ontvangen, wordt een
fraai gedrukt bewijs van ontvangst gezonden.
MET NADRUK
WORDT U GEVRAAGD. DRAAGT UW PEN
NING BIJ TOT HERSTEL VAN HET RAAD
HUIS TE VEERE!
Stort uw giften, of gireert ze, op postreke
ning no. 182289 van den secretaris-penning
meester der Restauratiecommissie te Veere. In
volgorde van binnenkomst der giften wordt u
de penning rechtstreeks door de Koninklijke
Begeer te Voorschoten toegezonden.
Ook een weg.
In een kapperszaak komt een man met een
kleinen jongen binnen.
Haarknippen, wasschen en scheren, zegt de
man.
Toen hij geholpen was vroeg hijHebt u ook
cigaretten?
Neen, maar hier vlak tegenover kunt U ze
krijgen.
Goed, dan ga ik ze even halen Knip onder
wijl dien jongen z'n haar. De man gaat weg en
komt niet meer terug. Als de kapper met den
jongen klaar ls, zegt hij: „je vader blijft lang
weg.
M'n vader, zegt de jongen, dat is heelemaal
mijn vader niet. Hij heeft mij zoo juist op
straat aangesproken en gevraagd, of ik voor
niets geknipt wilde worden.
Revolutie in Zuid-Amerika
Officier tot een parlementariër der opstan
delingen: Wat is er aan de hand? Wilt jelui je
overgeven?
Parlementariër: Neen, maar wij willen, twee
generalen omruilen tegen zes bussen geconden
seerde melk.
Wat een brandblussching in een nacht kost.
Gelezen in het verslag van den Gemeenteraad
van Vlaardinger Ambacht:
De mededeeling van den burgemeester dat
aan de gemeente in rekening zijn gebracht bij
de onlangs plaats gehad hebbende branden van
vier hooibergen 800 flesschen bier, 897 boter
hammen, alsmede limonade, melk enz., terwijl
voorts de algemeene kosten ongeveer f 1000
hebben bedragen, ontlokte veel discussie.
Wat we ons kunnen indenken.
Toppunt van pessimisme.
Optimist: Over drie maanden zullen wij al
len gaan bedelen.
Optimist: Bij wie?
Waarom de man verzuimd had.
Ergens in een stadje werd Beethoven's „Leo-
nore" gegeven, waarbij een musicus was geën
gageerd, die achter het tooneel de trompet
moest blazen. Maar heel de uitvoering door liet
de man zich niet hooren.
Toen de dirigent na afloop ging informeeren
zei de brandweerman:: „Ik heb een paar keer
een kerel er uit gegooid, die hier met zijn trom
pet wou repeteeren, terwijl er concert was.
Adel verplicht.
Toen Napoleon III den Bankier Cohen te Ant
werpen wegens bijzondere verdiensten in den
adelstand verheven had, vroeg deze aan zijn
vriend den Keulschen bankier Oppenheim of
hij zich Cohen d'Anvers of alleen C d'Anvers
zou noemen.
Noem je C d'Anvers, antwoordde lachend Op
penheim, dan kan ik my in de toekomst mis
schien O de Cologne noemen.