De Zeeuwsche Koerier Woensdag 2 Dec 1931 Vijfde Blad De naaister Tan St. Maas. van 46e «Jaargang. No. 3853 Wie van ons heeft er niet eens geprobeerd, in aen Sint-Nicolaas-nacht wakker te blijven, orn te luisteren naar al de vreemde geluiden om en :-n het huis, en wie weet, misschien zeifs een glimp van den stillen, stralenden, goudgemyter aen bint oi aen rumoerigen, zwaarueiaaen Jt-ie- terman te zien krijgen? Nu, 't meisje lut dit ver haai was ai niet anders dan wij allemaal, en daarbij had ze nog een bijzondere reden om toch vooral dezen nacht haar oogen erg goed open te houden. Hoor nu maar eens, wat ze wel beleefde In 't najaar was Beppie met haar ouders en nog een heel klein broertje uit Indië gekomen. Haar vader had een jaar verlof gekregen, dat is zooiets als vacantie, zie je, en hoewel haar ouders eigenlijk niet veel familie meer in Hol land hadden, wilden ze dien tijd tocli liefst in hun vaderland doorbrengen, dat ze in geen vijf jaar gezien hadden, en daarna weer voor een heele poos zouden moeten verlaten. Beppie's moeder was niet heel s^erk, en door dat lange verblijf in zoo'n erg heet land was dat er eigen lijk niet beter op geworden. Daarom werd be sloten, dat ze dit vacantie-jaar niet in n groo- te stad zouden doorbrengen, maar heerlijk bui ten zouden gaan wonen op 'n flink dorp, waar de gezonde lucht hun zeker alle vier veel goed zou doen. Het was niet de moeite waard, voor dien korten tijd een heel huis te huren en in te richten, en daarom gmgen ze op gemeubi leerde kamers wonen, bij een oude juffrouw, die een groot, ouderwetsch huis had, waarzij op haar eentje geen raad mee wist. Ze had nog een paar andere families in hu s, en met Bep pie en haar ouders was alles juist gezellig vol. zoodat ze nu niet bang meer behoefde te zijn. dat ze niemand had, om haar te helpen, als er brand kwam, of inbrekers. Er was maar één school op het dorp, waar alle kinderen, rijke of arme, naar toe gingen: de dochtertjes van den burgemeester en het zoontje van den notaris zoogoed als de kleume rige peuters van den armen klompenmaker, die heel ver buiten in 'n zielig klein huisje woonde. Nog geen week na haar aankomst zat ook Beppie al bij al de anderen in de tweede klas, want voor haar was 't geen vacantie jaar, en ze mocht in dien tijd toch niet heelemaal achter raken! 't Liep tegen eind November, en al drukker werd er in 't speelkwartier gebabbeld cn gera teld over het komend Sint-Nicolaas-feest. Klad jes van verlanglijstjes werden over en weer be zichtigd en besproken, en ieder sprak de zoete hoop uit, dat Sint Nicolaas al die wenschen netjes op 't rijtje af zou lezen en vervullen, liefst tot onderaan toe! Beppie luisterde eerst verbaasd ?n zonder al te veel belangstelling, maar algauw raakte ze er heelemaal in, vooral toen moeder haar eens goed had uitgelegd, wat al die drukte en ver wachting precies te beteekenen had. In Indië had Beppie nooit iets van den goeden Sint gezien en gehoord, want 't is al een paar jaar geleden, dat alles wat ik jelui li:er vertel, ge beurd is, en Sint Nicolaas deed coen nog niet wat Hij nu doet: eenvoudig per vliegtuig ever steken, om al die Indische jongens en meisjes, die toch ook eigenlijk Hollandsche kinderen zijn, ook van zijn goede gaven mee te deelen, Nog nooit had Hij in Indië iets voor haar ge bracht, en Beppie vond 't dus maar wat 'n tref dat ze hier nu juist op tijd was gekomen cm al die heerlijkheden mee te maken! Ze dacht dagen lang aan niets anders dan aan haar verlanglijstje, en toen ze 't eenmaal naar haar zin klaar had, besteedde ze een heelen Woensdagmiddag, om het op een mcoi velletje papier met prachtige schoonschrirt- letters over te schrijven. Beppie was nogal 'n erg bescheiden kleine meid, en de vier of vijf dingen, die ze op haar verlanglijstje vroeg, waren dan ook werkelijk geen groote, dure cadeaux. Ik geloof, dat er een vlechtdoosje bij stond en een vlooienspel, maar zoo precies weet ik 't aiet meer. Eén ding was er eigenlijk maar, dat ze oller-aller vreeselijkst graag had, en dat stond dan na tuurlijk ook bovenaan: een heele uitzet voor haar pop Gertrud, twee stuks van elk, cn voor al, vooral.een groene, zijden jurk met plooitjes en kant erbij. Groene zij was t aller mooiste, dat Beppie wist te bedenken. Sint Nicolaas mocht gerust al haar andere wenschen over 't hoofd zien, als Hij dien éénen maar in de puntjes verhoorde! 's Avonds eer ze slapen ging, zong ze nog een extra mooi en lang liedje bij de kachel, en liet daarna het lijstje op een blaadje bij den schoorsteen achter. Den volgen den morgen was 't tot haar groote verwonde ring spoorloos verdwenen. Emdelijk kwam dan toch de vijfde December, de laatste avond vóór al het heerlijks in ver vulling zou gaan. „Nog maar één nachtje slapen!" zeiden de kinderen op school. „Jawel, slapen!" dacht Beppie bij zichzelf. „Ik denk er gewoon niet aan! Dien éénen keer, dat ik dit hier allemaal meemaak, zal ik mijn oogen en ooreu goéu, uuii koso geven! Wrueeiu jo, uat iK ïatci .ui ïiiuie eens Kon vertellen, uut ik biinteiKiaas zen gezien naü, of stel je voor, uat Bieterman ue veer van zijn muts ver loor, en aat ik a.e stiekem kon oprapen en te waren om aie op scnooi te laten zien! Nee, iioor, ik oen niet van pian, een oog dicht te uoen! ik zaï waKker Olijven tot het weer üag worat, aooaat niets me Kan ontgaan!" Be zitKamer van Bepp.e's ouders was be neden in nuis, maar het Kamertje waar zij sliep iag een trap nooger aan een lange gang, waar- up ook nog kameraeuren van andere menseden uitkwamen. Toen moeder naar naar boven oraent en haar daarna uitkleedde en haar ha re uitborsteide, vond ze, dat Beppie ongewoon s 1 was. Ze babbelde niet als naar gewoonte aan één stuk door over de poppenwieg, waar van de gordijntjes nog moesten worden dicht geschoven, en over de schoentjes van Gertrud, eigeinijK op net portaal noorden om ge poetst te worden. Ze liet zich stil onder de de- Kens stoppen, zoodat moeder wel denken moest dat ze half dood was van den slaap. Maar als ze wat beter op de wakkere, en pientere oogjes gelet had, zou ze wel gemerkt hebben, dat haar Bepp e wat in 't schild voerde. Nauwelijks was de deur dan ook zachtjes achter moeder dichtgedaan, of Bep trok met een ruk 't stijf-ingestopte dek los en ging kaars recht overeind zitten met haar ellebogen op haar knieën. Ziezoo! Ze zat en ze zou blijven zitten en geen momentje ook maar met haar oogen knippen, eer ze alle geheimen van dezen nacht had afgeneusd! Ze keek strak en onver zettelijk naar 't nachtlichtje, dat cp tafel te branden stond, en haar lipjes zaten stijf opeen van pure vastberadenheid. Brr! warm was 't niet, hier op de slaapkamer Ze maakte van haar slappe kussen een soert schoudermanteltje, en hield de punten onder de dekens vast. 'n Fijn steuntje voor haar hals had ze nu ook. Weet je wat ze kon best wat ge makkelijk gaan liggen. Zoolang ze haar cc gen maar wijd openhield, kon 't niets geen kwaad, 't Was zelfs meer dan genoeg, als ze één oog opensperde, vond ze nu Dan kon 't andere tel kens even heerlijk rusten.om de beurt zóóAls Sint Nicolaas nu maar een beetje voortmaakteEn als Pietermanmaar nietmerktedat zewakker was nee Hup! Met een ruk zat ze weer recht. Wat was dat? Was ze daar heusch even weggedoezeld? Dat mocht voor geen geld. Zie je wel, 't ging ook niet als je onder de dekens bleef liggen, dacht ze spijtig. En wakker blijven moest en zou ze toch, 't koste wat 't kost. Weet je wat, ze ging er gewoonweg uit. 'n Beetje door de kamer loopen of voor 't raam kijken. Als ze de kettin gen hoorde rammelen, was 't nog tijd genoeg om weer in bed te kruipen en zich slapend te houden. Ze stapte in haar slofjes en sloeg de gehaak te sprei om haar schoudertjes Wat grappig Nu was ze precies oude vrouw Baks van den Achter weg, als ze eieren kwam brengenNou, op die kamer hier was je óók gauw uitgekeken, en buiten.... warempel, 't leek wel te sneeuwen, maar 't was niet om te houden voor die kier van 't raam, brrr, dicht dat gordijn. Zou ze zich eens pp de gang wagen? Waarom ook n'et! Alle menschen zaten rustig op hun kamers, en misschien kon je zóó eerder hooren of er al wat aankwam Ze deed voorzichtig de deur open en stond op het portaal, 't Was doodstil in huis, en er brandde geen licht op de gang. Wat v;as alles vreemd zooBep had een raar onwerkelijk gevoel, terwijl ze daar zoo stondDaar bad de kamer van Juffrouw Doortje en Juffrouw Mar edie waren ook nog op, je zag iicht door de kier en door 't sleutelgat. Juffrouw Door was een ernstige, deftige cos- luumnaaister, die thuis werkte voor de rijke menschen van 't dorp, de vrouw van den bur gemeester, van den dokter, en nog een paar dames. Haar zuster Marie kon niet anders deen dan haar gezelschap houden bij haar werk, want de arme ziel was heelemaal verlamd en zat maar heel den dag in dekens en kussens op een ruststoel voor het raam. Beppie was wel bij ze op bezoek geweest, en ze zou wel wat heb ben willen geven, als ze nu aan de deur had durven kloppen, en' een poosje bij ze in de war me kamer zitten om den tijd te korten!! Verlangend kwam ze wat dichter bij de deur en toen ze eenmaal op de gangmat stond, konze heusch niet nalaten, eens even door 't sleutel gat in de kamer te kijken. Ze had noo:t ge dacht, dat je op die manier werkelijk iets te zien kon krijgen, maar heusch, 't ging heel goed. Juffrouw Doortje zat aan haar naaimachine en naast haar stond de ruststoel van Juffrouw Marie. De zieke zat met een glimlach een heele stapel peuterige kleertjes te bekijken, die ze cp haar schoot hield; hemdjes en broekjes en on derjurkjes, een paar snoezige schortjes en.... hemel! zag Beppie daar niet iets van groene zij precies die kleur, die ze altijd 't aller-aller- mooiste vond van alle kleuren op de wereld? Hoeze durfde gewoon niet verder denken, en stond maar ademloos te staren, haar oog vlak tegen 't sleutelgat gedrukt. Nu begon juffrouw Marie te praten Wat ge- hoorig was 't hier 's avonds! Beppie kon elk woord verstaan. Ze dacht er heelemaal niet aan dat 't eigenlijk niets mooi is, om te luisteren naar wat ondere menschen tegen elkaar zeg gen, als ze denken, dat ze samen alleen zijn - ze werd zóó geboeid door 't zien van al die heer lijkheden, en hoopte vurig er wat meer van te weten te komen: Nu mag je je toch heusch wel haasten, Door hoorde zo juffrouw Mane zeggen-. Ik neb i;u Je jurK voor je geknipt, maar i nauten Kan nie mand zooi mooi ais jij. Wat heb je al dat klei ne ondergoed niet Keurig gemaakt. Maar je krijgt dat groentje niet kiaar, hoor als je niet aaaeiijk pegintja, ja, ik weet wel wat ,ie zeggen w.lt, je hebt nu al weken lang niet an ders dan poppengoed gemaakt en haast geen oogenbnk op adem kunnen komen Maar 't is dan ook een ongehorde eer, de naaister van St Nicolaas te zijn. Ik geloof, dat geéi: ander er voor in aanmerking zou kunnen komen als jij! En ze keek haar zuster met vriendelijke be wondering aan. Bepp.e hield haar adem in. Dus zóó zat dat in elkaar!! Ze had zich den laatstei tijd al dik wijls afgevraagd, of Sint Nicolaas alles en al les, wat Hij gaf, in de winkels zou koopen. Hij bracht altijd dingen van eerste kwaliteit en moeder zei dikwijls dat goedkoop niet half zoo mooi en degelijk was als wat je liet maken. Wel, wel. Dus juffrouw Door was heel in 't ge heim de naaister van Sint Nicolaas. Wie had dat ooit achter haar gezocht! Was me dat een ontdekking! De geheimzinnige nacht begon al goed! En zouden die poppenkleertjes daar ze durfde gewoon niet verder denken! Door waarschuwde Juffrouw Marie weer. Nu zag ze pas, da tjuffrouw Doortje op 't cogenblik met iets heel anders bezig was dan met klein, fijn poppengoed. Ze had een ruig kleedingstuk van donkere stof op haar schoot, dat ze blijkbaar zoo juist van onder de naaima ch ne had gehaald, en met vlugge steken was ze nu aan 't handwerk bezig. Haar naald vloog, en ze keek geen oogenblik op Ja kindlief, ik kan 't werkelijk niet helpen antwoordde ze. Dit is de laatste pop van de v er-en-twintig, die ik kleeden moest deze we ken, en ik zou zeker al klaar zijn, als dit er niet tusschen was gekomen. Maar die kleine Willie heeft me al dagen lang dwars gezeten eiken keer als ik haar in dat dunne manteltje voorbij zag komen op weg naar school. Je weet, dat ik me voorgenomen had, een warmer voor haar te maken, zoo gauw ik tijd had, dadelijk na het Sint-Nicolaasfeest. Maar nu is 't van avond juist opeens zoo erg veel kouder gewer den 't begint al te sneeuwen, en ik kan de gedachte n'et verdragen, dat die arme kleine peuter morgen met zoo'n weer de straat op moet zonder behoorlijke warme kleerenAls ik hard doornaai, krijg ik dit "jasje vannacht nog klaar, en morgen vóór 't ontbijt breng ik 't er dan zelf even heen. Die poppen jurk moet dan in vredesnaam maar niet klaarkomen. Ik kan niet alles tegelijk. Juffrouw Marie zuchtte. Voor wie was ze eigen lijk bestemd? vroeg ze. Ik weet niet voor welk klein meisje, antwoor de haar zuster. Pieter zei alleen, dat de pep Gertrud heette, toen hij 't lijstje met haar ma ten bracht Hij zal straks wel komen kijken, hoe ver 't ermee staat, vrees ik. Had Pieter nu niet kunnen zorgen, dat kleine Willie een warm manteltje kreeg mergen? vroeg Juffrouw Marie weer. Moet jij je daar nu .voor aftobben? Hij is er toch voor. Och, dat heb ik al zoo dikwijls bijgelegd zti Juffrouw Door. Als Sint Nicolaas en Pieterman bij alle en alle kinderen persoonlijk iets moes ten brengen, zouden ze wel 't heele jaar in Hol land mogen blijven inplaats van 'n paar weken Ze bezoeken daarom alleen de groote huizen aan de voornaamste straten, die gemakkelijk te bereiken zijn, en brengen daar zóóveel moois dat de kinderen er eigenlijk te veel aan hebben Daarmee willen ze zeggen: Het overige wil jelui zeker wel dóórgeven, en voor ons bezorgen bij de arme kleuters in de kleine zijsteegjes, die we onmogelijk allemaal kunnen afloopen. Sommige kinderen zetten ook op hun verlanglijstje met een de wenschen voor hun arme kameraadjes dat is erg gemakkelijk voor St. Nicolaas. In het donker van de gang begonnen Beppies wangen te gloeien van schaamte.Dat ze daar nu heelemaal niet uit zichzelf aan gedacht had En kleine Willie zat op school nog wel naast haar in de bank, met haar dun, gelapt jurkje, armoedig, maar keurig versteld. Wat was ze dom en zelfzuchtig geweest. Bleef ze toch nog maar een jaar in Holland, dan kon ze liet eon volgende keer beter aanleggen Nog stond ze zoo na te denken, toen opeens hoorde ze goed?een verwijderd ge rammel van kettingen door de stilte klonk, 'n Oogenblik stond ze verstijfd te veel geschrokken om weg te loopenGelukkig, 't Kwam niet van de gang of de trap op 't leek verder weg bijna aan den buitenkant van 't huis. De zitkamer van Juffrouw Marie en Juffrouw Doortje had een balcon, en terwijl Beppie neg met ingehouden adem stond te luisteren naar 't geluid, zag ze de zware gordijnen bewegen, hoorde 't knarsen van de glazen deuren, en met een zwierige sprong stond een bruine jon gen met een blauw satijnen pak aan, en een lange, roode veer op zijn fluweelen baret grinne kend midden in de kamer. Hallo dames, riep hij vroolijk, zoodat al zijn prachtige w'tt etanden te zien kwamen. Ik kom 't laatste vrachtje halen. Hij raadpleegde een notit'eboekje De uitzet van Gertrud. juist. Alles kant en klaar, hoop ik?- 't Spijt me, voor je Pieter, antwoordde Juf frouw Doortje rustig. Je weet, wat ik van plan was, en nu met die plotseling kou is er haast bij 't werk gekomen, en ze hield het manteltje van Willie omhoog. Je zult moeilijk anders kun nen doen, dan me gelijk geven, hé? Het onder goed is klaar, maar die groenzijden jurk moet je me nu maar afbestellen.ik hoef dan na tuurlijk ook niet den grooten zak speculaas en het borstplaten hart te hebben, die ik als naai loon zou krijgen!" „Geen kwestie van, Juffrouw Doortje"! zei F ie ter, die met stijgende opwinding had geluis terd. „Die groene poppen jurk moet en zal klaar komen! Het is "een Bovenste Wensch, en Bo venste Wenschen van verlanglijstjes moeten al tijd vervuld worden, dat is onze vaste regel, v. aar van we nooit afwijken. Als dat manteltje voor die kleine Willy van je, iemands Bovenste V/ensch geweest was, dan zou ik je mijn zegen geven, maar nu kan ik 't werkelijk niet toe staan! Het kan heel nuttig zijn, maar verlang lijstjes gaan bij ons voor! Bedenk asjeblieft, wat je plichten zijn als naaister van Sint Ni colaas! Over anderhalf uur kom ik terug en aan moet. je klaar zijn, begrepen! Mijn mees ter wacht op 't dak in de sneeuw, maak dus in vredesnaam wat voort!" En terwijl hij lang zoo vriendelijk niet meer groette, uls bij zijn komst, sloeg hij de gordijnen terug en ver dween door de balcondeuren. Juffrouw Door nam met gebogen hoofd de groene zij van haar zuster aan. „Nu krijg ik Willie's manteltje in geen geval meer af", zei zo droevig. „Maar hij heeft gelijk. Verlanglijst jas moeten vóórgaan, en als de heel mooie en nuttige dingen daar niet op staan, dan kan niemand daar iets aan doen, zelfs de machtige Sint Nicolaas niet!" En er viel een traan op het warme mateltje, toen ze het op zy schoof. Nu hield Beppie 't niet meer uit. Met een on derdrukten snik vloog ze weg rechtdoor naar haar eigen kamertje en naar 't haardje dat 'emic. dags gebrand had om het vertrek wat te ver warmen, maar dat moeder tegen den avond al tijd liet uitgaan. Ze knielde neer bij den schoor -eenmantel, en riep half schreeuwende raar boven: „Lieve Sint Nicolaas, als u werkelijk op 't dak bentU bent toch de baas over Pie ter, en houdt zeker veel mee vran de arm© menschen dan hij.... Laat Juffrouw Doortje het manteltje voor Willi afmaken alsjeblieft., ik hoef de groene jurk voor Gertrud heelemaal niet meer te hebben. Ik ben voor 't eerst in Holland en wist nog niet hoe 't hoorde Maar als 't nog veranderd kan worden, zet U dan 't manteltje voor Willie bovenaanO, alstublieft, lieve, goede Sint Nicolaas!" Ze riep 't zoo hard ze kontoen stond ze op en luisterde, of er ook antwoord kwam Ze hoorde nietsMaar hè, wat was dat? Dat stuk papier op den grond, had dat daar zoonet óók al gelegen? Ze vloog ermee naar 't nachtlichtje en tuurde't was haar eigen verlanglijstje en over de Bovenste Wensch: Gertrud's groene jurk, liep een breede, zwarte veeg.... je zou kunen denken, dat 't roet van de kachel wasals je niet beter wist ten minste. „Dank U, dank U, lieve Sint Nicolaas!" riep Beppie bijna dansend van blijdschap. Toen hield ze opeens stilze had er heelemaal n et aan gedacht, dat ze haar beneden wel eens zouden kunnen hooren„Nu hoef ik ook nergens meer voor wakker te blijven", dacht ze, toch wel even weemoedig, en als een haas schoot ze onder de warme dekens. „Nu merk ik pas, hoe koud ik geworden was!" dacht ze nog huiverenden toen wist ze opeens niets meer. En toen den volgenden morgen de vlechtdoos en het vlooienspel en verder een heele verza- melmg lekkers onder den schoorsteen in de huis kamer stonden uitgestald, en ook de onder- kleertjes voor Gertrud.... zonder groene jurk, was ze zóó stilletjes en toch zóó geheimzinnig - in-d'r-schik, dat moeder niet wist wat ze er van maken, moest, en haar wat bezorgd na keek, toen ze naar school stapte Maar op het schoolplein in de sneeuw stond Willie, en liet door iedereen haar ruig, warm manteltje bewonderen. „Vanmorgen pas nieuw gekregen!" vertelde ze trotsch. „Van Sint Nicolaas?" vroegen de kinderen. „Nee, van Juffrouw Doortje, heel in de vroeg te al.... ze kwam 't zelf brengenje weet wel, Beppie', ze woont bij jelui in huis, die lieve juffrouw, met dat grijze haar, die voor de menschen naait...." Beppie zei niet veel, maar in haar hartje zong, het en ze danste bijna de klas in, om haar plaats op te zoeken, de bank van Willie en haar, die 't dichtst bij de kachel stond. En daar.daar zat voor haar lessenaartje, eigenwijs rechtop.... Gertrud, met een spik splinternieuw manteltje en hoedje, en door het openhangende jasje glansde een groenzijden jurk, met allemaal plooitjes en véél kant „L eve tijd, dat is hier nog nooit gebeurd, dat er in de klas gereden werd!" ,zei de juf frouw verbaasd. „Jij moet al in een heel goed blaadje staan bij Sint Nicolaas, Beppie!" „Nee maar, zie je dat!" riep W:llie, „die pop heeft precies 't zelfde ménteltje aan als mijn nieuwe! Kijk maar, nét eender goed, en de zak jes en 't bontkraagje ook! Hoe is dat nu toch mogelijk!" Beppie kon heelemaal niets uitbrengen. Zé d ukte Gertrud aan haar hart met jurk, mar tel cn al, maar begrijpen deed ze 't óók n'et. En ze heeft nooit aan Juffrouw Doorjte durvén vragen, hoe ze in vredesnaam die jurk heeft klaargekregen, en dat kleine manteltje erbij.- Want die wist immers niet, dat zij 't me'sje v;as, waarvoor die groene poppenjurk bestemd was; en daarom durfde ze ook nooit met Ger trud in haar arm over de gang te loopen, waar de twee zusters woonden. En 1t zou dus zeker wel verbeelding van haar zijn, dacht ze later, wanneer ze vond, dat Juf frouw Doortje haar altijd zoo bijzonder vrien delijk toeknikte en zoo wonderlijk tegen haar kon knipoogen, net of samen een groot geheim hadden MACHTELD.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 5