De Zeeuwsche Koerier
Woensdag 2 Dec 1931
Vijfde Blad
De naaister Tan St. Maas.
van
46e «Jaargang. No. 3853
Wie van ons heeft er niet eens geprobeerd,
in aen Sint-Nicolaas-nacht wakker te blijven,
orn te luisteren naar al de vreemde geluiden om
en :-n het huis, en wie weet, misschien zeifs een
glimp van den stillen, stralenden, goudgemyter
aen bint oi aen rumoerigen, zwaarueiaaen Jt-ie-
terman te zien krijgen? Nu, 't meisje lut dit ver
haai was ai niet anders dan wij allemaal, en
daarbij had ze nog een bijzondere reden om
toch vooral dezen nacht haar oogen erg goed
open te houden.
Hoor nu maar eens, wat ze wel beleefde
In 't najaar was Beppie met haar ouders en
nog een heel klein broertje uit Indië gekomen.
Haar vader had een jaar verlof gekregen, dat
is zooiets als vacantie, zie je, en hoewel haar
ouders eigenlijk niet veel familie meer in Hol
land hadden, wilden ze dien tijd tocli liefst in
hun vaderland doorbrengen, dat ze in geen vijf
jaar gezien hadden, en daarna weer voor een
heele poos zouden moeten verlaten. Beppie's
moeder was niet heel s^erk, en door dat lange
verblijf in zoo'n erg heet land was dat er eigen
lijk niet beter op geworden. Daarom werd be
sloten, dat ze dit vacantie-jaar niet in n groo-
te stad zouden doorbrengen, maar heerlijk bui
ten zouden gaan wonen op 'n flink dorp, waar
de gezonde lucht hun zeker alle vier veel goed
zou doen. Het was niet de moeite waard, voor
dien korten tijd een heel huis te huren en in
te richten, en daarom gmgen ze op gemeubi
leerde kamers wonen, bij een oude juffrouw,
die een groot, ouderwetsch huis had, waarzij
op haar eentje geen raad mee wist. Ze had nog
een paar andere families in hu s, en met Bep
pie en haar ouders was alles juist gezellig vol.
zoodat ze nu niet bang meer behoefde te zijn.
dat ze niemand had, om haar te helpen, als
er brand kwam, of inbrekers.
Er was maar één school op het dorp, waar
alle kinderen, rijke of arme, naar toe gingen:
de dochtertjes van den burgemeester en het
zoontje van den notaris zoogoed als de kleume
rige peuters van den armen klompenmaker,
die heel ver buiten in 'n zielig klein huisje
woonde. Nog geen week na haar aankomst zat
ook Beppie al bij al de anderen in de tweede
klas, want voor haar was 't geen vacantie jaar,
en ze mocht in dien tijd toch niet heelemaal
achter raken!
't Liep tegen eind November, en al drukker
werd er in 't speelkwartier gebabbeld cn gera
teld over het komend Sint-Nicolaas-feest. Klad
jes van verlanglijstjes werden over en weer be
zichtigd en besproken, en ieder sprak de zoete
hoop uit, dat Sint Nicolaas al die wenschen
netjes op 't rijtje af zou lezen en vervullen,
liefst tot onderaan toe!
Beppie luisterde eerst verbaasd ?n zonder al
te veel belangstelling, maar algauw raakte ze
er heelemaal in, vooral toen moeder haar eens
goed had uitgelegd, wat al die drukte en ver
wachting precies te beteekenen had. In Indië
had Beppie nooit iets van den goeden Sint
gezien en gehoord, want 't is al een paar jaar
geleden, dat alles wat ik jelui li:er vertel, ge
beurd is, en Sint Nicolaas deed coen nog niet
wat Hij nu doet: eenvoudig per vliegtuig ever
steken, om al die Indische jongens en meisjes,
die toch ook eigenlijk Hollandsche kinderen
zijn, ook van zijn goede gaven mee te deelen,
Nog nooit had Hij in Indië iets voor haar ge
bracht, en Beppie vond 't dus maar wat 'n tref
dat ze hier nu juist op tijd was gekomen cm
al die heerlijkheden mee te maken!
Ze dacht dagen lang aan niets anders dan
aan haar verlanglijstje, en toen ze 't eenmaal
naar haar zin klaar had, besteedde ze een
heelen Woensdagmiddag, om het op een mcoi
velletje papier met prachtige schoonschrirt-
letters over te schrijven.
Beppie was nogal 'n erg bescheiden kleine
meid, en de vier of vijf dingen, die ze op haar
verlanglijstje vroeg, waren dan ook werkelijk
geen groote, dure cadeaux. Ik geloof, dat er
een vlechtdoosje bij stond en een vlooienspel,
maar zoo precies weet ik 't aiet meer. Eén
ding was er eigenlijk maar, dat ze oller-aller
vreeselijkst graag had, en dat stond dan na
tuurlijk ook bovenaan: een heele uitzet voor
haar pop Gertrud, twee stuks van elk, cn voor
al, vooral.een groene, zijden jurk met
plooitjes en kant erbij. Groene zij was t aller
mooiste, dat Beppie wist te bedenken. Sint
Nicolaas mocht gerust al haar andere wenschen
over 't hoofd zien, als Hij dien éénen maar in
de puntjes verhoorde! 's Avonds eer ze slapen
ging, zong ze nog een extra mooi en lang liedje
bij de kachel, en liet daarna het lijstje op een
blaadje bij den schoorsteen achter. Den volgen
den morgen was 't tot haar groote verwonde
ring spoorloos verdwenen.
Emdelijk kwam dan toch de vijfde December,
de laatste avond vóór al het heerlijks in ver
vulling zou gaan.
„Nog maar één nachtje slapen!" zeiden de
kinderen op school.
„Jawel, slapen!" dacht Beppie bij zichzelf.
„Ik denk er gewoon niet aan! Dien éénen keer,
dat ik dit hier allemaal meemaak, zal ik mijn
oogen en ooreu goéu, uuii koso geven! Wrueeiu
jo, uat iK ïatci .ui ïiiuie eens Kon vertellen,
uut ik biinteiKiaas zen gezien naü, of stel je
voor, uat Bieterman ue veer van zijn muts ver
loor, en aat ik a.e stiekem kon oprapen en te
waren om aie op scnooi te laten zien! Nee,
iioor, ik oen niet van pian, een oog dicht te
uoen! ik zaï waKker Olijven tot het weer üag
worat, aooaat niets me Kan ontgaan!"
Be zitKamer van Bepp.e's ouders was be
neden in nuis, maar het Kamertje waar zij sliep
iag een trap nooger aan een lange gang, waar-
up ook nog kameraeuren van andere menseden
uitkwamen. Toen moeder naar naar boven
oraent en haar daarna uitkleedde en haar ha
re uitborsteide, vond ze, dat Beppie ongewoon
s 1 was. Ze babbelde niet als naar gewoonte
aan één stuk door over de poppenwieg, waar
van de gordijntjes nog moesten worden dicht
geschoven, en over de schoentjes van Gertrud,
eigeinijK op net portaal noorden om ge
poetst te worden. Ze liet zich stil onder de de-
Kens stoppen, zoodat moeder wel denken moest
dat ze half dood was van den slaap. Maar als
ze wat beter op de wakkere, en pientere oogjes
gelet had, zou ze wel gemerkt hebben, dat haar
Bepp e wat in 't schild voerde.
Nauwelijks was de deur dan ook zachtjes
achter moeder dichtgedaan, of Bep trok met
een ruk 't stijf-ingestopte dek los en ging kaars
recht overeind zitten met haar ellebogen op
haar knieën. Ziezoo! Ze zat en ze zou blijven
zitten en geen momentje ook maar met haar
oogen knippen, eer ze alle geheimen van dezen
nacht had afgeneusd! Ze keek strak en onver
zettelijk naar 't nachtlichtje, dat cp tafel te
branden stond, en haar lipjes zaten stijf opeen
van pure vastberadenheid.
Brr! warm was 't niet, hier op de slaapkamer
Ze maakte van haar slappe kussen een soert
schoudermanteltje, en hield de punten onder
de dekens vast. 'n Fijn steuntje voor haar hals
had ze nu ook. Weet je wat ze kon best wat ge
makkelijk gaan liggen. Zoolang ze haar cc gen
maar wijd openhield, kon 't niets geen kwaad,
't Was zelfs meer dan genoeg, als ze één oog
opensperde, vond ze nu Dan kon 't andere tel
kens even heerlijk rusten.om de beurt
zóóAls Sint Nicolaas nu maar een beetje
voortmaakteEn als Pietermanmaar
nietmerktedat zewakker was
nee
Hup! Met een ruk zat ze weer recht. Wat was
dat? Was ze daar heusch even weggedoezeld?
Dat mocht voor geen geld. Zie je wel, 't ging
ook niet als je onder de dekens bleef liggen,
dacht ze spijtig. En wakker blijven moest en
zou ze toch, 't koste wat 't kost. Weet je wat, ze
ging er gewoonweg uit. 'n Beetje door de kamer
loopen of voor 't raam kijken. Als ze de kettin
gen hoorde rammelen, was 't nog tijd genoeg
om weer in bed te kruipen en zich slapend te
houden.
Ze stapte in haar slofjes en sloeg de gehaak
te sprei om haar schoudertjes Wat grappig Nu
was ze precies oude vrouw Baks van den Achter
weg, als ze eieren kwam brengenNou, op
die kamer hier was je óók gauw uitgekeken, en
buiten.... warempel, 't leek wel te sneeuwen,
maar 't was niet om te houden voor die kier
van 't raam, brrr, dicht dat gordijn.
Zou ze zich eens pp de gang wagen? Waarom
ook n'et! Alle menschen zaten rustig op hun
kamers, en misschien kon je zóó eerder hooren
of er al wat aankwam
Ze deed voorzichtig de deur open en stond
op het portaal, 't Was doodstil in huis, en er
brandde geen licht op de gang. Wat v;as alles
vreemd zooBep had een raar onwerkelijk
gevoel, terwijl ze daar zoo stondDaar bad
de kamer van Juffrouw Doortje en Juffrouw
Mar edie waren ook nog op, je zag iicht
door de kier en door 't sleutelgat.
Juffrouw Door was een ernstige, deftige cos-
luumnaaister, die thuis werkte voor de rijke
menschen van 't dorp, de vrouw van den bur
gemeester, van den dokter, en nog een paar
dames. Haar zuster Marie kon niet anders deen
dan haar gezelschap houden bij haar werk,
want de arme ziel was heelemaal verlamd en
zat maar heel den dag in dekens en kussens op
een ruststoel voor het raam. Beppie was wel
bij ze op bezoek geweest, en ze zou wel wat heb
ben willen geven, als ze nu aan de deur had
durven kloppen, en' een poosje bij ze in de war
me kamer zitten om den tijd te korten!!
Verlangend kwam ze wat dichter bij de deur
en toen ze eenmaal op de gangmat stond, konze
heusch niet nalaten, eens even door 't sleutel
gat in de kamer te kijken. Ze had noo:t ge
dacht, dat je op die manier werkelijk iets te
zien kon krijgen, maar heusch, 't ging heel
goed.
Juffrouw Doortje zat aan haar naaimachine
en naast haar stond de ruststoel van Juffrouw
Marie. De zieke zat met een glimlach een heele
stapel peuterige kleertjes te bekijken, die ze cp
haar schoot hield; hemdjes en broekjes en on
derjurkjes, een paar snoezige schortjes en....
hemel! zag Beppie daar niet iets van groene zij
precies die kleur, die ze altijd 't aller-aller-
mooiste vond van alle kleuren op de wereld?
Hoeze durfde gewoon niet verder denken,
en stond maar ademloos te staren, haar oog
vlak tegen 't sleutelgat gedrukt.
Nu begon juffrouw Marie te praten Wat ge-
hoorig was 't hier 's avonds! Beppie kon elk
woord verstaan. Ze dacht er heelemaal niet aan
dat 't eigenlijk niets mooi is, om te luisteren
naar wat ondere menschen tegen elkaar zeg
gen, als ze denken, dat ze samen alleen zijn -
ze werd zóó geboeid door 't zien van al die heer
lijkheden, en hoopte vurig er wat meer van te
weten te komen:
Nu mag je je toch heusch wel haasten, Door
hoorde zo juffrouw Mane zeggen-. Ik neb i;u Je
jurK voor je geknipt, maar i nauten Kan nie
mand zooi mooi ais jij. Wat heb je al dat klei
ne ondergoed niet Keurig gemaakt. Maar je
krijgt dat groentje niet kiaar, hoor als je niet
aaaeiijk pegintja, ja, ik weet wel wat ,ie
zeggen w.lt, je hebt nu al weken lang niet an
ders dan poppengoed gemaakt en haast geen
oogenbnk op adem kunnen komen Maar 't is
dan ook een ongehorde eer, de naaister van St
Nicolaas te zijn. Ik geloof, dat geéi: ander er
voor in aanmerking zou kunnen komen als jij!
En ze keek haar zuster met vriendelijke be
wondering aan.
Bepp.e hield haar adem in. Dus zóó zat dat
in elkaar!! Ze had zich den laatstei tijd al dik
wijls afgevraagd, of Sint Nicolaas alles en al
les, wat Hij gaf, in de winkels zou koopen. Hij
bracht altijd dingen van eerste kwaliteit en
moeder zei dikwijls dat goedkoop niet half zoo
mooi en degelijk was als wat je liet maken.
Wel, wel. Dus juffrouw Door was heel in 't ge
heim de naaister van Sint Nicolaas. Wie had
dat ooit achter haar gezocht! Was me dat een
ontdekking! De geheimzinnige nacht begon al
goed! En zouden die poppenkleertjes daar
ze durfde gewoon niet verder denken!
Door waarschuwde Juffrouw Marie weer.
Nu zag ze pas, da tjuffrouw Doortje op 't
cogenblik met iets heel anders bezig was dan
met klein, fijn poppengoed. Ze had een ruig
kleedingstuk van donkere stof op haar schoot,
dat ze blijkbaar zoo juist van onder de naaima
ch ne had gehaald, en met vlugge steken was ze
nu aan 't handwerk bezig. Haar naald vloog,
en ze keek geen oogenblik op
Ja kindlief, ik kan 't werkelijk niet helpen
antwoordde ze. Dit is de laatste pop van de
v er-en-twintig, die ik kleeden moest deze we
ken, en ik zou zeker al klaar zijn, als dit er
niet tusschen was gekomen. Maar die kleine
Willie heeft me al dagen lang dwars gezeten
eiken keer als ik haar in dat dunne manteltje
voorbij zag komen op weg naar school. Je weet,
dat ik me voorgenomen had, een warmer voor
haar te maken, zoo gauw ik tijd had, dadelijk
na het Sint-Nicolaasfeest. Maar nu is 't van
avond juist opeens zoo erg veel kouder gewer
den 't begint al te sneeuwen, en ik kan de
gedachte n'et verdragen, dat die arme kleine
peuter morgen met zoo'n weer de straat op
moet zonder behoorlijke warme kleerenAls
ik hard doornaai, krijg ik dit "jasje vannacht
nog klaar, en morgen vóór 't ontbijt breng ik 't
er dan zelf even heen. Die poppen jurk moet dan
in vredesnaam maar niet klaarkomen. Ik kan
niet alles tegelijk.
Juffrouw Marie zuchtte. Voor wie was ze eigen
lijk bestemd? vroeg ze.
Ik weet niet voor welk klein meisje, antwoor
de haar zuster. Pieter zei alleen, dat de pep
Gertrud heette, toen hij 't lijstje met haar ma
ten bracht Hij zal straks wel komen kijken, hoe
ver 't ermee staat, vrees ik.
Had Pieter nu niet kunnen zorgen, dat kleine
Willie een warm manteltje kreeg mergen?
vroeg Juffrouw Marie weer. Moet jij je daar nu
.voor aftobben? Hij is er toch voor.
Och, dat heb ik al zoo dikwijls bijgelegd zti
Juffrouw Door. Als Sint Nicolaas en Pieterman
bij alle en alle kinderen persoonlijk iets moes
ten brengen, zouden ze wel 't heele jaar in Hol
land mogen blijven inplaats van 'n paar weken
Ze bezoeken daarom alleen de groote huizen
aan de voornaamste straten, die gemakkelijk
te bereiken zijn, en brengen daar zóóveel moois
dat de kinderen er eigenlijk te veel aan hebben
Daarmee willen ze zeggen: Het overige wil jelui
zeker wel dóórgeven, en voor ons bezorgen bij
de arme kleuters in de kleine zijsteegjes, die we
onmogelijk allemaal kunnen afloopen. Sommige
kinderen zetten ook op hun verlanglijstje met
een de wenschen voor hun arme kameraadjes
dat is erg gemakkelijk voor St. Nicolaas.
In het donker van de gang begonnen Beppies
wangen te gloeien van schaamte.Dat ze daar
nu heelemaal niet uit zichzelf aan gedacht had
En kleine Willie zat op school nog wel naast
haar in de bank, met haar dun, gelapt jurkje,
armoedig, maar keurig versteld. Wat was ze
dom en zelfzuchtig geweest. Bleef ze toch nog
maar een jaar in Holland, dan kon ze liet eon
volgende keer beter aanleggen
Nog stond ze zoo na te denken, toen opeens
hoorde ze goed?een verwijderd ge
rammel van kettingen door de stilte klonk, 'n
Oogenblik stond ze verstijfd te veel geschrokken
om weg te loopenGelukkig, 't Kwam niet
van de gang of de trap op 't leek verder weg
bijna aan den buitenkant van 't huis.
De zitkamer van Juffrouw Marie en Juffrouw
Doortje had een balcon, en terwijl Beppie neg
met ingehouden adem stond te luisteren naar
't geluid, zag ze de zware gordijnen bewegen,
hoorde 't knarsen van de glazen deuren, en
met een zwierige sprong stond een bruine jon
gen met een blauw satijnen pak aan, en een
lange, roode veer op zijn fluweelen baret grinne
kend midden in de kamer.
Hallo dames, riep hij vroolijk, zoodat al zijn
prachtige w'tt etanden te zien kwamen. Ik kom
't laatste vrachtje halen. Hij raadpleegde een
notit'eboekje De uitzet van Gertrud. juist. Alles
kant en klaar, hoop ik?-
't Spijt me, voor je Pieter, antwoordde Juf
frouw Doortje rustig. Je weet, wat ik van plan
was, en nu met die plotseling kou is er haast
bij 't werk gekomen, en ze hield het manteltje
van Willie omhoog. Je zult moeilijk anders kun
nen doen, dan me gelijk geven, hé? Het onder
goed is klaar, maar die groenzijden jurk moet
je me nu maar afbestellen.ik hoef dan na
tuurlijk ook niet den grooten zak speculaas en
het borstplaten hart te hebben, die ik als naai
loon zou krijgen!"
„Geen kwestie van, Juffrouw Doortje"! zei
F ie ter, die met stijgende opwinding had geluis
terd. „Die groene poppen jurk moet en zal klaar
komen! Het is "een Bovenste Wensch, en Bo
venste Wenschen van verlanglijstjes moeten al
tijd vervuld worden, dat is onze vaste regel,
v. aar van we nooit afwijken. Als dat manteltje
voor die kleine Willy van je, iemands Bovenste
V/ensch geweest was, dan zou ik je mijn zegen
geven, maar nu kan ik 't werkelijk niet toe
staan! Het kan heel nuttig zijn, maar verlang
lijstjes gaan bij ons voor! Bedenk asjeblieft,
wat je plichten zijn als naaister van Sint Ni
colaas! Over anderhalf uur kom ik terug en
aan moet. je klaar zijn, begrepen! Mijn mees
ter wacht op 't dak in de sneeuw, maak dus in
vredesnaam wat voort!" En terwijl hij lang
zoo vriendelijk niet meer groette, uls bij zijn
komst, sloeg hij de gordijnen terug en ver
dween door de balcondeuren.
Juffrouw Door nam met gebogen hoofd de
groene zij van haar zuster aan. „Nu krijg ik
Willie's manteltje in geen geval meer af", zei
zo droevig. „Maar hij heeft gelijk. Verlanglijst
jas moeten vóórgaan, en als de heel mooie en
nuttige dingen daar niet op staan, dan kan
niemand daar iets aan doen, zelfs de machtige
Sint Nicolaas niet!" En er viel een traan op
het warme mateltje, toen ze het op zy schoof.
Nu hield Beppie 't niet meer uit. Met een on
derdrukten snik vloog ze weg rechtdoor naar
haar eigen kamertje en naar 't haardje dat 'emic.
dags gebrand had om het vertrek wat te ver
warmen, maar dat moeder tegen den avond al
tijd liet uitgaan. Ze knielde neer bij den schoor
-eenmantel, en riep half schreeuwende raar
boven: „Lieve Sint Nicolaas, als u werkelijk op
't dak bentU bent toch de baas over Pie
ter, en houdt zeker veel mee vran de arm©
menschen dan hij.... Laat Juffrouw Doortje
het manteltje voor Willi afmaken alsjeblieft.,
ik hoef de groene jurk voor Gertrud heelemaal
niet meer te hebben. Ik ben voor 't eerst in
Holland en wist nog niet hoe 't hoorde
Maar als 't nog veranderd kan worden, zet U
dan 't manteltje voor Willie bovenaanO,
alstublieft, lieve, goede Sint Nicolaas!"
Ze riep 't zoo hard ze kontoen stond ze
op en luisterde, of er ook antwoord kwam
Ze hoorde nietsMaar hè, wat was dat?
Dat stuk papier op den grond, had dat daar
zoonet óók al gelegen? Ze vloog ermee naar 't
nachtlichtje en tuurde't was haar eigen
verlanglijstje en over de Bovenste Wensch:
Gertrud's groene jurk, liep een breede, zwarte
veeg.... je zou kunen denken, dat 't roet van
de kachel wasals je niet beter wist ten
minste.
„Dank U, dank U, lieve Sint Nicolaas!" riep
Beppie bijna dansend van blijdschap. Toen
hield ze opeens stilze had er heelemaal
n et aan gedacht, dat ze haar beneden wel eens
zouden kunnen hooren„Nu hoef ik ook
nergens meer voor wakker te blijven", dacht ze,
toch wel even weemoedig, en als een haas
schoot ze onder de warme dekens. „Nu merk ik
pas, hoe koud ik geworden was!" dacht ze nog
huiverenden toen wist ze opeens niets
meer.
En toen den volgenden morgen de vlechtdoos
en het vlooienspel en verder een heele verza-
melmg lekkers onder den schoorsteen in de huis
kamer stonden uitgestald, en ook de onder-
kleertjes voor Gertrud.... zonder groene jurk,
was ze zóó stilletjes en toch zóó geheimzinnig -
in-d'r-schik, dat moeder niet wist wat ze er
van maken, moest, en haar wat bezorgd na
keek, toen ze naar school stapte
Maar op het schoolplein in de sneeuw stond
Willie, en liet door iedereen haar ruig, warm
manteltje bewonderen. „Vanmorgen pas nieuw
gekregen!" vertelde ze trotsch.
„Van Sint Nicolaas?" vroegen de kinderen.
„Nee, van Juffrouw Doortje, heel in de vroeg
te al.... ze kwam 't zelf brengenje weet
wel, Beppie', ze woont bij jelui in huis, die lieve
juffrouw, met dat grijze haar, die voor de
menschen naait...."
Beppie zei niet veel, maar in haar hartje
zong, het en ze danste bijna de klas in, om
haar plaats op te zoeken, de bank van Willie
en haar, die 't dichtst bij de kachel stond.
En daar.daar zat voor haar lessenaartje,
eigenwijs rechtop.... Gertrud, met een spik
splinternieuw manteltje en hoedje, en door het
openhangende jasje glansde een groenzijden
jurk, met allemaal plooitjes en véél kant
„L eve tijd, dat is hier nog nooit gebeurd,
dat er in de klas gereden werd!" ,zei de juf
frouw verbaasd. „Jij moet al in een heel goed
blaadje staan bij Sint Nicolaas, Beppie!"
„Nee maar, zie je dat!" riep W:llie, „die pop
heeft precies 't zelfde ménteltje aan als mijn
nieuwe! Kijk maar, nét eender goed, en de zak
jes en 't bontkraagje ook! Hoe is dat nu toch
mogelijk!"
Beppie kon heelemaal niets uitbrengen. Zé
d ukte Gertrud aan haar hart met jurk, mar tel
cn al, maar begrijpen deed ze 't óók n'et. En
ze heeft nooit aan Juffrouw Doorjte durvén
vragen, hoe ze in vredesnaam die jurk heeft
klaargekregen, en dat kleine manteltje erbij.-
Want die wist immers niet, dat zij 't me'sje
v;as, waarvoor die groene poppenjurk bestemd
was; en daarom durfde ze ook nooit met Ger
trud in haar arm over de gang te loopen, waar
de twee zusters woonden.
En 1t zou dus zeker wel verbeelding van haar
zijn, dacht ze later, wanneer ze vond, dat Juf
frouw Doortje haar altijd zoo bijzonder vrien
delijk toeknikte en zoo wonderlijk tegen haar
kon knipoogen, net of samen een groot geheim
hadden
MACHTELD.