No. 3832
Woensdag 14 October 1931
46ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Binnenland
Provincienieuws.
VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Do Bodolaros van
Saint-SuÊpico.
>«*mmssmr>
POSTREKENING No. 52419.
De XYVe Nederlandsche Jaarbeurs
FEUILLETON.
DE
ERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertentiën 20 cent per.regelbij contract lager
ZEER KOOPKRACHTIGE
LEZERSKRING
ITSTEKEND QE8CHIKT
VOOR PUBLIOITEIT
De XXVe Nederlandsche Jaarbeurs, die van
8 t./m. 17 September 1931 te Utrecht werd ge
houden, is temidden van eene weergalooze eco
nomische depressie, een goede beurs geweest.
Het aantal deelnemers (1004) was op dezelfde
hoogte gebleven als dat der najaarsbeurs 1930,
doch het aantal bezoekers was 12 pet. gruoter.
Over den omzet was men in het algemeen zeer
tevreden; gedurende de negen beursdagen
heerschte er in het complex jaarbeursgebou
wen en op het jaarbeursterrein een opgewekte
stemming en in verscheidene branches, met
name de groep Glas, Aardewerk en Huishoude
lijke Artikelen, Japqnsche en Chineesche goe
deren, Meubelen, Voedings- en Genotmiddelen,
Radio overtrof het aantal geboekte orders verre
dat van de vorige najaarsbeurs. De prijzen wa
ren over het algemeen aan den lagen kant en
de meeste zaken werden gedaan in de laag
geprijsde- artikelen; de omzet was hoofdzake
lijk voor de binnenlandsche markt, daar het
buitenland, hoewel ter beurze goed vertegen
woordigd, zich van koopen veelal afzijdig hield.
Des te meer viel de willige koop-stemming voor
lie binnenlandsche' markt op, waartoe mede
werkte het feit, dat door de plaats gehad heb
bende uitbreiding van het complex jaarbeurs
gebouwen de binnenlandsche afnemer zijn in
koop méér en meer op de Nederlandsche Jaar
beurs gaat concentreeren en minder behoefte
is gaan gevoelen aan het bezoeken van bui-
tenlandsche jaarbeurzen. Ook de ouitenland-
sche industrie maakt intenser gebruik van het
jaarbeursintermediair om een afzetgebied in
Nederland en de Nederlandsche overzeesche ge
westen te zoeken.
In totaal namen 1004 firma's deel, verdeeld
als volgt:
Nederland 680
Amerika 25
België 15
Denemarken 2
Duitschland 139
Engeland 44
Frankrijk 31
Italië 5
Joego Slavië 1
Oostenrlj*k 46
Polen 1
Tsj echo-Slowakije 3
Zuid Afrika 1
Zweden 5
Zwitserland 6
De alleen aan de najaarsbeurs deelnemende
groep Werktuigen en Machinerieën voor de
Zuivelindustrie was op deze beurs wederom
aanwezig, ditmaal met in meerderheid Neder
landse]! Fabrikaat. Een belangrijke collectieve
inzending van Italiaansche fabrikaten en pro
ducten o.a. tabak trok zeer de aand icht.
Oostenrijk was eveneens ter beurze met een af-
122)
De Lotharinger trad binnen en vond daar
een heer van middelbaren leeftijd, met regel
matige trekken en een voorkomen, dat wel ge
schikt was om vertrouwen op te wekken.
Deze heer, gezeten in een lederen fauteuil
aan een groot schrijfbureau, was de directeur.
Raymond groette hem met een beleefde bui
ging.
Wat verschaft mij de eer van uw bezoek?
vroeg de directeur.
Raymond deelde hem mede dat hij namens
den abbé d'Areynes nasporingen deed naar éen
gewonde vrouw, die uit de ambulance in de rue
Servan naar dit hospitaal of het Hotel Dieu
moest zijn overgebracht.
Hoe heet die gewonde? vroeg de directeur.
Jeanne Rivat.
Wees dan zoo goed een oogenblik te gaan
zitten, mijnheer, mijn eerste commies zal het
register opslaan en uw vraag beantwoorden.
De directeur schelde en terstond daarop trad
een klerk binnen.
Charles, beval de directeur, zeg den eersten
commies der administratie dat hij eens in bet
■register wil nazien of er onder ie gewonden,
die uit de ambulance in de rue Servan na den
29en Mei hier azijn overgebracht en wier inden
titeit niet in de ambulance kon worden vast-
zonderlijke groep, terwijl voor de eerste maal
Zuid-Slavië met een inzending aan de Neder
landsche Jaarbeurs deelnam.
Het bezoek overtrof, gezien den algenieenen
economischen toestand, zeer de verwachtingen,
vooral wat aangaat het percentage zakenmen-
schen; de maatregelen in den loop der laatste
jaren genomen om het bezoek van particulie
ren aan de beurs te beperken en dat van za-
kenmenschen te bevorderen o.a. door inter
mediair der plaatselijke handels- en^midden-
standsvereenigingen beginnen meer en meer
hun invloed ten goede te doen gelden.
Ter gelegenheid van de XXVe beurs werd de
Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen
in Nederland het praedicaat Koninklijke ver
leend.
De voorjaarsbeurs 1932 wordt gehouden van
15 tot en met 24 Maart. Een derde jaarbeurs
gebouw zal alsdan in gebruik worden genomen.
Reeds tijdens de najaarbeurs gaf een groot aan
tal deelnemers zich voor deelneming aan de
voorjaarsbeurs 1932 op.
Belgisch brood voor haivcn prijs.
Te Maastricht, waar de bakkers veertien een
ten voor een brood rekenen, wordt op het oogen
blik in massa ingevoerd Belgisch brood, het
welk voor de helft van den prijs verkrijgbaar
is. Genoodzaakt een bepaalde soort gemergd
meel te gebruiken is de bakker der grensstre
ken niet meer bij machte te concurreeren tegen
den Belgischen bakker van even over de grens,
die, zonder betaling van eenig invoerrecht, vrije
lijk brood kan importeeren van een samenstel
ling, welke een Nederlandsche bakker tenge
volge van de Tarwewet niet mag fabriceeren.
Een deputatie heeft vruchteloos ten departe-
mente van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
getracht tot een oplossing te geraken. Even
eens werd er een request gericht door de
Maastrichtsche bakkerijen tot den minister van
Financiën, met het verzoek maatregelen te be
ramen om de Maastrichtsche bakkerijen uit
den noodtoestand te redden.
Indien er geen tijdelijk verbod op den invoer
van Belgisch brood en geen wijziging wordt ge
bracht in de Tarwewet, dan zullen de Zuid-
Limburgsche bakkerijen moeten sluiten en het
personeel tot werkloosheid worden gedoemd.
Als uiterste "middel tot bestaansmogelijkheid
zullen de bakkers wellicht zelf aan geene zijde
der grens brood gaan bakken van een samen
stelling, welke hun in Nederland niet is toege
laten.
Intusschen zit het comité van actie tegen
Belgischen broodinvoer niet stil en vergaderde
Vrijdagmiddag te Eysden, alwaar de bakkers-
bond „St. Jozef" aan den minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw het volgend trie
gram zond:
„In vervolg op gezonden request deelen wij
gesteld, ook een vrouw is, die later bleek te
heeten Jeanne Rivat.
Jeanne Rivat mijnheer? herhaalde de klerk.
Ik heb met den eersten commies dat regis
ter bijgehouden, mijnheer, maar die naam is
mij geheel onbekend.
Gij kunt ook al die namen niet in J et ge
heugen houden. Zoek het register eens nauw
keurig na en kom mij dan dadelijk zeggen of
ge haar gevonden hebt.
De klerk ging heen.
De directeur wendde zich daarop wecler tot
Raymond met de vraag:
Kent gij Jeanne Rivat van aanzien, mijn
heer?
Ja.
Dan zullen wij, wanneer haar naam niet in
het register wordt gevonden, eens naar öe
ziekenzaal gaan. Er zijn nog vrouwen, die niet
bekend zijn, wellicht vindt ge haar daarbij.
Gaarne, mijnheer.
De klerk kwam terug.
Mijnheer de directeur, zeide hij, ik was wel
zeker van hetgeen ik zeide, mijn geheugen laat
mij niet licht in den steek. Twintig gewonde
vrouwen zijn hier tijdens de Commune binnen
gebracht onbekenden, vijf daarvan hebben haar
namen kunnen opgeven. Hier zijn die namen,
Jeanne Rivat is er niet bij. Acht zijn gestorven
zonder dat haar indentiteit werd vastgesteld.
Er zijn dus nog zeven onbekende, gewonde
vrouwen in de-zaal Trousseau? zeide de direc
teur.
Ja.
't Is goed.
u eerbiedig mede, dat de toestand voor onze bak
kerijen steeds verergert. Verzoeken Excellentie
beleefd spoedigst maatregelen te nemen ten
einde te voorkomen, dat wij door de concurren
tie gedwongen worden zelf Belgisch brood in te
voeren en te verkoopen".
RIJN—SCHELDEVERBÏNDING.
Op voor de belangen van West-Brabant en
Zeeuwsch-Vlaanderen.
De heeren mr. drs. PAF Blom, burgemees
ter van Bergen op Zoom, J Ridders, wethouder
van Roosendaal, B A Th M Truffino, burge
meester van Hulst, ir L A M van Loon, lid
van de Prov. Staten, voorzitter van Cruys-
landpolders te Steenbergen, H. van Mechelen,
secretaris-penningmeester van de Mark en Din
tel te Oud-Gastel, J P J Asselbergs, lid van de
Prov. Staten, groot-industrieel, A G J de Vries,
groot-industrieel, dr. P J H /an Ginneken,
directeur van het Instituut voor suikerbieten
teelt, J D Smout, assuradeur en scheepsbe
vrachter, mr. A A J Dirven, advocaat en pro
cureur, allen te Bergen op Zoom, J Vos Az.: lid
van de Tweede Kamer, F C J Konlngs, koop
man, L C C M de Bruyn, industrieel, C A
Valkenburg, lid van den gemeenteraad en van
Prov. Staten en J P Melsen, leider van het kan
toor voor sociale zaken, allen te Roosendaal,
tezamen vormende de Kanaalcomissia van
West-Brabant en Zeeuwsch-Vlaanderen en be
hartigende de belangen van beide voornoemde
gebiedsdeelen, met betrekking tot de groote
vraagstukken op het gebied der scheepvaart en
afwatering, hebben zich met een adres tot den
Ministerraad gewend.
Hierin zeggen zij, dat zij met begrijpelijke be
langstelling hebben gevolgd de ontwikkeling dei-
plannen tot verbinding van Rijn en Schelde,
waar deze van de belangen van West-Brabant
en Zeeusch-Vlaanderen niet gescheiden kun
nen worden;
dat hun getroffen heeft, dat het der regee
ring als Eendrachtskanaal bekend project, voe
rende van den dam in het Kreekrak naar Din-
telsas, aan alle eischen voldoet, die strooken
met de vitale belangen van meergenoemde ge-
westen;
dat toch door voornoemd kanaal: le entsiaat
een open verbinding van West-Brabant met
de Wester-Schelde en dientengevolge de haven
van Bergen op Zoom aan het diepe vaarwater
wordt aangesloten;
2e. een behoorlijke verbinding met Zeeuwsch-
Vlaanderen tot stand gebracht wordt, tenge
volge waarvan dit Nederlandsch territoir boter
dan tot nu toe zich richten kan naar overig
Nederland;
3e. verkregen wordt, doordat het op laag peil
is ontworpen, de oplossing van het brandende
vraagstuk der afwatering van West-Brabant?
4e. dank zij de geprojecteerde verbinding met
Mark en Dintel, de afbouw van het kanaalnet
van Noord-Brabant kan worden voltooid, waar
door geheel Brabant te water te bereiken *s.
Uit de opsomming van 't onder 1 tot 4 ;,e-
De directeur stond op, nam zijn hoed die
aan een kapstok hing en zeide tegen Raymond:
Wij zullen te zamen de zeven onbekende ge
wonden, die hier liggen, gaan bezoeken in de
hoop, dat gij onder hen de vrouw zult vinden,
waarin de vicaris van Saint-Ambroise zooveel
belang stelt. Wees zoo goed mij te volgen.
In de zaal Trousseag^feekome.n, vroeg de di
recteur aan een der verpleegsters, hem de bed
den aan te wijzen van de patiënten, die Ray
mond moest zien.
De dokter had juist zijn morgenronde ge
daan.
Hoewel het nog vroeg in den morgen was,
heerschte overal een voorbeeldige orde.
De ziekenverpleegster ging langs de rij krib
ben en bleef staan voor een, die aan tiet voeten
einde no. 4 droe^.
Hier is een van de zeven onbekende vrouwen,
mijnheer de directeur, zeide de verpleegster.
Raymond naderde en zag naar de lijderes, die
met gesloten oogen en een loodkleur op het
gelaat daar onbeweeglijk lag. Zij haalde moei-
l lijk adem.
Het arme schepsel heeft nog slechts enkele
uren te leven, zeide de verpleegster. Den nacht
haalt zij zeker niet.
Ramond ging langzaam terug en zeide rd,acht:
I Zij is het niet.
Van krib no. 4 gingen zij naar no. 9.
Zij is ook verloren, zeide de verpleegster.
I Raymond sloeg een blik op deze stervende en
zeide weer:
l Zij is het niet.
Men zocht verder.
stelde hopen adr. dat der regeering moge blij
ken, welke belangrijke nationale belangen al
dus gediend worden.
Zij verzoeken daarom den ministerraad met
den meesten aandrang bij een eventueele be
handeling van de Rijn-Scheldeverbinding ern-
tig rekening te willen houden met de hierbo
ven in nationalen zin geformuleerde belangen
door aan West-Brabant de zoozeer verlangde
verbindingen met open en diep vaarwater te
geven en Zeeuwsch-Vlaanderen nauwer aan te
sluiten aan Brabants vasten wal.
Rijkskieskring-organisatie Middelburg
Aan de R.-K. Gemeenteraadsleden in den
Rijkskieskring Middelburg is door het bestuur
van de Rijkskieskring-organisatie Middelburg
de volgende circulaire gericht:
Mijne Heeren,
Zooals U wellicht bekend i£, heeft het Dage-
lijksch Bestuur van den Rijkskieskring de op
dracht gekregen om een vereeniging van R.K.
Gemeenteraadsleden op te richten.
Deze taak heeft het Dagelijksch Bestuur
alhoewel de moeilijkheden niet onderschat
tend gaarne aanvaard, daar het overtuigd is
van het nut, ja de noodzakelijkheid van een
dergelijke vereeniging.
Ook het optreden in het gemeentelijk leven,
overeenkomstig de Katholiek-Staatkundige be
ginselen, dient te beantwoorden aan de hooge
eischen des tijds.
In een dusdanige vereeniging kan inen gera
ken tot het vaststellen van richtlijnen van Ka
tholiek gemeente-beleid, waaraan groote behoef
te blijkt te bestaan.
Daarnaast zal deze vereeniging de zoo noodi-
ge saamhoorigheid bevorderen en ten slotte
kan in deze vereeniging welke voor ieder
raadslid ontwikkelend kan werken de basis
worden gelegd voor een eendrachtig r ptreden
in kwesties van practische politiek.
Het is in deze ciroulaire niet mogelijk, ver
der over het nut en de noodzakelijkheid dezer
vereeniging uit te weiden; deze zal U echter
zonder meer duidelijk zijn. Voor zoover noodig,
zal U dit ter vergadering nader worden uiteen
gezet.
Wij vertrouwen er dan ook op, dat elk Katho
liek raadslid dit belang zal inzien en op de op-
richtings-vergadering aanwezig zal zijn. Er zal
naar worden gestreeft, de kosten, verbonden
aan het lidmaatschap, tot een minimum terug
te brengen en zóó te doen zijn, dat deze voor
niemand een bezwaar behoeven te zijn.
Geeft daarom allen gehoor aan den oproep
van de R.K. Staatspartij, welks bestuur er bij
ons herhaalde malen op aandrong, een
Vereeniging van R.K. Gemeenteraadsleden op
te richten.
Komt allen ter vergadering, welke wordt ge
houden:
In krib no. 16 lag een vrouw wier gelaat ge
heel in doeken was gewikkeld zoodat alleen de
oogen zichtbaar waren.
Raymond bleef eenigszins verlegen staan, was
dat Jeanne of was ze het niet?
Deze, vervolgde de verpleegster, kan mis
schien nog gered worden. Haar onderkaak is
verbrijzeld door een granaatscherf. Zij kan niet
spreken en evenmin kan zij lezen of schrijven.
Raymond kwam op een gelukkig denkbeeld,
hij vroeg:
Hoe oud is zij?
Vijftig jaar ongeveer.
Hij schudde het hoofd.
In de volgende krib, no. 17, lag een onbe
kende.
Raymond naderde en nauwelijks had hij een
blik geworpen op de jonge vrouw die daar lag,
of een trilling van vreugde ging door zijn le
den.
Het gelaat van die vrouw was bleek, voo wit
als de lakens van haar bed, het was vermagerd
en ingevallen, maar hoewel Raymond dat ge
laat blozend en vol had gezien, herkende hij
toch dadelijk als dat van Jeanne Rivat.
De jonge vrouw sliep.
Zij is het mijnheer de directeur! riep hij ver
heugt uit, het is Jeanne Rivat, die ik zoek.
Hij naderde het bed en zeide zacht en met
nadruk:
Jeanne Rivat.
De weduwe van Paul Rivat hief langzaam
het hoofd op, opende de oogen en zag wezen
loos om zich heen.
(Wordt vervolgd