No. 3831 Maandag 12 October 1931 46ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Gemeenteraad van Sas van (lenl. De Bedelares van Saint'Sulpice. "«n8KK0RXrflêHT'- VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND POSTREKENING No. 52 418. FEUILLETON. DE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertent iên 20 cent per. regelbij contract lager IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITEIT (■MOKan?- Vergadering van den Raad dezer gemeente op Zaterdag 3 October 1931, des namiddags 6 uur. (SLOT) De heer de Meijer vraagt dan of de ltaad er voor is, een commissie in te stellen vóór het eind van de campagne. De heer van Goethem: Vóór het eind van de campagne zou ik al een regeling willen getrof fen zien. Ik ben overtuigd, dat er vóór Nieuw jaar al menschen zullen zijn, die het hard uco- dig hebben. De heer de Meijer: De regeling zal zoo spoe dig mogelijk tot stand gebracht moeten worden. De heer de Leux: Ik ben het eens met den heer de Meijer. Doch we zijn bezig met het ver zoekschrift van de R.K. Werkliedenvereeniging. om een steunregeling En nu doet het me eigen aardig aan, dat dit verzoek van de R.K. Werk liedenvereniging binnenkomt. Spr. memoreert dan de beloften door de katholieke democraten tijdens de raadsverkiezingen in hun vlugschrif ten gedaan. Ieder zal moeten toegeven, aldus spr, dat de thans voorgestelde steunregeling ver uit gaat boven hetgeen elders wordt gedaan. Spr. herinnert in dit verband ook aan de circulaire, door den minister-president tot de gemeentebe sturen gericht inzake de steunverleening. Voorts leest spr. een bericht voor uit 't ütrechtsch Dag blad, waarin melding wordt gemaakt van een ministerieele beslissing, volgens welke door de R.K. bouwvereeniging te Sas van Gent geen clausule in haar bestek mocht worden opgeno men, dat geen buitenlandsche werklieden zou den worden tewerkgesteld. Als de katholieke regeering zelf zóó spreekt, aldus spr., wat kcmt er dan van die vlugschriften terecht. Dat was niets dan boerenbedrog, zegt spr. Het zelfde is het geval met de thans voorgestelde steunregeling. Zij vragen iets, wat '-.ij "evoren weten, dat zij toch niet krijgen. Zulks met geen ander doel dan om anderen vliegen af te vangen Spr. herinnert1 dan aan de pogingen, indertijd van socialistische zijde gedaan, om tot een steunregeling te kómen. Toen weigerden de ka tholieken hun medewerking. Zij hadden toen nog geen steun noodig. Nu wordt, eer de werk verschaffing ten einde is en met de campagne vóór de deur, even een steunregeling op papier gezet, waarvan zij vooraf weten, dat minister Ruys ze toch niet zal goedkeuren. Dat is even eens boerenbedrog en niets anders. Spr. citeert dan, wat in het verzoekschrift v/crdt gevraagd en stelt daarna de vraag: Waar blijven de kost winners en de alleenstaande personen. Dat hee le verzoekschrift is van nul en gcener waarde, aldus spr. De heer de Meijer: De heer de Leux zegt, dat we bezig zijn met het verzoekschrift van de ka tholieke werklieden. Mijnerzijds is juist voorge steld, de beslissing dienaangaande uit te stel- 121) Ik wenschte u. namens mijnheer den abbé, een inlichting te vragen, mijnheer begon hij. Geheel tot uw dienst, het zal mij een genoe gen zijn, als ik mijnheer den abbé ergens mee kan helpen. Gij waart, tot de laatste dagen der Commune directeur der ambulance in de rue Servan? Ja mijnheer. Onder de laatste gekwetsten, die naar deze ambulance gebracht werden, bevond zich een vrouw, door mijnheer den vicaris uit de vlam men gered. Hij had aan haar stervenden echt genoot beloofd, dat hij over haar zou waken, maar hij is zelf langen tijd gewond geweest en daarom heeft hij zijn belofte nog niet kunnen vervullen. Op welken datum is die vrouw in de ambulan ce gebracht? In den morgen van de 29en Mei, toen mijn heer de abbé verwond werd. Dus op het oogenblik dat de troepen van Ver sailles bezit namen van het elfde arrondisse ment. Ja. Hoe heet zij? Jeanne Rivat. Ernstig gewond? L Ik geloof het wel. len tot de commissie haar rapport zal hebben uitgebracht. De heer de Leux antwoordt, dat het toch niet kwaad was, een en ander even naar voren te brengen. De heer van Goethem: Als de werk gevers hier rekening hielden, met het geen in België gebeurt en handelden, zooals men in België ten aanzien van de Ne- derlandsche werklieden handelt, dan zou een steunregeling onnoodig zijn. Wat betreft de maatregelen, die dooi eenkathoiieken minister worden getroffen, die behoeven toch door r.ns niet altijd te worden onderschreven, zegt spr. Er zijn ook wel katholieke ministers geweest, die bokkesprongen gemaakt hebben. Wij heb ben een bedrag van f 15 genoemd omdat men niet met minder kan rondkomen .Het leven is hier misschien duurder dan te Amsterdam of te Rotterdam. De heer de Leux is het eens met den heer van Goethem, dat men met een dergelijk bedrag nog niet eens kan toekomen. Doch als er steun verleend moet worden, dan heeft men subsidie van het Rijk noodig. En als nu de Minister van Binnenlandsche Zaken juist op een verlich ting van de lasten aanstuurt, moet men niet aankomen met een verzwaring want dan weet men heel goed dat men toch geen succes zal heb ben. In 't verzoek is ook geen rekening gehouden met aftrek voor gezinsinkomen. Daar dient men toch allereerst mee te rekenen. Jullie schermt er altijd zoo mee, dat de socialisten internatio nalisten zijn en dat wij liever Belgen zien wer ken dan Nederlanders. Doch wij willen het voor stellen, zooals het behoort. Als men twintiggul den zou willen geven, zou dat nog niet teveel zijn. Doch we weten, dat daarop toch geen kans bestaat. De heer de Meijer: Zouden de heeren genoe gen kunnen nemen met het instellen van een commissie? Wethouder Tak: Ik ga mee met de woorde» van den heer de Meijer. Ik ben overtuigd, dat door B. en W. reeds veel is gedaan doch er zal een oplossing gevonden moeten worden tegen den tijd, dat men niet meer zal kunnen. In Axel stond men er veel gemakkelijker voor. Daar ken men personeel plaatsen, dat gevormd moest worden. Hier is dat niet het^geval. Laat ons een commissie benoemen, zegt spr. Ik hoop, dat zij de kwestie goed zal bestudeeren. De heer van Goethem ontkent, naar aanlei ding van de opmerking van den heer de Leux, dat hij met internationalisme geschermd zou hebben. Wat betreft het tewerk «tellen van Bel gen meent spr. te mogen verwijzen naar het geen reeds door den voorzitter naar voren is gebracht. Spr. wijst er voorts op -- onder Ter- wijzen naar Sluiskil dat vaak aan Belgen de voorkeur wordt gegeven De voorzitter: Wat betreft het verzoekschrift van de R.K. Werkliedenvereniging, dat kan niet in stemming komen. De minister zal daar geen genoegen mee nemen. B en W hebben zich inzake steunverleening te wenden tot den mi nister zelf, die de voorwaarden vaststelt. Het Ik heb hier een afschrift van de lijst der ge wonden, die in d ambulance werden opgeno men, die zal ik eens even nazien, dan kan ik u antwoorden. De tooneelschrijver nam een vel papier uit een lade van zijn schrijfbureau, zocht ender de lange rijen van namen die daarop stonden maar wierp het moedeloos weer neeer. Hebt ge haar niet gevonden? vroeg Raymond. Neen, maar dat verwondert mij niet. Hoe dat? Van 26 tot 29 Mei is er een overgroot aantal gewonden in de ambulance gebracht.er heer- schte een volslagen wanorde, wij hadden geen tijd en gelegenheid de zwaar gewonden te onder vragën ten einde hun namen in te schrijven, daarom is alleen het aantal vermeld: vier en dertig mannen, negen en dertig vrouwen en twaalf kinderen. En zou Jeanne Rivat daar ook bij wezen. Ik denk het wel, omdat haar naam niet op de lijst voorkomt. Maar daardoor is nog niet alle hoop verloren om haar terug te vinden, zeide Raymond. Hoe oud is de vrouw? Vijf-en-twintig jaar ongeveer. Waar was zij verwond? Dat weet ik niet juist, ik geloof aan het hoofd De gewonde vrouwen zijn, voo:: zoover haar toestand het toeliet, dadelijk naar de hospitalen gebracht. Weet ge ook naar welke hospitalen mijnheer. Die uit mijn ambulance naar het Hotel Dieu en het hospitaal de la Pité, maar als gij uw ge wonde niet van gelaat kent, dan zal het toch voorstel de Meijer noemt spr. zeer ad rem. Spr. kan daarmee meegaan, als hij hoort, dat men vertrouwen stelt in B en W. Het zal nooit ge beuren, aldus spr., dat men B en W uitscha kelt, Het is goed, dat ook door B en W advies wordt gegeven, aangezien ons zooveel feiten be kend zijn. Zoo o.a. wat betreft het werken in het buitenland. Spr. leest dan de volgende bepa lingen voor, welke geldene voor hen, die in Bel gië willen gaan werken: „HANDWERKLIEDEN die zich naar België wil len begeven om daar te werken moeten zich persoonlijk op de kanselarij van het Belgisch Generaal-Consulaat te Rotterdam (Zeemans straat 13) aanmelden, voorzien van: le) Een arbeidscontract geviseerd door het Ministerie van Nijverheid, arbeid en Sociale voorzorg te BRUSSEL. 2e) Een getuigschrift van goed gedrag en ze den, hetwelk moet vermelden of, en zoo ja wel ke veroordeelingen belanghebbende in de laat ste vijf jaren heeft ondergaan. Werd hij nim mer veroordeeld dan moet dit uitdrukkelijk worden vermeld. 3e) Een geneeskundig certificaat if gegeven door den heer F H Bohré, arts te Rotterdam (56 B, Van Vollenhovenstraat) 4e) Twee goed gelijkende onlangs getrokken portretten. Wordt de vergunning verleend dan moet de aanvrager zich persoonlijk naar Rotterdam be geven om daar de stukken in ontvangst te ne men. Uit 't voorafgaande blijkt dat het onnoodig is zich op het Generaal Consulaat aan te melden alvorens alle hierboven bedoelde stukken in orde zijn". Zoo denkt de Belgische regeering erover, al dus spr. Ik wij maar zeggen, dat door B en W wel wordt nagegaan, wat voor den arbeider ge daan kan worden. De arbeiders weten, wat zij hebben aan den voorzitter en aan de wethou ders. De heer de Meijer: Het is in geenendeele de bedoeling om B en W uit te sphakelen. De heer Verschaf fel: Wie gaat de commissie bijeenroepen? Ik kan er ook genoegen mee ne men, dat de voorzitter of B en W. de commissie benoemen. De voorzitter acht het gewenscht, dat cok buitenlandsche werkgevers in de commissie zit ting zullen nemen. De heer Verschaf fel: Uit Sas van Gent. De heer de Leux: Ik geloof, dat het goed zou zijn, de werkgevers en de organisaties bijeen te roepen om de Commissie samen te stellen. De heer Verschaf fel: Wij zeggen niet, dat WIJ die keuze willen doen. De voorzitter: De organisaties moeten daarin worden gekend. De heer de Leux: Als B en W. de werkgevers uitnoodigen om een commissie te helpen benoe men dan zullen ook de organisaties een gede legeerde sturen en dan kan de commissie wer den samengesteld. lastig zoeken zijn. Ik ken haar. O dat verandert. Trouwens, hernam de Lotharinger wanneer zij 't geluk heeft gehad te herstellen in de zes maanden, die er sedert haar verwonding ver- loopen zijn, dan heeft men haar in dien tijd ook wel haar naam en adres kunnen vragen, ten einde haar op de registers in te schrijven, hetgeen men in de ambulance niet kon doen. Dat is mogelijk, zeer waarschijnlijk zelfs. Ik zal dus mijn onderzoek voortzetten in het Hotel-Dieu en in het hospitaal de la Pitié, her nam Raymond, terwijl hij opstond. Er blijft mij nog over u te bedanken, mijnheer voor de in lichtingen die ge mij gegeven hebt en voor uw bereidwillige ontvangst. Ik ben geheel tot uw dienst, zoo dikwijls ge mij noodig hebt. De gewezen opper jachtmeester ging heen. De dag was reeds te ver gevorderd om nu nog het onderzoek in de hospiUïen voort te zet ten. Hij wist nu waarheen hij dat onderzoek moest leiden, nu dat was het voornaamste. In de rue Popincourt teruggekeerd bracht hij Raoul een getrouw verslag uit van zijn onder zoek. Groot was de verwondering van den vicaris toen hij vernam, dat de weduwe van Paul Ri vat twee dochters had gehad. Wat zou Servais Duplat met die kinderen gedaan hebben. Daar moet ge ook eens onderzoek naar doen, mijn vriend zeide de jonge geestelijke tegen den Lotharinger. De heer Verschaf fel: Dus B en W belasten zich met het in het leven roepen van de com missie. XI. Voorstel tot wijziging der gemeente-be grooting voor 1931. De voorgestelde af- en overschrijvingen wor den z.h.st. goedgekeurd. RONDVRAAG a De heer Neetesoh: De vorige keer hebt U op een vraag van den heer de Leux, of de raads leden de begrooting thuis zullen krijgen, geant woord, dat B. en W dat in overweging zouden nemen. Mag ik weten, wat B en W daaromtrent hebben besloten? De voorzitter. Ze zijn in druk. b De heer de Leux vraagt of B en W aan dacht willen wijden aan de laagte in het Sr hul penpad. De menschen kunnen daar vaak niet aan hun cour geraken vanwege het water. Met een kleine verbetering is dat te verhelpen. Het water moet naar de riolen geleid worden. De voorzitter belooft, dat hiervoor gezorgd zal worden. c De heerde Leux vraagt, waarvoor de klin kers moeten dienen, die bij de boomen cp de Westkade staan. De voorzitter antwoordt, dat deze, volgens op gaaf van den gemeente-architect, gebruikt zou den zijn, als alles uitgevoerd ware, zcoals het was opgezet. De heer de Leux: Dus die zijn op het oogen blik teveel. Het zijn er circa 36000. Spr. merkt nog op, dat zijn meening, omtrent een teveel aan tegels voor het park, juist is gebleken. Meer dan de helft is over. d De heer de Le>ux vraagt dan nog cf een zekere persoon, wonend op de Kleine Markt is ingeschreven in het bevolkingsregister. De voorzitter antwoordt, dat zulks door de ge meente is geweigerd om een bijzondere reden. De heer De Leux: Ik geloof, das het dan tijd wordt, dat hij de gemeente verlaat. Spr. wijst erop, dat het gedrag van de betrokkene veel te wenschen overlaat en dat de menschen bang van hem zijn. Het wordt tijd, dat men hem ver wijdert, aldus spr. De voorzitter: Ik heb al ingegrepen, wat de kinderen betreft. Die zijn reeds naar Gent. Wat de man zelf betreft, hem is aangezegd, dat hij de eerste maal, dat er nog klachten over hem binnenkomen, over de grens zal worden ge bracht. e De heer Seijbel vestigt de aandacht van B. en W. op den Paul Krugerdreef. Het is daar een modderpoel geweest in den afgeloopen natten zomer. Als het winter wordt, zal dat weer het geval zijn. Het wordt daar een onhoud bare toestand, aldus spr. Ik hoop, dat B en W daar zoo spoedig mogelijk een einde aan zullen maken. De voorzitter:. De keien zijn reeds in bestel ling. f De heer van Goethem verzoekt wijziging van artikel 5 van het Reglement van Orde. De raadsleden zitten thans volgens ouderdom. r«pr. zou wenschen, dat de verschillende fracties bij Gij moet naar de Secretarie van 't arrondis sement gaan, aar het bureau «ran den burger lijken stand en daar vragen of de tweeling van Jeanne Rivat is aangegeven, het zou kunnen dat moeder Veronica het had gedaan. Wanneer de aangifte niet heeft plaats gehad, dan zullen wijS ervais Duplat opzoeken en hem vragen waar hij de kinderen van Jeanne Rivat heeft heengebracht. Morgenochtend gaat ge eerst naar de beide hospitalen en vervolgens, als het noodig is, naar het secretarie. Den volgenden morgen hervatte Raymond zijn nasporingen. z Het hospitaal de la Pitié was het dichtst bij de rue Popincourt en daarom begaf hij zich eerst daarheen, om, zoo hij er niet gevonden had wat hij zocht, vervolgens naar het Hotel Dieu te gaan. Klokslag negen uur belde de gewezen tpper- jachtmeester aan de poort van het hospitaal. De portier deed open. Wat verlangt mijnheer? vroeg hij. Ik wenschte mijnheer den directeur te spre ken. Op de binnenplaats, de eerste deur links. Raymond volgde deze aanwijzing en stond weldra voor een deur met het opschrift: „DIRECTIE" De deur was niet gesloten, Raymond ging naar binnen en kwam in een klein portaal waar een tweede deur was met hetzelfde opschrift. Hier klopte hij aan. Een stem riep Binnen. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1