Gemeenteraad van Sas van Gent.
Vertrokken:
CSv Langevelde, dienstbode Dekkerstr. 52 n.
Amsterdam.
J F Kunst, zonder br. Scheldekade 30 naar
Vlaardingen.
H Kieboom, schipperskn. Thoienstr 141 naar
St. Maartens.
K C Gazan-van 't Hoff zonder v Bovenstr.
21 naar Axel.
Vergadering van den Raad dezer gemeente
op Zaterdag 3 October 1931, des namiddags
6 uur.
Vervolg )-
VIII. Verzoekschrift van het R. K. Kerkbe
stuur van de parochie van de H. Maria Hemel
vaart te Sas van Gent, tot het nemen van een
definitief besluit inzake schoolbouw in de Zand
straat.
Dit verzoekschrift, door den secretaris voorge
lezen, luidt als volgt:
Naar aanleiding van een dato 1 Juni 1931
door ons Bestuur aan het Edelachtbaar College
van Burgemeester en Wethouders gericht schrij
van, waarvan afschrift (bijl I hierbij gaat, rnt
ring ens bestuur d.d. 12 Juni het eveneens in
afschrift (bijl. II) hierbij gaande antwoord,
waaruit blijkt, dat de Raad in zijn vergadering
van 23 April 1931 alleen zijn oordeel heeft te
kennen gegeven over een missive van den Mi
nister (bijl III)
Het Edelachtbaar College schijnt nu van mee
ning, dat de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen thans nog een nader be
richt of beschrijving zal moeten zenden. Deze
meening is echter onjuist. Uit de missive van
Z.Exc. d. 26 Maart 1931 no 31481 afd LOF
(bijl. III) blijkt duidelijk dat de Raad thans een
beslissing in de aanhangige kwestie heeft te
nemen.
Z. Exc schrijft immers: „In deze omstandig
heden heeft Uw College, overeenkomstig het
slot van het schrijven van het schoolbestuur
van 29 December 1930, inderdaad uitsluitend de
keuze öf de gelden te verstrekken voor den
bouw van een nieuwe school, of te bevorderen,
dat de Raad met intrekking van zijn besluit
van 13 Februari 1930 het gebouw van de open
bare school B in zijn geheel beschikbaar stelt.
Het Bestuur verzoekt Uw geacht College daar
om thans beleefd doch dringend een definitief
besluit te willen nemen. Het sal daarbij ten
hoogste waardeeren., indien Uw College ken be
sluiten of tot het bouwen van een nieuwe open
bare school elders," dus niet volgens schetstee-
kening van den Minister naast de. thans be
staande localen, óf tot beschikbaarstelling van
de gelden voor den bouw van een nieuwe bijzon
dere schbol. Het Bestuur acht het nl noch in 't
belang van het openbaar, noch van het bijzon
der onderwijs, dat de beide scholen aan elkaar
zullen grenzen. Het neemt beleefd de vrijheid
er de aandacht van Uw College op te vestigen,
dat het ook noodzakelijk is, er rekening mee
te houden, dat mogelijk zoowel de openbare als
de bijzondere school later moeten worden uitge
breid.
Met verschuldigde hoogachting,
Het R.K. Kerkbestuur van de parochie van de
H. Maria Hemelvaart
w.g. P DOENS voorzitter
A.AARSEN, secretaris
Sas van Gent 18 Sept. 1931
De heer Verschaf fel: Het desbetreffend voor
stel is al twee jaar oud. Ik geloof, dat cr in den
Raad voldoende over is gediscussieerd en zou
danook graag zien, dat de heeren heden een be
sluit namen of ze het aannemen ja dan neen.
Door het gemeentebestuur is aan net Kerkbe
stuur nog geen definitief antwoord gegeven.
Het is bekend, dat er verschil van niecning be
staat over deze kwestié. De minister heeft des
tijds zijn zienswijze gegeven. Dat was een mo
gelijkheid Het kerkbestuur ziet een andere mo
gelijkheid. Laat men thans de zaak afhandelen,
dan weet het kerkbestuur, waar het aan toe is.
De heer Kaas: Ik heb meerdere menschen in
de Zandstraat gesproken en kan verklaren,
dat van de tien menschen, er negen zijn, die het
afkeuren. Zij zouden wenschen, dat de toestand
bleef, zooals hij is.
De heer de Leux zegt, dat het eigenaardig
aandoet, dat het verzoekschrift van het R.K.
Kerkbestuur zooveel moeilijkheden schijnt op
te leveren. Op 23 April jl, is het besluit geno
men om de Openbare school aan ééne zijde uit
te breiden ten behoeve van de Bijzondere schor l
De meeste oude leden zullen van meening ge
weest zijn, dat daarmee de zaak afgedaan was.
Thans blijkt dit niet het geval te zijn. Destijds
is gestemd over de missive van den minister.
De heeren Verschaf fel en de Mul hebben daar
tegen gestemd. Zij hebben dus oegen de school
gestemd en hebben die heelemaal afgewezen.
De heer Verschaffel: Ik was tegen de oplos
sing, die in de missive van den minister werd
voorgesteld.
De heer de Leux: Er is gestemd over de mis
sive van den minister. Wij waren daar met een
meerderheid vóór. Derhalve behoeft deze zaak
niet meer in stemming te komen. Ik heb dan
ook gedacht, dat de kwestie van de baan was en
de openbare school op de voorgestelde wijze
zou worden uitgebreid. Doch U wenscht een an
dere oplossing. Waarom echter zou men f 13000
a f 14000 gaan uitgeven als men met f 4000 kan
volstaan?
De heer Verschaffel: Er kan evengoed op eert
andere plaats een school worden gebouwd. Daar
om vragen wij een school of geld.
De heer de Leux: Wij zullen U een school ge
ven. Doch U wenscht iets, wat niet mogelijk is
U zoudt de Openbare school willen opheffen om
het Openbaar Onderwijs in de Zandstraat te
weren. U is niet tevreden met een bijbouw aan
de openbare school. Dat zou niet bevorderlijk
zijn voor het onderwijs, wordt er gezegd. Het
is echter Uw bedoeling om 't Openbaar Onder
wijs in de Zandstraat Weg te moffelen en het
Bijzonder Onderwijs erin te brengen. Dat is on
getwijfeld van het Kerkbestuur een goed recht.
Wij willen U dat danook geven volgens de wet,
Doch daarmee is U niet content. Door de katho
lieken wordt altijd gepraat over de crisis maar
nu wordt daar geen rekening mee gehouden.
De heer Verschaffel: De crisis komt hier riet
bij te pas.
De heeren Neeteson en de Leux: Wel degelijk
De heerde Leux herhaalt, dat; de leden van
den ouden raad dachten, dat de kwestie van de
baan was en dat men zich zou houden aan de
teekening van den minister.
De heer Verschaffel: U weet, wat wij wen
schen. Laat de Raad zich uitspreken. Als hij
ons voorstel afwijst, weten we, waaraan we ons
te houden hebben.
De heer de Leux: U weet al lang, hoe de Raacl
erover gedacht heeft. Thans komt U met Uw
voorstel in den nieuwen Raad in dc hoop, daar
een meerderheid te vinden.
De heer Neeteson: Naar mijn meening is, wat
het Kerkbestuur vraagt en wat de lieer Ver
schaffel zegt, niet juist. Zij stellen het voer,
alsof zij wachten op een beslissing. De kwestie
is echter, dat zij met de gevallen beslissing niet
accoord gaan. Zij vragen vernietiging van die
beslissing en een nieuw raadsbesluit. Zij moe
ten het echter niet voorstellen, alsof de beslis
sing nog niet genomen zou zijn.
De voorzitter: Misschien zou het schoolbe
stuur tevreden zijn, als het een afschrift ont
ving van ons schrijven aan den minister.
Wethouder Tak: Dan is er dus toch een be
sluit gevallen. Dat moet dan toch medegedeeld
zijn.
De heer Verschaffel: Zij schijnen niets te heb
ben ontvangen.
De voorzitter: In de vergadering van 23 April
jl. is het in het thans aanhangige verzoek
schrift van het R.K. Kerkbestuur aangehaalde
schrijven van den minister van Onderwijs be
handeld. Daarin zegt de minster o.a.: „In deze
omstandigheden heeft Uw College, .overeenkom
stig het slot van het schrijven van het f-.chool-
bestuur van 29 December 1930, inderdaad uit
sluitend de keuze óf de gelden te verstrekken
voor den bouw van eene nieuwe school óf te be
vorderen, dat de Raad met intrekking van zijn
besluit van 13 Februari 1930 het gebouw van de
Openbare school B IN ZIJN GEHEEL beschik
baar stelt". De minister laat daar clan echter
op volgen en dit wordt in het schrijven van
het Kerkbestuur niet vermeld „Uit bijgaande
schetsteekening blijkt, op welke wijze een op
lossing in laatstbedoelden zin mogelijk is. Men
verkrijgt volgens dit plan een schoolgebouw
voor openbaar en een voor bijzonder lager on
derwijs, elk met een afzonderlijken ingang, ter
wijl bovendien voor beide scholen een voldoend
groot en geheel van elkander gescheiden speel
terrein beschikbaar blijft". Wat mij betreft, al
dus spr., ben ik ervoor om aan her, kerkbestuur,
overeenkomstig zijn verzoek, óf de school in zijn
geheel te geven óf geld voor den bouw van een
nieuwe school. Men dient echter dc volle waar
heid te zeggen. Spr. herhaalt dan, dat hem het
beste voorkomt, het schoolbestuur een afschrift
te doen geworden van het schrijven van het ge
meentebestuur aan den minister. Daaruit kan
dan blijken, hoe de zaak erbij staat. Wij heb
ben van den minister nog geen antwoord, aldus
spr. Met de door ZijnExcellentie voorgestelde
oplossing ben ik het niet .eens.
De heer Verschaffel: Waarom heeft inen des
tijds aan het Kerkbestuur geen kennisgeving
gezonden?
De voorzitter: Dat is wel geschied. Hij ver
zoekt dan den secretaris, het desbetreffende
Schrijven voor te lezen.
De secretaris leest daarop het volgend schrij
ven voor:
In antwoord op uw hiernevens vermeld
schrijven, hebben wij de eer U te berichten,
dat de Raad dezer gemeente in zijn op 23
April 1931 gehouden openbare vergadering
geen besluit heeft genomen, doch enkèl zijn
oordeel heeft te kennen gegeven over een
door den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen gedaan voorstel omtrent
schoolbouw in de Zandstraat.
Van voornoemden Minister ontvingen wij
tot heden geen nader bericht of beslissing
zoodat wij U aangaande de aan het plot
van Uw hiervoren genoemd schrijven ge
stelde vragen niet kunnen inlichten.
De heer Verschaffel: Dus het Kerkbestuur
heeft geen bericht gekregen, dat op zijn ver
zoek afwijzend is beschikt.
Deneer de Leux: Wij hebben op dat vei zoek
niet afwijzend geschikt.
De heer Verschaffel. In een anderen vorm.
Op verzoek van den voorzitter leest de secre
taris dan het volgend schrijven voor van het
gemeentebestuur aan den minister:.
Wij hebben de eer U te berichten dat de
Raad dezer gemeente in zijn op 23 April jl.
gehouden openbare vergadering heeft be
sloten, met uw voorstel tot verbouwing van
het bestaande schoolgebouw, der O. L.
school B in de Zandstraat overeenkomstig
het bij Uw terzijde vermeld schrijven ge
voegd plan, accoord te gaan.
Hierin ligt opgesloten dat de apenbare
lagere school B niet moet worden opgehe
ven zoolang 8 leerlingen die school bezoe
ken.
Dë heer Verschaffel: Schrijf dan aan hét
schoolbestuur, dat zijn verzoek niet ingewilligd
wordt. Zij vragen óf de school óf gelden.
De heeren Neeteson en de Leux Zij krijgen de
school.
De heerVerschaffel: Er wordt een stuk aan
gebouwd.
De voorzitter betoogt, dat het aanbouwen van
een stuk aan de bestaande school niet de ge-
wenschte oplossing is. Het is een lapmiddel en
zal aanleiding geven tot ongewenschte verhou
dingen, óók tusschen de kinderen onderling.
Een definitieve beslissing aan het Kerkbestuur
mededeelen, is momenteel nog niet mogelijk,
daar de minister nog niet heeft beslist. Wij die
nen af te wachten, zegt spr.
De heerVerschaf fel: Er is toch "niets op tegen
dat men zulks aan het Kerkbestuur schrijft.
WethouderMarquinie: Het Kerkbestuur v.eet
heel goed, waarom het gaat. Het wil alleen zien,
of het besluit van den ouden Raad wellicht
door den nieuwen Raad gewijzigd zal worden.
Gedurende enkele oogenblikkën spreken dan
verschillende leden door elkaar.
De heer de Leux zegt daarna tot den heer
Verschaffel: U weet wat de bedoeling is van
het Kerkbestuur. Dan moest U dat verzoek
schrift rilet verdedigen. U had moeten voorstel
len om het voor kennisgeving aan te nemen of
wel om het vorig raadsbesluit in te trekken.
De heer de Meijer: Toen het zooeven bedoelde
besluit door den Raad is genomen, is toen bet
Kerkbestuur daarvan in kennis gesteld?
De voorzitter: Die brief is zoo juist voorgele
zen.
De heer Verschaffel: Het Kerkbestuur schrijft
zelf, dat het nog geen beslissing weet.
De voorzitter: Het desbetreffend raadsbesluit
is zelfs goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
Dat is aan het Kerkbestuur medegedeeld.
De heer Verschaffel: Men zal toch willen ant
woorden op het verzoekschrift.
De voorzitter: De minister moet antwoorden.
Mogelijk, dat hij nog inlichtingen vraagt bui
ten den Raad om, alvorens hij een beslissing
neemt.
De heer Verschaffel: Ik weet heel goed, dat
de Raad de zienswijze van den minister deelt.
Het Kerkbestuur kan zich daarmee echter niet
vereenigen.
De voorzitter wflst er nogmaals op, dat thans
alies afhangt van de beslissing van den minis
ter. Namens B en W stelt hij thans voor, een af
schrift van het schrijven van hst gemeentebe
stuur aan den minister te zenden aan het Kerk
bestuur. Dan kan dit zich met den minister in
verbinding stellen. Spr. wijst er dan op, dat het
Kerkbestuur uiteraard niet stil heeft gezeten.
Daarop is het voorstel van den minister gevolgd
waarop het gemeentebestuur heeft geschreven,
dat de Raad met diens zienswijze accoord ging.
Het gaat dus thans om de beslissing van den
minister.
De heer de Leux: Het is geenszins onze oedoe
ling om aan de verantwoordelijkheid van het
Kerkbestuur te tornen. Maar ik noem het onver
antwoordelijk, dat, als iemand uit de Zand
straat zelf verklaart, dat 9 van de 10 bewoners
het vestigen van een Bijzondere School afkeu
ren, daar toch nog op aangedrongen wordt. Dat
is wel degelijk geld kloppen uit de gemeentekas
voor uitgaven, die niet noodig zijn.
De heer Verschaffel merkt op, dat het ver
zoek reeds twee jaar oud is.
De heer deLeux: Als U een verandering wilt
aanbrengen aan Uw fabriek en U ziet later, dat
die niet meer noodig is, laat U Uw aanvankelijk
voornemen toch ook varen
De heer Verschaffel wijst erop, dat men reke
ning dient te houden met een eventueel noo-
dige uitbreiding. Ook dat is een argument cm
niet op de door den minister voorgestelde oplos
sing in te gaan. Aan hetgeen door den heer
Kaas is medegedeeld, hecht spr. geenerlei waar
de.
Wethouder Marquinie meent, dat het argu
ment, dat de school in de toekomst te klein
zou kunnen worden, uit de lucht is gegrepen.
Dat zou overigens evengoed voor de openbare
school kunnen gelden. Wij willen voorkomen,
dat de Openbare School verdwijnt, zegt spr.
Want dan zouden we eventueel opnieuw moeten
beginnen met 40 leerlingen. Het is logisch, al
dus spr., dat het Kerkbestuur een school vraagt
al ben IK ook van meening, dat in de Zand
straat geen Bijzondere School noodig is. De tijd
zal uitwijzen, wie het bij het rechte eind heeft
gehad.
De heer Verschaffel: Wij hebben den wettelij
ken weg bewandeld. Dat de zaak zoo getrai
neerd is, kunnen wij niet helpen.
De heer de Leux: De minister heeft getalmd.
Daar gaan wij ook niet mee accoord. Inder
daad heeft het kerkbestuur den wettelijken weg
bewandeld, 't Is alleen maar jammer, dat de
wet zoo in elkaar zit. Spr. komt dan nog eens
terug op de kwestie van de handtekeningen c-n
memoreert, dat de meesten, die ip de lijst vaft
het Kerkbestuur hadden geteekend ook getee-
ken hebben op het adres tegen de Bijzondere
School. Recht is recht, zegt spr. Welke richting
men ook is toegedaan, men mag als raadslid
geen geld weggooien uit de gemeentekas
De heer Machielsen: Hoeveel leerlingen moe
ten er zijn, om een nieuwe sclJbol te kunnen op
richten.
De voorzitter: Veertig.
De heer Machielsen meent, dat het aantal er
dan niet is voor de Bijzondere School, wijl cie
menschen op twee lijsten geteekend hebben.
Spr. acht het ook onjuist, dat men speculeert
op een meerderheid in den nieuwer: Raad. Ik
geloof overigens, dat de meerderheid ertegen
is, aldus spr.
De voorzitter: Men mag het den herder eener
parochië niet euvel duiden, dat 'hij ërnaaa?
streeft, in de Zandstraat voor een :>evolking
van 500 zielen een katholieke school te Krijgen.
Hij is verplicht de menschen te trekken naar de
katholieke school. Ik geloof echter, zegt spr.,
dat we met discussieeren niet verder zullen ko
men. Daarom wil ik voorstellen, een afschrift
van onzen brief aan den minister aan 't kerk
bestuur te zenden. Wij moeten óók afwachten.
De minister kan ook beslissen, dat wij aan den
wensch van het kerkbestuur moeten voldoen.
De heer de Meijer: Ik ben óók voor den goed
koopsten weg. Laat ons den minister verzoe
ken, ten spoedigste e enbesluit te nemen.
De heer Neeteson: Dat is ONS belang niet.
Laa het Kerkbestuur dat doen.
De heer de Meijer: Laat het Kerkbestuur het
dan doen. Dat had vroeger al kunnen gebeu
ren.
De heer de Leux: Wij zijn niet verplicht een
afschrift van ons schrijven aan den minister
aan het Kerkbestuur te zenden. Als de beslis
sing van den minister binnen is, zouden we het
kerkbestuur moeten verwittigen.
De heer de Meijer: Daarom zou ik antwoord
willen vragen aan den minister.
Er ontstaat dan een korte onderlinge discus
sie tusschen de heeren Verschaffel en Machiel
sen.
De heer Verschaffel: Ik vind het niet beleefd,
als men het Kerkbestuur op zijn verzoekschrift
niet zou antwoorden.
De heer de Meijer: Ik bedoel dit: Het raads
besluit is aan den minister gezonden. Wij wach
ten daarop het antwoord van den minister af.
Zoolang dat er niet is, kunnen wij ook de vraag
van het Kerkbestuur niet beantwoorden.
De voorzitter: Het zou een loyale handelwijze
van de gemeente zijn, als wij het kerkbestuur
een afschrift van ons schrijven aan den mins
ter zonden.
De heerNcetesonHet Kerkbestuur vraagt ons
een definitief besluit te nemen. Ik heb er geen
bezwaar tegen, dat aan het kerkbestuur een af
schrift van het bewuste schrijven aan den mi
nister wordt verstrekt doch dan dient men daar
bij te vermelden, dat nog geen definitief be
sluit kan worden genomen.
De heer de Leux: Wij hebben een definitief
besluit genomen. De minister heeft daar ech
ter zijn goedkeuring nog niet aan gehecht. Het
ligt, naar ik meen, niet op onzen weg, aan het
kerkbestuur een afschrift van onzen brief aan
den minister te sturen.
De heer de Meijer herhaalt zijn voorstel om
den minister om antwoord te vragen.
De heer Verschaffel: Laat de gemeente dan
alleen aan het Krkbestuur schrijven, dat men
nog doende is met den minister.
De voorzitter: Laat ons beleefd Zijn en een af
schrift zenden.
De heer de Meijer: Maar laat dan de gemeen
te tevens aan den Minister om een beslissing-
vragen
De heer Verschaffel: Daartoe is men niet ge
negen, zooals U hoort.
De heer de Meijer persisteert bij zijn voorstel
De heer de Leux: Wij kunnen dat doen. Maar
als de gemeente aan het Kerkbestuur net be
wuste afschrift zendt, zijn zij daarmee niet ver
der. Het is verkeerd, dat de minister nog geen-
beslissing heeft genomen.
De heer Verschaffel: De secretaris heeft den
brief aan den minister al voorgelezen. Die zal
dus wel in het verslag komen.
De voorzitter: Ik stel dan voor 1 afschrift te
zenden aan het Kerkbestuur van ons fchrij-
ven aan den minister en 2 aan den minister
te vragen, zoo mogelijk spoedig een beslissing,
in deze aangelegenheid te nemen.
De heer Neeteson: En dan tevens aan het
kerkbestuur te berichten, dat wij nog geen be
slissing van den minister hebben en daarom
nog geen definitief antwoord kunnen geven.
Z. h.st. gaat de Raad hiermede accoord.
IX. Voorstel tot aangaan geldlecning groot
f 5000 ter uitvoering grenswijzigingsbesluit en
van f 25000 voor aanleg straten, wegen en rio
len.
De voorzitter stelt allereerst de geldleening
van f 5000 aan de orde. Dit bedrag komt voor-
loopig jaarlijks nog terug, aldus spr., in "er-
band met onze verplichtingen tegenover West-
dorpe, voortvloeiend uit de grenswijziging.
De secretaris leest het volgend concept-raads
besluit:
De Raad der gemeente Sas van Gent,
Overwegende, dat ingevolge art 7 der wet van
21 December 1929, staatsblad no o53 tot wijzi
ging van de grenzen tusschen de gemeenten Sas
van Gent en Wstdorpe, de gemeente Sas van
Gent vóór 1 Januari 1932 aan de
gemeente Westdorpe zal moeten betalen eene
som varf f 5000 welke uitgaven niet uit de ge
wone middelen kunnen worden bestreden,
BESLUIT:
le aan te gaan een geldleening groot f 5000
tegen eene rente berekend aan parikoers, van"
ten hoogste 4 pet per jaar met jaarlijksche af
lossing, te beginnen in 1932, van ten minste
f 100.
en de rente en aflossing te voldoen uit de ge
wone inkomsten der gemeente;
2e aan het College van Burgemeester en Wet
houders dezer gemeente op te dragen het aan
gaan der overeenkomst ter uitvoering van dit
besluit en het verrichten van alle verdere han
delingen ter uitvoering dezer overeenkomst al
les met in achtneming der artikelen 120-122 der
gemeentewet
(Voor vervolg zie Eerste Blad.)