No. 3828 Haandag 5 October 1931 46ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKENING Na. 52419. Gemeenteraad van Sas 'van Gent. FEUILLETON. De Bedelares van Saint-Sulpico. Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advortentiën 20 cent per.regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKR ffJQ IT8TEKEND GE8CH IKT VOOR PUBLICITEIT Voorzitter: burgemeester L W G Hoefnagels Mede aanwezig de beide wethouders A A Mar quinqie en W Tak alsmede de raadsleden E C v. Goethem, P J Kaas, J J de Leux, C' L de Maayer C Machielsen. L T B de Meijer, P A Neeteson, P J Seijbel V Verschaffel en de secretaris P J Stubbé De voorzitter opent de vergadering en ver zoekt den secretaris de notulen voor te lezen. De secretaris leest resp. de notulen der ver gaderingen van 28 Augustus en 1 September 1931. Deze worden ongewijzigd goedgekeurd. I. Mededeeling ingekomen stukken. Ingekomen zijn: a. Van Ged Staten bericht van ontvangst der op 28 Augustus jl. vastgestelde wijziging van het reglement van politie. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Missive van het Ministerie van Binnen- landsche Zaken en Landbouw dato 22 Augustus 1931, luidend als volgt: De Minister van Staat, Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw. Gezien de Stukken, Overwegende, dat Burgemeester en Wet houders der gemeente Sas v Gent bij schrij ven dd. 17 Januari 1931 a No 91, hebben verzocht ingevolge art 34 van het Konin klijk besluit van 12 December 1922, Stsbl. no 670, te willen beslissen in het geschil tusschen het bestuur van deze gemeende en dat van de gemeente St. Jansteen ge rezen, inzake de inschrijving in het bevol kingsregister van P H Geirnaerdt burge meester van laatstgenoemde gemeente, en zijn gezin. dat met medezending van een afschrift van het terzake door de Inspectie van de bevolkingsregister uitgebracht advies, dd. 26-28 Februari 1931 no 1-2-1, aan de be trokken gemeentebesturen bij zijn schrij ven dd 14 April 1931 no 2821 afd B B fyerd verzocht, zich naar dat advies te gedragen, krachtens hetwelk, op grond van aitikel 2 sub a, van het Koninklijk besluit van 12 December 1922 Stsbl 670 P H Geirnaerdt en zijn gezin werden geacht op 1 Septem ber 1930 hunne werkelijke woonplaats van de gemeente Bergen op Zoom naar de ge meente Sas van Gent te hebben overge bracht, in verband waarmede de inschrij ving te St. Jansteen diende te worden ver nietigd, de inschrijving te Bergen op Zoom behoorde te worden hersteld, en door het gemeentebestuur van Bergen op Zoom een getuigschrift van verandering van werke lijke woonplaats voor vertrek naar de ge meente Sas van Gent diende te worden af gegeven, gedateerd 1 September 1930; 118) Het vaste voornemen van Raoul werd aan het wankelen gebracht. Ja, Henriette heeft veel geleden dacht hij en zij vergeeft het niet alleen, maar zelfs haar lief de is onaangetast gebleven. Mag de priester minder toegeeflijk zijn dan de vrouw? Gedurende het geheele gesprek had de kleine Marie-Blanche op de knieën van den abbé geze ten, tegen zijn breede borst aangevlijd. Hij sloeg de ojjgen op het aanminnig kinder gezichtje waaruit hem die helderblauwe oogjes zoo engelachtig tegenblonken en daardoor viel ook zijn laatste bedenking weg. Hij hief Marie Blanche op, kuste haar lang en innig en daarna zeide hij tegen Henriette: In naam van de dochter wil ik den vader ver geven. Vergeven is nog geen vergeten, merkte Hen riette op. En alles vergeten, voegde de vicaris er bij. Het hart van Henriette vloeide over van vreugde en die vreugde spiegelde zich af op haar gelaat. De vrede was gesloten. Een paar dagen later kwam Gilbert, die toe gegeven had aan de overreding van zijn vrouw, bij zijn aangetrouwden neef, verzoende zich met her» en stamelde eenige woorden van be- dat nader is ontvangen een schrijven van Burgemeester en Wethouders der gemeente Sint Jansteen dd 16 April 1931 no 34-18, waarin wordt gesteld, dat de genoemde be slissing op onjuiste feitelijke gegevens zou zijn gebaseerd, omdat, aangenomen, dat P II Geirnaerdt in de gemeente Sint Jan steen geen werkelijke woonplaats zoude hebben, hij echter gewoon is verblijf te hou den in die gemeente, immers eiken dag (be halve Zaterdags en Zondags) aldaar ter uit oefening van zijn ambt aanwezig is, oodat hij geacht moet worden tot de bevolking van die gemeente te behoor en en mitsdien terecht in het bevolkingsregister aldaar is ingeschreven, mede omdat hij in die ge meente o.m. een slaapvertrek te zijner be schikking heeft; dat onder de woorden: „het grootste ge deelte van het jaar", in art 4 sub 2 van meergenoemd Koninklijk beslait moet wor den verstaan het grootste gedeelte van het kalenderjaar zoodat op half April 1931 P H Geirnaerdt niet gezegd kon worden het grootste gedeelte van het iaar in te ge meente Sas van Gentverblijf ce heb oen fe- houden. dat af- en inschrijving met terugwerken de kracht op grond van de vigeerende voor schriften niet kan plaatshebben; Gelet op de ter zake nader ingewonnen ambtsberichten Overwegende te dien aanzien, dat geen nieuwe gezichtspunten zijn naar voren ge bracht, dat evenmin van een onjuistheid van fei telijke gegevens is gebleken, dat, ingevolge artikel 2, suo a van meer genoemd Koninklijk besluit een persoon moet worden ingeschreven in het bevol- kingsregister van de gemeente, waar hij werkelijke woonplaats heeft,, dat de wer kelijke woonplaats niet in de eerste Moïaats wordt bepaald door de omstandigheid, waar iemand zijn beroep uitoefent, doch deze laatste omstandigheid eerst als criterium van de gemeente voor inschrijving in aan merking komt, wanneer omtrent de werke lijke woonplaats, tengevolge van het feit, dat men in twee of meer gemeenten voor onbepaalden tijd pleegt verblijf te houden, twijfel bestaat, hetgeen in casu niet het geval is; dat de vraag, wat onder „het grootste ge deelte van het jaar" moet worden verstaan, hier onbeantwoord kon blijven, -ingezien artikel 4 sub 2, van meerbedoeld Konin klijk besluit in het onderhavige geval geen toepassing vindt; dat het in art 34 van het Koninklijk be sluit van 12 December 1922 Stsbl. no 670 aan den Minister van Binnenlandsche Za ken toegekende beslissingsrecht, diens be voegdheid tot vernietiging van ten onrechte geschiede inschrijvingen, en het doen her stellen van ten onrechte gedane afschrij vingen impliceert; HEEFT GOEDGEVONDEN te bepalen, dat er geen aanleiding is terug te komen op de beslissing, genomen bij zijn missive dd 14 April 1931 no 2821 afd B B, houdende dat de inschrijving in het bevol kingsregister der gemeente Sint-Jansteen van P H Geirnaerdt en gezin zal worden vernietigd; dat de doorhaling in het bevolkingsregis ter der gemeente Bergen op Zoom van P H Geirnaerdt en gezin zal worden hersteld; dat door het gemeentebestuur van Ber gen op Zoom een getuigschrift van werkelij ke woonplaats voor vertrek riaar de gemeen te Sas van Gent voor genoemde persoon en zijn gezin zal worden afgegeven gedateerd 1 September 1930. 's-Gravenhage 22 Augustus 1931 Overeenkomstig de geparafeerde minuut De secretaris-generaal w.g. FREDERICKS c. Een schattingsrapport inzake den verbouw der bijzondere R.K. Meisjesschool. De secretaris leest dit rapport voor, hetwelk door de drie aan gewezen taxateurs werd uitgebracht en als volgt luidt: Gebouwen f 9230 terrein 500 achter idem 250 bestrating 250 Totaal 10.230 2710 af voor oude g ebouwen rouw. Nu belette niets den twee mannen om voor taan op een zoo niet vertrouwelijken, dan toch vriendschappelijken voet met elkaar om te gaan. Henriette had gaarne gewild, dqt Raymond Schloss van zijn eerste besluit was afgeweken en er in toegestemd had naar Lotharingen te rug te keeren en daar het beheer over het jacht gebied van Fenestranges weer op zich had ge nomen, maar de gewezen opperwachtmeester was daartoe niet te bewegen. Hij wilde Parijs niet verlaten, hij wilde voort durend bij dén abbé d'Areynes blijven, waarin deze hem trouwens sterk aanmoedigde. Pierre Renand, die van Raymond Schloss een brief ontving waarin deze hem meedeelde, dat de vicaris van Saint-Ambroise geheel her steld was, kwam uit de Vogeezen naar Parijs om den neèf van zijn diepbetreurden meester met zijn herstel geluk te wenschen. Hiermede is de lezers op de hoogte gebracht van den toestand, waarin eenige der voornaam ste personen uit ons verhaal verkeerden, zes maanden nadat de rampen van Parijs geëin digd waren. Toen geheel het verleden den abbé d'Areynes weer zoo duidelijk voor den geest kwam, kon het wel niet anders of hij moest zich ook Jean ne Rivat herinneren, die hij te midden der vlammen uit haar brandende huis gered en aan de zorgen van Edmond Kernoël toevertrouwd had, wiens mariniers haar naar de ambulances in de rue Servan overbrachten. Op dit oogenblik kon hij echter nog niets Blijft 7520 De-voorzitter: Zooals U hoort, zitten we voor e enlast van f 7520, die we zullen moeten be talen aan het betreffende schoolbestuur. Daar van kunnen worden afgetrokken voorloopig 15 pet., die het schoolbestuur moet storten als waarborg. Er resteert dan nog circa f 5800. Aan den Raad wordt thans voorgesteld, B en W te machtigen tot dit bedrag een geldleening aan te gaan tegen ten hoogste 4 pet en een aflossing van ten hoogste f 200 per jaar, de rente in gaande in 1931 en de aflossing in 1932 Z.h.st. gaat de Raad hiermede accoord. II. Vaststelling kohieren I en II der belasting op de honden over 1931. De voorzitter verklaart, dat hij het v/el jam mer vindt, dat geen andere regeling kon worden getroffen, doch dat men deze inkomsten werke lijk absoluut niet kan ontberen. Het is noodig deze heffing te laten, zooals ze is nl. f 10 voor een luxe-hond en f 2 voor een bandhond. De ge heele begrooting is daarop gebaseerd, zegt spr. Er 'zijn toch reeds zooveel lasten en men zit voor een aanzienlijk tekort. Gaat men aan deze bedragen tornen dan komt men nog verder van huis. Bij B en W. is wel overwogen, de belas ting te brengen op f 5 en f 2 doch spr acht het beter, te wachten tot de begrooting voor het volgend jaar. De heer de Leux merkt op, dat hij er reeds verleden jaar op heeft gewezen, dat deze belas ting een beetje progressief behoorde te zijn. Thans is men aan het eind van het jaar en ko doen voor die arme vrouw. Zijn beide geneesheeren verboden hem met nadruk elke inspanning en hij moest zich aan dat verbod onderwerpen en gëduld oefenen. Hij dacht: Wanneer Jeanne nog leeft, dan zal zij zelf wel hier komen en als zij gestorven is, dan moet dat toch op de mairie bekend zijn. Toen de oud-officier van gezondheid en de dokter van Fenestranges hun patiënt toeston den, zich weer met zijn zaken in te laten en de bezoekers te ontvangen, stroomden de belang stellenden van allerlei standen naar de rue Popincourt. Onder de eerste bezoekers bevonden zich ka pitein Edmond Kernoël, zijn vrouw en Lucien. Zij kwamen juist toen Henriette met de klei ne Marie Blanche en haar verpleegster bij Raoul was. De schoonheid en bevalligheid der jonge vrouw maakten een diepen indruk op mevr. Kernoël, en meer nog haar moederlijke liefde en de genegenheid, die zij tegenover haar neef Raoul ten toonspreidde. Beide vrouwen voelden zich tot elkaar aan getrokken en die wederkeerige genegenheid groeide spoedig aan tot een oprechte vriend schap. Een paar dagen na hun eerste kennismaking bij Raoul, hield mevrouw Kernoël het kind van Henriette Rollin ten doop, terwijl ook de kapi tein deze plechtigheid bijwoonde. III. i De kerk van Saint-Ambroise was in feestdos I getooid. Buiten stond een onafzienbare reeks van rij men B en W met dezelfde belasting. Ik vraag me af, aldus spr., waarom hij, die arbeider is en dierenvriend evenveel belasting moet beta len als iemand, die een inkomen heeft, waar van hij zich alles kan veroorloven. Spr. kan dat niet goedkeuren. B. en W hebben gezegd, dat zij met een voorstel zouden komen. Dat is niet ge beurd. Ik vind dat een negeeren van de raadsle den, zegt spr. Als zij nog gezegd hadden, dat het niet mogelijk was, had ik me daarbij kun nen neerleggen. Ik geloof echter dat het wèl mo gelijk is. Op verschillende plaatsen bestaat een regeling, als door mij bedoeld. Sas maakt daar op een uitzondering. Ik vraag me af, aldus spr., waarom een arbeider met een inkomen van f 900 niet voor f 2 zou kunnen worden aangeslagen en iemand met een inko men van 2400 of 2500 gulden voor f 20. Voor de laatsten zou dat geen sta-in-den-weg zijn om een hond te houden. Natuurlijk zouden ze er wel tegen protesteeren doch hondjes zijn er niet alleen voor rijke menschen. Ook onder de ar beiders zijn er, die graag een hond willen hou den. Ik kan me danook met het voorstel van B. en W niet vereenigen, zoo besluit spr. De voorzitter merkt op, dat de meerderheid van B. en W voor een belasting is van f 5 en f 2. Men heeft ook overwogen om een progres sieve belasting in te voeren, doch heeft toen ge zegd: Neen, dan allen gelijk. De heer de Leux: Dat kan mijn goedkeuring niet wegdragen. De opbrengst van deze belas ting kan niet gemist worden. De eenige oplos sing is derhalve, dat men ze progressief maakt. Spr. herhaalt, dat hij met het voorstel niet ac coord kan gaan. De heer Neeteson blijft bij hetgeen vroeger door hem over deze kwestie is gezegd. Mijn be zwaar tegen een verlaging van de hondenbe lasting is, zegt spr., dat er veel teveel honden zullen komen. Op het oogenblik zijn er reeds tamelijk veel. Ik acht het een groot bezwaar, al dus spr., als het aantal nog zal vermeerderen. Daarom kan ik mij met een verlaging van deze belasting niet vereenigen. Ook niet met de ver klaring van den voorzitter, die zegt, dat hij het jammer vindt, dat B en W niet met een voor stel tot verlaging kunnen komen. Ik zou het juist jammer vinden, als het wèl kon, nidus spr. wijl we dan teveel honden zouden krijgen. De heer de Leux geeft toe, dat als een verla ging zonder meer over de heele linie plaats vindt, er teveel honden zullen komen. Er zijn reeds veel honden in Sas. Doch spr. is van mee ning, dat ook rekening moet worden gehouden met hen, die niet zooveel draagkracht hebben en toch ook pleizier hebben in honden. Als men de kans op ongelukken wil beperken, laat men dan zeggen: Niemand mag zijn hond meer los laten loopen. Overigens is spr. van opinie, aat, als er drie of vier honden in Sas los loopen, er evengoed kans bestaat op ongelukken als wan neer er honderd loopen. De heer Neeteson. Dan is de kans vijf-en- twintig maal zoo groot. De heer de Leux: Ook bij vier honden is de kans niet uitgesloten. tuigen, prachtige equipages met wapens op de portieren geschilderd en met koetsiers en palf reniers in rijke livreien en breede, bonten kra gen. Het was November en de herfst van 1871 scheen een voorbode van een even strenge win ter als die van het voorafgaande jaar, dat in de Fransche geschiedenis aangeschreven staat als „L'Annéa Terrible". Het verschrikkelijke jaar. Uit de equipages, die alle stilhielden voor den hoofdingang der kerk, stapten mannen niet aristocratisch voorkomen, prachtig gekleede da mes en ook veel kinderen, die allen in het sc hip der kerk plaats namen. Zelden was er in deze arbeiderswijk zooveel rijkdom en weelde gezien. Het was koud, maar overigens was het mooi weer. De zon scheen uit een onbewolkte lucht. De klokken der kerk lieten een vroolijk ge- klep hooren. De wanden dèr kerk waren bedekt met dra perieën, die alleen bij feestelijke gelegenhe den gebruikt werden. Het orgel deed zijn plechtige, zware tonen door het hooge gewelf galmen en het groote altaar, waarop ieders blik gericht was, baadde in een zee van licht. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1