No. 3819
Maandag 14 September 1931
46ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Ned* R* K* Middenstandsbond*
De Bedelares van
Salnt-Sulplco.
lërr'°l VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND VOOR
Het negende congres te Venlo.
FEUILLETON.
DE
KOERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.5Ö per 3 maanden,
of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertentiën 20 cent per.regel, bij contract lager
ZEER KOOfKRA
LEZERSKRING
IT8TEKEND QE8CHIKT
PUBLICITEIT
De openingszitting
Woensdagmorgen, aldus het uitvoerig verslag
in De Maasbode, was de St. Martinuskerk te
Venlo om 9 uur grootendeels gevuld met deel
nemers aan het Congres. De Dlechtige H Mis
werd opgedragen door den Zeereerw. heer J L
A van Oppen, Deken van Venlo, met assisten
tie van de Eerw. heeren kapelaan A M L Omloo,
geestelijk adviseur der afdeeling Venlo en Pater
Benedictus Coenen OFM, moderator der R.K.
Jonge Middenstandsvereeniging te Venlo.
Na afloop der kerkelijke plechtigheid begaf
men zich naar de groote zaal van het Rem-
brandt-theater, waar langs de wanden en op
het podium, waar het hoofdbestuur zat, tal van
vaandels en vlaggen waren opgesteld.
Behalve de Zeereerw. heer Deken van Venlo
waren op de morgenvergadering o.m. aanwezig
het Tweede Kamerlid de heer Ament namens
den Limb. Land- en tuinbouwbond, den heer
Wagerf namens den Duitschen Middenstands
bond en vele voorzitters en secretarissen van
Kamers van Koophandel.
Wegens ziekte van voorzitter O J G Struy-
cken en den vice-voorzitter J E A M Meyring,
opende het Tweede Kamerlid, de heer E Loeke-
feer, met een rede waaraan het volgende is ont
leend.
Openingsrede.
In verband met het feit, dat dit congres in
Limburg wordt gehouden, wees spr er allereerst
op, dat tijdgeest en economische ontwikkeling
de katholieke cultuur van dit gewest niet on
bedreigd laten. Integendeel, zij maken voor
Limburg de katholieke maatschappelijke orga
nisatie bij zonder noodzakelijk, ook in de krin
gen van den middenstand. Spr. hoopte dan ook,
dat dit tweede Limburgsche eongres krachtig
zou mogen bijdragen tot uitbreiding en verste
viging van de organisatiegedachte onder den
Limburgschen middenstand.
Na dit inleidend woord herdacht spr. den
Venlonaar, die hier de vorige week is ten grave
gedragen, Mgr. Nolens, wiens verscheiden ook
in de sociale organisatie diep wordt betreurd.
Als dank voor zijn werk mogen ook de midden
standers steeds blijven streven naar socialen
vooruitgang en katholieke eenheid.
Wat den bond betreft, constateerde spreker,
dat deze in den besten welstand verkeert en
sinds het vori, gcongres in meer dan een opzicht
ster kis vooruitgegaan. Werd in Almelo de oiga
nisatie van den jongen middenstand nog als
probleem behandeld, de jonge middenstandsbe
weging heeft zich sindsdien zoodanig ontwik
keld, dat haar toekomst met vertrouwen tege
moet mag worden gezien.
Spr, memoreerde dan, dat op 1 Januari a s.
109)
Mevrouw Leblond beefde over haar geheele li
chaam.
De dokter alleen bewaarde een weinig kalmte.
Wat zegt ge daar, rnijn vriend? vroeg hij aan
Raymond, als hoopte hij verkeerd verstaan te
hebben.
Ik zeg dat mijnheer Gilbert Rollin een brief
geschreven heeft, gedateerd van den lsten Juni
en die den 3en te Fenestranges is aangekomen
en die brief, waarin werd meegedeeld dat mijn
heer de abbé d'Areynes dood is, heeft mijnheer
de graaf even zeker gedood, alsof een geweer
kogel zijn hart doorboord had.
Hier is de brief, dokter, lees.
Raymond opende zijn portefeuille en gaf den
noodlottigen brief aan dokter Leblond.
Mijn God, mijn God! stamelde Madeleine.
Komaan, komaan, laten wij kalm blijven en
de zaak goed en duidelijk bepraten, zeide dokter
Leblond, nadat hij den brief van Gilbert Rol
lin gelezen had. Die brief is afschuwelijk! Welk
doel kon mijnheer Rollin er mee voorgehad
hebben, dit schrijven aan mijnheer den graaf
te richten.
Het doel dat hij maar al te wel bereikt heeft,
mijnheer. Hij wilde spoediger in het genot van
het vruchtgebruik over het kapitaaal van mijn
heer den graaf komen, dat bij testament aan
zijn echtgenoote was vermaakt.
Welk een monster! riep Madeleine uit.
in de meeste bisdommen voor de nieuw aan te
nemen leden en 1 jaar later ook vor de oude le
den, daar, waar een plaatselijke of gewestelijke
vakafdeeling bestaat, het wederzijds verplichte
lidmaatschap van stands- en vakorganisatie in
werking treedt. Nu op dit congres de groote be-
teekenis der vakorganisatie in het licht zal wor
den gesteld, hoopte de heer Lockefeer, dat de
standsorganisatie deze zaak krachtig zal aan
pakken en dat de vakorganisatie er van door
drongen blijve, dat zij niet alleen uit de stands
organisatie is ontsproten, maar die ook niet
missen kan.
De voorzitter sprak er dan zijn vreugde over
uit, dat de minister van Arbeid, H. en N. heeft
toegezegd dit congres tervzullen bezoeken en be
tuigde den dank van den middenstand aan de
regeering voor de uitingen, welke boven twijfel
stelden, dat bij de aanstaande uitvoering van
de winkelsluitingswet de juiste strekking der
verschillende bepalingen zal worden gehand
haafd. Dankbaar is de middenstand voor ver
schillende bemoeiingen, welke blijk geven van
de gestegen belangstelling der Rijksoverheid.
In dit verband wees spr. op het werk van de
onderafdeeling voor middenstandsaangelegen
heden en het economisch instituut voor den
middenstand alsmede aan het onderzoek der
professoren Polak en Kaag naar de aanpassing
van de kleinhandels- aan de groothandelsprij-
zen, Als resultaat van dit laatste meende spr,
te mogen constateeren, dat een eind is gemaakt
aan een boosaardig gerucht, dat jarenlang
heeft voortgewoekerd, en dat de publieke opinie
ten gunste van den middenstand is gekeerd.
In veel opzichten intusschen wordt ds positie
van het zelfstandig kleinbedrijf hoe langer hoe
meer bedreigd Daarom kan de belangstelling
en steun der overheid niet worden gemist.
Het midcTénstandsvraagstuk, aldus vpr. is nu
eenmaal een onderdeel, en niet het minst be
langrijke, van dat vraagstuk, dat wij vroeger
het sociale vraagstuk noemden en dat tegen
woordig sommigen als het probleem /an het
kapitalisme gel'even te betitelen -- van het
groote maatschappelijke vraagstuk van dezen
tijd, dat voortdurend de gespannen aandacht
van de overheid vraagt.
Wij durven op die belangstelling te vertrou
wen, omdat wij weten, dat het welbegrepen be
lang van onzen stand en het algemeene belang
der Maatschappij steeds met elkaar in zuivere
harmonie zijn.
Zoowel in economisch als in sociaal opzicht
zoo vervolgt spr. dan, beleven wij een kritie
ken tijd.
Ik geloof dat het vraagstuk langzamerhand
niet meer is: „hoe komen wij uit deze crisis?
Maar, hernam de dokter, er is nog altijd iets,
wat ik mij niet goed kan verklaren.
Wat dan?
Op den eersten Juni, den dag dat mijnheer
Rollin zijn brief geschreven heeft was Made
leine nog niet bij hem geweest.
En toen ik hem sprak, voegde Madeleine er bij,
wist hij nog niets van hetgeen er met mijnheer
den abbé was gebeurd.
Of liever, hij heeft het doen voorkomen alsof
hij er niets van wist, verbeterde Raymond.
De schelm is er wel toe in staat mompelde
Madeleine.
De gepensionneerden officier van gezondheid
hernam:
Madeleine heeft mijnheer Rollin den derden
Juni gesproken, ik herinnr mij den datum nog
zeer goed. Op dien dag had ik haar gezegd dat
zij aan de familie van mijnheer den abbé d'A
reynes moest gaan kennisgeven, welk engeluk
hem getroffen had.
En daarop ging ik naar reu Servan, vulde
Madeleine aan.
Op dien dag, zeide Raymond entving mijn
heer de graaf om negen uur 's-morgens den
brief die hem gedood heeft.
Heeft men het bericht van zijn dood aan
mijnheer Rollin getelegrafeerd? vroeg de dok
ter.
Ja, mijnheer antwoordde de Lotharinger. Wij
meenden dat mijnheer de abbé niet meer in
leven was en een uur na het ongeluk dat mijn
heer den graaf getroffen heeft telegrafeerden
wij aan mijnheer Rollin en voegden er bij, dat
zijn aanwezigheid op Fenestranges noodzakelijk
was, daar hij, namens zijn vrouw, de eenige ver
tegenwoordiger was der familie.
maar dat wij hebben te worstelen met dit pro
bleem: „is er een weg om af te tornen van het
crisisverschijnsel als zoodanig, en zoo ja, welke
is die weg?
Voor wie het wereldgebeuren nauwlettend
volgt, is het duidelijk, dat wij staan voor be
slissende gebeurtenissen en belangrijke ontknoo
pingen in de ontwikkeling der wereldnu".at-
schappij d
Wij katholieke organisatiemenschen hebben
ons te bezinnen op wat in dezen tijd het deel
van ons streven moet zijn. Ons beginsel van so
lidariteit vraagt een harmonisch evenwicht tus
schen persoonlijke zelfstandigheid, maatschap
pelijke organisatie en overheidsinvloed
„Quadragesimo Anno" spreekt over het her
stel der sociale orde en het herstel van* het lei
dend beginsel der volkshuishouding in eenvou
dige en duidelijke taal. Het zal altijd een mooie
herinnering voor onzen Bond blijven, aat wij
met onze eerste Rome-reis deze encycliek me
de ten doop hebben gehouden.
Moge deze encycliek gelezen en begrepen en
toegepast worden. Ook in onzen kring. Maar
niet alleen in onzen kring.
De Nederlandsche Regeering heeft een doel
bewuste stap gezet in de richtng van herstel
der sociale orde door de indiening van het voor
ontwerp tot instelling van bedrijfsraden. Onz*
vakraad heeft zich in beginsel met dit ontwerp
vereenigd Wij erkennen en waardeeren 't voor
ontwerp van Minister Verschuur .als een juisten
grondslag voor de ordening in het bedrijfsleven.
En wij hopen en vertrouwen, dat ds regeering,
als zij het ontwerp aan het parlement voorlegt,
daar meer succes zal hebben dan in den Hoogen
Raad van Arbeid.
Met den wensch, dat dit Venloseh congres
met dankbaarheid herdacht kunne worden in
de rij der congressen van den bond, besloot spr
zijn luid toegejuichte rede.
De herdenking van Mgr. Nolens, in deze rede
vervat, werd door de vergadering staande aan
gehoord, waarna een gemeenschappelijk kort
gebed voor de zielerust van Mgr. werd verricht.
Meerdere telegrammen werjen ontvangen,
waaronder van Mgr. L Schrijnen, bisschop van
Roermond en Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beeren-
brouck Minister-President.
Aan H.M. de Konigin, aan den Aartsbisschop
en aan den Bisschop van Roermond werden tele
grammen van hulde en trouw verzonden, ter
wijl aan Mgr. dr. Poels een telegram van ge-
lukwensch werd gericht bij gelegenheid van
zijn 40-jarig priesterfeest.
Ook aan den algemeen voorzitter, den heer
Struycken werd een telegram gezonden, waar
bij hem spoedig herstel werd toegewenscht.
De voorzitter der afdeeling Venlo, de heer J
A Koops, hield nog e enkorte toespraak en oood
namens de afdeeling Venlo een taf el vaantje
aan het Hoofdbestuur aan.
Jaarverslag.
In het jaarverslag maakte mr. v. Hellenberg
Hubar een vergelijking tusschen de gevolgen
Hoe laat is dat telegram verzonden? vroeg
de dokter.
Des morgens om tien uur, ik hebhet zelf weg
gebracht.
En hoeveel tijd zou het noodig gehad hebben,
om te Parijs aan te komen?
Dokter Pertuiset en ik hadden berekend twee
uren; aan het telegraafkantoor te Fenestran
ges heeft men mij verzekerd, dat er niet meer
tijd toe noodig was, daar de lijn naar Parijs ge
heel hersteld is.
Bij gevolg moet mijnheer Rollin geweten heb
ben dat mijnheer de graaf d'Areynes dood was,
toen Madeleine om twee uren bij hem kwam.
Daar valt niet aan te twijfelen.
Waaro mheeft hij er dan tegen mij niet over
gesproken? riep Madeleine uit.
Waarom? herhaalde Raymond Schloss. Par-
bleu, daar had hij alle reden toe, de schurk. Hij
wist dat zijn slag ju'st getroffen had en toen
gij weg waart verzond hij een telegram naar Fe
nestranges, waarin hij berichtte, dat de abbé
gered was en het deed voorkomen alsof hij ons
telegram nog niet ontvangen had. Een uur later
verzond hij een tweede telegram en wendde
daarin de ziekte van zijn vrouw voor om niet
te Fenestranges te komen, natuurlijk, hij wist
wel dat het daar niet zuiver was, temeer nu hij
had moeten bekennen, dat zijn eerste telegram
gelogen was. Hier zijn de twee telegrammen,
dokter.
Raymond overhandigde ze aan dokter Le
blond en voegde er bij:
Het is alles verzonnen met een helsohe scherp
zinnigheid waar ik van ril. Niets zal bij mij de
overtuiging kunnen wegnemen, dat Gilbert Pol-
lin met voorbedachten rade den graaf gedood
der economische crisis voor ons land en voor
het buitenland en hij meende te mogen eer.sta
teeren dat de middenstandsorganisatie geluk
kig nog niet al te veel van den economischen
weerslag hebben gevoeld. De organisitie blijft
zich steeds uitbreiden en is in de afgeloopen
twee jaren met ruim 5600 leden toegenomen,
terwijl 47 nieuwe afdeelingen werden gesticht
Ook de R.K. Mfddenstandsvakbonden boek
ten vooruitgang.
Verder weidde de heer van Hellenberg Hu-
bar uit over de verschillende middenstandspro
blemen in Kamers en Middenstandsraad aan
hangig en bracht hulde aan Minister Verschuur
die steeds toonde een open oog te hebben voor
de belangen van den middenstand.
Santosfonds
Pastoor F Huf uit Hoofddorp gaf een over
zicht van het werk van Santos. De opbrengst
voordit jaar van de bloempjesdag wordt ge
raamd op f 22.000. In 1929 zijn 33 patiënten
door het Santos-fonds uitgezonden met 4136
verpleegdagen. De kosten daarvan bed/aagt
f 8491. In 1930 werden eveneens 33 patiënten
uitgezonden met 2908 verpleegdagen, uitgege-
van f 4589. De kosten voor 1931 zijn geraamd
op f 12.000.
Praeadvies-mr. Wobbe
In behandeling kwam nu het praeadvies van
mr. F B J Wobbe uit Den Haag over „Wettelijke
Pensioenverzekering voor de kleine zelfstandi
gen".
Mr. Wobbe lichtte het tér vergadering nader
toe en begon met er op te wijzen, dat de thans
geldende wettelijke pensioenregeling niet vol
doet voor kleine zelfstandigen. Evenals de ar
beider in loondienst heeft ook de kleine mid
denstander recht op een door den staat gere
gelde pensioenverzekering.
Spr. concludeerde, dat een vrijwillige verze
kering, met subsidie van staatswege, de beste
oplossing zou zijn.
Bij de bespreking, die hierna volgden, stelde
de heer Blenkers (Amsterdam) voor een com
missie in te stellen ten einde de kwestie nog
eens nader te onderzoeken. De heer G Wolf
(Purmerend) betreurde, dat de praeadviseur
geen nadere aanduiding had gegeven van wat
wij onder kleine, wat onder groote zelfstandi
gen hebben te verstaan.
Spr. meende, dat de beter gesitueerde mid
denstand den kleinen moest helpen om te ko
men tot een speciale middenstandspensioen ver
zekering.
De heer Westra (Leeuwarden) maakte be
zwaar tegen eer, der conclusies, iedere kleine
zelfstandige straks een welgesteld zelfstandig
middenstander kan zijn, achtte spr. het niet
aannemelijk, dat de staat subsidie betaalt voor
personen, waarvan hij niet kan weten of zij la
ter pensioen wel degelijk noodig hebben.
Hierna werd gepauzeerd.
De middagvergadering.
Na heropening der vergadering richtte de
heer Lockefeer een woord van welkom tot mi-
heeft.
Dokter Leblond had beide telegrammen ge
lezen.
Wij kunnen nog niets met zekeiheid zeggen,
m-nheer Schloss sprak hij, 't zou nog kunnen
dat we ons vergisten. In het eerste telegram, te
Parijs aangenomen, om drie uur vijf-en-dertig
's-namiddags bericht mijnheer Gilbert Rollin
aan zijn oom let wel aan zijn oom dat
abbé d'Areynes niet dood is en nog gered kan
worden. In het tweede telegram overgeseind om
vier uur veertig antwoord hij aan dokter Per
tuiset, dat hij wegens ziekte van zijn vrouw
niet naar Fenestranges kan gaan. Wat bewijst
dat? Alleen dat mijnheer Rollin, toen Made
leine bij hem kwam, nog niet wist dat mijnheer
de graaf dood was en dat hij zich gehaast heeft
om zijn foutieve- bericht per draad tegen te
spreken, ten einde de smart te herstellen die
zijn brief op het kasteel moet gebracht hebben
Hij heeft het telegram van dokter Pertuiset
eerst ontvangen, toen zijn eerste telegram weg
was.
Dat is zeer onwaarschijnlijk, zeide Raymond.
Ik heb het telegram omstreeks negen uur te Fe
nestranges aangeboden neem nu eens aan dat
het eerst om tien uur is overgeseind, dan is het
om twaalf uur te Parijs opgenomen, want een
telegram van Lotharingen naar hier heeft twee
uur werk. Laat het nu een uur later bezorgd
zijn, dan moet Gilbert Rollin het toch om eea
uur ontvangen hebben en om halfvier heeft hij
zijn eerste telegram verzonden. Neen dokter,
het is zoo klaar als de dag dat hij gelogen
heeft.
(Wordt vervolgd), j