No. 3814 Woensdag 2 September 1931 46ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN t"ERSK0m^nfl^HT"- 1 VERSCHIJNT ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND POSTBEKEHiag H». 52 419. Gemeenteraad van Sas van Gent DE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling Advertent iën 20 cent per. regelbij contract lager IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLIOITEIT (SLOT) XVI. Voorstel tot ruiling van grond met J. A. Wehrens voor aanleg van de Molenstraat in aansluiting met de Stationsstraat. De secretaris leest het desbetreffend con cept-raadsbesluit voor, luidend als volgt: De Raad der gemeente Sas va*i Gent: Overwegende dat het ten behoeve van de ver binding van de Molenstraat met de Stations straat noodig is een strook grond in bezit te krijgen van den tuin toebehoorende aan J. A. Wehrens, dat genoemde eigenaar bereid is die strook grond af te staan tegen ruiling voor een ande ren strook gemeentegrond tot de dubbele groot te der afgestane strook, benevens eène tege moetkoming van f 500 voor schade en verder eenige alg. bepalingen. Besluit: Aan Jan Alphonse Wehrens, onderwijzer te Sas van Gent, in eigendom af te staan een per ceel grond, kadastraal gemeente Sas van Gent, Sectie C gedeelte van No 2785, groot vijf Aren twee en negentig- centiaren, in ruil tegen het kadastraal perceel gemeente Sas van Gent Sec tie C. gedeelte van No 2481, groot twee Aren zes en negentig centiaren, en zulks onder de volgende voorwaarden en be palingen. Ie de ruiling van grond geschiedt zooals op aangehechte kaart in kleuren is aangegeven; 2e de gemeentegrond moet worden afge staan, gerioleerd en opgehoogd volgens aanwij- ziging van den nieuwen eigenaar, die de in den grond aangelegde rloleering en afwateringsbuis met het noodige onderhoud daarvan moet toe staan 3e het verplaatsen en voltooien van de be staande en nog te maken* omheining moet geschieden door de gemeente met eementpalen en afsluitdraad in overeenstemming met de be staande afrastering. 4e. de gemeente zorgt voor de aansluiting van de huisafvoerleiding aan de gelegde nieu we buisleiding 5e het verplanten van de op te ruimen hoo rnen, struiken en heesters, met inbegrip van de heggen, van het door de gemeente aangeworven naar het afgestaan terrein, geschiedt volgens deskundige aanwijzing door en op kosten der gemeente. 6e de gemeente betaalt aan J A Wehrens voornoemd een tegemoetkoming van f 500 in eens, voor aanplanting, herindeeling, bemesting en andere architectonische werkzaamheden met het oog op een behoorlijke aanpassing aan de omgeving, het bouwen van pilaren en het aanschaffen van hekken voor twee uitgangen, 7e de kosten van de notarieel op te maken akte van ruiling alsmede die van overschrij ving komen ten laste der gemeente. Sas van Gent 28 Aug. 1931. De voorzitter: Willen we vanuit het Park en de Molenstraat uitkomen op een behoorlijk punt in de Stationsstraat, dan moeten we ge bruik maken van een deel van den grond van den heer Wehrens. Deze is bereid, ons tegemoet te komen Hij wil zelfs zoover gaan, dat hij den grond, dien hij in ruil krijgt, wil benutten om als park aan te leggen. Ook bij den heer Hennink zal een parkje moeten komen, wil er overeen stemming zijn met de omgeving. De heer de Mul meent, dat üe voorwaarden nogal hard zijn. We zullen er echter toe moe ten besluiten, willen we ook de gevaarlijke bocht kwijtraken van de tram. De heer de Leux vraagt, of heel de gevaar lijke bocht zal verdwijnen. De voorzitter antwoordt bevestigend. Spr. meent dat men zelfs 2 meter terug zal kcmen. De secretaris laat de desbetreffende situatie- teekening circuleeren. De heer de Leux: Het zal een kostelijk stukje worden maar het zal een groote verbetering zijn. De voorzitter: Toch zijn de voorwaarden niet zoo hard. De heer Wehrens heeft heel wat meer moeten betalen per M2 voor den grond dan wij. De heer de Mul: Die f 500 is hard. De voorzitter geeft dat toe. De heer de Mul: Ik kan er me echter bij neer leggen. Z. h. st. keurt de Raad het voorstel dan gced. Aan de orde komt dan nog een voorstel tot Wijziging der gemeentebegrooting 1931, waar mee z.h.st. wordt accoord gegaan. De voorzitter zegt vervolgens, dat in de vori ge vergadering aan B. en W. machtiging is ver leend om een huisje te laten bouwen voor ncod slachtingen. Inmiddels is er een ander licht op gegaan, zegt spr. B en W. zouden voor de ge meente het slachthuis van den heer de Nocker in huur kunnen krijgen nabij de Openbare school met een wederzijdschen opzegtermijn van 6 maanden. Daar is een mooie cour bij. Wij hebben daar een kijkje genomen, zegt spr, en het ziet er goed onderhouden uit De huur zou f 100 per jaar bedragen. Als in de maand vóór den ver valdatum der overeenkomst geen opzegging plaatsvindt, is het contract stilzwijgend voor een jaar verlengd. B. en W. hebben gemeend, dat het aanbeveling verdient, deze verbintenis aan te gaan en dan af te wachten, hoe de toe stand zich verder ontwikkelt. Als de j-lagers, die thans nog geen slachthuis hebben, eventueel zelf een slachtplaats zouden inrichten zijn we slechts voor een jaar gebonden. Anders zitten we met een slachthuis je van f 2000. De heer de Mul meent, dat dit een voordeeli- ge weg is. Wethouder Marquinie: 't Is een heel goede oplossing. De heer de Leux vraagt, of zij, die voor hun eigen slachten, ook van het slachthuis gebruik moeten maken. De voorzitter zegt, dat het slachthuis dient voor de slagers erj voor uitponden. De heer de Logix: Hoe staat het met de plaats voor huisslachtingen? De voorzitter antwoordt, dat ieder van het slachthuis gebruik kan maken tegen de gelden de tarieven. De heer de Leux: De gemeente zou een plaats moeten aanwijzen. Thans doet ieder het achter zijn huis. Als echter de politie daarover mocht vallen, zou men in moeilijkheden kunnen ko men. De voorzitter wijst er op, dat het ongewcnscht is voor deze slachtingen een bepaald terrein aan te wijzen met het oog op de aanwezigheid van talrijke kinderen. Het beste is, dat ieder op eigen terrein blijft. De heer de Leux: Dus voor uitponden is men verplicht, van het abatlpir gebruik te maken? De voorzitter: Dat is men verplicht volgens de wet. De heer de Leux: Zij, die voor hun eigen slachten, kunnen dus doen zooals ze gewoon wa ren. Daar kan ik me mee vereenigen. De voorzitter: Het is de bedoeling, dat de over eenkomst op 15 September ingaat. Z.h.st. keurt de Raad zulks goed. De voorzitter merkt dan op, dat men iemand noodig heeft voor het schoonhouden van het slachthuis en voor controle. Deze kwestie is bij B en W. besproken. De heer de Nocker, die naast het slachthuis woont, zou bereid zijn, bij wijze van proef, voor f 1 per week een en an der op zich te nemen. De heer de Mul: Dus in totaal zouden de kos ten f 150 per jaar bedragen. Zouden B. en W. denken, dat we daar nog wat van terugkrijgen, vraagt spr. Wethouder Marquinie: Men kan daar niet op verliezen. De heer de Leux meent, dat men moeilijk ie mand zal vinden, die het voor minder dan f 1 doet. De secretaris merkt nog op, dat het de bedoe ling is, dat genoemde persoon per 15 September a.s. wordt aangesteld. Z.h.st. gaat de Raad ook hiermede accoord. De secretaris leest nog een schrijven vcor van den gemeente-architect, den heer J. Hennink, waarbij deze verzoekt, den Raad een besluit te doen nemen tot intrekking der landpachten van de tuingronden, gelegen op het aan Mevr. de Wed. W. Nevejan in erfpacht afgestane per ceel. De voorzitter zegt, dat door B. en W. wordt Voorgesteld, zooveel in te trekken, als noodig is. De heer de Leux vraagt of de tuinen bebouwd zijn. De voorzitter zegt, zulks niet te wetan. De heer de Leux zou den betrokken pachters eventueel een schadevergoeding willen toeken nen. De voorzitter: Daar kan over gesproken wor den. Wethouder Marquinie acht het billijk, dat, als de grond bebouwd is, den betrokkenen een schadevergoeding te geven. Z.h.st. gaat de Raad dan met het voorstel van B. en W. accoord. In behandeling komt dan het volgend schrij ven van den heer de Leux, hetwelk door den se cretaris wordt voorgelezen: Sas van Gent 26 Augustus 1*931 A'an de raad der gemeente Sas van Gent. Ondergeteekende J. de Leux, raadslid dezer gemeente, verzoekt de raad dezer gemeente in de eerstvolgende vergadering deze voorstellen in behandeling te willen nemen. Voorstel. 1 Het raadsbesluit van 16 Juni 1930 bij welk besluit de gemeente voor de Personeele belas ting is gerangschikt in de 4e klasse en het per centage bedoelt in art 13 2 dier wet van 10 op 5 its gebracht wordt ingetrokken. 2 De gemeente Sas van Gent wordt voor de toepassing van art 13 1 der personeele belas ting gerangschikt in de 4e klasse. 3 Het percentage bedoelt in art 13 2 dier wet wordt naar onderstaande tabel geheven Huurwaarde van tot en met 300 gulden 10% 301—400 gulden 12% 401—500 14 501—600 16 601—700 18 701—900 20 901—1100 22 1101 én meer 24 w.g. J. de Leux Raadslid Toelichting. De tegenwoordige regeling der Per. Bel. houdt geen rekening met de draagkracht der belas tingplichtigen en hoewel de ongunstig? tijds omstandigheden door alle lagen der bevolking worden gevoelt, is het een niet tegen te spre ken feit, dat deze druk het sterkst op de arbei dersklasse rust. Onder de thans geldende regeling zijn ca 40 woningen onbelast. Volgens bijgaande voorstel len zou dit getal ca 220 zijn. Het zal U zeker ook allen bekent zijn, dat de crissis onder de arbeiders zijn meeste slachtof fers maak en dat verscheidene arbeidersgezin nen een inkomen genieten van 2a 15 gulden per week. Wanneer daar huishuur is van betaalt schiet daar van voor ander levensonderhoudt bijna niets meer over. U zal het zeker met mij eens zijn dat het onmogelijk is van deze arbei ders nog meer personeele belasting te heffen en daar de gemeente financiën moeten worden aangevuld is het niet mogelijk de belasting te laten zooals zij is. Zoodat mijns inziens ons niets anders overblijft dan de tekorten te doen dekken door hoogere bijdragen van de finan cieel draagkrachtigen zooals dit door mij in mijn voorstellen zijn uitgewerkt. Hopende dat mijn voorstellen 'oij U een gun stig onthaal mogen vinden Hoogachtend w.g. J. DE LEUX. De voorzitter geeft het woord aan den heer de Leux. De heer de Leux zegt, dat, na de gegeven schriftelijke toelichting, een verdere uiteenzet ting feitelijk overbodig mag heeten. Spr wijst erop, dat de arbeiders, die op het oogenblik van een heel schraal inkomen moeten leven, door het aannemen van het voorstel van B. en W. nog zwaarder belast zullen worden, terwijl ze reeds thans veel te zwaar belast zijn. Spr. is van oordeel, dat de belasting meer naar draag kracht moet worden geheven. Daarom wil spr. ook de gemeente in de 4e klasse gerangschikt zien. Daardoor zal een groot aantal arbeiders vrijgesteld worden inplaats van, zooals thans, nog zwaarder te worden belast. Door de voorge stelde progessieve regeling komt de zwaarste druk op de hoogere klassen. Ik ben van oordeel, zegt spr., dat, wie een huishuur verwoont van f 600 a f 700 beter belasting kan betalen, dan wie van een inkomen van f 800 nog f 200 huis huur moet afstaan. Ik ben ervan overtuigd, zegt spr., dat iedereen onder de huidige f ngun- stige tijdsomstandigheden te lijden heeft, doch men moet het geld, dat noodig is, niet gaan ha len bij hen, die reeds te zwaar zijn belast. Daar, waar reeds een tekort is, kan onmogelijk wor den opgebracht. Spr. wijst op het gebrek aan kleeren en schoeisel in de arbeiders gezinnen. In meerdere plaatsen in Nederland is daar reeds van overheidswege in voorzien. Mijn voor stel is werkelijk sober, zegt spr. Mocht het ver worpen worden, dan zal ik mij verplicht zien, aan te dringen op een uitkeering ineens voor kleeren en schoeisel. U moest maar eens een kijkje nemen in de linnenkast van den arbeider zegt spr., dan zoudt U tot de bevinding komen, dat het er daar heel schamel uitziet Ik hoop danook, aldus spr., dat mijn voorstel een gun stig onthaal zal vinden. Wethouder Neeteson wijst erop, dat het voor stel zoo laat is ingekomen, dat B. en W. geen gelegenheid hebben gehad, het eens rustig te bezien en zich een oordeel te vormen over de gevolgen, die er bij aanneming uit zouden voort vloeien. De heer de Leux geeft toe, dat het voorstel een beetje laat is ingediend doch meent, dat het toch geen groote kunst kan zijn cm de ge volgen te overzien. Het voorstel is overigens reeds een paar dagen in het bezit van B. en W., zoodat deze wel gelegenheid hebben gehad cm het te bestudeeren. Als er straks nog 70 opcenten zouden bijko men, zou de toestand voor de arbeidersklasse heelemaal ondragelijk worden. Wordt mijn voor stel aangenomen, aldus spr., dan zal het overbo dig zijn om opcenten te heffen. Door heffing van 70 opcenten zou de belasting meer dan ver dubbeld worden. Zij zou dan circa 2% maal zooveel bedragen als thans. Daarbij, zegt spr., zie ik nog aankomen, dat ook van de fondsbe lasting opcenten zullen worden geheven Ik weet wel, zegt spr., dat wie f 800 inkomen heeft, geen opcenten op de fondsbelasting behoeft te beta len, wel echter op de personeele belasting. De gegoede klasse nu, kan dat beter dragen dan zij, die tekort hebben. Men kan veilig aannemen, dat velen het geheele jaar met een weekloon van f 15 hebben moeten rondkomen. Als we zien dat de huishuren in Amsterdam en Rotter dam naar f 3 gaan en dat hier nog f 4 moet worden betaald, waar moet het dan bij ons heen gaan, zegt spr. In genoemde plaatsen is het weekloon f 10 a 12 hooger dan nier ter wijl de levensstandaard daar niet zooveel hoo ger, ja zelfs lager is dan op het platteland. Als de huren daar omlaag gaan en we blijven hier op het oude peil, zullen de arbeiders het niet kunnen uithouden op den duur en zal hun klee dingvoorraad totaal uitgeput raken. Spr. her haalt dan, dat hij hoopt, dat de Raad zijn voor stel zal aannemen. De heer de Mul zou ook het voorstel van den heer de Leux aan B. en W. willen renvoyeeren. Het is alleszins gewenscht eens goed te overwe gen wat van een en ander de gavolgen zullen zijn. Men kan dat onmogelijk ineens overzien. Wethouder Marquinie merkt op, dat het dui delijk is, dat, waar er uitgaven moeten worden gedaan, er ook inkomsten moeten worden ge vonden. Waar men nog niet weet, welke in komsten men noodig zal hebben, verdient het aanbeveling, deze kwestie eerst nog eens gron dig te bestudeeren. Daarna kan men met een voorstel voor den dag komen. Spr. wil daarmee niet zeggen, dat het voorstel de Leux moet wor den afgzwezzn doch men moet eerst eens na gaan, wat er tekort is. Dan kunnen B en W een voorstel doen. Misschien is er wel een anderen weg te vinden om het tekort te dekken. Natuur lijk kan het niet de bedoeling zijn om de ar beiders te dupeeren. Ik begrijp, zegt spr., dat er in dezen tijd naar gestreefd moet werden om de lasten te verlichten, niet om ze te ver zwaren De voorzitter wijst er dan op, dat men Zjcü niet kan binden. T.z.t. echter kan men bij de begrooting deze kwestie behandelen, nadat men alles goed heeft nagegaan. Wij erkennen met den heer de Leux, dat het voov de arbeiders een droevig jaar zegt spr. Doch dat geldt ook voor de andere standen. Als straks 70 opcenten op de fondsbelasting zouden geheven moeten worden, zullen de middenstand en de meer ge goeden die moeten opbrengen. Dan staan straks wellicht bij de Rijksopcenten ook nog gemeente opcenten op de vermogensbelasting te wachten Spr. memoreert dan, dat duizenden guldens ten behoeve van de arbeiders aan de werkveischaf fing ten koste zijn gelegd. Het valt te betivuren dat zulks noodig was, zegt spr. De menschen hadden beter in de fabrieken kunnen werken. Doch daartegenover mag dan toch gevraagd worden, dat elk arbeider ook een offertje weet te brengen. Dan kan men ook met een gerust hart bij de gemeente om werk en steun aan kloppen. Spr. acht het de beste oplossing, dat de brief van den heer de Leux bij de begrooting zal worden behandeld. De heer de Leux zou zich hierbij kun oen neer leggen doch dan zou spr. in overweging moeten geven, dat ook B. en W. hun voorstel terugne men. Dan gebeurt er dit jaar niets. De Personee le belasting moet namelijk vóór 1 September voor elkaar zijn. Wordt het voorstel van B. en W. niet teruggenomen, dan zullen de arbeiders opslag moeten betalen. Een latere wijziging zal dit jaar niet meer gelden. Ware dit laatste wel het geval, aldus spr., dan zou ik mijn vooislel voor deze vergadering niet meer hebben inge zonden. De heer Marquinie zegt, dat men mis schien op andere wijze in het tekort zal kun nen voorzien. Dat is wel mogelijk doch het blijft een feit, dat als het voorstel van B. en W. is aangenomen, de arbeiders meer personeele

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1