VEILIG VERKEER Wenken bij het autorijden. BOUD VAM VRIJWILLIGE VERKEERSINSPECTIËM HM MEDERLAMO wmfielvenfce&v. Snap-shot. Buitenland. damp worden gehinderd. Buigt niet te vlug naar rechts om hij voorbij rijden. Het bezigen van een open uitlaat is overal verboden. De knaldemper moet behoorlijk wer ken Een motorrijtuig mag alleen dan zonder toe zicht op den weg blijven staan, als de motor tot rust gebracht is. Motorrijtuigen moeten voorzien zijn van een tpiegel, die het mogelijk maakt het links achter liggend weggedeelte te overzien, tenzij de be stuurder vanaf zijn zitplaats vrij uitzicht heeft op dat weggedeelte. VERLICHTING. Tusschen een half uur na zonsondergang en een half uur vóór zonsopgang moeten motor rijtuigen op meer dan twee wielen (dus ook een zijspancombinatie) rijdend voorzien zijn van: a. twee voorwaarts helder wit licht uitstra lende lantaarns, aangebracht ter weerszijden; b. aan de achterzijde (links) een rood licht. Een open knalpot is overal verboden. De zijglazen mogen geen gekleurd licht uit stralen. Het voeren van een verblindende verlichting ia verboden: a. binnen bebouwde kommen; b. wanneer het motorrijtuig stilstaat; c. vanaf het oogenblik, dat men tot op 100 Meter een tegemoetkomend motorrijtuig, rij wiel, ander rij- of voertuig, rij- of trekdier of vee is genaderd, totdat men dit weer voorbij is. Voorzichtigheid is geboden bij liet dempen van de lichten: vaart verminderen is een aller eerste vereischte. Zorgt, dat ook bij gedoofde „groote" lampen Uw weg behoorlijk verlicht is. Maakt daartoe zoo noodig gebruik van een schuin omlaag ge stelde hulplamp („spotlight" e.d.) Zorgt, dat ge te allen tijde kunt stoppen. PARKEEREN. Een uniforme regeling voor parkeeren be staat in ons land niet. Men diene dus reke ning te houden met de verschillende plaatselij ke verordeningen. Als algemeen geldend voorschrift mag wel worden beschouwd, dat de motorrijtuigen zóó moeten worden geplaatst, dat ze andere weg gebruikers niet hinderen. Men plaatse dus zijn auto bij voorkeur niet in smalle, drukke stra ten, maar kieze daarvoor een zijstraat of gracht. Het is verboden motorrijtuigen te plaatsen op bruggen, op hoeken van straten en op kruispun ten van wegen. Het onbeheerd laten staan van motorrijtui gen met loopenden motor is overal verboden. KENTEEKENEN. Letter en nummer op een motorrijtuig be- hooren in witte, onuitwischbare teekens op don kerblauwen grond te zijn aangebracht. Ge stelt U aan strafvervolging bloot, o.a. als: a. de nummerplaten door stof, slijk, bumpers of anderszins niet behoorlijk zichtbaar zijn; b. de achterste nummerplaat tusschen een half uur na zonsondergang en 'n half uur vóór zonsopgang niet helder verlicht is (ook bij mo torrijwielen!) goed fout goed Brengt nummer- en letterplaten goed aan. Gaat gij uit met uw machine Vult water, olie en benzine. Rijdt nooit te snel en houdt U klaar, Want overal dreigt gevaar. Zijt ge soms wat droef te moede Weest ter dege op uw hoede. Maar let speciaal op, hoe ge rijdt, Wanneer ge extra vroolijk zijt. Tegenwoordigheid van geest Behoeft men wel het allermeest. Want raakt ge daadlijk van uw stuk 't Brengt U en and'ren ongeluk. Achter 't stuur mag niets U hinderen Gaat nooit alleen met hond of kindren. Signaleert niet dan hóóg noodig; Al dat lawaai is overbodig. Geeft bijtijds en duid'lijk aan De richting, die gij wenscht te gaan. Maar staat de pijl aan één kant uit, Komt niet terug op uw besluit, Ter wille van uw achterbuur, Hij wendt terecht naar U zijn stuur. Bij kruispunt raast niet roekloos door, Want wie van rechts komt, die gaat voor. Alleen de tram op vaste baan, Mag ook van links het eerste gaan. Een druk gesprek is uit den booze Nog grooter fout is: minnekoozen. Verblindt nooit door t felle lichten, 't Is een van d'allereerste plichten. Dempt lampen tijdig bij 't passeeren Wat g'ook van and'ren zoudt begeer en Let goed op de verkeerspolitie. Zij wijst U met zeer veel ambitie, Gehoorzaamt stipt haar manuaal Want anders volgt proces-verbaal. En maakt soms een verkeersagent. U op onachtzaamheid attent, Blijft rustig en bekent uw fout, Opdat men U als „heer" beschouwt. Wie opspeelt en begint te razen, Gooit altijd in zijn eigen glazen. En houdt ge U aan al deez' wenken, Het rijden zal U vreugde schenken. Ge keert met enthousiasme weer En zijt een voorbeeld voor 't verkeer. lijly. (Reproductie van het kaartje dat werd versprei d om door bestuurders van motorrijtuigen de voorruit aan te brengen) Kijk uit bij onbewaakte overwegen. VUL1GANGLKS de rijweg is voor even gevaarlijk ais de on bewaakte overweg voor den automobilist; mijdt hem zooveel mogelijk; kijkt goed uit voor en tijdens het oversteken; steekt RECHT over. WIELRIJDERS rijdt zooveel mogelijk rechts en nimmer in breede rijen naasu eikander; richt uw eleetri- sche lantaarn zoover omlaag, dat de lichtstraal een tegenkomer niet hindert; mijdt den rijweg als er een rijwielpad is. BESTUURDERS VAN AUTO'S EN MOTORRIJ WIELEN rijdt langzaam overal, waar de weg smal, druk of onoverzichtelijk is; waagt niets, beperkt uw snelheid zoo, dat ge steeds en onder alle on voorziene omstandigheden uw wagen meester kunt blijven. Te snel en gewaagd rijden ver raadt gewoonlijk den beginneling. Geeft bij ver andering van richting een duidelijk teeken bui ten den wagen. Onthoudt U voor en tijdens het rijden van alcoholgebruik. Hqudt uw remmen en signaalgever in prima staat. Er zijn wel eens voetgangers die klagen met veiligheids-maatregelen stiefmoederlijk bedeeld te worden. Laten wij blij zijn nog geen last van boven- afgebeelde voorschriften te hebben. BESTUURDERS VAN VOERTUIGEN, rijdt zooveel mogelijk rechts, dus kort bij den zijkant der rijbaan, blijft ook op den buitenweg steeds oplettend, rijdt, van een zijweg op een durkken weg komende, steeds uiterst voorzich tig, ook al zoudt ge recht op voorrang hebben. Zorgt voor behoorlijk licht, zoodat uw voertuig bij duisternis reeds op geruimen afstand wordt opgemerkt. Rijdt een zijstraat links met groo- ten boog in. OUDERS EN OPVOEDERS Wijst het kind op de gevaren van het verkeer. Leert het de regels van den weg. Waarschuwt de kinderen tegen het spelen op den rijweg. op Ze was jong, sportief enze had natuurlijk haast. Onze jeugd schijnt nu eenmaal haastig gebakerd te zijn. Misschien heeft de baker er I wel de minste schuld aan en zijn het meer de j tijdsomstandigheden, die bij 't jongste geslacht het gevoel gewekt hebben van altijd haast te hebben. De jeugd heeft van alles en nog wat j aan het hoofd: duizenden wissewasjes, duizen den akevietjes, duizenden kleinigheden. F.n al les moet tegelijk gedaan worden. „Even" n telefoontje; „even" 'n trammetje; „even" 'n taxi. En dan gauw-gauw er maar op uit, de mantel aan, het bont óm, naar de tramhalte gerend en in 'n ommezien op de si In gang zijnde tram gesprongen, 't Gebeurt immers honderdmaal per dag; wij zijn er aan gewend zóó te doen; er wordt niet meer bij gedacht; 't is immers altijd goed gegaan. Wie denkt daar bij aan ongelukken? Wij zijn er immers cp ge traind. Enwij hebben haast. Wij kunnen niet wachten. Het gaat toch nog maar nét op 't nippertje Wat rijdt die tram akelig langzaam. En dan die oponthouden. Dat wachten bij een wissel. Dat cindelooze gezeur bij het instappen. Neen, dan die auto's en taxi's, die voorbijsnorren! Die hebben een lekkere vaart. O! die tergendtfage vaart van de trafm. 't Is om uit je vel te sprin gen. Alweer 'n haltealweer stoppen Eindelijk is ze in de straat, waar ze wezen moet. Maar het huis, waar ze verwacht wordt ze is al te laat ligt juist tusschen twee tramhaltes in. 'n Eind loopen houdt alwaar cp. Dan maar liever van de in vollen gang zijnde tram afgesprongen, 't Is even risquant. Maar, lieve hemel, er zijn er toch meer, die het doen. En wij doen toch aan sport. Zoo'n sprongetje, met de richting van de tram mede. is toch maar 'n kleinigheid. Vooruit, één, twee, drie. En nu gebeurt er iets. Ze glijdt uit, ze struikelt, ze blijft met haar mantel aan de tram hangen, er komt plotseling van achter de tram een auto aangeredenEr gebeurt iets. Voet verstuikt; been gebroken, arm gekneusd, kleeren geha vend. 'n Hoop menschen er om heen. Gekijf over de schuldvraag. Auto van den geneeskun digen dienst 4 V: Laten wij voor het aardige meiske, dat op bovenstaande teekeningj den onvoorzichtigen stap demonstreert, hopen, dat ze er goed is af gekomen. Maar 'n ongeluk zit gewoonlijk in een klein hoekje en kleine oorzaken kunnen groote gevolgen hebben. Een sprong van een in vollen vaart zijnde tram is 'n sprong in het onzekere. Ieder, die bovenstaand plaatje ziet, zegt onmiddellijk „hoe dom!" Maar geen kwar tier later begaat men de domheid zelf. De tegenwoordige tijd is een tijd van ontwik keling, een tijd van veel weten; 'n tijd van on derwijs en voorlichting op alle gebied. Wij we ten veel en we zijn onbewust, nog dikwijls zoo heel erg dom. Slachtoffers van het verkeer zijn voor het meerendeel: slachtoffers van hun eigen dom heid. De nieuwe Duitsche nood-verordenning. De inhoud van de nieuwe noodverordening- is bekend gemaakt. Het eerste gedeelte is vooral aan de financi- eele maatregelen gewijd, Ter dekking van het tekort van het rijk, dat op 574 millioen bere kend wordt, waarvan 495 millioen verccrzaakt is door vermindering der inkomsten, wordt door bezuinigingen een bedrag van 306 millioen ver kregen en een bedrag van 268 millioen door nieuwe belastingen op suiker en minerale oliën, benevens door de bétaling van de omzetbelas ting een maand te vervroegen. Tot dekking van het tekort bij de landen en de gemeenten, vooral door de sociale lasten ver oorzaakt, wordt ter beschikking gesteld dcor vermindering van salarissen 207 millioen en door de loon- en omzetbelasting 95 millioen. Als verdere maatregelen om de begrooting van het rijk inevenwicht te brengen wordt een vermindering van de salarissen wachtgelden en pensioenen, varieerende van 4 tot 8 pet, gelast Kunstpaleis verwoest. E enhevige brand heeft het Glaspaleis te Munchen Zaterdag in asch gelegd. Tal van kunstschatten gingen verloren. Enkele kunste naars, die er exposeerden zagen hun voornaam ste levenswerk vernietigd. DE 1V1AASBODE is het famiUeblad bij uitnemendheid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 2