De Zeenwsche Koerier
Vrijdag 22 Mei 1931
Derde Blad
De kleine schoentjes
▼an
46e Oaargang. No. 3771
De vernielde auto van den taxi-chauffeur, die bij een demonstratie van royalisten te Madrid reageerde met „Leve de Repu
bliek", wat tot een eerste uitbarsting van de hartstochten leidde.
MILLIONAIRS DIE GEEN GELUK KENNEN.
De tierigheid van Johan Drinan.
Het geheim van het onderaardsch
gewelf.
Door W. G.
Over millioenen te kunnen beschikken
van alle zorg voor het dagelijksch brood ent
heven te zijnwelke mensch zou hier niet
naar verlangenMen beschouwt het als
iets vanzelf sprekends dat menschen, die ten
groot vermogen bezitten zij het ook niet \o\
maakt gelukkig zijnhun geld stelt hen in
staat aan al hun nelgingen en verlangens te
voldoen.... zij kunnen de heele wereld berei
zen en al hunpersoonlijke wenschen inwilligen
Dat echter het leven der millionairs niet altijd
zoo zonnig verloopt als men algemeen aan
neemt, blijkt wel uit twee crimineele gevallen,
die zich tegelijkertijd in Londen hebben t.fge
speeld.
In beide gevallen hebben de millionairs on ge
hikklg geleefd. Zij waren verlaten en hielden
met niemand vriendschapsbetrekkingen en het
k>t van deze belde mannen wijst nog tot het
laatste oogenblik een overeenkomst aan: ueiden
eindigen nl. hun leven door een moordenaars
hand
John Drinafi was een der beide millionairs
die kortgeleden in Londen vermoord werd. Zijn
vermogen schat men op ongeveer 40 millioen
gulden. Toch was deze man als het ware beze
ten door een ziekelijke gierigheid. De eenige
weelde die hij zich veroorloofde was een leis
naar Zwitserland en de Riviera. Maar in de
badplaatsen leefde hij als een arm man. Hij,
die in de prachtigste hotelpaleizen iljn intrek
kon nemen, zocht dagenlang naar een goed-
koope kamer, die dan natuurlijk slechts srm-
sailg gemeubileerd was. Nooit dineerde hij in
•en restaurant In een kamertje kookte hij
self zijn middageten, hij waschtc er zijn lin-
negoed, Ja, hij maakte zelf de kamer schoon,
om geen cent voor bediening te moeten be
talen. In den zomer stond hij des 's morgens
om 4 uur op en zoodra 's avonds de schemering
viel, ging hy naar bed om licht te sparen, ter
wijl hy ln den winter om dezelfde reden om
4 of 0 uur na den middag ging slapen.
In Nizza zag men hem reeds in flanellen
eostuum dat op vele plaatsen gelapt was, want
hy droeg het al Jaren. Wanneer de millionair
ging wandelen liep hy langs de Promenade
des Anglais, zocht de banken na en las de kran
ten, dié andere menschen hadden laten liggen.
Wanneer 't hem gelukt was 'n krant te ont
dekken dan las hy ze met groot genoegen al
was zy misschien al weken oud.
Toen hy nu dezer dagen naar Londen teiug-
keerde en zyn buren hem eenige dagen niet
hadden gezien, drong ir.en zyn woning binnen,
waar men den millionair dood vond. In het
begin dacht men dat hy verhongerd was, maar
by nader onderzoek bleek dat Drinan ver
moord was.
Men vond een testament, waarin de gie
rigaard een groot gedeelte van zyn vermogen
aan een ziekenhuis vermaakt had. Men stelde
een onderzoek ln naar het banksaldo van den
vermoorde en nu bleek dat hy enkele dagen
voor zyn dood ongeveer 200.000 afgehaald had,
die spoorloos verdwenen zyn.
Nu werd de zaak der Londensche crimineele
politie aan Scotland Yard overgegeven, die
ook spoedig interessante byzonderheden te we
ten kwam De millionair had voor enkele we
ken in Nizza een jonge Griek leeren kennen
wlen hy zyn vertrouwen schonk. Hy had hem
als particulier secretaris aangenomen en op
de hoogte gebracht van den werkeiyken toe
stand van zyn vermogen. Deze secretaris volg
de den millionair naar Londen, is echter sinds
-den dag waarop de moord geschiedde spoor
loos verdwenen. Het geval is des te moeihjker
omdat niemand den naam van den Griek kent.
De tweede tragedie geschiedde eveneens de
ler dagen.
Ben vóórnaam juwelier uit Londen, die enge
veer 2 jaar geleden zyn vrouw verloren had,
was menschenschuw geworden. Hij had zijn
zaak en de verschillende huizen, welke hij be
zat, verkocht en alleen een woonhuis behouden
Maar ook hier beviel het hem niet en nu liet
hy 'onder het huis een onderaardsch gewelf
maken, wat hem natuuriyk een groote som
geld* kostte. Dit gewelf nu werd prachtig in
gericht. De heeriykste olieverf-schilderyen en
kunstvoorwerpen wefrden daar byeengebracht,
een kostbare ventilatie zorgde steeds voor
fris^che lucht. Door speciale arbeiders werd
een byzonder kunstige safe gebouwd, daar de
■onderling zyn geheele vermogen in dit onder
aardsch gewelf wilde bewaren.
Alleen een oude bediende mocht bij hem
biyven en deze haalde ook het eten dat door
een andere bediende in de bovengrondsche
keuken toebereid werd. Op zekeren dag nu viel
het den bediende op dat het eten niet werd
afgehaald. Tegen de strenge voorschriften in,
daalde hy toch in het onderaardsch gewelf af,
waarvan de zware gepantserde deur open
stond. Hy trad binnen en zag tot zyn ontzet
ting ®at de millionair en diens oude bediende
vermoord op den grond lagen.
De crimineele politie werd direct gewaar
schuwd maar tot nog toe heeft men ïog niets
definitiefs te weten kunnen komen. Misschien
was het een der arbeiders die de safe mee ge
bouwd heeft, misschien ook heeft een buiten
staander zyn kans afgewacht. Waarschijnlijk
heeft de moordenaar zich zoolang in den gang
voor de gepantserde deur verborgen gehouden,
tot de bediende deze opende om het eten uit
de keuken te halen. Op hetzelfde oogenblik
moet hij op den niets vermoedende losgespron
gen zijn en hem den doodelijken steek gege
ven hebben. Dan was het natuurlijk heel ge
makkelijk het onderaardsch gewelf binnen te
dringen en den grijzen millionair te overval
len. De moordenaar moet volop tijd gehad heb
ben want de kunstige safe is opengebroken
waarvoor geruimen tijd noodig is. De moor
denaar is er met een ryke buit van door ge
gaan, bovendien heeft hij tijd gehad zich in
veiligheid te stellen en zoo staat de crimineele
politie voor een raadsel, dat haast niet op te
lossen is.
Een Pinksternovelle door B. Hellwig.
Mevr. Irmgard stond voor het venster en
terwyl zij haar gedachten vrij liet gaan zag
zy op naar het het bedryvige leven dat zich
voor haar oogen afspeelde. Het was de voor
avond van PinksterenEr waren veel
vreemdelingen gekomen en de inwoners zelf
trokken er op uit, gepakt en gezakt om pret
tige uitstapjes te makenGroote auto's
snorden voorby en het leek wel of zij niet snel
genoeg konden rijden om de menschen toch
ma£r zoo vlug mogelijk buiten de stad te oren
genDe zon stond lachend in den helderen
hemel en het weerbericht voorspelde heerlijke
dagenWaarom zouden de menschen niet
vroolijk zijn na een heele week van ?noeite en
inspanning.
Over het gezicht van mevrouw Irmgard ech
ter lag een sombere onweerswolk.
Zal ik het doenof zal ik het niet doen?
vröég zij zich af. En waarom zal ik het niet
doen? Waarom zou ik alleen in de wereld blij
ven? Ik beri toch niet zoo oud, dat ik myn heele
leven moet zitten verkniezenHet gebeurt
vaak genoeg dat men mij nog voor een jong
meisje houdtIk kan nog een lang leven
voor me hebbenmaar ook een eenzaam
somber bestaanWant ik behoor tot de moe
ders, die zich geheel aan hun eenig kind ge
hecht hebben en die nu bedrogen zijn in hunne
liefde en gelukEen vreemde heeft mijn kind
geheel tot zich getrokken, zoodat de moeder
er geen recht meer op heeftzelfs geen
schyn van rechtIk kon bijna even goed
dood zijn
De vrouw zuchtte en de rimpels in haar voor
hoofd werden nog dieper. Men moet ïich altijd
weten te gevenja, maar ik behoor niet tct
de ouderwetsche moedersik wil niet alleen
mezelf gevenik wil ook nog mijn aandeel
in het leven hebbenNu wordt mij een hand
toegereikt die mij alles verschaffen kan, wat
ik bij anderen zoeken moet, omdat mijn doch
ter van mij vervreemd isWaarom zou ik ze
niet aannemen
Zij ging in den lagen crapaud achter de over
gordijnen zitten en speelde verstrooid met den
brief, waarin haar een nieuw leven aan zijne
zijde geboden werd door den vriend van haar
overleden man. Wat zou Anne Lize welzeggen?
AchAnnelize, zij had in 't geheel geen
recht om iets te zeggen. Vroeger ja. maar
toen gingen zij meer met elkander om als vrien
dinnen, dan als moeder en dochter. En eens,
toen Annelize nog een jong meisje was, had
zij een heelen dag en een nacht geschreid bij
de gedachte, dat zij misschien een nieuwen
vader zou krygen Zeker, zy had toen de wereld
nog niet gekend en zij beminde haar moeder
het meest en zij was jaloersch op ieder die
eenig bewijs van liefde toonde voor haar moe
der of haar overleden vader. Nu zou zij er wel
anders over denkenMaar Henk, haar man,
die volgens de vaste overtuiging van mevrouw
Irmgard de oorzaak was van alle oneenigheid
en ontevredenheid, zou haar wel weer opsto
ken tegen zyn booze schoonmoeder, die hem
alleen e enpoets wilde bakkenWant na
tuurlijk Henk dacht verder dan Annelize. Hij
berekende dadelijk wat zij daardoor wellicht
zouden verliezen
Ja, met een nieuw huwelijk, zou zij Henk het
diepst krenken, het pijnlijkst treffen
En geen van haar bekenden konden het ei
genlijk afkeuren. Want ofschoon mevrouw Irm
gard nog nooit met iemand van hare kennis
sen gesproken had over de koele verstandhou
ding tusschen haar en hare kinderen, merkte
zij het wel: zij begonnen allen te vermoeden
dat er wel iets anders tusschen zat.
De lieve woorden van den brief hadden haar
gestreeld en hare vrouwelijke ij delheid ge
prikkeld, dat gevoel, dat zij nu reeds zoo lang
had moeten onderdrukkenMaar waar
was die band van groote liefde, die haar leeds
vanaf het eerste oogenblik zoo geheimzinnig
met haar eersten man verbonden had? Zij
kon zich haar uitwendig nieuw leven aan de
zijdë van dien tweeden man heel goed voor
stellen. Zij zouden reizen, veel visites maken
en bezoek ontvangenallemaal dingen, aie
zij als weduwe moest missenHet werkte
aanlokkelijk in de verbeelding van mevrouw
Irmgard. Maar verder ging het eigenlijk niet
Het maakte haar nog niet echt gelukkig
Wist ze nu maar, wat te doen! Maar morgen
was het Pinksteren, de dag waarop eens de H.
Geest zichtbaar nedergedaald was. Zij hoopte
dat Hij ook nu zou komen over haar rn over
allen, die zij liefhad! Maar ook de menschen
luisterden liever naar zich zeiven!
Daar wandelde juist een kindermeisje voorbij
met twee kinderen, die aan hare zorgen waren
toevertrouwd. Alle voorbijgangers keken ze met
belangstelling en kennelyk genoegen na. Hoe
allerliefst huppelde dat kleine meisje in haar
wit kleedje! Het was aardig om. te zien hoe dap
per het nog kleinere jongetje het meisje bij de
hand hield en met het zusje wilde stoeien!
Lieve kinderen waren het; frisch als jonge
teere appelbloesems. Mevr. Irmgard had graag
naar hen toegeloopen om hem binnen te halen
om zelf met hen te spelen en te stoeien als een
kind. Want zij hield veel van kinderen, en het
was altijd heur stil verdriet geweest, dat zij er
slechts één hadDan vergat men zich zelf
in het nieuw opkomend geslacht. Maar daaraan
viel haast niet te denken, want er waren reeds
zulke groote meeningsverschillen gerezen tus
schen haar en haar schoonzoon en daardoor
ook tusschen moeder en dochter.
Altijd wanneer men bij elkander was, ging
men tenslotte met ruzie van elkaar. Natuurlijk
het was de jaloezie van den echtgenoot jegens
zijn schoonmoeder. Overal en altijd wilde hij
de eerste zijn; hij scheen niet alleen jaloersch
op den tegenwoordigen tijd maar oelfs op de
vroegere jaren toen moeder en dochter nog al
les voor elkaar waren. Vertelde zij iets van
vroeger en raakte Annelize dan m geestdrift
bij de herinnering daaraan, dan had hij goen
rust, voordat Annelize hem de verzekering ge
geven had, dat het nog niets was in vergelij
king van het geluk van nu en tot de schoon
moeder een traan wegpinkte.
Reeds lang had moeder niet de minste hoop
meer, dat hij zich nog veranderen zou of dat
zij tenminste nog eenig recht op hare dochter
zou behouden Hij pochte op zyn recht. Altyd
zou mevr. Irmgard een beletsel zyn voor het
geluk van het jonge paar dat merkte zij zeer
goed. Zij beheerschte zich zooveel zij kon, deed
zelfs alle mogelijke moeite, om door de uitdruk
king van haar gezicht niet te toonen, dat het
haar hinderde. Maar de laatste maal, dat zij bij
hen was, werd hij driftig en zoo persoonlyk,
dat zij het wel hooren moest. Toen was
mevr. Irmgard rustig opgestaan't Is hoog
tijd voor mij, Adieu Annelize, „Adieu Henk!
Toen ging ze stil heen
Dat was nu vier weken geleden en sindsdien
had zij niets meer van Henk gezien of gehoord,
want zij kwam daar niet meer over den drem
pel. Annelize echter kwam nog wellederen
Zondagmorgen na de H Mis bracht ry haar
moeder een bezoek en bleef een heel kwartier.
Dan zat zij verlegen te kijken en kon geen woor
den vindenZij wilde blykbaar niet spre
ken over hetgeen haar beiden het zwaarst op
het hart lag, misschien had Henk het ook ver
boden. Zij vertelde tegen haar moeder. *>aar ïij
beiden geweest waren en zei tenslotte, als ze
wegging: Maar wanneer komt u ook eens mama
heel vlug en verlegen, zooals iemand die iets
zegt, wat hij eigenlijk niet mag. Vrijdagsavonds
is Henk toch naar zijn club. Om 8 uur gaat hij
er heen. Dan kunt u toch wel komen", had zij
er den laatsten keer aan toegevoegd.
Neen, het was toch beneden naar waardig-
neid, dat zij om zoo te zeggen, langs de achter
aeur naar hare dochter sluipen moest, heime
lijk, als iemand, die zich niet durft te ver
tonen Als Henk haar nu maar eens een vrien
delijk woord gezegd had! Hij hoefde niet eens
zyn excuus te makeneen enkele handdruk
zou voldoende geweest zijndan was alles
vergeven!.. Wilde Annelize hem door hare
zachtheid en toegevendheid bederven, dan
moest zij dat zelf weten. Maar zij had niet den
minsten lust om hem ook te helpen maken tot
een tiran, die geen enkel hard woord in den
nuiselijken kring verdragen konDe brief
was juist op tyd gekomen
Plotseling kwam mevr. Irmgard tot de ont
dekking dat zij heur hoofd op haar hand liet
steunen en dat ze zat te schreien.
Buiten echter lachte de zon en straalde zoo