De Zeeuwsche Koerier
Vrijdag 8 Mei 1931
Tweede Blad.
Do Bedelares van
Saini-Sulpice.
van
46e Daargang. No. 3765
De lijdensgeschiedenis van de te stichten
Katholieke School in de Zandstraat
te Sas van Gent.
FEUILLETON.
I.
MISKENNING VAN LIBERALE ZIJDE.
De gemeenteraad van Sas van Gene heeft
in zijn vergadering van 23 April 1.1. blijkens
het verslag in „De Zeeuwsche Koerier", de
kwestie van een te stichten Roomsch-XathoJie
ke bizondere lagere school in de Zandstraat
andermaal uitvoerig besproken.
Omdat het hier geldt een voorname aange
legenheid voor dê Katholieken dezer gemeente,
waarover in de laatste jaren reeds heel wat te
doen geweest is, kan 't nuttig zijn het verloop
der gebeurtenissen daaromtrent eens in be-
knopten vorm te publiceeren.
Een betere kennis der omstandigheden zal
hier ook een juister oordeel der zaak kunnen
bevorderen.
En dan zal meteen blijken, dat door het over
wegend liberaal Gemeentebestuur van Sas van
Gent deze katholieke school nu juist niet voor
komend en geheel onpartijdig is behandeld. De
feiten spreken hier wel duidelijker dan de ge
zegden.
Vooraf zij nog meegedeeld, dat het voor den
katholiek gewetensplicht is om, zoo mogelijk,
katholiek onderwijs aan katholieke kinderen
te doen geven. Volgens het Algemeen Wetboek
der H. Kerk, canon 1372: „Moeten alle geloo-
vigen. van hun kinderjaren af zoo worden opge
leid, dat hun niet alleen niets worde geleerd,
wat ingaat tegen den katholieken godsdienst
en goede zeden, maar dat de godsdienstige c*n
zedelijke vorming de allervoornaamste plaats
inneme".
En Paus Pius XI schrijft in zijn Encycliek
„Over de Christelijke Opvoeding der Jeugd"
van 31 December 1929: „Wij hernieuwen en be
vestigen de verklaringen van onze voorgangers
en tegelijk daarmee de voorschriften van de
heilige Canones, volgens welke het schoolgaan
op niet-katholieke, hetzij neutrale of -emeng
de scholen, welke gelijkelijk voor katholieken
en niet-katholieken zonder onderscheid epen
staan, aan katholieke kinderen verboden is, en
alleen geduld kan worden volgens het uit
sluitend den Bisschop toekomend oordeel
onder bepaalde omstandigheden van r laats en
tijd en onder bijzondere waarborgen
Een katholiek, die hierbij de leiding van hei-
Algemeen Kerkelijk Wetboek, van den Paus
en van den Bisschop niet wenscht te volgen
handelt als katholiek afkeuringswaardig en is
niet goed katholiek.
Van niet-katholieke zijde mag erkenning en
eerbiediging dezer voor den katholiek hooge b^
ginselen gevorderd worden.
De geschiedenis van de te stichten katholle
ke school in de Zandstraat is rot hiertoe al
dus verloopen.
Reeds op 2 December 1929 werden de daarop
betreffende stukken bij den Gemeenteraad te
Sas van Gent ingediend, waarvan verklaard
werd, dat zij wettelijk in orde waren. Daarbij
waren o.a. de handteekeningen van net over-
groote deel der ouders van aldaar schoolgaan
de kinderen, die nagenoeg allen katholiek zijn,
en die op eene eerlijke manier verkregen zijn.
Het R. K. Kerkbestuur te Sas van Gent ver-
XXXII.
klaarde daar, dat de door haar te stichten
school uit twee klasselokalen zal bestaan, en
verzocht om beschikbaarstelling van de gelden
voor de stichting van die school, of ingeval
van beschikbaarstelling van het gebouw der
openbare lagere school B aldaar, mits in be
hoorlijken en bruikbaren staat, de aanvaarding
daarvan in ernstige overweging te nemen.'t
Was de bedoeling van het R. K. Kerkbestuur
om hierbij de Gemeente niet onnooaig op kos
ten te jagen.
Nu besloot echter de Gemeenteraad van Sas
van Gene op 13 Februari 1930 om, als beschik
king op bovenvermelde aanvraag, het V/este-
lijk lokaal der openbare lagere school B aan
de Zandstraat met overdeki-e en niet overdekte
speelplaats voor zooveel noodig vernauwd, en
een nieuw b.ij te bouwen lokaal voor het oe-
oogde doel voor adressant beschikbaar ve stel
len.
Tegen deze beslissing meende het R. K. Kerk
bestuur in beroep te moeten gaan bij den Mi
nister van Onderwijs te 's-Gravenhage, waar
bij o.a. als reden werd genoemd: „Dat het
verschil tusschen de kosten voor uitvoering
van het bestreden Raadsbesluit en de kosten
van stichting eener openbare school van een
lokaal niet zoo groot kan zijn om het onder
brengen van twee scholen van verschillende
richting in één gebouw te rechtvaardigen".
Bij besluit van 15 December 1930 besliste de
Minister, dat de Raad een onwettig aanbed
gedaan had, omdat daarvoor ontbrak de vol
gens de Lager-Onderwijswet gevorderde goed
keuring van den Inspecteur van het lager on
derwijs.
Bij een uitvoerig gemotiveerd schrijven van
29 December 1930 deed het R. K. Kerkbestuur
daarna aan het Gemeentebestuur van Sas van
Gent de mededeeling, dat het zijn oorspronke
lijk ingediend verzoek tot stichting van eene
R. K. bijzondere school in de Zandstraat hand
haafde, en verzocht beleefd, om dat voorstel in
te willigen.
Daarop antwoordde het Gemeentebestuur cp
21 Januari 1931 met de volgende woorden:
„Wij hebben de eer U te berichten dat wij ons
De nieuwe Nederlandsche gezant te Rome, mr. J. A. N. Patijn (links) arriveert voor
het Koninklijk paleis voor de overhandiging van zijn geloofsbrieven aan den koning.
in geenendeele met Uw schrijven van 29 De
cember 1930 kunnen vereenigen".
Dat was zeker kort en bondig, maar beleefd
en zakelijk is anders!
Het R. K. Kerkbestuur zag zich dus wel ge-
noodzaakt om andermaal den bijstand van
den Minister van Onderwijs in te roepen, en
gelukkig, dat er in Den Haag nog rechters Lijn
bereid om de wettelijk rechten, ook van de
katholieken te Sas van Gent met betrekking
tot de Lager Onderwijswet 1920 te helpen ver
dedigen. Van het overwegend liberaal Gemeen
tebestuur was dat recht, volgens de hier voor
afgaande mededeeling, blijkbaar niet meer te
GELAND IN HOOVER'S TUIN. Pitcarn landt met zijn auto-giro in den tuin van 't presidentspaleis, het „Witte Huis".
Vast besloten aan de gruwelen van de Oom-
mune een einde te maken had Thiers, in over
leg met de generaal van het leger te Versail
les bevel gegeven een algemeenen aanval te
doen op de hoofdstad, die nu reeds gedurende
twee maanden in handen van de oproerlingen
was.
Deze aanval zou gericht worden op de poort
van Auteuil.
De communards boden verwoed weerstand
en men begreep zeer spoedig dat, wanneer
men geen hulp van binnen kreeg, men Parijs
in een puinhoop zou moeten veranderen, wilde
men de oproerlingen tot overgave dwingen.
Wij weten reeds dat er maatregelen waren
genomen.
Merlin, die Servais Duplat had omgekocht
om de poort des Prés-Saint-Servais voor de
regeeringstroepen te openen, was een der tal
rijke spionnen in soldij bij generaai Valentin,
het hoofd der politieke politie. Zijn manschap
pen ontvingen hun bevelen en op den 22en Mei
werd de poort van Auteuil overgeleverd en ruk
te het leger van Versailles de hoofdstad bin
nen.
Men veronderstelde eerst dat dit voldoende
was.
Het was nog niets.
Op het stadhuis van Parijs verwekte het be
richt van het binnenrukken der Versaillanen
onder de leden van het Centrale Comité en
die van het Comité van Openbaar Welzijn, een
onbeschrijflijke woede.
De communards, in plaats van de wapens
neer te leggen voor het gevaar dat hen be
dreigde, voor den ondergang die nu onver
mijdelijk was geworden, sloten zich nog vaster
bij elkaar aan en bereidden zich voor op een
wanhopigen tegenstand.
De roode vaandels fladderden in den wind.
De kanonnen bulderden onafgebroken en
daarbij brulden de mannen de Marseillaise.
Er heerschte een algemeene opgewonden
heid.
Men wapende de vrouwen en de kinderen en
het gouvernement der Commune riep alles te
wapen.
Doch terwijl een gedeelte der bevolking zich
voornam te vechten tot in den dood, waren zij,
die slechts met geweld gedwongen waren aan
den opstand deel te nemen, reeds bereid hun
geweer in het riool te werpen, en hun uniform
te verbranden en hoopten in stilte, dat het
wettig gezag weer de macht in handen zou krij
gen.
Overal roffelden de tambours om de man
schappen te verzamelen.
Overal luidden de klokken ten teeken dat
het gevaar nabij was.
De winkels werden gesloten.
Overal werden barricaden opgericht, die be
wapend werden met kanonnen en mitrailleu
ses.
Op den 23en Mei kampeerden de troepen
van Versailles op het Champ-de-Mars, in den
faubourg Saint-Germain te La Muette en ron
dom den Triomfboog .Hun hoofdkwartier was
gevestigd op de linkeroever in het station van
Montmartre, op den rechteroever in de Batig-
nolles, hun voorhoede bedreigde de Place de
lEurope, de Pepinière en de Nieuwe Opeia.
De communards hadden zich opgesteld in de
rue Uuber, de Chaussée d'Antin, de rues Drou
ot, Chateaudun en des Martyrs en de Carre-
four Montmartre.
La Chapelle, les Buttes Chaumont, Belle
ville Mémilmontant, Père-Lachaise, alle hoog
ten werden bezet door batterijen.
Voor de barricaden gebruikte men straat-
steenen, tonnen, omvergeworpen rijtuigen, alles
wat slechts voor de hand kwam om den op-
marsch der troepen van Versailles te vertra
gen.
Op den anderen oever van de Seine werd
de verdediging met niet minder kracht voorbe
reid.
De straatgevechten, gevechten tusschen land
genooten, zouden overal stroomen bloed doen
vloeien.
Den 25en Mei werd de poort Ornano, even
als die van Auteuil, overgeleverd.
Dat was nog niet genoeg, men moest de
communards van alle kanten insiuiten.
Generaal Valentin zond Merlin naar f-arijs.
Wanneer de poort des Près-Saint-Gervais
voor de Versaillanen geopend was, dan zouden
deze de communards van een nieuwe zijde aun
nen aantasten.
Met de grootste omzichtigheid ging Merlin
over de barricaden en bereikte 's morgens van
den 26en de maire van het elfde arrondisse
ment.
Daar hoopte hij Servais Duplat te ontmoe
ten.
Van het 57e bataljon bestond nog slechts
de helft.
Een vierde van de mannen waaruit het was
samengesteld hield zich verborgen, nog een
vierde had zich bij de troepen van Versailles
aangesloten.
De ex-fourier voerde het bevel over een tom
pagnie, bestaande uit de meest verschillen
de elementen, waarvan e engedeelte was aan
gewezen om de maire te bewaken.
Merlin vroeg aan een communard naar ka
pitein Duplat.
De man antwoordde:
Kapitein Duplat is met een peleton naar la
Roquette gezonden om de gijzelaars te fusilea
ren. Het werd hoog tijd, ons van die opvreters
te ontlasten.
Bij het hooren van dit antwoord sidderde
Merlin.
Hij vroeg geen nadere opheldering «n begaf
zich met snelle schreden over de place Vol
taire naar de gevangenis waar mgr. Darboy,
aartsbisschop van Parijs, pastoor Deguery en
de senator Bonjeau waren opgesloten.
Toen hij aan den ingang van de rue Servan
kwam,, hoorde hij het knallen van een peletcn
vuur.