De Zeenwsche Koerier
Vrijdag I Mei 1931
Tweede Blad.
Di wereld gemebiliseerd tegen de
Be Bedelares van
Saint-Sulpice.
De Parker Duofold
▼an
46e öaargang. No. 3762
Ij*
Wat de Volkenbond tegen de
melaatschheid doet. Verschil
lende methoden van behandeling
Melaatschheid in Europa,
Azië en Zuid-Amerika. - 700.000
alleen al in Indië.
Genève, 18 April.
In den Bijbel lezen we over melaatschen:
ieder kent wel 't aangrijpende en verhevene
Evangelie-verhaal van de melaatschen. die door
Christus werden genezen. Ook weet men, dat
nog in later tijden, in de Middeleeuwen, met
name na de Kruistochten, in ons werelddeel
talrijke gevallen van melaatschheid voorkwa
menMaar zou 't ook bekend zijn. dat over
den ganschen aardbol, ook in 't zoo beschaafde
Europa, heden ten dage nog vele lepra-lijders
voorkomen? De ziekte komt nog zóó veelvuldig
voor, dat de Volkenbond, wiens cultureel werk
tot nog toe heel wat belangrijker was dan z'n
politiek, 'n aparte lepra-commissie in 't leven
heeft geroepen, die zich 'n gecentraliseerde en
georganiseerde bestrijding van deze vreselijke
ziekte ten doel stelt. Zooals medici van naam,
zoowel te Genève als elders, maar dan toch
onder de auspiciën van de hygiënische organi
satie van den Volkenbond, hun ervaring bij de
kankerbestrijding ten algemeenen nutte be
schikbaar stellen, zoo ook houden gezagheb
bende mannen uit verscheidene landen in de
lepra-commissie zich bezig met 't bestudeeren
der verschijningsvormen der melaatschheid en
trachtten ze te komen tot 't vaststellen van de
meest-doeltreffende genezingsmethoden; zelis
overwegen ze de stichting van 'n georganiseer -
den wereldstrijd tegen de lepra.
De secretaris dier commissie heeft onlangs
'n reis gemaakt door Europa, Azié en Zuid-
Amerika, om de verbreiding en de behandeling
der lepra in deze werelddeelen te bestudeeren.
Hij heeft de uitkomsten van z'n onderzoekin
gen neergelegd in 'n rapport, die zich ondanks
z'n lengte en z'n uitvoerigheid, laat lezen als
'n spannende, maar toch ook afgrijselijke ge
schiedenis. Dit rapport verplaatst ons in de
leprozenhuizen der Middellandsche Zee-lan
den, met name die van Spanje; 't verhaalt ons
van de ontzettend-vele gevallen in Indië, waar
in elk dorp vele melaatschen voorkomen; 't
geeft bijzonderheden over de moderne metho
den, die men ter genezing in Zuid-Amerika toe
past. 't Rapport is erg nuchter en zakelijk, 'i
Werkt bijna uitsluitend met statistieken en ge
tallen, maar wat 'n ellende en verdriet ver
bergt zich achter die cijfers!
Wanneer we den secretaris der lepra-com
missie op z'n reis door die wereld-deelen verge
zeilen, dan valt ons 't eerst op, dat ook in
Europa de gevallen van melaatschheid nog
steeds zeer talrijk zijn. Dit geldt alleen vooral
voor de Middellandsche Zee-landen. Hoe noor-
derlijker men komt, des te minder gevallen ont
moet men, en zoo is Noorwegen 't klassieke
voorbeeld van 't zoo goed als geheel verdwenen
zijn der ziekte. Maar tachtig jaar geleden wa
ren hier nog 2658 lijders, voor vijf en twintig
FEUILLETON.
55)
Wees gerust, ik zal hun wel zand in de
oogen strooien.
En onthoud dit goed: Laat de geestelijken
met rust en verdedig hen desnoods, wanneer
ge er toe in de gelegenheid komt en het doen
kunt zonder achterdocht op te wekken.
Deze woorden brachten den ex-fourier het
gebeurde met den vicaris van Saint-Ambroise
weer in het geheugen, maar zijn woede be
koelde.
Nu, als het noodig is, dan zal ik het doen.
Hebt ge nu geëindigd?
Ja.
Gelukkig dan gaan we heen want ik ril van
de kou.
De twee mannen klommen de trap van den
kelder weer op.
Eenige minuten later zaten zij in een her
berg voor een krachtig souper, bespoeld met
ettelijke glazen wijn en de kapitein der Com
mune dronk, hoewel in stilte op de gezond
heid van het gouvernement te Versailles.
XXX.
Dokter Blasius Wulff, de Beiersche officier
van gezondheid, was een humaan man.
Hij verfoeide den oorlog en deed alles wat
- -
11 wÊ
MMMIIFT I
Ï:K i' -:A'
1 - I F-
BOVEN HET NIEUWE NEST. Een Amerikaansch legerluchtschip zweeft boven Manhattan in New-
York, om de landingsmogelijkheden te bestudeeren op den mast van 't Empire State Building.
jaar nauwelijks 400 meer en thans nog geen
100.
In Noorwegen worden de lijders geïsoleerd,
maar daarom hoeven ze nog niet in zieken
huizen te worden opgeborgen, want ze kunnen
ook in hun woningen geisoleerd worden, wan
neer de arts maar voortdurend controle c-p hen
uitoefent, 'n Interessante bijzonderheid is, aat
van, aan lepra lijdende vaders, slechts acht a
tien procent der kinderen ook aangestoken zijn,
terwijl 't percentage der zieke kinderen stijgt
tot 20, wanneer de moeder is aangetast. Zijn
beide ouders ziek, dan bedraagt 't percentage
39 Wel opvallend is, dat in Noorwegen de mees
te lijders oude menschen zijn. Er zijn bijna
geen jongelingen onder, wel tachtig jarigen, die
reeds vijftig jaar aan de ziekte lijden. Ook dat
bewijst, dat de melaatschheid in Noorwegen
zoo goed als uitgestorven is.
In de Baltische landen heeft 'n zekere pro
fessor Paldrock 'n nieuwe geneeswijze van
lepra-lijders uitgevonden. Hij werkt met roet-
vlokken en hij spuit de zieken in met 'n op
lossing, waarin o.m. ook goud aanwezig is. Hij
het puikje op het gebied ij
van vulpenhouders is ver
krijgbaar in den Boekhandel n
De Zeeuwsche Koerier I
in zijn vermogen was om wreedheden te voor
komen.
Met verontwaardiging verwijderde hij zich
van hen, die in een gewonden Franschman nog
steeds een vijand zagen.
Blasius Wulff had een ambulance-dienst in
gericht, dien hij met groote nauwgezetheid be
stuurde.
Hij behandelde alles zooveel mogelijk zelf,
liet zijn oogen overal gaan en menige gewon
de Franschman werd behouden, die zonder
hem gestorven zou zijn.
Na het teekenen van den vrede, toen het
Duitsche leger Versailles ontruimde en er
slechts een bezetting in de forten overliet, gaf
hij aan de Fransche officieren van gezondheid
den dienst der hospitalen en ambulances over,
waar ruiters, artilleristen, gardisten, mobiles
en nationale gardisten lagen, tusschen de
Duitsch gewonden, wier toestand niet gedoog
de hen mee te nemen, toen het leger wegtrok.
Het Fransche gouvernement verbond zich,
hen naar hun vaderland terug te zenden als
zij genezen zouden zijn.
De gewonden waren vol lof over de wijze
waarop zij verpleegd werden en zij vertelden
dat aan elk die het hooren wilde.
Toen de vreeselijke opstand van den 18en
Maart uitbarstte, waren de hospitalen en am
bulances bijna ontvolkt, maar de bedden wer
den weldra weer ingenomen door de soldaten
der regeeringstroepen, die door de kogels der
communards waren getroffen.
Hun aantal vermeerderde met den dag.
De gevechten bij Mont Valerien, de voortdu-
meent, dat 't heelemaal niet noodig en relfs
niet doeltreffend is om de lijders te isoleeren.
In de gezamenlijke Baltische staten telt men
ongeveer 500 lepralijders, waarvan er alleen al
420 in Esthland wonen.
In Engeland komen slechts weinig gevallen
voor: 't zijn meest menschen die ter genezing
uit de Koloniën zijn gekomen. Ook in Duitsch
land is 't aantal lijders gering. Maar in de Mid
dellandsche-Zee-landen is 't minder gunstig
gesteld. Alleen in Zuid-Spanje telt men al meer
dan 1000 lijders en waarschijnlijk is het getal
grooter, dan officieel wordt opgegeven. In die
provinciën zijn acht groote leprozenhuizen,
waar de stakkers geisoleerd worden gehouden.
In Italië komen er ook heel veel voor. Wel
spreekt men van „slechts" 500 gevallen, maar
dat cijfer zal wel veel te laag zijn. evenals in
Griekenland, voor welk land officieel 600 ge
vallen staan opgegeven, ofschoon er in werke
lijkheid veel en veel meer zijn. In de meeste
Balkanstaten, zooals in Joego-Slavië en Roe
menië is tot op heden 'n leprabestrijding van
regeeringswege zoo goed als onbekend en, boe
ongelooflijk het ook klinken mag: in vele stre
ken van Afrika en Zuid Amerika heeft men
het verder gebracht in de voorbehoedmidde
len tegen de lepra dan in .leze Zuid-Oost-
Europeesche landen.
Zoo ziet men, dat in Europa de cijfers vcor
de verbreiding der melaatschheid reeds tame
lijk hoog zijn, maar ze stijgen onrustbarend,
zoodra we komen in Azië, vooral in 't verre
Oosten. In Japan alleen zijn 30000 menschen
door deze verschrikkelijke ziekte aangetast. Ze
zijn allen geisoleerd, deels in leprozenhuizen,
deels in hun eigen woningen en staan onder
staatscontrole. Indië zou er „maar" 102000 tel
len, tenminste dat zegt ons de officieele sta
rende schermutselingen met de opstandelin
gen brachten in die hospitalen weer dezelfde
overbevolking, die er tegen het einde van den
oorlog heerschte.
Versailles zag er al zeer zonderling uit.
De eerlijke menschen, die uit Parijs hadden
kunnen vluchten, om te ontkomen aan de ver
volgingen en de geweldenarij der Commune,
waren daar een toevlucht komen zoeken, hetzij
in de stad zelf, hetzij in de omstreken.
Vele vrouwen van officieren waren met haar
kinderen uit alle oorden van Frankrijk naai
Versailles toegestroomd en haar echtgenooten
en vaders na een scheiding van zes maanden
waarin zij dag en nacht voor hun leven had
den gebeefd, in de armen te snellen.
In alle wijken hadden zich vereenigingen van
liefdadige dames gevormd, waarbij zich de van
Parijs uitgeweken priesters voegden en die ten
doel hadden het lijden der gewonde soldaten
te verzachten.
Deze vereenigingen bezochten eiken dag de
hospitalen en ambulances, deelden ververschin
gen uit en spraken den gekwetsten moed in.
Menigeen te Versailles loosde een zucht van
verlichting of slaakte een vreugdekreet toen
men vernam dat de abbé d'Areynes daar was
aangekomen. Men meende reeds dat ook hij
een gevangene der Commune was en met de
overige gijzelaars in la Roquette opgesloten.
De vicaris van Saint-Ambraise was te Pa
rijs een algemeen bekende persoonlijkheid niet
alleen bij de armen van zijn parochie, wien
hij steeds weldaden bewees, maar ook bij de
rijken en aanzienlijken, die hem een onbe-
tistiek, maar volgens het Volkenbondsrapport
is dat getal veel te laag. In Indië vindt de me
laatschheid 'n bijzondere gunstige voedings
bodem, want Indië is een land van dorpen en
landbouwers, van de 287 millioen Indiërs wonen
er bijna 260 millioen op het platte land en
dat in ongeveer 700000 dorpen. Daarom is 't
buitengewoon moeilijk het aantal lijders vast
te stellen en nog moeilijker is 't deze menschen
op te sporen en te genezen. En daarom meent
het Volkenbondsrapport niet te overdrijven,
wanneer 't het aantal Indische lepra-lijders
schat op 700,000, waaruit volgt, dat gemiddeld
in elk dorp één mensch is aangetast
In 't Britsche gedeelte van Indië is men
thans begonnen met 'n moderne bestrijdings-
methode, die zeer goed georganiseerd schijnt
te wezen. Dat systeem heet „PTS-systeem" dat
wil zeggen „propaganda-Treatement-Sur/ey"
propaganda behandeling-controle. De pro
paganda heeft tot taak de bevolking in te lich
ten over de ziekte, haar gevaren en de moge
lijkheden ter genezing; ieder moet er van door
drongen worden, dat hij 'n geval zoo spoedig
mogelijk aangeeft en zich bij de eerste ver
schijnselen onder behandeling stelt van 'n dek
ter. Deze propaganda bestaat in voordrachten,
filmen, affiches en andere manieren van toe
lichting. Ook in de scholen worden de leer
lingen op de hoogte gebracht van de verschijn
selen en de gevaren der ziekte. Daarnaast is
ook de behandeling der lijders met kracht aan
gepakt. Natuurlijk kunnen alleen die lijders
worden behandeld, die werkelijk zijn „inge
rekend". Die moeten er hoe langer hoe meer
komen en daarvoor dient dan de „controle",
die steeds meer georganiseerd wordt en zeer
zorgvuldig wordt dorgevoerd.
'n Groote rol in de bestrijding der melaatsch
grensde achting toedroegen, niettegenstaande
of misschien wel omdat hij hen soms zoo
onbewimpeld op tekortkomingen kon wijzen
Men bewonderde zijn degelijk karakter, zijn
rechtschapenheid en zijn gjroote bekwaam
heden.
Aanstonds had zich dan ook een groot aan
tal zijner vereerders om hem geschaard.
Men raadpleegde hem en hetgeen hij aan
raadde, werd eenvoudig als wet beschouwd.
De verschillende liefdadige vereenigingen,
die haar krachten verbrokkelden, voegde hij
tot één lichaam samen en op die wijze werd
hij de stichter van: „Het Genooschap der
Fransche Dames tot het verleenen van steun
aan de gewonden in oorlogstijd".
Rauol d'Areynes werd tot directeur van dat
genootschap benoemd.
Alle giften in geld en goederen werden nu
aan hem afgedragen, hij beheerde die en be
paalde de wijze waarop zij verdeeld moesten
worden.
Men wist, dat de vicaris van Saint-Ambroise
rijk was, maar zijn vermogen behoorde meer
aan de armen dan aan hemzelf.
XXXI.
Tot de leden van het „Genootschap der Fran
sche Dames" behoorde ook mevrouw Rolande
Kernoël, de echtgenoote van een kapitein der
marine in actieven dienst, Edmond Kernoël,
die zich thans te Versailles bevond bij zijn
vrouw en zijn tienjarig zoontje Lucien.
Raoul d'Areynes voelde zich bijzonder tot
i