De Zeeuische Koerier
Vrijdag 24 April 1931
Landb en DeeieeU
Gemengd Jiteuws
Tweede Blad.
De Bedelares van
Saint-Sulpico.
van
45e üaargang. No. 3759
FEU I LLETON.
52>
Ingezonden Mededeeling (9)
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60ct
Kiespijn-Tabletten 60ct
Laxeer-Tabletten 60ct
Zenuw-Tabletten 75ct
Maag-Tabletten 75ct
Bij Apoth. en Drogisten.
Uit het Buitenland.
M
Koning Alfons tijdens den uitvaartdienst van Primo de Rivera.
Blauw bij aardappelen.
Men schrijft ons:
Alles is dit jaar laat. De aardappelen komen
ten aeeie ook veel later aan gewoonlijk in den
grond. Daarbij komt, dat de verbetering in de
aardappel-prijzen gedurende de laatste maan
den velen zal aansporen, om meer consumptie
aardappelen dan gewoonlijk te bouwen. Des
te meer nog, waar de prijzen der andere akker
bouwproducten laag zijn en de regeerings-
steun voor suikerbieten en tarwe zeer iaat be
kend is geworden.
In verband met de beteekenis van Jen con-
sumptie-aardappelbouw moge nog eens bij
zonder de aandacht gevestigd worden op een
euvel, dat veel last, moeilijkheden en schade
veroorzaken kan: het „blauw". Door de ijve
rige onderzoekingen van den Plantenziekten-
kundigen Dienst Wageningen, Dr. Oortwijn-
Botjes te Oostwold, Prof. Dr. Quanjer te Wage
ningen, den Voorlichtingsdienst van de N.V.
Vereenigde Kalimaatschappij Amsterdam en
vele anderen is gebleken, dat er tegen dit eu
vel slechts één practisch middel is, nl. een rij
kelijke voorziening met kali-mest.
Het spreekt wel vanzelf, dat men streven
moet naar toepassing eener volledige bemes
ting, zoodat ook voldoende stikstof en fosfor-
zuur gegeven dient te worden.
De ervaring heeft geleerd, dat rijkelijk met
kali bemeste aardappelen
1) minder „blauw" vertoonen of er geheel
vrij van zijn,
2) beter bestand zijn tegen het zoogen. stoot
blauw, dat veroorzaakt wordt door ruwe be
handeling der aardappelen,
3) beter duurzaam zijn en bij het bewaren
harder, steviger blijven.
Over de vraag, welke rol de kali precies
speelt, waardoor deze gunstige werkingen ont
staan, zijn de geleerden het nog niet eens.
Maar dat doet er voor den practischen aaid-
appelbouwer ook weinig toe. Voor hem is de
hoofdzaak te weten, dat hij door 't gebruik van
kali zijn aardappel-oogst tegelijk vermeerderen
en verbeteren kan. Ook hier geld dus, rlaD ka.\
geeft kwantiteit en kwaliteit.
Op de zand- en veengronden, die van nature
arm, meestal zeer arm aan kali zijn, is het ge
bruik van kali algemeen; vooral bij de aard
appelen, die immers tot de „kalivreters" be-
hooren. Op de klei- en zavelgronden, die van
nature meer kali bevatten, heeft men in vele
gevallen te lang gewacht, om voldoende kai-
te geven. Die roofbouw heeft "ich gewroken
door het opleveren van geringe oogsten en he
verschijnen van kaligebrek-kenteekenen met
alle naüeelige gevolgen ervan: legeren van ko
ren, niet uitgerijpte suikerbieten met laag sul
kergehalte, slecht bewaarbare producten \an
land- en tuinbouw, enz. En bij aadrappelen
het „baulw". Want vooral op de klei- en zavel
gronden komt dit verschijnsel voor, al is (r in
de laatste jaren veel verbeterd door het meer
en meer toepassen van kali óók op die gronden
,Die zich aan een, ander spiegelt, spiegelt zich
zacht", zegt een oud spreekwoord.
Nu er zoo vaak over bezuiniging op de bemes
ting gesproken en geschreven wordt, nicge
echter ook een ander gezegde aangehaald wor
den: Men moet voorkomen, dat „de zuinig
De helpers zou hij vinden onder de commu
nards van 166e bataljon dat de mairie be
waakte en dat reeds verscheidene onschuldige
slachtoffers, op last van dat Comité, op het
binnenplein gefusileerd had.
Toen Servais Duplat dus het huis van Gil
bert Rollin verlaten had, begaf hij zich naar
de mairrie van het elfde arrondissement, waar
hij de schurken zou vinden om het bevelschrift
te teekenen en de schurken om hem te helpen
het ten uitvoer te brengen.
Het hek stond wijd open en alle vensters
waren verlicht.
Te midden van de algemeene wanorde, waak
te men daar, met vrees in het hart, tegen een
onheil, dat men voorzag.
Het binnenplein, de zalen, de gangen, de
trappen waren vol soldaten, wier officieren,
met goudgalon op eiken naad van hun uniform
en gepluimd, met groot lawaai hun sabels te
gen de steenen deden kletteren.
Men zag daar ook mannen in burgerkleeding
en vrouwen.
Allen liepen heen en weer, rookten, schreeuw
den, twisten over de gebeurtenissen van den
dag en over den uitslag der schermutselingen
met de troepen van Versailles.
Een leger van spionnen dwaalde tusschen
heid de wijsheid bedriegt!"
En daarom zal de teler voor eetaardappe-
len verstandig doen, met de kalibemesting niet
te zuinig te zijn. Afhankelijk van omstandig
heden geve hij per H.A. 400—800 KG. Patent
kali of de halve hoeveelheid hiervan in den
vorm van zwavelzure kali. Hoe spoediger deze
meststoffen in den grond komen, hoe beter.
Zijn echter de aardappelen al gepoot, zoo kan
men ze ook zonder bezwaar als overbemesting
toedienen. Zoo mogelijk egge men ze daarna
in, opdat ze zich nog flink door den bodem
kunnen verspreiden.
aankomst aan het station Parijs-Orsay.
die menschen rond, loerde overal en ving elk
woord op.
Toen Servais Duplat de mairie oinnentrad,
kwam daar tegelijk met hem een man, die
zich met forsche elleboogstooten een weg
baande door de menigte, die de trap bezette.
De man, wiens gelaat gladgeschoren was, kon
dertig jaar zijn.
Hij was gekleed in een boerenkiel, had een
grauw linnen broek aan en een hoed met bree
den rand op.
In de rechterhand hield hij een stevigen
stok.
Op het eerste gezicht zou men hem voor
een rustigen boer uit de omstreken van Parijs,
voor een warmoezier van Puteaux of een wijn
bouwer van Ar genteuil gehouden hebben.
Hij ging naar het bureau, waar de afgevaar
digden van het Centrale Comité dag en nacht
zitting hielden, bleef daar ongeveer een kwar
tier en keerde toen terug in de gang, waar hij
eensklaps Servais Duplat ontmoette
Zoo, oude kameraad, het doet me pleizier
dat ik u ontmoet, zeide de gewaande boer, ter
wijl hij den kapitein der communards bij den
arm nam, op mijn woord, dat si een gelukkig
toeval voor ons beiden.
Servais Duplat wilde zich van hem los ruk
ken.
Laat me gaan, Merlin, zeide hij. Ik heb za
ken daarbinnen, waar haast bij is.
Hij die door den ex-fourier, Merlin genoemd
was, liet hem niet los. hij boog zich voorover
en fluisterde hem in het oor:
Ik heb ook zaken, waar haast bij is, veel
Een knaap die met zijn moeder om het leven
vocht.
K.W.P. De Parijsche bladen verhalen van
een zesjarigen jongen, die gedurende een hee
ien nacht zijn moeder van zelfmoord trachtte
af te houden en tenslotte zijn eigen en li aar
leven redde.
Het drama speelde zich af langs de spoor
rails in de nabijheid van Limoges. Een fJ4-ja-
rige vrouw, moeder van drie kinderen was na
een twist met haar man, tot het besluit ge
komen zich zelf en haar oudste kind te dooden
Des morgens om vijf uur verliet zij haar wo
ning, een briefje achterlatend, waarin Laar
vreeselijk plan werd meegedeeld. Spoedig gin
gen haar familieleden met behulp der politie
zoeken. Echter zonder resultaat. Tenslotte
vond rnen moeder en zoon acht kilometer van
Limoges, verstijfd van koude, langs de spoor
baan liggen.
„Drie treinen kwamen voorbij", zei de moe
der, „en telkens probeerde ik mij er met mijn
zoontje voor te werpen. Telkens verweerde mijn
jongen zich en riep: ik wil niet sterven".
Zoodoende werd de vrouw gered.
Een ongelukkige uitvinder.
K.W.P. In den ouderdom van 78 jaar s tierf
te Torquay in de grootste ellende de uitvinder
Frederic Marten Hale. Hij was in het bezit
van 270 patenten en had groote verdiensten
op het gebied der techniek.
Zoo vervolmaakte hij gedurende den oorlog
bepaalde soorten granaten en bommen
Hij kwam echter tenslotte zonder middelen
te geraken en stierf zooals gezegd in dc
grootste armoede.
De overtroefende Sultan.
K.W.P. Ergens in den Nederlandsch-
Indischen Archipel leeft een sultan van het
allerkleinste formaat; hij is heerscber van een
klein vorstendommetje, doch ontvangt twee-
maai per jaar met groote statie de Europeanen
uit de omgeving. Bij die gelegenheid pochte
het, met ridderorden behangen heerschertje
steed op zijn 37 kinderen, die hij de zijne
noemde.
„Hoeveel kinderen hebt gij?" vroeg hij steeds
aan eiken nieuwen gast en altijd sloeg lnj het
record.
Tot op zekeren dag een onderwijzer zijn op
wachting maakte.
„Hoeveel kinderen hebt gij?" vroeg de "neer-
:eher oudergewoonte.
De onderwijzer ging even in gedachte zijn
klasse na: „58" antwoordde hij.
De sultan keerde hem, overtroefd en boos
den rug toe.
Als leeuwen worden gefotografeerd.
In het groote natuurpark van Zuid-Afrika,
iar door vele automobilisten doorkruist wordt
iijn de leeuwen zoodanig aan de passeerende
auto's gewend geraakt, dat zij er bijna geen
xandacht meer aan schenken. De tochten wor
Jen vaak ondernomen om fotografische op
namen te maken van het daar in groot-en ge
tale rondloopende groot en klein wild. Het
wild voelt, dat het geen gevaar dreigten is
zeer tam. Merkwaardig is de houding van de
leeuwen, wanneer zij de film- of fotografie
lens p zich gericht weten. De eene blijft in ko
ninklijke houding poseeren, zoodat; slechts de
zetel en het hermelijn ontbreken om een ko
ninklijke foto te vervaardigen. Andere loopen
nerveus voor het toestel op en neer.
Idyllische opnamen van „moeder en kind"
en dergelijke mislukken bijna allemaal Het is
zelfs voor voorgekomen, dat bij een dergelijke
opname de moeder haar kind gewoonweg in
den bek nam en er mee wegwandelde, of wel
dat de operateur, die een indiscrete blik wilde
werpen in de kinderkamer door onheilspellend
gebrom werd aangemaand ergens anders zijn
geluk te gaan beproeven.
Nog een historisch pdrtret vanKoning
Alfons. De jonge koning met zijn moeder,
na het aanvaarden van de regeering.
haast meer dan uw zaken, wat ze ook zijn
mogen, de mijne zijn gewichtiger. Ik moet u
spreken.
Later, ik herhaal u dat ik nu iets anders te
doen heb.
Wat dan?
Een priester naar la Roquette sturen.
Marlin greep hem bij de hand en zeide:
Doe dat niet.
De toon waarop hij sprak, was zoo geheim
zinnig, dat de andere hem verbaasd aankeek.
Wat? Waarom zou ik het niet doen? vroeg
de kapitein der Commune, wilt ge mij voor
den gek houden?
Neen.
Die priester heeft mij beleedigd, hij heeft
mij ontwapend, hij heeft mij willen dooden.
Des te beter voor u, dat hij het niet gedaan
heeft. Gij zijt hem het leven verschuldigd en
tevens een voordeeltje, dat lang niet te ver
smaden is.
Merlin had al zachter en zachter gespro
ken.
Een voordeeltje herhaalde Servais Duplat
werktuigelijk, terwijl hij eveneens fluisterde:
En waarin bestaat dat voordeeltje dan?
In goud, louis, die ge maar voor het opra
pen hebt.
Deze laatste woorden maakten een eveiwel-
digenden indruk op den kapitein der commu
nards.
Zijn woede tegen Gilbert Rollin en tegen den
vicaris van Saint-Ambroise was eensklaps be
koeld.
Het vooruitzicht goud te zullen krijgen, deed
hem bijna hen beiden vergeten en hij stamel
de:
Goud dat men maar voor het oprapen
heeft?
Ja.
Moet er bij iemand huiszoeking gedaan wor
den?
Neen.
Wat dan? -«
Iets anders. -v "aj
Zeg het.
Niet hier.
Waarom niet?
Omdat men ons zou kunnen hooren en dat
wil ik niet.
Ga dan mee naar mijn huis.
Daar zijn te veel bewoners en de muren
zijn van bordpapier.
Is het dan zoo'n groot geheim, dat ge mij te
vertellen hebt?
Dat zou ik meenen, en wij zullèn er beiden
voordeel van trekken, de premie is rijk.
Nu, kom dan, zeide Servais Duplat, terwijl
hij Merlin meetrok Ik weet, niet ver van hier,
een hoekje waar wij op ons gema* kuunen
praten, zonder vrees voor onbescheiden ocren
Zij verlieten de mairie, gingen de avenue
Parmentier door en sloegen de rüê du^phemin-
Vert in.
Marlin liep zwijgend naast Sebvais Duplat.
Op den hoek van de aVenue en de straat
was een groot huis in aanbouw, dat van bui
ten geheel gereed was, maar waar men van
binnen nog veel aan doen moest, doch door
het beleg en de Commune die daarop gevolgd