DE MAASBODE GRATIS De Zeeuwsche Koerier Woensdag 25 Maart 1931, Tweede Blad. Gemeenteraad van Sas van Gent FEUILLETON. De Bedelares van Saint-Sulpice. van 45e öaargang. No. 3747 Wie zich thans reeds per 1 April a s voor minstens één m.iand op De Maasbode abonneert, ontvangt alle nog in Maart ver schijnende nummers gratis Ondergeteekende Adres wenscht zich per i April a.s. op de Maasbode te abonneeren ad. Fl. 4.SO per kwartaal - Fl. 1.50 per maand - Fl. 0,35 per weekf en wenscht de nog in Maart verschijnende nummers gratis te ontvangen f Doorhalen wat niet verlangd wordt. -7-1m iiiuniirnTiTifnMii 1 1 Zitting van Dinsdag 17 Maart 1931, n.m. 6 uur. (Vervolg). XV. Verzoekschrift van de vereeniging „Het Wit-Gele Kruis" om een jaarlijksehe subsidie uit de gemeentekas van f 700 voor de T.B.C.- bestrijding in de gemeente. De secretaris leest het verzoekschrift voor, dat als volgt luidt: Aan het Gemeentebestuur van Sas van Gent. Edeachtbare Heeren, Ondergeteekenden. P. van Hecke, voorzitter en A Aarsen secretaresse van „Het Wit Gele Kruis" met hare af deeling „De bestrijding der Tuberculose" alhier, nemen de vrijheid, zich tot UEd.achtb. te wenden, onder overlegging van de rekening en verantwoording over 1930 en de begrooting over 1931 UEd.achtb. te ver zoeken aan genoemde vereeniging een jaar- lijksche subsidie, groot f 700 te willen toeken nen ten behoeve der Tuberculosebestrijding in 1931. Ter motiveering van deze aanvrage diene het volgende: Dat de vereeniging, welke de tuberculosebe strijding ingevolge hare statuten sinds 1925 heeft ter hand genomen deze uitoefent door huisbezoek van haar gediplomeerde huisbe zoekster, het doen van ontsmettingen, verple gen van T.B.C lijders; uitleenen van verple- gingsmateriaal, verschaffen van versterkend voedsel aan minvermogende patiënten en diens zwakke huisgenooten, door woningver betering, voor zoover de toestand der patiënt dit eischt, uitzenden van zwakke kinderen naar vacantiekolonie, bezoeken van Consulta tiebureau in Neuzen en Middelburg enz. Dat zij optreedt onder leiding van haar me- dischen adviseur en onder toezicht van den Provincialen tuberculose arts en de provin ciale Enquêtrice. Dat zij door hare werkwijze meer en meer gewild wordt en telkens meer patiënten te verplegen krijgt. Dat hier ter plaatse een he vige bestrijding noodzakelijk is. Dat de subsi die welke Rijk en Provincie haar jaarlijks toe kent, toont van hoe groot belang de bestrij ding der T.B.C. is. Dat een jaarlijksche subsidie, zooals aan meer vereenigingen gegeven wordt, het groote voordeel heeft, dat de vereeniging elk jaar weet, over welk bedrag zij de beschikking heb ben en dat de uitkeering van het bedrag eer der zal kunnen plaats hebben. Dat de bestrijding der Tuberculose in de Gemeente een algemeene is d.w.z. .«11e stan den en richtingen omvat. Zij vertrouwen dan ook, dat U Edelachtb. in het belang der inwoners der Gemeente, hen in het verleenen van subsidie ter wille zal zijn, opdat de vereeniging bij het uitvoe ren van haar taak maatregelen kan treffen, die een vrije ontwikkeling van haar arbeid waarborgt. Het welk doende, w.g. P. VAN HECKE, voorzitter w,g. A. AARSEN, secretaresse. Sas van Gent, 14 Febr. 1931. De voorzitter: B. en W. hebben inzage kun nen nemen van de boekhouding der vereeni ging en zij kunnen verklaren, dat zij daarover bepaald tevreden zijn. Op het oogenblik neeft de vereeniging een batig saldo van circa f165, hetwelk mede te danken is aan de duiven- J clubs en aan de voetbalclub, die liefdadigheids j wedstrijden organiseerden. Er is gezegd: of we nu het volgend jaar een overschot zullen hebben of een tekort, we zullen niet meer dan f 700 vragen B. en W. achten het echter beter de subsidie voor één jaar toe te staan en bil len gezien het vele goede, dat door de T. B.C.-bestrijding in het belang der gemeente wordt verricht voorstellen, voor 1931 een subsidie te verleenen van f 700 Wethouder Neeteson meent op een klein misverstand te moeten wijzen. In het saldo van f 165 is namelijk niet de opbrengst der liefdadigheidswedstrijden begrepen. Die heeft men in een apart potje gestort. Dat neemt niet weg, aldus spr., en ik heb mij daar per soonlijk van overtuigd, dat de vereeniging wel f 700 noodig heeft om behoorlijk haar werk te kunnen verrichten. Spr. wijst er ten slotte op, dat als de Raad de gevraagde f 700 toe staat, hierin ook een flinke bijdrage is begre pen als tegemoetkoming in de kosten van het nieuwe gebouw, dat door het Wit-Gele Kruis is gesticht. De voorzitter merkt nog op, dat hij er slechts op heeft willen wijzen, dat het batig saldo cok te danken is aan de medewerking van genoem de clubs. Wethouder Neeteson herhaalt, dat dit een misverstand is. In het batig saldo is die op brengst niet inbegrepen. De voorzitter. Dan zou er dus een batig sal do zijn van circa f 400. Wethouder Neeteson: De bedoeling is ge weest om de opbrengst dier liefdadigheidswed strijden te besteden voor het aanschaffen van instrumenten, die zeer nuttig zijn voor het doel, dat de vereeniging beoogt. Spr. wijst er nadrukkelijk op, dat hij met zijn opmerking geenszins bedoeld heeft, aanmerking te ma ken op de voorgestelde subside* De heer Stouthamer wijst er nog op, dat aan de bijdragen van de duivenclubs en van de voet- balvereeniging de voorwaarde was verbonden, dat een en ander uitsluitend ten goede zou komen aan de T.B.C.-bestrijding en niet aan het Wit-Gele Kruis. Spr. wil daar nog aan toevoegen, dat, toen de vereen'ging besloot het T.B.C.-museum naar Sas te laten kernen men aanvankelijk hac gemeend, dat Ge ten toonstelling een tekort zou opleveren, dat men dan uit de evengenoemde bijdragen had wil len dekken. Die meening is echter door de fei ten gelogenstraft. Als gevolg van de overgroote belangstelling van ingezetenen ait Sas en van ver buiten de gemeente heeft men zelfs een kle'n overschot mogen boeken. Wethouder Neeteson herhaalt, dat dus naast het overschot van f 165 een potje bestaat, waarin de evengenoemde bijdragen zijn ge stort. De heer de Mul merkt op, dat 'net dus de bedoeling schijnt te zijn dat de subsidie al leen voor 1931 wordt verleend. De vereeniging vraagt echter om een jaar lijksche subsidie. De voorzitter beaamt, dat het de bedoeling is, de subsidie te verleenen voor 1931. De heer de Mul: Dus over een jaarlijksche subsidie wordt niet gesproken. De voorzitter: Het kan best zijn, dat het volgend jaar de vereeniging een zoodanig sal do heeft, dat zij geen subsidie noodig heeft. Ook zou het echter mogelijk kunnen zijn, dat zij méér noodig heeft. De Raad kan dan beslissen. De heer Stouthamer is er ook vóór jaarlijks opnieuw de subsidie vast te stellen. De voor zitter zegt, aldus spr., dat het mogelijk is, dat er het volgend jaar een zoodanig overschot is, dat er geen subsidie noodig is, doch het is ook mogelijk, dat er f 1000 noodig is inplaats van f 700. De voorzitter:: Men moet geen cijfer noemen B, en W. zijn de T.B.C.-bestrijding gunstig gezind. Het vorig jaar is er ook reeds gezegd: Als er tekort is, laat men dan spreken De heer Verschaf fel: Het voorstel vyn B. en W. is goed. 't Gebeurt ook zelden dat een voor stel van B. en W. niet goed is. (hilariteit). Wethouder Neeteson: Het is een vereeniging met wisselende behoeften. Derhalve zou het niet goed zijn een vast subsidiebedrag te" be palen, doch kan beter de subsidie van jaar tot jaar worden vastgesteld. Wethouder Marquinie noemt het zeer coyaal dat men bij een overschot van f 400 toch neg f 700 subsidie verleent. Waren B. en W. afge gaan op dit saldo, dan waren er wellicht ter men geweest om een geringer bedrag toe te staan. De heer Verschaf fel: Niemand twijfelt aan de royaliteit van B..en W. (hilariteit). De heer Stouthamer: Ik ben ten zeerste vol daan over het voorstel van B. en W. Daar door wordt de vereeniging instaat gesteld meer aan TB.C.-bestrijding te doen ,wac hard noo dig is. De heer de Leux: Het deed mij genoegen, bij het nagaan van de rekening te bemerken, dat er, naar ik meen, f 219,14 was uitgetrok ken voor versterkende middelen. Toch acht ik die post nog tamelijk klein, al is ze cok veel grooter dan het vorige jaar. Spr. zou het danook op prijs stellen als nog meer aan ver sterkende middelen kon worden besteed. Spr. juicht overigens het voorstel van B. en W. toe en zal daar gaarne zijn stem aan geven. De voorzitter wijst erop dat hierover behal ve door het bestuur ook door den niedischen adviseur wordt geoordeeld. Ik vindt het niet edel van U, zegt spr., tot den heer de Leux, dat U het doet voorkomen alsof het bestuur ten dezen nalatig zou zijn. U moet in het bestuur vertrouwen weten te stellen. Het zal niet krenterig zijn als het erop aankomt hulp te vereleenen. De heer de Leux verklaart, geen wantrou wen tegenover het bestuur te hebben willen toonen. De voorzitter: U geeft het toch (.en stillen steek. De heer de Leux: Volgens mij, als niet des kundige had het meer mogen zijn. De heer Verschaf fel: Laat ons stemmen 't Gaat weer mis loopen. Op zijn gelaat kwam een uitdrukking van woede. Henriette wierp hem een smeekenden blik toe, als wilde zij zeggen: Blijf kalm. Inderdaad hij bleef kalm, maar niet zonder moeite en de jonge priester las verder: In geval het kind van Marie Henriette Rol- lin, nog niet geboren op het oogenblik dat ik deze regels schrijf, niet lang genoeg zal le ven om het vruchtgebruik van dat kapitaal van vier millioen vijf honderd-duizend francs te genieten, blijft dat kapitaal onaangeroerd en Marie Henriette Rollin zal voortgaan er de rente van te trekken tot aan haar dood. Wanneer Henriette Rollin daarna sterft, zal het kapitaal van vier en een half millioen ver deeld worden in vier gelijke deelen die be stemd zijn als volgt: Een vierde wordt verdeeld onder de be woners van Fenestranges, die, daar geboren zijnde, in geval Lotharingen door Duitschland wordt geannexeerd, hun vaderland zullen ver laten om Franschen te blijven. Een vierde voor de gestichten van havelco- ze kinderen in het departement der Seine. Een vierde voor de bedelaarsgestichten in hetzelfde departement. Eèn vierde voor de hospitalen te Parijs. Raoul d'Areynes legde het papier neer. Dit is alles, zeide hij. Het gelaat van Gilbert Rollin was gaande weg loodkleurig geworden. Hij stond op, zijn lippen trilden, zijn oogen fonkelden van toorn, maar met een bovenmenschelijke poging dwong hij zich tot kalmte en zeide op bedai r- hilariteit) De voorzitter: Verlangt iemand hoofdelijke stemming? De heer de Leux merkt nog op, dat er dus gestemd gaat worden over het voorstel van B. en W. en niet over het verzoek, want in het verzoekschrift wordt een jaarlijksche subsidie van f 700 gevraagd. Z.h.st. wordt het voorstel van B. en W. dan aangenomen. XVI. Verzoekschrift van Ch. Dlicrt tc West- dorpe om subsidie in de kosten autobusdienst Sas van GentWestdorpeHulst. De secretaris leest het volgende verzoek schrift voor: Westdorpe 10 Maart 1931. Geacht Colege, Ondergeteekende ondernemer van den Wee- kenlijkschen Autobusdienst Sas van Gent- Westdorpe-Hulst neemt de vrijheid Uw Co- meente wegen een subside toe te staan voor lege bij herhaling te verzoeken mij van ge meente wegen een subusidie toe te staan voor mijn onderneming. Reden van dit verzoek is, Dat het mij zonder geldelijken steun uit de openbare kas Onmogelijk zal zijn bovenge- noemden dienst Waarvan toch duidelijk ge bleken is, dat ik in de behoeften voorzien in stand te houden. De bedragen die ik Onder geteekende heeft.. Af dezonderen voor wegen belasting, Verzekering, Benzine Reparatie enz. zijn zoo hoog. Dat ik de winst uit mij bedrijf zouden kunnen voortvloeien bijna geheel op slorpen. Hoogachting, Ch. DHERT Westdorpe De voorzitter: Op grond dat deze dienst al leen volk zal brengen van Sas naar Hulst dcch omgekeerd geen menschen hierheen zal bren gen, achten B. en W. zich niet gerechtigd voor te stellen, subsidie te verleenen. Zij stellen mitsdien voor, het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. De heer de Mul wijst erop, dat deze dienst het zonder subsidie niet kan volhouden, wat spr. jammer zou vinden. De communicatie SasHulst is toch reeds zoo gebrekkig. Nu geeft de betreffende autobus wel slechts een maal per week verbinding, maar dat is ten- de toon: Ik dank u, mijnheer de abbé voor hetgeen gij voor ons gedaan hebt. Gij hebt uw onbe- perkten invloed op den graaf Emmanuel d'Areynes aangewend om hem het testament te doen opmaken wat wij nu gehoord hebben. De welwillende bepalingen omtrent mij, tref fen mij diep. Wanneer het kind, dat wij ver wachten, tot zijn meerderjarigheid of tot zijn huwelijk leeft, dan zal het aan Henriette een lijfrente, of liever een aalmoes uitkeer en van twaalf duizend francs per jaar, dat is uit muntend. Wanneer het kind niet zoolang leeft, of wanneer mijn vrouw sterft, dan ont vang ik niets, zelfs niet een aalmoes. Dat is nog beter dan het voorafgaande. Ik bedank u opnieuw mijnheer de abbé voor den laad, dien gij aan den graaf Emmanuel d'Areynes gegeven hebt. De vicaris van Saint-Ambroise was opge staan evenals Henriette, die sidderde bij de gedachte, dat de woede die in haar echtgenoot opwelde tot een uitbarsting zou komen. Op kalmen toon antwoordde Raoul d'Arey nes: Ik heb u reeds in den aanvang van ons ge sprek gezegd, neef Rollin, dat ik alles gedaan heb wat in mijn vermogen was en Jk herhaal u dat gij thans de gevolgen ondervindt van uw misslagen uit het verleden, maar ik kan niet inzien, dat moet ik bekennen, dat i;ij bij dit testament zoo slecht bedacht zijt. Gilbert, niet bij machte zich langer to be dwingen, zeide op heftigen toon. i (Wordt vervolgd) 40) Gilbert zette zich tegenover Henriette naast hem. De vicaris van Saint-Ambroise begon te le zen: Dit is mijn testament Ik. Emmanuel, graaf d'Areynes, heer van Fenestranges, gezond van geest zoo niet van li chaam, bepaald hier bij mijn laatsten wil Of liever dien van mijn neef, mompelde Gilbert. De abbé vervolgde: Door deze testamentaire acte vermaak ik aan mijn nicht Marie Henriette d'Areynes, gehuwd met Gilbert Rollin, wonende te zijnen huize te Parijs, het vruchtgebruik van een kapitaal van vier millioen vijfhonderd-duizend francs. Henriette en haar echtgenoot zagen elkaar aan. Vier millioen vijf-honderd-duizend francs, herhaalde Gilbert, alleen het vruchtgebruik. Raoul vervolgde: in roerende, onroerende goederen en geldswaarden, waarvan eigendomsbewijzen be rusten bij mijn notaris, meester Pinguet, wo nende te Parijs rue des Piramides no. 18 en te zamen opbrengende een rente van honderd- zeventig-duizend francs. Honderd-zeventig-duizend francs rente 1 riep Gilbert uit. Ja, neef, antwoordde de vicaris van Saint- Ambroise, dat is het ju'ste bedrag van het vermogen van den graaf d'Areynes. De nieuwsgierigheid van Gilbert Rollin werd ten zeerste geprikkeld en vooral was hij vol ongeduld de verdere bepalingen van het testament te kennen. Ga voort, zeide hij. Raoul las weer: D't onaantastbaar kapitaal van vier ?n een half millioen is bestemd voor het kind, dat geboren moet worden uit het huwelijk van mijn nicht Marie Henriette d'Ayreynes met Gilbert Rollin. De oogen van Gilbert begonnen te fonkelen. Hij kon niet nalaten den voorlezer opnieuw in de rede te vallen. Dat kapitaal van vier en een half millioen voor het kind dat nog geboren moet worden! riep hij uit. Ja maar wacht, ik ga voort, zeide Raoul. Hij las weer: Wanneer het kind leeft zal net in het be zit gesteld worden van het vruchtgebruik van dit kapitaal eerst op den dag, dat het zijn een-en-twintigste jaar bereikt of op den dag van zijn huwelijk, onder uitdrukkelijke voor waarde, in dit laatste geval, dat van het hu welijk een contract zal worden ogpemaakt, waarbij sche'ding van goederen wordt bepaald Van dat vruchtgebruik zal het kind, meer derjarig geworden, verplicht zijn aan zijn moe der een lijfrente uit te keeren van twaalf duizend francs per jaar. Gilbert verbleekte.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 5