Voor do wtükloozen. No. 3744 Woensdag 18 Maart 1931 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND '1' POSTREKENING Ha. 52419. ONS VOORBEELD Voor de Plechtige H. Communie ontvingen wij een keurige collectie artikelen als Boekhandel „De Zeeuwsche Koerier", Sas van Gent. FEUILLETON. De Bedelares van Saint-Sulpice. KERKBOEKJES, ROZENKRANSEN, ROZENKRANSDOPJES, WIJWATERBAKJES, SCHILDERIJTJES, MISSAALTASCHJES" (het nieuwste op dit gebied), BEELDJES, CHRISTOFFELMEDAILLES voor rijwielen, enz. enz. ZIET ONZE ÉTALAGE. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertent iën 20 cent per regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING ITSTEKEND GESCHIKT VOOR PUBLICITEIT 19 Maart; feest van St. Jozef, Echtgenoot van Maria. In onzen tijd van verweekelijking en halfheid, in deze eeuw-van-de-zinnen, waarin theater, bioscoop en dans „geperfectionncerd. worden met een wetenschappelijk air alsof crisis en malaise door uitverkochte zalen of 'n „N.V. tot exploitatie van de sprekende film zouden ver holpen worden; in deze overprikkelde-atmos feer-eeuw, doet 't ons goed op te zien naar 'n ware mannenfiguur: ,n mannenfiguur, sterk, beheerseht, met hel deren, rustigen blik. 'n mannenfiguur, waarin 'n 'machtige ziel schuilt, en die respect afdwingt, 'n mannenfiguur, om steéds naar op'te kun nen zien, en die staat in 'n lichtkrans van zui verheid en nederigheid Filmartisten en danseressen, tconeelisten en jaszbandisten, allerlei grooten van de planken - wereld worden bewonderd en gevierd; men dweept met record-koningen en koninginnen op allerlei gebied. En gaarne erkent het be schaafde Europa z'n meerderen op 't gebied der „kunst" in uit de wildernis geimporteerde kunstenmakers, die men vergeten heeft te be schaven alvorens hen hier toe te laten De afgevaardigden van Beëlzebub dreigen en lokken, overalin onberispelijk ivvondeos- tuum, verzorgd gelaat en pommadehoofd, de witte tanden bloot met 'n salonlachin '11 blauwe kiel bij de draaiende enrazende ma chines: met vuile praat of oproerige taal de jeugdige zielen kwetsendofwel, verscholen in boekenkiosken, waar rot en gaaf, waarheid en leugen voor iedereen bereikbaar zijn. Doch wij, katholieken, die ons door die dui vels nog niet hebben laten meetroonen, wij be zitten nog den moed en de overtuiging om onze voorbeelden en idealen hooger te zoeken; en we weten dat zoovele Gods-helden ons zijn voor gegaan, die oprechte bewondering afdwingen, en van wie wij inderdaad veel kunnen en moe ten leeren. In deze maand Maart, die de H. Kerk heeft toegewijd aan St. Jozef, heeft zij ons tevens 'n specialen feestdag aangewezen om dle.a grooten heilige te vieren als de Echtgenoot der Aller zaligste maagd Maria. En hier hebben we dan een van onze verhevenste voorbeelden, een mannenfiguur in den waren zin. St. Jozef door God uitverkoren om de Voed stervader te zijn van onzen goddelijken Zalig maker, en de maagdelijkheid van Maria te be schermen. St. Jozef, de kuische en nederige bij uitstek, hij zal ons 'n kracht zijn en'n steun als de wereld met haar ij dele waan- en dwaal- ideeën ons tracht te misleiden en als de drie voudige begeerlijkheid: die van liet vleeseh en van de oogen, en de hoovaardij des levens, t ons moeilijk maakt, Als dan de duivel van de ontucht in een van zijn vele pose's: van schijnliefde, van kwasi- kunstgenot, van valsche wetenschappelijkheid tot ons komt, zien we dan op naar St. Jozef, die ons den weg zal wijzen met zijn leliestaf. Hij zal ons 't onderscheid doen zien tussehen ware en valsche vriendschap; hij zal ons waar schuwen voor boeken, die niet deugen en voer l chtzinnige kleeding, voor verdachte bals en theaterstukken De tijd is voorbij, dat 't genoegen gezocht werd waar 't moet gezocht worden: thuis in den familiekring. De jongelui zijn 's avonds laat uit en loopen, met balboekjes en geparfu meerde liefdesbrieven op zak, gewaagde ver maken af, en denken niet aan de verschrikke lijke verantwoording, die ze af te leggen heb ben, vroeg of laat, maar onafwendbaar ze ker, voor hun lichtzinnigheid. Zoovelen moeten reeds op jeugdigen lëeftija de bittere gevolgen dragen van 'n vroegen val, waarvoor ze zich toch hadden kunnen hoeden Met fletse gezichten vroeg-oud, ontmoeten we hen in onze steden. En als de ontucht-demon hen eenmaal aangeraakt en met zijn 'deze vlerken hen bezwadderd heeft, is 't moeilijk terugkeeren en de jeugdzonde wordt gemakke lijk gevolgd door vele zonden daarna, in of bui ten 't huwelijk. Wij moeten ons veilig stellen temidden \an al dat jachten naar zinnelijkheid- En zal hij niet 'n goedehulp voor ons zijn, wien God zelf Zijn Zoon en diens H. Moeder toevertrouwde? St. Jozef leefde samen met den Koning en d\ Koningin der Maagden, en was zelf Maagd. Nemen we dan in de moe lijke oogenblikken, die we allen hebben, onze toevlucht tot hem van wien de H. Franciscus van Sales schrijft: „Als de allerheiligste Maagd een deur is (zegt. de Eeuwige Vader), willen wij niet dat zij ge opend zijzij moet, integendeel, verdubbeld en versterkt worden met onvergankelijk hout. d.w.z. haar moet in haar zuiverheid een gezel gegeven worden, welke de H. Jozef is, en die hiertoe alle heiligen ja, engelen cn cherubij nen-zelf, moet overtreffen in deze deugd." En heeft God aan St. Jozefs zuiverheid zulk 'n verheven glans willen geven door hem aan het H. Gezin van Nazareth als Behoeder te geven: de H. Geest toont ons in 't H. Evan- gel'e den heiligen patriarch ook bizonder in zijn onderdanigheid en nederigheid. De néderigheid! Deze schoone deugd is in on zen tijd verdrongen door weeldezucht en zoeken naar luxe: Partijen geven, auto s houden, voort durend reisjes maken De begeerlijkheid der oo gen doet jaloqj^ch nastaren het „geluk" en den voorspoed van anderen; de hoogmoed leidt tot leven boven z'n stand. Gelctverdienen is niet meer het werken voor 't gezinsonderhoud; geld verdienen is voortaan 't bijeenschrapen van alles wat men krijgen kan, en vaak neemt men 't niet nauw met de rechtvaardigheid. Goede postjes worden met trucs bemaehligd, en men ziet er niet tegen op het algemeen welzijn volled'g ten achter te stellen bij het bekrompen „ik"; dat bekronmpen „ik", dat zoo gemakkelijk gekrenkt 'wordt, en op raad van den hoogmoed-satan, zich in starre stijf koppigheid hult, omdat het „de eer aan zich zelf" moet houden. Wat staat daartegenover St. Jozef als 'n prachtig voorbeeld; St. Jozef als arbeider; niet 'n aannemer van groot werk; neen, 'n gewoon handwerksman; het hu-'sgezin van Nazareth was arm; bezat het nóódig en niets méér. En toch was daar alle reden tot luxe geweest: de Messias, de goddelijke Verlosser der wereld, woonde er met Zijn H. Moeder en Zijn Voedstervader. Het had een palels kunnen zijn met tuinen en parken, met stoeten van bedien den; maar neen, in 'n eenvoudig huisje woonde de H F.amilieen toen Maria en Jozef het god delijk Kind naar den tempel brachten om het aan God op te dragen, droeg St. Jozef in 'n. mandje twee jonge duifjes mee: de offergift der armen, 't Feit alleen trouwens dat ze jp- gingen naar den tempel, laat reeds zoo duide lijk zien, dat zij zich met wilden laten voor staan op de andere Joden. De H. Schrift is sober in het spreken over St. Jozef, doch waar ze ons van hem vertelt laat ze ons ook zoo duidelijk zien de ware ziele grootheid, de zuiverhe'd en nederigheid van deze ware mannenfiguur, die ons tot voorbeeld wordt gesteld. Laat ons besluit zijn, niet alleen dezen feest dag bizonder te vieren, maar blijvende vereer ders van den heilige te worden, door dikwijls aan hem te denken en af en toe ons in den geest tot hem te richten; dit kan gemakkelijk en zonder tijdverlies. En doen we, tenlsotte, vooral ons best zijn voorbeeld na te volgen; we zullen dan met meer moed en vertrouwen in 't leven staan en katho üek durven zijn met verachting van alle men- schelijk opzicht. R. Ingezonden fifetfedeeling Onze arbeidersbeweging onder leiding van het R. K. Werkliedenverbond is druk in de weer, om van de overheid zoo krachtig mogelijken steun te verkrijgen bij het bestrijden van de werkloosheid en hare gevolgen. Volgens het op de Verbondsvergadering vast gesteld program wordt geijverd voor wrrkbe- lioud, werkverruiming, werkverschaffing ver zekering en ondersteuning. Vele milUoenen 37) Blasius Wulff wendde zich tot de andere soldaten: Neemt dien armen drommel op en vervoert hem met de grootste omzichtigheid. Hij heeft het rechterbeen verloren, maar daarom kan hij misschien nog wel blijven leven. Hij heeft recht op dezelfde verpleging als onze landge- nooten, want de Fransche officieren van ge zondheid verplegen pok onze gewonden haest u dus. De officier van gezondheid had Duitsch ge sproken. Paul Rivat had hem niet verstaan, maar aan de uitdrukking van zijn gelaat had hij daar om toch wel begrepen wat de Beier bedoelde. Red mij, o ja, red mij, m-nheer, smeekte hij met een stem, die zelfs in het ongevoeligste hart weerklank moest vinden. Ik heb een vrouw een jonge vrouw, die ik met geheel mijn hart bemin en weldra zal ik vader wezen. Red mij! Hij had zich half opgericht, maar de kracht ontzonk hem en hij viel weer neder. Men legde hem op een draagbaar en de offi cier van gezondheid gaf het teeken tot ver trek. XXI. Te Parijs werd de 19e Januari in groote span ning doorgebracht. Ieder wachtte met koorts achtig ongeduld en met een bijna onbegrensd vertrouwen het bericht van een beslissende ovtr winning van de Fransche troepen. De overwinning zou de bevrijding zijn, het einde van alle ellende, van den hongersnood. Vooral onder de lagere volksklasse was de opgewondenheid groot, want zij werd natuur lijk het zwaarst beproefd, was het diepst te be klagen. De betrekkingen en vrienden van de natio nale gardisten, die ten strijde getrokken wa ren, hadden ee ndoodelijken angst te doorstaan Grijsaards, vrouwen en kinderen, bevend voor 't lot van hun zoons, mannen en vaders, ver zamelden zich in de omgeving van de poort Maillot, waar men de voorlopige ambulances had opgesteld en waar de gewonden van het slagveld werden aangebracht. Het gevecht was met het aanbreken van den dag begonnen en des middags om drie uur wa ren er nog slechts tweehonderd-zes-en twintig gekwetsten in de barakken neergelegd, maar van dat uur af reden de wagens met gewonde soldaten onafgebroken de poort binnen, zoo dat er om zes uur reeds twaalfhonderd op de matrassen lagen uitgestrekt en de eerste hulp ontvingen van geneesheeren en heelmeesters, die met onvermoeibaren ijver zich van hun plicht kweten. Als in de barakken het eerste verband ge legd was, vervoerde men de gewonden naar de hospitalen en ambulances in de verschillen de wijken van de belegerde stad. Allerlei soorten van vervoermiddelen, rijtui gen, koetsen, vrachtwagen, zandkarren, hand wagens en draagbaren, werden daartoe gebe zigd, steeds stroomden meer voertuigen toe en telkens kwam men er nog te kort. Om iederen wagen, die de gekwetsten van hot slagveld aanbracht, ontstond een groot ge drang. Ieder wilde zien. Ieder wilde weten of zich onder de strijders d:e door de vijandelijke kogels en bommen ver minkt waren, geen der zijnen bevond. Onder de vrouwen, die met betraande oogen, met den angst op het gelaat, tusschen de am- bulahces rondliepen, merkte men ook in de eerste plaats op Jeanne Rivat en haar buur vrouw, moeder Veronica; Jeanne weende en slaakte wanhoopskreten, zoo dikwijls zij een wagen van het slagveld zag naderen, moeder Veronica was, hoewel doodsbleek, vrij kalm en deed al haar best om de jonge vrouw moed in te spreken. Geen ambulance met de vlag ^an het ,.Roode Kruis" reed de poort binnen, of Jeanne snelde er op toe, zocht onder de arme gekwetsten en ondervroeg de mannen, die den wagen geleid den. Men antwoordde haar vriendiijk en bereid willig, want haar lief gelaat de angst die ei- op te lezen stond, wekten ieders belangstelling en medelijden op. Niemand kon evenwel inlichtingen geven hoe zou men ook iets kunnen weten omtrent het lot van een enkel man te midden van zulk een krijgsverwarring. Paul was niet onder de gewonden, dat deed haar hoop koesteren, die bij elk nieuw convooi levendiger werd en moeder Veronica deed al haar best om die hoop levendig te houden. Ziet ge wel, mijn- ÜéVe Jeanne, zei zij tel kens als zij een ambulance-wagen onderzocht en Paul niet gevonden hadden, de hemel is met ons, R vat zal gespaard blijven, wees dus niet zoo angstig, ik weet zeker dat uw man zonder buil of schram terugkomt. Jeanne hoopte wel maar toch wgsk haar r.ngst niet, het voorgevoel van diln morgen keerde tel kens hardnekkig terug. Soms maakte moeder Veronica zich boos, dat de jonge vrouw voortdurend bleef we.me. Sapperloot, -als ik het toch zeg, kunt ge het wel gelooven! riep zij dan uit, ik ben immers zooveel ouder en heb zooveel meer ondervinding dan gij. Maar in dn grond van haar hart was de brave vrouw lang zoo gerust niet als zij wel wilde schijnen, Paul Rivat was we! niet ender de gewonden, maar dat is nog volstrekt geen bewijs dat hij ongedeerd was, want de gesneu velden bracht men natuurlijk met mee. Als zij de ambulance-wagens al drukker en drukker zeg aanrijden sloeg de schrik haar om het hart en mompelde zij voor zich God zij ons genadig, welk een slachting, wie daaraan ontkomt mag van geluk spreken. Maar dan haastte zij zich de jonge vrouw weer moed in te spreken, hoewel Jeanne slechts met een half oor naar haar luisterde. De nacht daalde snel, een koude, vochtige nacht. Uit de verte hoorde men nog het gebulder van hét kanon en het knallen der geweerscho ten, dat door den wind naar Parijs overwaaide (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1