Bij Ruwe Handen PÜROL. Doos 30 ct.
No. 3741
Woensdag 11 Maart 1931
45ste Jaargang
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Eerste Blad.
Geestelijke Hervorming.
Buitenland.
POSTREKENING Nd. 524,19-
Voor de Plechtige H. Communie ontvingen wij een keurige collectie artikelen als:
Boekhandel „De Zeeuwsche Koerier", Sas van Gent.
FEUILLETON.
De Bedelares van
Saint- SuÊpice.
Dit nummer bestaat uit
TWEE BLADEN.
INGEZONDEN HDDEDECLIN6
(10)
KERKBOEKJES, ROZENKRANSEN, ROZENKRANSDOPJES, WIJWATERBAKJES, SCHILDERIJTJES,
MISSAALTASCHJES (het nieuwste op dit gebied), BEELDJES, CHRISTOFFELMEDAILLES voor rijwielen, enz. enz.
ZIET ONZE ETALAGE. Sm
DE ZEEUWSCHE KOERIER
Bureaux van Redactie en Administratie
OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT
Telefoon 15 Telegramadres: Koerier
Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden,
of ƒ5.25 per jaar, bij vooruitbetaling -
Advertent iën 20 cent per regelbij contract lager
BKR INQ '°1 VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND VOOR PUBLIOITEIT
ZEER
UEZER8KRINQ
De arbeider moet vooral geestelijk uit bet.
proletariaat worden verlost. Hier moeten wij
'n overwinning behalen op den Marxistischen
geest van het socialisme. Deze geest heeft mil -
lioenen arbeiders op verkeerd spoor geleid. Het
geschiedde in een tijd, toen het materialisme
nog hoogtij vierde, toen de wetenschap, ver
blind door hare successen, zich reeds had af
gescheurd van den godsdienst, toen het geeste,
lijk leven werd afgewend van de hoogste ide
alen, welke den mensch kunnen bezielen. Marx
maakte toen het ongeloof populair. Hij vestig
de het socialisme op materieelen grondslag en
stelde het vijandig tegenover den godsdienst.
Breede scharen van arbeiders volgden toen den
weg der z.g. intellectueelen of geleérdèh. Zij
verloren het geloof aan een eeuwig leven en bij
hunne armoede aan stoffelijke goederen kwam
een geestelijke verarming hun leven nog ellen
diger maken. Zij hebben dit vooral gaan in
zien toen hun lot in materieelen zin was ver
beterd.
De geleerden hebben intusschen hunne groo
te dwaling ingezien. Het materialisme wordt
door hen verloocend. Dit wil niet zeggen, dat
zij nu ook reeds teruggekomen zijn tot de
waarheid van den godsdienst, maar dat zij
leerden inzien hoe het leven van den menscli
'niet kan worden gevuld door uardsche goede
ren en wetenschap zonder moraal.
Dit bleef niet zonder invloed op de socialis
tische beweging. Ook vele socialistische leider.;
streven nu naar wat zij noemen „religie", om
het woord „godsdienst" te vermijden
Wij erkennen, dat dit althans een stilstand
op den weg van het materialisme beteekent:
dat er twijfel gerezen is aan de richting van
dien weg en dat men nu tenminste al zoover
gekomen is, dat men zich wil bezinnen. Maar
overigens is die „ethische" of „religieuze" be
weging slechts aarzeling om te erkennen, dat
men heeft gedwaald en onwil om nu ook re
soluut weer terug te keeren tot den godsdienst
En zoo zijn er, volgens de erkenning van een
„religieus" socialist, nog millioenen socialis
tische arbeiders op de wereld „zonder een
geestelijk dak boven het hoofd."
In stoffelijk opzicht mogen die arbeiders dan
ook tot meer welstand zijn gebracht, zij zijn
hiermede niet uit het proletariaat verlost. Zij
m'ssen nog het hoogste beschavingsrecht, te
vens de bron van waar geluk, het recht van
den godsdienst op den hemel, het hoogste en
reinste ideaal van een eeuwig gelukkig leven,
van het kindschap Gods, dat alle irenschen
verbroedert.
De verlossing uit het proletariaat *s dus
vooral een geestelijke hervorming, een streven,
om alle arbeiders te verheffen tot de volle
waardigheid van den christen mersch.
Ook de sociaislten spreken van „verlossing
uit het proletariaat" en zij beweren zelfs, dat
wij, katholieken, die leuze van hen hebben
overgenomen. Dit moge zoo zijn. Niet het
woord, maar de zin van het woord heeft be- j
teekenis. Wat wij onder d'e leuze verstaan is
principieel iets anders, dan wat de socialisten
eronder verstaan. Wij bedoelen een geeste
lijken grondslag als die van ons R. K. Werk-
l'edenverbond, niet slechts tijdelijk, maar ook
eeuwig welzijn van de arbiders, dus in tik op
zicht een menschwaardig bestaan. De socialis
ten kunnen, uit kracht hunner beginselen, zul
ke verlossing uit proletarische onwaardigheid
niet bereiken. Zij kunnen de stoffelijke levens
voorwaarden verbeteren en den gees tmet ken
n:s verrijken; zij laten het schoonste in den
mensch, tevens de bron van 's menschen ge
luk, zijn zieleleven onbevredigd. In dat leven
moet de zon van den godsdienst schijnen en
dan is de mensch, zelfs in materieel slechtere
positi,e uit het proletariaat verlost' Wie God
in zich draagt, ontbreekt niets, ook wanneer
hem al het andere ontbreekt!
H.
Vaticaanseh Radiostation.
Blijkens een telegram uit de Stad van het
Vaticaan zal het Vaticaansche radiostation,
uitgezonderd op Zon- en feestdagen, op de vol
gende uren werken:
10 uur tot 10,30 telefonie en 11,SO tot 11 uur
telegrafie op een golflengte van 19,84 meter.
Voorts van 19 uur tot 19,30 telefonie en van
19,30 tot 20 uur telegrafie op een golflengte
van 50,26 meter, alles Greenwichtijd.
Hevige aardschokken in den balkan.
Zaterdagnacht zijn op tal van plaatsen in
den Balkan hevige aardschokken waargeno
men, die groote verwoestingen hebben aange
richt. Verschillende dorpen zijn met den grond
gelijk gemaakt en er vallen een groot aantal
dooden en gewonden te betreuren. Vooral Ma
cedonië en Zuid-Servië zijn door de aardbe
ving getroffen.
8.000.000 dooden in China's liongersnoodgebied.
In aansluiting op de reeds gepubliceerde bij
zonderheden over den ontzettenden hongers
nood, welke een groot deel van China teistert,
meldt een nader K.W.P.-bericht uit Peking nog
het volgende:
De laatste jaren zijn er in China ruim acht
millioen menschen den hongerdood gestorven!
De komende maanden zullen er, wanneer er
geen bijzondere hulp komt opdagen, nog ruim
600.000 van honger omkomen.
De volkenbond mag niet in de souvereine
rechten van een staat treden en heeft, om de
souvere ne rechten van den Chineeschen Staat
niet te schenden, zelfs geen uitzondering dur
ven maken voor den buitengewonen nood roe-
stand, die hier door honger en ellende in het
leven is geroepen.
De pêrmanente commissie te Genève van den
economischen bond der protestantsche kerken
heeft kort geleden een aantal vooraanstaande
personen op charitatief gebied samengeroe
pen om te beraadslagen over de maatregelen
die genomen moeten worden om een hulpactie
te organiseeren. Onder voorzitterschap van
professor Choisy is er een vergadering ge
houden waarbij vertegenwoordigers van 3llerlei
godsdienstige gezindten waren aitgenoodigd.
De bekende katholieke theoloog professor
Keiler u t Freiburg heeft eenuitvoerig rapport
uitgebracht. Aan de besprekingen werd deel^
genomen door de afgevaardigden van de ver
schillende genootschappen voor missie en zen
ding door de pers door het Roode Kruis alsook
door de leden van de vereen ;ging voor wetenr
ichappelijk onderzoek van China.
Ook de volkenbond alsmede het internatio
nale bureau voor den arbeid te Genève hadden
hunne vertegenwoordigers gezonden. De afge-i
vaardigde van den volkenbond deelde mede dit
de volkenbond zelf geen moreelen steun t,en
bate van hongerlijdend China aan de staten die
bij den volkenbond zijn aangesloten durfde
vragen tenzij op u'tdrukkelijken vensch vun
de Chineesche regeering.
Er is ongeveer een bedrag van anderhalf mi)
iioen gulden noodig om in de dringendste be
hoeften van de gete'sterde provincies te „vpor-
zien.
Op de vergadering werd besloten aat het uit
voerend comité in Europa een beroep zou dceo
op het geweten der menschheid om hun chi-
neesche broeders voor den hongerdood te vrij
waren.
Met goedvinden van de Chineesche autori
teiten zijn thans voorbereidende werkzaamhe
den begonnen voor een gezamenlijke hulpactie
over de geheele wereld.
De ondersteuning zal vooral bestaan in het
beschikbaar stellen van levensmiddelen en geld
in het verschaffen van werkgelegenheid, ver
betering van den landbouw in de geteisterde
getteden en door kolonisatie van boeren.
34)
Wees toch verstandig, Jeanne, ik smeek het
u, Zoudt ge nu willen, dat ik mijn geweer weg
wierp en als een lafaard achterbleef, terwijl
mijn kameraden tegen den vijand oprukken
Men zou zeggen dat ki bang was, dat ik mijn
plicht verzaakte en dat zoudt ge toch niet w 1
len, dat weet ik zeker. Gij zoudt niet willen, dat
men mij in de buurt met den vinger nawees en
dat, men zeide
Ziet ge hem daar? Dat is Paul Rivat, een
man die hazenbloed in het lichaam heeft. Hij
is 'n slecht burger, 'n verrader, 'n bloodaard.
Zoo iets kunt getoch niet van mij verlangen
Mijn God, mijn God, snikte de arme Jean
ne, terwijl zij zich in wanhoop in de handen
wrong. De gevloekte oorlog, Ja, ik weet wel dat
ge uw plicht moet doen zooals de anderen maar
het is wreed, het is afschuwelijk een man aan
zijn vrouw te ontrukken om hem door den vij
and te laten doodschieten en waarom?
Als men nog maar wist waarom? En de toe
komst, de toekomst van hen die achterblijven?
Daar denkt niemand aan.
Komaan, nogmaals, zie den toestand toch
ntét zoo donker in, mijn Jeanne.
Ach, als ik maar kon, maar ik kan niet.
Eensklaps scheen Jeanne tot kalmte te ko
men.
Er is misschien nog wel een middel om mij
gerust te. stellen, hernam zij, Wilt ge nij een
groot genoegen doen?
O als ge maar niet vraagt, dat ik mijn wa
pens neerleggen en deserteeren zal, dan kunt
ge bevelen, mijn Jeanne, en ik terstond ge
hoorzamen.
Neen, neen, dat zal ik niet meer vragen,
want ik weet toch wel dat ge weigeren zoudt,
het is iets anders.
Wat dan?
Een wensch.
Zeg op.
Wij moeten naar de kerk Sainr. -Ambroise
gaan en mijnheer de abbé d'Areynes, die ons
geimuwd heeft verzee ken een mis voor u te
lezen.
Dat is een heerlijk denkbeeld, riep moeder
Veronica uit.
Paul wierp een snellen blik naar zijn com
pagnie.
Zou ik daar nog tijd voor hebben? vroeg hij.
Wanneer vertrekt men?
Ik weet het niet. f
Vraag het dan eens.
Op hetzelfde oogenblik klonk de ruwe stem
van Servais Duplat over het plein:
Paul Rivat!
Men roept u, zeide Jeanne angstig, zoudt ge
reeds weg moeten?
De fourier.
Paui naderde, gevolgd door de twee vrouwjen
en antwoordde:
Present fourier. it j?
Waar blijft ge toch kerel? schreeuwde Ser
vais Duplat op ruwen toon. Ik sta mijn keel
stuk te schreeuwen, sta daar niet met die vrou
wen te babbelen en maak dat ge op uw post
zljt als men u roept. Hebt ge uw levensmiddelen
al?
Ja, fourier, herhaalde Paul Rivat.
Gc moet nog v»vce dagen soldij ontvangen,
hier zijn drie frar cs
Dank u, fourier. Nu wilde ik u nog iets vra
gen.
Wat?
Een eenvoudige vraag
Wat dan?
Wanneer vertrekken wij?
Wanneer men dat aan u vroeg, wat zoudt ge
aan zeggen?
Dat ik het niet weet.
Nu, met mij is het ook zoo gesteld. Trouwens
als we vertrekken, zult ge het wel zien.
Ik had u vergunning willen vragen om mij
even te verwijderen.
U te verwijderen?
O niet lang.
Waar wilt ge heen?
Ik wilde naar de kerk Saint-Ambroise gr an
Servais Duplat lachte spottend en zeide:
Hahaha, naar de kerk Saint-AmbroiseMijn
heer wil eerst bidden in de hoop dat de Duit -
sche kogels hem dan over het hoofd zullen
vliegen en hij gezond en wel weer bij moeder
de vrouw zal thuiskomen.
Dat is mijn, zaak, zeide Paul driftig, ik ral
doen wat ik wil.
Denkt ge? Nu goed, dan zal ik ook eens doen
wat ik wil en ik wil u de toestemming om u
van de compagnie te verwijderen niet geven,
Paul werd bleek van woede en zeide met stem
verheffing:
Gij weigert?
Hij had deze twee woorden zoo luid en op
zulk een toornigen toon uitgeroepen, dat het
de aandacht trok van Gilbert Rollin, d e eeni-
ge schreden verder luisterde naar het rappoft
van een luitenant zijner compagnie.
Hij keerde het hoofd om en toen hij Servais
Duplat en Paul Rivat tegenover elkaar zag
staan, vroeg hij:
Wat is er?
De fourier w ide spreken maar Jeanne snel
de naar den kapitein en zide tot hem:
Ik zal u zeggen, kapitein. Mijn man-, Paul
Rivat, vroeg aan den fourier verlof naar de
kerk te gaan in afwacht'ng dat de compagnie
zich op marsch begeven zal. en dat heeft de
fourier barscli geweigerd en hem nog beleedigd
bovendien. Mijn man gaat naar den krijg en
daarom wilde hij vooraf nog eens naar de kerk
aan, waarin wij getrouwd zijn, daar steekt
ïoch niets >n.
Een soldaat hoort niet in de kerk, zeide Du
plat. s
Ik spreek niet tot u fourier zeide Jeanne ter
wijl ze hem een minachtenden blik toewierp,
ik spreek tegen den kapitein van mijn man.
(Wordt vervolgd).