De Zeeuwsche Koerier
Woensdag II Februari 1931.
Tweede Blad.
45s öaargang. No. 3729
Gemeenteraad van Sas van Gent
van
Zitting van Dinsdag 3 Februari 1931,
des namiddags 6V2 uur.
(Vervolg).
XIII. Voorstel tot vernieuwing der bestra
tingen van de Wilhelminalaan en de Emma»
laan.
De voorzitter wijst erop, dat vernieuwing der
bestrating zeer ad rem is. Er zitten tal van put
ten in. Deze straten dienen van nieuwe keien
voorzen te worden. Het is de bedoeling, hier
toe over te gaan vooral ook voor werkverschaf
fing. Men dient echter wèl in hei; oog te hou
den, dat daarbij ook vakmenschen noodig zul
len zijn. In verband met een en ander stelt spr.
ook aan de orde punt
XIV. Voorstel tot aangaan eener geldieening
groot f 50.000 voor aanleg van straten, wegtn
en riolen.
Dat moet zoo opgenomen worden, aldus spr.,
dat, als men alles zou willen uitvoeren, wat
door den opzichter wordt aangeraden, men
f 50,000 daarvoor noodig zou hebben. Wij sou
den ons evenwel aanvankelijk willen beperken
tot de uitvoering van een minder omvangrijk
plan, waarbij wij zouden kunnen volstaan met
f 30.000. De Raad zou dus kunnen beginnen
met een leening van f 30.000 te voteeren. Als
we dan zien, dat er meer noodig is kan het be
drag worden aangevuld.
De heer de Leux: Ik meen dat het noodig
zal zijn dat voor werkverschaffing f 50.000
wordt uitgetrokken. Kunnen B. en W. zeggen,
hoe groot het gedrag aan loonen is, dat in die
f 30.000 zou zijn inbegrepen.
De voorzitter: Dat kunnen we momenteel
niet zeggen.
De heer de Leux: Ik hoop toch, dat de moge
lijkheid zal bestaan de werkloozen daarmee te
werk te stellen.
De heer Verschaf fel: Dat is in het belang der
gemeente.
De heer de Leux: Zullen de tewerkgesteld en
dan weer 48 uur kunnen werken?
De voorzitter: Dat heb IK niet afgeschaft.
Uit de werkloozen is de vraag voortgekomen:
Is het niet in het belang der werkloozen zelf
om het werk wat langer te laten duren.
De heer de Leux: Het is en blijft oen ver
kapte loonsverlaging.
De voorzitter: Als B. en W. zien, dat het be
ter is, komt het weer in orde. We moeten ech
ter elkaar goed verstaan. Het bedrag van
f 30.000 is bedoeld als aanvang. We zullen moe
ten zien, hoever we hiermee komen.
De heer de Leux: Laat ons dan liever f50.000
voteeren.
De heer Verschaf fel is ervoor, dat met f 30.000
zal worden begonnen. Spr. meent, dat daar
ook het park dan bij inbegrepen is, hetgeen
door den voorzitter wordt beaamd.
Nadat de voorzitter nog enkele nadere infor
maties heeft verstrekt wordt z.h.st. besloten
tot het aangaan eener geldleen'ng ad f 30.000
tegen een rente van ten hoogste 4V2 pCt. en
een aflossing van f 500 's jaars, te beginnen
in 1931.
XV. Verzoekschrift van de R. K. Woning
bouwvereeniging „Volksbelang" te Sas van Gent
em 1500 M2 gemeentegrond in erfpacht en om
een voorschot groot f 22000 tot het stichten
Van 10 arbeiderswoningen op dien grond.
De secretaris leest het volgende verzoek
schrift voor:
Aan den Ed. Achtb. Raad der Gemeente
Sas van Gent.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
3oethem van Marinus, Clemaneius, Franciscus
en Aatsen Cornelius, Antonius, voorzitter en
secretaris van de R.-K. Woningbouwvereni
ging „Volksbelang" gevestigd te Sas van Gent,
goedgekeurd bij Kon. Besluit van ió Juni J920
No 73 en toegelaten als vereen'ging uitsluitend
werkzaam in het belang van verbetering der
volkshuisvesting, bij Kon. besluit van 16 Juni
1920 No 73;
dat in de algemeene vergadering der vereeni-
ging gehouden op 26 Oct. 1930, ten einde uit
voering te geven aan haar plannen, besloten
is tot het stichten van 10 arbeiderswoningen op
de terreinen Kadastraal bekend, Gemeente Sas
van Gent No
dat de Stichtings kosten dezer woningen zijn
geraamd op een bedrag van ten hoogste
tl 22.000.—
redenen waarom de vereen! ging zich tot U-
wen Raad wendt met het verzoek aan haar te
willen afstaan;
a. 1500 M2 grond Kadastraal bekend Gemeen
te Sas van Gent Noin erfpacht;
b. een voorschot te willen verleenen groet
fl 22000 overeenkomstig het bepaalde in art 7
der woningwet zulks ter tegemoetkoming in
de door haar op de voorschreven wijze ten be
hoeve van de volkshuisvesting aan ce wenden
kosten;
zulks na kennis te hebben genomen van de
hierbij gevoegde statuten der vereeniging plan
nen der te bouwen woningen, globale exploi-
ttie rekening en memorie van toelichting
'toWelk doende, enz.
Sas van Oent 30 Januari 1931*
De voorzitterHet Is hlét dë bedoeling, dat
vandaag een definitief besluit zal worden ge
nomen. Dat kan niet, wijl de Gezondheids
commissie niet op tijd kon worden gehoord. De
gemeente-architect is heden ter plaatse ge
weest doch kon de betrokkenen niet treffen.
Het was echter goed dat de Raad zich erover
uitsprak of hij in beginsel bereid is, den
grond beschikbaar te stellen a 12 ct. per
M2 M. en de aangevraagde gelden. De voor
zitter deelt voorts mede, dat aanvankelijk het
plan bestond te bouwen aan het Oimenplein.
Dat plan werd echter door den Inspecteur der
Volksgezondheid niet goedgekeurd. Daarna
heeft men het oog laten vallen op den grond
aan het dijkje bij de Flankstraat.
De heer de Leux vraagt nog enkele nadere
inlichtingen omtrent de gekozen plaats, welke
hem door den voorzitter worden verstrekt.
Wethouder Neeteson: Ofschoon ;>p het oogen
blik nog geen definitief besluit genomen kan
worden, vind ik het gewenscht thans te be
slissen over de kwestie, of wij al dan
niet met het plan kunnen meegaan.
Ik wil wèl zeggen, dat ik het in een tijd als de
ze, waarin reeds zooveel werkloosheid beerscht,
niet gewenscht acht, dat wij de gelegenheid
openstellen, dat wij nog meer werkloozen in
onze gemeente krijgen.
De heer de Mul merkt op, dat men 10 wonin
gen wil bouwen en dat daarvoor reeds 16 aan
vragen zijn uit Sas.
Wethouder Neeteson: Weet de heer de Mul
ook, hoeveel huizen er leeg komen? Als het al
leen een verplaatsing is, schieten we er niets
mee op.
Oe heer Verschaffel merkt op, datdenmen-
schen, die in krotten wonen, gelegenheid wordt
gegeven een betere woning te betrekken. Ik ge
loof niet, aldus spr., dat de gemeente er na
deel van zal ondervinden. Zooals de heer cle
Mul opmerkt, hebben de woningen reeds haar
bestemming zonder dat er menschen in de
gemeente binnen komen. Ik heb destijds ge
zegd), aldutj spr., dat als e/r gebouwd zou worden
alleen óm te bouwen, ik mijn steun niet zcu
verleenen. In deze plannen zie ik echter geen
bezwaar. Als ik de overtuiging had, dat er wèl
bezwaar tegen zou zijn, zou ik er niet aan mee
werken. Datzelfde heb ik ook reeds tegen het
bestuur der vereeniging gezegd. Men heeft mij
evenwel overtuigd, dat de huizen kunnen die
nen ter vervanging van de krotwoningen en
niet ten doel hebben, menschen naar hier te
lokken. Daarom wil ik dit verzoek met alle
kracht steunen. Ook ik heb aanvankelijk de
actueele malaise als een bezwaar aangevoeld,
doch, zooals gezegd, ben ik door het bestuur
der woningbouwvereeniging overtuigd van de
wenschelijkheid om deze woningen te zetten.
De heer Stouthamer verklaart zich vóór in
williging van het verzoek op dezelfde gronden
als de heer Verschaffel. Ook ik, aldus spr., zie
er een verplaatsing uit voortvloeien uit de krot
ten naar betere woonhuizen. De heer de Leux
heeft reeds meermalen de wenschelijkheid
daarvan betoogd.
De heer de Leux: Ik deel het bezwaar van
den heer Neeteson niet. Ik ben n'et bang, dat
die huizen een bezwaar zullen worden voor de
gemeente. B. en W. zouden dan de krotten on
bewoonbaar moeten verklaren. Dat zou voor de
gemeente een mooie opruiming betéekenen.
Die vormen een vruchtbaren bodem voorT.B.C.-
bacillen. Ik zou aan den voorzitter echter nog
een klein verwijt willen maken. De vorige maal
heeft hij mij toegezegd, mij de statuten te zul
len thuissturen. Thans heb ik ze eindelijk ge
kregen doch van de bouwvereeniging. Van den
voorzitter heb ik niets ontvangen.
De voorzitter: Ik kan U mededeelen, dat Ik
het bestuur daarop attent heb gemaakt en 't is
naar aanleiding daarvan, dat U de statuten
hebt gekregen.
De heer Verschaffel merkt nog op, dat de
malaise voor het bouwen een gunstige factor
genoemd moet worden. Spr. is van meening,
dat wellicht voor nog minder gebouwd zal kun
nen worden dan het aangevraagde voorschot
in verband met de prijsverlaging van verschil
lende bouwmaterialen. Zoodoende wordt het be
zwaar voor de gemeente geringer.
Wethouder Marquinie verklaart zich tegen in
williging van het verzoek. Niet omdat het hier
een Roomsch-Katholieke bouwvereeniging geldt
doch spr. is momenteel tegen liet bouwen van
welke bouwvereeniging ook wijl hij meent, dat
er op het oogenblik geen gebrek bestaat aan
huizen. Wie meent, dat de menschen uit de
krotwoningen in de nieuwe huizen zullen gaan
wonen zal bedrogen uitkomen. Men moet dan
eerst die krotten afbreken. Anders, zegt spr.,
ben ik bang, dat ze d'rect door 10 andere ge
gadigden zullen worden gewenscht. Ik geloof,
herhaalt spr., dat er geen woningnood is. Zoo
lang de krotwoningen niet zijn afgekeurd, kan
hij zich niet vereenigen met inwilliging van
het verzoek.
De heer Verschaffel: De heer de Mu1. en ik
zijn met dezelfde bezwaren bij het bestuur der
bouwvereeniging gekomen. Het bestuur heefi\
uiteengezet, dat er een verschuiving zal plaats
v'nden uit de minderwaardige woningen. Wij
zijn daarop van zienswijze veranderd.
De heer de Mul merkt op, dat het des te ge
makkelijker zal zijn de woningen af te keu
ren als ze leeg geloopen zullen zijn.
Wethouder Marquinie: Ze loopen niet leeg.
De heer de Mul: Het ligt op den weg van B.
en W. om ze af te keuren.
De heer Verschaffel wijst erop, dat de huur
van de krotwoningen en die van den nieuw
bouw niet zooveel zullen verschillen.
Wethouder Marquinie houdt vol, dat er
vreemden in zullen komen.
De heer Verschaffel betwist zulks.
Wethouder Marquinie merkt op, dat teen de
vorige maal gevraagd werd in principe te be
sluiten tot medewerking, hij er terstond op ge
wezen heeft, dat binnen enkele weken wel een
voorstel zou komen.
De heer de Leux is eveneens van meening,
dat er wel weer gegadigden voor de krotwonin
gen zullen komen als de bewoners naar cie nieu,
we woningen zullen trekken. Doch dan is het
de taak van B. en W. om die krotten onbe
woonbaar te doen verklaren. Ik zou van deze
plaats nog een beroep willen doen op het be
stuur der katholieke bouwvereeniging, aldus
spr., om met den aannemer overeen te komen,
dat zooveel mogelijk Sassche arbeidskrachten
bij den bouw tewerk worden gesteld tn daarbij
dan niet gezien zal worden naar gezindte of
politieke richting. Als alle daarvoor in aan
merking komende krotten door B. en W. cn
bewoonbaar werden verklaard, zou men niet 10
maar wel 30 woningen kunnen houwen, zoo
merkt spr. nog op.
Wethouder Neeteson verklaart, dat de d;s-
cussies hem nog niet hebben overtuigd, dat het
bouwen der woningen gewenscht is. Aan werk
krachten is er in onze gemeente op het oogen
blik geen behoefte en daarom is het ook niet
nood'g tot uitbreiding over te gaan. Men be
weert wel veel om z'n standpunt te verdedi
gen doch het deed spr. toch genoegen, dat de
heer de Leux verklaarde, dat de woningen niet
leeg zullen loopen.
De heer de Leux: Men moet de krotwoningen
ook onbewoonbaar verklaren.
Wethouder Neeteson: Daar kan aan gedacht
worden. Doch er zullen toch altijd liefhebbers
voor zijn.
De heer de Leux: Dat komt omdat er nog
te weinig goede woningen zijn, zooals ook uit
de Nieuwjaarsrede van den burgemeester blijkt.
Wethouder Neeteson: Er zijn teveel werkloo
zen.
Nadat h'erover tusschen wethouder Neete
son en den heer de Leux nog een korte dis
cussie is gevoerd, zegt de voorzitter, dat hij
met de beide wethouders van meening ver
schilt en van oordeel is, dat het gewenscht zou
zijn, de woningbouwvereeniging hes bouwen
mogelijk te maken. Ook hem heeft het be
stuur verzekerd, dat een verschuiving zal plaats
vinden uit de minderwaardige woningen. Spr.
meent ten dezen in genoemd bestuur vertrou
wen te mogen stellen.
Wethouder Neeteson: Gelooft U, dat de krot-
won'ngen niet bewoond zullen worden?
De voorzitter: Wij moeten er voor zorgen,
dat zulks niet geschiedt en beginnen met on
bewoonbaarverklaring van een aantal krotten
in de Gentsche straat en op de Kleine Markt
De heer Stouthamer: Ik geloof zeker, dat de
menschen, die thans in de krotwoningen hul
zen, voor f 1 huur meer gaarne een gcede wo
ning zullen willen betrekken. Hei bestuur der
bouwvereeniging heeft gezegd, dar het zou uit
zien naar goede huurders en dat geen onder
scheid zal worden gemaakt voor Godsdienstige
richting. Ik meen in die verklaring vertrouwen
te mogen stellen.
Wethouder Neeteson verklaart, dat het er bij
hem niet om gaat, wie in de huizen komt wo
nen of door welke vereen'ging wordt gebouwd
doch dat hij alleen tegen inwilliging van het
verzoek is, wijl hij de meening is toegedaan,
dat het bouwen van woningen er slechts toe
kan bijdragen om de werkloosheid nog te doen
toenemen.
De heer Stouthamer merkt op, dat hij slechts
heeft willen betoogen, dat de krotwoningen
leeg zullen loopen.
De voorzitter meent, dat het onderwerp
thans voldoende is besproken om tot stem
ming over te kunnen gaan.
Met de stemmen van de beide wethouders
tegen wordt dan in principe besloten om het
verzoek in te willigen.
XVI. Alsboven om een voorschot groot f 12800
voor aankoop van terrein en het stichten van
5 arbeiderswoningen op dien grond in de wijk
„De Zandstraat".
De secretaris leest het volgend verzoekschrift
voor:
Aan den Ed. Achtb. Raad der Gemeente
Sas van Gent,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
enz. (alsboven).
dat in de algemeene vergadering der vereeni
ging gehouden op 26 Oct. 1930, ten einde uitvoe
ring te kunnen geven aan haar olannen tot het
stichten van 5 arbeiderswoningen op een nader
aan te koopen terrein in de wijk Zandstraat,
Gemeente Sas van Gent;
dat de stichthigs kosten dezer woningen met
inbegrip van de kosten tot aankoop der ter
reinen zijn geraamd op een bedrag van ten
hoogste fl 12800.
Redenen waarom de vereeniging zich tot U-
wen Raad wendt met het verzoek aan haar té
willen verleenen een voorschot groot fl 12800
overeenkomstig het bepaalde in art 7 der wo
ningwet, zulks ter tegemoetkoming in de door
haar op de omschreven wijze ten behoeve van
de volkshuisvesting aan te wenden kosten.
Zulks na kennis genomen te hebben van de hier
bij gevoegde statuten, der vereeniging, plannen
der te bouwen woningen, globale exploitatie re
kening en memor'e van toelichting.
't Welk doende, enz.
Sas van Gent 30 Januari 1931.
Wethouder Neeteson: Het is wellicht overbo
dig in herhaling te treden, doch ik wil zeggen,
dat ook aan Inwilliging van dit verzoekschrift
door mij niet kan worden meegewerkt Eers
tens is er geen behoefte aan arbeiderswonin
gen en in de tweede plaats laat het particu
lier initiatief ons niet in de steek.
De heer Verschaffel verklaart van meening
te zijn, dat het particulier initiatief daar niet
gehandicapt moet worden.
De heer de Mul vraagt, wat wethouder Nee
teson bedoelt.
Wethouder Neeteson antwoordt, dat hij de
verklaring, dat het particulier initiatief onvol
doende is, welke door het Rijk wordt verlangd,
wil voorschot worden verleend, niet kan tee
kenen.
De heer de Mul meent, dat men daar niet
zoo sterk aan zal vasthouden.
De voorzitter merkt op, dat van particuliere
zijde reeds in de behoefte is voorzien. Moge
lijk worden daar nog meer woningen gebouwd.
Spr. meent, dat het daarom nutteloos moét
worden geacht om daarvoor geld uit te trek
ken.
De heer de Leux: Er is toch geen geld van de
gemeente mee gemoeid! Spr. verklaart zich
vóór inwilliging van het verzoek.
De voorzitter wijst erop, dat hier toch niet
van noodzakelijkheid kan worden gesproken,
gezien de tegenvaller, wat betreft de fabriek
te Sluiskil.
De heer de Leux: Misschien hebt U eenigs-
zins gelijk. Ik prefereer echter het bouwen door
een woningbouwvereeniging.
De heer Stouthamer verklaart, dat het mo
tief, dat de fabriek te Sluiskil een tegenvaller
is gebleken, ook bij hem den grooten doorslag
geeft. Toen we in principe besloten, onze mede
werking te verleenen, aldus spr., had ik daar
een anderen kijk op.
De heer Verschaffel zegt, dat ook hij zijn
steun niet aan het verzoek kan verleenen, wijl
hij er een gevaar in ziet.
Bij stemming wordt het verzoek afgewezen
met 1 stem (die van den heer de Leux) vóór.
XVII. Voorstel tot wijziging der gemeente-
bcgrooting voor 1930.
De voorgestelde af- en overschrijvingen, wel
ke door den secretaris worden voorgelezen,
worden z.h.st. goedgekeurd.
XVIII. Alsboven voor 1931.
Ook hiermede gaat de Raad z.h.st. acccord.
Als laatste punt wordt nog aaa de agenda
toegevoegd, een voorstel van den heer de Leux
met begeleidend schrijven, dat door den secre
taris wordt voorgelezen. Een en ander luidt
als volgt:
Edel Acht bare Heeren
In gesloten doe ik uw colege toe komen cm
aan de dag orde toe te voegen die gehouden
wordt op dinsdag 3 Janu ari 1931
In de hoop dat Uw Colege aan mijn wenschen
voldoet
Hoog achte
w.g. J DE LEUX
Raads lid alhier
Voor stel
De Raad trekken een som geld uit van f 150
Voor het aan schaffen van kruiwagens. Daar
de Werke looze niet bij machte zijn die aan te
schaffen
Hoog achtend
w.g. J. DE LEUX
De voorzitter zegt te meenen, dat- hij hierover
reeds het noodige naar voren heeft gebracht.
Men heeft gehoord, dat B. en W. zoo soepel mo
gelijk zijn. Menschen zonder kruiwagen worden
niet zonder meer teruggezonden. Bovendien
wordt in deze gemeente een hoog uurloon be
taald. Gezien een en ander stellen B. en W.
danook voor, afwijzend op het verzoek te be
schikken.
De heer de Leux zegt de opvatting van den
voorzitter niet te kunnen deelen. Het is voor
de menschen niet mogelijk van hun weekloon
gedurende 5 weken f 1 af te staan voor een
kruiwagen. Bovendien heeft niet iedereen ge
legenheid om een kruiwagen te stallen. Waar
om moeten de arbeiders zelf hun kruiwagens
meebrengen, vraagt spr. Dat wordt nergens
verlangd. Wèl een schop. Waarom kan de ge
meente zich dat kleine offer niet getroosten?
Ik begrijp niet, aldus spr., hoe men daarover
zoo lang kan praten. Er zijn minstens 25 werk
loozen, die geen kruiwagen bezitten. Ik hoop,
zegt spr.„ dat de Raad mijn verzoek zal inwilli
gen.
Wethouder Neeteson merkt op, dat de krui
wagens het volgend jaar toch weer gebruikt
kunnen worden. Een van de redenen, waarom
men de bewuste bepaling heeft gemaakt is deze
,dat, als de gemeente kruiwagens levert, deze
het volgend jaar grootendeels onbruikbaar zul
len zijn. Het is nu eenmaal een eigenaardigheid
van den mensch, zegt spr., dat hij op eigen
goed beter past dan op dat van een ander. De
heer de Leux spreekt herhaaldelijk van een
schamel loon. We zouden echter ge
vallen kunnen noemen, dat men
schen, die ergens anders in dienst
zijn, solliciteeren om bij de werkverschaffing
tewerk te worden gesteld. Dat is toch wèl een
bewijs, dat het loon niet zoo slecht is.
De heer de Leux begrijpt niet, hoe de heer
Neeteson kan beweren, dat het loon niet
schraal is.
De menschen moeten toch kunnen leven.
Ziet U kans, vraagt spr., aan den heer Neete
son, om van f 13 rond te komen.
Wethouder Neetson antwoordt, dat het we!
zou gaan als het noodig was.
De heer de Leux: De werkloozen hebben toch
evengoed een menschelijk lichaam als de meer
gegoeden!
Wethouder Neeteson: De heer de Leux
spreekt van een loon van f 13. Doch volgens
mijn berekening bedraagt het f 15,75.
De heer de Leux: Daarvan moet af f 3,45
voor huishuur, f 1 voor kolen, 50 ct voor be
lasting, f 1 voor slijtage, 50 ct. voor licht Hoe
kunnen 4 a 5 personen van het restant rond
komen?
Wethouder Neeteson merkt op, dat steun ver-