No. 3729 Woensdag 11 Februari 1931 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN fierste Blad. Buitenland. VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND POSTREKEKINB Ho. 52419. FEUILLETON. De Bedelares van Saint-Sulpfco. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertent ien 20 cent por regelbij contract lager ZEER KOOPKRACHTIGE LEZERSKRING UITSTEKEND GESCHIKT VOOR PUBLICITEIT Hoe Paus Pius XI met de uren woekert. Mgr. Puccl schrijft o.a. het volgende over het particuliere leven van den H. Vader. Niettegenstaande de groote veranderingen en vernieuwingen, die in den laatsten tijd in de Vaticaansche stad hebben plaats gehad, is er in het particuliere leven van Zijne Heiligheid geen enkele verandering gekomen. Als altijd ontvangt de H. Vader dagelijks tal van personen uit alle landen en werelddeeleu in audiëntie. Men kan gerust zeggen, dat r.ie mand ter wereld dagelijks zooveel tijd besteed, om menschen te ontvangen. Niet minder dan acht uur worden dagelijks aan deze audiënt'es besteed. In den tijd der grpote audiënties worden de avondaudiëntirs dikwijls tot elf uur gerekt. De z.g. audiënties „di tabella" duren van '£- morgens, 9 uur tot half twaalf. Het eerst ontvangt Z. H. den kai'dnaal-staat: secretaris nl. van 9-10 uur 's-morgeiis. Tweemaal per week, Dinsdags en V.- ijdags, worden in plaats van den kardinaal-staatsse cretaris de beide leiders van de ouitenlandschc en binnenlandssche af deeling van liet staats secretariat in audiëntie ontvangen. Tot één uur ontvangt de H. Vauer dan de bi schoppen, die „ad limina" komen, de oversten van'kloosterorden en leeken, die een gewichti ambt bekleeden op politiek of op godsdiensti gebied. Na deze particuliere audiënties ontvangt Zij ne Heilighe'd een derde categorie van bezoeker nl. personen, die hem niet over officieels aan gelegenheden wenschen te spreken. Deze au diënties hebben niet n de priyé-vertrekken van Z. H. plaats maar in de ,sala della Tro- netter". Ten slotte ontvangt Z. H. nog een vierde ca tegorie, nl. de groote menigte pelgrims en be zoekers, die dagelijks naar Rome komen, om H. de hand te kussen en zijn zegen te entvan- gen. Het spreekt vanzelf, dat er ;n de pauselijke vertrekken voortdurend een groote bedrijvig heid heerscht. Wanneer echter de audiënties zijn afgeloopen, wordt alles wederom kalm en rustig en in stilte werkt de H. Vader dan in zijn bibliotheek, waar hij dikwijls tot diep in den nacht blijft doorstudeeren, om zich daarna ter ruste te begeven. Slechts weinigen valt het op, dat zich onder 22) Gilbert haalde zijn schouders op en antwoordde Wat zijt ge toch onnoozel en wat laat ge u gemakkelijk om den tuin leiden. Denkt ge dan dat hij iets in ons belang zal doen? Hij wil ons alleen zand in de oogen strooien om ons des te gemakkelijker te kunnen benadeelen, maar ik heb hem doorzien. Benadeelen? Zeker. Hoé dan Hij zal wel zorgen dat de geheele erfenis voor hém blijft. Wanneer hij dat wilde doen, dan zou hij er niet op hebben aangedrongen dat gij of ik hem naar Fenestranges zou vergezellen. Haha, hij zou het ons niet hebben voorge steld, wanneer hij niet vooruit had geweten, dat wij er toch niet in zouden toestemmen, Parijs te verlaten. Hoe kon hij dat weten? Omdat hij een slimme vogel is, die zijn gevolg trekkingen weet te maken. Het eenige doel waar mee uw neef ons bezocht heeft is om den schijn te redden. Hij heeft geredeneerd en zeer lo gisch, dat moet ik erkennen Wanneer ik hen van mijn vertrek in kennis stel, dan zul len zij niet kunnen zeggen, dat ik geheimzinnig te werk ben gegaan en hun iets heb willen ver de beide marmeren tafels in de hal, waar de bezoekers hun hoeden en jassen moeten neer leggen, voordat zij de pauselijke vertrekken mogen betreden, twee veldbedden bevinden, waarop de bewakers der pauselijke \ertrekken den nacht doorbrengen. Deze wachters behooren tot de z.g. „sediari" Dit zijn de dienaren, die bij de openbare pro cessies de „sedia gestatoria" op hun schouders dragen en orde houden onder de bezoekers, die ter audiëntie komen.Zij dragen de kostbaarste uniformen v&n het pauselijk hof van fluweel of rood damast, naar gelang den tijd van het jaar. Twee „sediari" houden voortdurend de wacht in een der neven vertrekken, totdat Z.H. zich boven ter ruste heeft begeven. Gewoonlijk verlaat Z.H. zijn bibliotheek om half elf, dikwijls echter ook veel later. Tijdens de besprek ngen voor het verdrag van Later a- nen duurden degesprekken mee kardinaal Gas parri en vooral met markies, Pacelli, tot twee uur 's-naclits. Wanneer de II. Vader zich ter ruste begeven heeft, herinnert de kamerdienaar de „sediari" aan hun pl cho. Dezen sluiten (ran de buiten deuren af, dooven de lichten en inspcctceren de vertrekken slechts met een brandende lan taarn om beter te kunnen zien, wanneer or iets zou smeulen of branden. Daarna kecren zij weer naar de hal terug, trekken de bedden onder de marmeren in fels uit en brengen daar verder uen nacht door. 's-Morgens om zes uur worden de deuren we derom geopend, om den dienaren gelegenheid te geven, de vertrekken in orde te brengen. Om hal fnegen zijn zij gewoonlijk met hun werk gereed. Tegen dien tijd komt Zijne Heiligheid r.anr beneden, om eerst de H. Mis te lezen en daarna een klein ontbijt te gebruiken, bestaande uit koffie en melk, en om negen uur bevindt hij zich reeds n zijn b bliotheek, om ien kardinaal staatssecretaris in audiëntie te ontvangen. De eenige rustpooze voor Z.H. is zijn dagelijk- sche wandeling, die hij slechts bij hooge u't- zondering nalaat. Ook dan echter is hij in ge zelschap van een secretaris. Slechts zelden komt het tot een gesprek. Meestal is Z.H. in gedachten verzonken en wel licht worden ju st, in die oogenblikke in zijn geest de verheven gedachten geboren, die hij later in zijn Encyclieken en toespraken neer legt. De vlucht van den gewezen Duitsehen keizer ir November 1918. De Kreuzzeitung bevat een verklaring van Rijkspresident Hindenburg, waarin deze met kracht opkomt tegen de bewering van majoor d. D. Anker, dat de keizer naar Nederland zou zijn vertrokken zonder zijn voorkenn's, maar dat hij later voor een deel der vehatnwoorde- lijkheid zou op zich genomen hebben. Hinden burg erkent, indertijd met Anker te hebben ge sproken over de gebeurtenissen in het Hoofd kwartier op 9 November, maar volkomen waar blijft wat Hindenburg schreeft in de Kreuz- bergen" Hij gaat naar Fenestranges, omdat hij wel weet hoeveel invloed hij op den graaf heeft en hij zal het wel zoo weten te richten, dat hij universeel erfgenaam wordt van een vermogen, waar hij begeerig naar snakt, ondanks zijn mooie woorden van verachting voor aardsehe goederen. Oogverblinding, anders niet, e zcnals zijn weldaden, die hij niet bewijst of hij moet weten, dat hij er zelf voordeel van zal trekken. Gilbert, spreek zoo niet, smeekte Henriette. En waarom zou ik zoo niet spreken'? Omdat gij mij daarmee krenkt in de genegen held, die ik mijn neef altijd heb toegedragen, en in het vertrouwen dat ik in hem stel. Dat vertrouwen is domheid. Een kostschool meisje kon zich op die wijze laten misleiden, maar wanneer ge een vrouw met een helder doorzicht waart, dan zoudt ge uw neef met zijn schijnheilige gezicht allang hebben doorzien Hij is een schurk. Hij is toch meer dan eens te huln gekomen O ja, daar ligt nog een biljet van vijfhonderd francs, dat we aan zijn edelmoedigheid te dan ken hebben. Begrijpt ge dan niet met welke bedoeling hij ons dat geld geeft? Waar gij liefde en weldadig heid meent te bespeuren, zie ik slechts de sluwe berekening van den speculant, die zegt: Ik geef hun vijfhonderd francs, waarvoor zij mij d'ep erkentelijk zullen zijn en intusschen ga ik naar Fenestranges om hun millioenen te ontstelen. Henriette kon een kreet van verontwaardi ging niet onderdrukken, die voorkwam uit den grond van haar hart. O Gilbert, stamelde zij vervolgens, zulk een ze'tung van 10 November 1928 dat namelijk het besluit des keizers niet alleen met zijn voorkeu nis, maar zelfs op zijn aanraden en dat der overige heeren werd genomen en dat iedere an dere voorstelling van zaken valsch is. Ook de bewering dat de kezer zou zijn gevlucht alleen denkende aan e'gen veiligheid is onwaar. Juist is de toedracht zooals vermeld in de Kreuz zeitung van 27 Juli 1919, onderteeken I door ge neraal-overste Plessen, Staatssecretaris Hintier, Generaal Freiherr van Marscha!!, graaf von Schulenburg en hem, Hindenburg, waaruit blijkt, dat het besluit weloverwogen was en poor ons werd genomen om de voortzetting van den oorlog te verhinderen, den burgeroorlog te voorkomen, zoo het Vaderland ellende en jam mer te besparen. Een jeugdig burgervader. Te Beuvr'gny (Manche) is een 25-iarig jong mensch Yves de Heurtemont, tot gemeente raadslid en burgemeester gekozen, als opvolger van zijn schoonvader, die in deze functie af treedt. Hij is ongetwijfeld de jeugdigste burgemees- van Frankrijk, want in December jl. is hij 25 jaren geworden. NIEUW REDDINGSMIDDEL. Berïiinsche brandweerlieden demonstreeren met een nieuw reddingstoestel: een metalen korf, die over de mech. ladder heen en weer schuift. veronderstelling is afschuwelijk. Het is geen veronderstelling, 't is zekerheid. Wanneer ge er werkelijk zoo over denkt dan hadtge het voorstel van mijn neef moeten aan nemen. Met hem meegaan naar Fenestranges? Ja. Dank uwel. Alle gevaren wagen, die aan zco'n reis, dwars door het vijandelijke leger, verbon den zijn, met het vaste vooruitzicht om schan delijk te worden weggejaagd van het kasteel alwaar hij blijven zal om er als meester op te treden en waar hij mij nog achter mijn rug zou uitlachen. Neen, neen, ik zou wel een groo te domkop moeten zijn, wanneer ik mij zoo liet beetnemen. O, zeker, hij zou het wel aard g gevonden hebben, wanneer de portier van Fe nestranges mij aan de poort van het kasteel als bedelaar had tegengehouden en terugge zonden. Dat zou hem wat waard geweest zijn en hij had misschien al een kleine toespraak gereed in dezen geest: „Ik ben wanhopig over hetgeen u is overkomen, beste neef, o! inder daad wanhopig, maar het is mijn schuld n'et, dat zult ge moeten toestemmen. Ik heb alle;; voor u en uw vrouw gedaan wat menschelijke wijs mogelijk is, ik ben niet geslaagd dat is ongelukkig, maar ge kunt het mij niet wijten' En met die woorden zou hij mij aan de poort, hebben laten staan en had ik een goed heen komen kunnen zoeken. Henriette hief het hoofd op. Neen, neen, en nogmaals neen! riep zij uit, ge vergist u, dat weet ik zeker, Raoul heeft niet het baatzuchtige karakter, de lage ver raderlijke ziel die gij hem toeschrijft. Hij is een rechtschapen man, een pprecht vriend, hij heeft een edel hart. Ik laat u vrij dat te gelooven, de toekomst zal wel leeren w e van ons beiden ongelijk had. De toekomst zal bewijzen, dat ik gelijk had. Ik mag 't lijden, laten wij den terugkeer van dien model-neef maar eens afwachten. Wan neer de graaf d'Areynes nog altijd aan u denkt en u- nog lief heeft, dan zal hij doen wat recht en billijkheid hem voorschrijven, r,?me- ijlk zijn vermogen gelijk verdeelen on,der u en uw neef. Wanneer hij dat niet doet, dan \ycet ik zeker, daarvoor ken ik hem genoeg, dat w ijn tegenwoordigheid geen verander ng in zijp be sluit zou gebracht hebben, hij haat mij.. Maar Gilbert stampte toornig met den voet. Nu is het genoeg, al meer Jan genoeg zelfs, viel hij haar op bijna dreigenden toon ip de rede. Ik wil n et langer over die menschen spreken. Ik ga naar bed. Hij begaf zich naar de slaapkamer, waar Henriette hem weenend volgde. XIII. 7 Den volgenden morgen om negen uur liet de abbó d'Areynes zieh aan het aartsbisschoppelijk paleis aandienen en werd onmiddellijk ont vangen door mgr. Darboy. Wij zullen te zamen naar den nuntius gaan, mijn zoon, zede de prelaat tot hem. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1