ENCYCLIEK VAN ONZEN H. VADER PIUS XI. No. 3722 Ma&Ddag 26 Janoarl 1931 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN BKmNo"^'- VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND OVER HET CHRISTELIJK HUWELIJK. FEUILLETON. Do Bodolaros van Saint-SuÊpico. DOOR DE GODDELIJKE VOORZIENIGHEID PAUS. POSTREKENING No. 52419. Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentiën 20 cent per regelbij contract lager ZEER tEZER8KRINQ IT8TEKEND GESCHIKT VOOR PUBLICITEIT (Ontleend aan »De Maasbode*.) Aan onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen, Bisschoppen, en andere plaatselijke Ordinarii, die in vrede en gemeenschap leven met den Apostolischen Stoel. MET HET OOG OP DEN TEGENWOORDIGEN TOESTAND VAN GEZIN EN MAATSCHAPPIJ, HUN NOODEN, DWALINGEN EN ONDEUGDEN. (V e r Staatszorg. Is echter particuliere hulp niet voldoende, dan is het aan het staatsbestuur, datgene aan te vullen waartoe private middelen ontoerei kend zijn. Dit geldt vooral in een zaak van zoo groot belang voor het algemeen welzijn, als het menschwaardig bestaan van huisgezinnen en gehuwden. Immers, wanneer huisgezinnen voornamelijk de kinderrijke geen geschikte wo ningen hebben; als de man geen gelegenheid kan vinden om zich arbeid en le/ensonderhoud te verschaffen; jjndien de dagelijkscho gebruiks voorwerpen, niet dan tegen overdreven hcoge prijzen te koop zijn; wanneer zelfs de moeder, niet zonder groot nadeel voor het huishoulen, gebukt gaat onder den dwing enden last van door eigen arbeid geld te moeten verdienen; wanneer het haar, bij de gewone oi ook zelfs buitengewone ongemakken van het moeder schap, ontbreekt aanbehoorlijk voedsel, genees middelen, de hulp van een bekwaam geneesheer en meer dergelijke zaken, dan ziet toch ieder een iji, hoe moeilijk de huiselijke samenleving en het onderhouden van Gods geboden wordt voor die echtgenootenwant dan begint hun immers de moed te ontzinken. En het is ook duidelijk, welk een groot gevaar voor openbare veiligheid en voor het heil en zelfs het bestaan van deburgerlijke maatschappij daaruit voort vloeien kan, wanneer die menschen tot zulk een graad van wanhoop gebracht worden, dat zijer al hun hoop op durven gaan stellen, door een totale omverwerping der gansche maatschappe lijke orde misschien nog veel te kunnen winnen daar zij toch niets te verliezen hebben. Daarom kunnen degenen, die cie zorg voor het staatsbestuur en het algemeen welzijn i.n handen hebben, zulke nooden van gehuwden en huisgezinnen niet achteloos voorbijgaan, zon de® den staat en het algemeen welzijn groote schade toe te brengen. Daarom moeten zij bij het uitvaardigen van wetten*en het vaststellen der Staatsbegrooting, een zoodanige aandacht schenken aan het lenigen van den nood der be hoeftige gezinnen, dat zij dit als een der voor naamste zorgen van him ambt bes :h juv/en. 15) Het zal wel anders worden, zeg ik u. Een vrouw die bemint en die bemind wordt ver mag veel. Dus gij zijt vast besloten, Gilbert Rollin tot echtgenoot te nemen? Ja. En niets kan u van dat besluit terugbren gen? Nijets. Wat verlangt ge dan van mij? Dat gij er met oom over spreken zult, dat ge onze belangen bij hem zult bepleiten en dat ge zijn toestemming zult verkrijgen. Goed, ik zal spreken. Wanneer? Wanneer ge wilt. Dan heden nog, terstond. Een welwillende glimlach plooide de lippen van den jongen geestelijke, terwijl hij zeide: Ik ga. Wat zijt gij toch goed, dank, duizendmaal dank! Raoul d'Areynes liet -zi/ch bij zijn oom aan dienen en deelde hem het gesprek mede, dat hij zooeven met Henriette had gehad. De graaf hoorde hem aan met gefronste wenkbrauwen en 'n gelaatsuitdrukking, die voor het meisje geen gunstig voorteeken was. volg) Hieromtrent moeten wij, heden ten dage, met droefheid 't niet zelden voorkomend verschijn sel constateeren dat, tegen de juiste orde in, aan een moeder en haar onwettige kinderen (aan wie ongetwijfeld al was het maar om er ger kwaad te voorkomen, hulp moet worden verschaft) zonder eenige moeilijkaeid overvloe dige hulp oogenblj|kkelijk wordt verleend, ter wijl die aan een wettige moeder jfwel ge vei- gerd óf zóó spaarzaam gegund, dat het wel lijkt alsof ze tegen wil en dank werd afgedwongen. Voor den Staat echter Eerbiedwaardige Broe ders, is het niet alleen van het hoogste belang dat huwelijk en huisgezin veilig gesteld wor- in tijdelijke aangelegenheden, maar ook in hun zuiver-geestelijke belangen: rechtvaardige wet ten moeten er worden uitgevaardigd, over kuische huwelijkstrouw en wederzijdsch hulpbe toon der echtgenooten, en deze moeten nauw lettend gehandhaafd worden; vooral omdat de geschiedenis ons leert, dat het heil van den Staat en het tijdelijk geluk der burgers niet veilig zijn noch behouden kunnen blijven, wan neer het fundament waarop zij steunen, nl. een gezonde zedelijke toestand, niet stevig staat, en dat door het zedelijk verval der burgers de bron wordt verstopt, waar de Staat uit voort komt: het huwelijk namelijk en het huisgezin. Gemeenschappelijke zorg van Kerk en Staat op zedelijk gebied. Om echter de zedelijke orde intact te be waren, zijn geen uitwendige Staatsmacht en straffen toereikend, noch is het voldoende den menschen de schoonheid en noodzakelijkheid der deugd voor te houden, maar hierbij moet noodzakelijk een godsdienstig gezag intreden, om aan het verstand het licht der waarheid en aan den wil zijn richting te geven, en om de menschelijke zwakheid te versterken door de hulp der goddelijke genade: en dat is alleen de door Christus, Onzen Heer, gestichte Kerk. Daarom sporen Wij, met allen aandrang in den Heer, de opperste rijksregeerder.s aan, cm met deze Kerk van Christus vrede en vriendschap te sluiten en deze steeds hechter te maken, op- Toen Raoul uitgesproken had, riep de graaf- Hij, Gilbert Rollin, een man die zich in ne- gen-en-twintig jaren nog geen positie heeft kunnen verschaffen, een nietsdoener! Hij kan nog veranderen, antwoordde de jonge priester op vergoedelijken toon, als het huwelijk hem ernstig heeft gemaakt, kan hij den verloren tijd herwinnen. Een losbol! Hij zal dan wel ernstiger aan de toekomst denken. Een man die geleefd heeft, is minder blootgesteld aan de verleiding dan een die dc wereldsche vermaken niet kent. Op negen-en- twintig-jarigen leeftijd heeft een man alles van het leven te hopen, wanneer hij wilskracht en een goeden steun heeft. Henriette bemint hem, zij zal d\e steun zijn. Hij is niet van adel. De abbé antwoordde met een glimlach: Beste oom, zijn wij niet allen gelijk voor God? Dat is een der schoonste grondbeginselen van onzen godsdienst. Hiertegen had de graaf d'Areynes niets in te brengen. Na een oogenblik met gefronste wenkbrau wen en bezorgd gelaat te hebben nagedacht, zeide de graaf d'Areynes eensklaps: Kortom, wat raadt ge mij? Het is nu niet de raad-van een priester, altijd tot vergiffenis gezind, dien ik u vraag, het is de raad van ten bloedverwant, lijl eener familie, wier naam on besmet is. Ik geloof dat de verkeerdheden en de dwaas heden der jeugd van Gilbert Rollin zijn eer even onbesmet hebben gelaten ais de onze. dat, door de samenwerking en het vereenigd streven van beider macht, de verschrikkelijke rampen worden afgewend, welke door.de onbe schaamde bandeloosheid, d'p bezig is huwelijk en huisgezin te bestormen, zoowel de Kerk als de burgerlijke maatschappij bedreigen. Immers, de burgerlijke wetgeving kan de Kerk in dit hoog-ernstig ambt tot grooten steun zijn, indien zij, bij het uitvaardigen van haar verordeningen, rekening houdt met dat gene, wat door goddelijke en kerkelijke wet be paald is, en de overtreders met straffen ver volgt. Want er zijn er maar al te veel, die, wat de staatswet toestaat of althans niet straft, ook volgens de zedenwet voor geoorloofd hou den, of zoo het geweten zich al verzet, hierin toch maar hun gang gaan, omdat zij God n'.et vreezen, en zij heel goed zien, dat er van de menschelijke wetten voor hen niets te duchten valt; en zóó storten zij niet zelden zichzelve en, helaas, vele anderen in het verderf. En uit dit samengaan met de Kerk zal niet het minste gevaar voor of de geringste be snoei'big van de rechten en onafhankelijkheid van den Staat ontstaan; immers elke arg waan en vrees van dien aard !s ingebeeld en ongegrond, wat reeds Leo XIII helder heeft uit eengezet: „Niemand twijfelt er aan", zoo zegt hij, ,of de stichter der Kerk ,Jesus Christus, heeft gewild, dat de godsdienstige macht van de burgerlijke onderscheiden zou zijn en dat ieder voor zich vrij en onbelemmerd, haar ei gen aangelegenheden zou behartigen, ik voeg er echter aan toe, dat het voor beide dienstig en voor alle menschen van belang ijs, dat er een goede verstandhouding en eensgezindheid tusschen haar heersche. Als het burgerlijk gezag vriendschap pelijk met de heilige macht der Kerk samen gaat, dan kan het niet anders, of voor beide zal daar groot voordeel uit voortvloeien. Im mers de Staat stijgt alzoo in waardigheid en, waar de godsdienst voorgaat, kan het Staats bestuur nooit anders dan rechtvaardig zijn: en de Kerk vindt hier hulp, bescherming en ver dediging, die aan de gemeenchap der geloc v'jgen ten goede komen". (98) En om een schitterend voorbeeld uit den laatsten tijd aan te halen: dit is, volgens de juiste orde en de wet van Christus, volkomen het geval geweest, toen bij het gelukkig tot stand gekomen plechtig verdrag tusschen den H. Stoel en het Koninkrijk Italië, ook in huwe lijksaangelegenheden een vreedzame overeen komst en vriendschappelijke schikking is ge troffen, zooals dat aan de roemrijke geschie denis van het Italiaansche volk en zijn oude heilige overlevering betaamde. En Inderdaad, in het vedrag van Lateranen vindt men het volgende bepaald: „De Italiaansche Staat w:ü de instelling van het huwelijk, het funda ment van het huisgezin, in die waardigheid herstellen welke met de tradities van zijn volk overeenkomst en kent het Sacrament des Huwe ijlks, dat door het Canonieke Rechr, geregeld wordt, burgerlijke rechtskracht toe'- (99)Lier aan zijn vervolgens, als aan den maatstaf en Wanneer ik slechts een oogenblik ht tegendeel had kunnen veronderstellen, dan zou ik u niet over hem gesproken hebben. Dus gij raadt mij aan in dat huwelijk toe te stemmen? Ik heb met Henriette gesproken en mij ver zekerd dat haar l jefde niet zooals ik eerst veronderstelde een voorbijgaande opwelling is van een romantisch meisje maar een ern stige, diep gevoelde neiging Zij verwacht al haar geluk van een huwelijk met Gilbert Rol lin. Zoudt gij haar gelukkig wijlen maken? Ik vrees dat die jonge man zich slechts ver rijken wilt. Het vermogen van Henriette is zeer beschei den, ter nauwernood twee-houder 1 duizend franc, die bij den dood van haar vader nog ge red konden worden. Dat is niet genoeg om de begeerlijkheid van een bruidschat jagers op te- wekken. Die twee-honderd-duizend francs zal ik ver dubbelen, antwoordde de graaf. Wat zal er van dat geld worden in handen van een verkwister, die in den tijd van twee jaren de nalatenschap van zijn vader verkwist heeft? z De vicaris van Saint-Ambroise had daar niet terstond een antwoord op. Het was inderdaad een moeilijk op te lossen vraagstuk. Die ernstige vraag moet ge aan Gilbert Rol lin zelf doen, waarde oom, zeide hij ten slotte. Inderdaad, waarom niet? Als voogd en oom van Henriette hebt ge er het recht toe, is het zelfs uw plisht een nauw keurig onderzoek in te stellen omtrent een grondslag, de verdere paragrafen der gesloten overeenkomst toegevoegd. Dit gebeuren kan allen tot voorbeeld en oe- wijs d'pnen, dat ook in onzen tijd, (waarin helaas zoo dikwijls de volkomen scheiding der burgerlijke macht van de Kerk, ja zelfs van allen godsdienst, openlijk voorgestaan wridt). het hoogste gezag der Kerk met dat van ren Staat in onderlinge eensgezindheid en vriend schapsverband vereenigd en verb inden kan worden, tot gemeenschappelijk v/elzijn, en zon der eenig nadeel voor de rechten en het hocgste gezag van beide. Het leert en bewijst ons, dat beide gemeenschappelijk voor het huwelijk zorg kunnen dragen, waardoor de verderfe lijke gevaren, ja zelfs de reeds dreigende onder gang, ver verwijderd kan worden gehouden van de christelijke echtverbvntenissen. Dat 's Pausen woorden gekend en in praktijk gebracht mogen worden onder dei", zegen dei- Allerheiligste drievuldigheid Wij zouden wenschen, Eerbiedwaardige Broe ders, dat dit alles, wat Wij, in Onze Herderlijke bezorgdheid, zorgvuld ig met U hebben nage gaan, naar den maatstaf der Christelijke voor zichtigheid in ruimen kring onder al Onze ge liefde kinderen verspreid en toegelicht zou wur den, die meer direct aan Uw zorgen zijn toever trouwd, en die te zamen de groote Christus familie uitmaken, opdat allen ten volle de zal vere huwelijksfeer mogen kennen en z'ch met zorg in acht mogen nemen tegen de gevaren, waaraan zij door de verkondigers der dwaling worden blootgesteld, en vooral, „opdat zij, aan de goddeloosheid en wereldsche begeerlijkheid verzaken ingetogen rechtschapen,godvruchtig in deze wereld mogen leven; om de zalige hoop te verwachten en de openbaring der glorie van onzen grooten God en Zaligmaker: Christus Je zus". (100). Geve derhalve de almachtige Vader, „naar Wien alle vaderschap in den liem<;l en op de aarde genoemd wordt" (101) die de zwakken sterkt en den kleinmoedigen en vreesaehtigen moed instort; geve Christus onze Heer en Ver losser, „de insteller en voltooier der hooghei lige Sacramenten" (102), die wilde en bewerkte dat het huwelijk een mystieke afbeelding zou zijn van Zijn onuitsprekelijke ^ereeniglng met de Kerk; geve de H. Geest, de God, die Ljefde is, die de harten verlicht en de geesten ver sterkt, dat allen in zich opnemen, met bereid- vaardigen wil omhelzen, en onder den bijstand van Gods genade in praktijk mogen brengen, alles, wat Wij in d'lt Ons Schrijven hebben uit eengezet over het H. Sacrament des Huwelijks over Gods wonderbaren wil en wet daaromtrent over de dwalingen en gevaren, die hier dreigen over de middelen, die daartegen kunnen wor den aangewend. Zoodoende zal in de Christelij ke huwelijken wederom ontluiken eh cp- bloe'en de Godgewijde vruchtbaarheid, de smet telooze trouw en ongeschokte hechtheid; de hei man, d;e naar de eer dingt haar echtgenoot te zijn. Daar hij aan het huwelijk dénkt iiioet hij wel ernstig zijn geworden, hij moet sifch be paald met zijn toekomst bezighouden; ^pJannui maken. Ontvang hem, ondervraag hém, zijn antwoorden zullen u voorlichten en uw scherpe bl'Jc, die tot in het hart door dringt, zal u daar de waarheid doen lezen. 't Is goed, ik zal hem ontvangen, zéide de graaf. - Na even te hebben nagedacht voëgde »iij er bij: Evenwel, ik weet officieel van niets, Gilbert Rollin heeft nog geen stappen bij mij gedaan, als ik dus het eerst over mijn nicht begon te spreken, zou het wezen alsof k haar aan hem wilde opdringen. Wacht maar tot hij bij u korrit, zeide hij, ik weet zeker dat hij niet lang zal vachten. Heeft hij zich al van Henriette verzekerd? Natuurlijk, zeide Raoul, zij beminnen el kaar. Is dat niet gevaarlijk? Neen. Henriette i,s hartstochtelijk van karakter, ik herinner mij meer dan eenmaal, dat zij toonde een geheel verkeerde opvatting van het leven te hebben. Een al te groote vertrouwelijkheid met dien Gilbert, die mij niet het geringste ver trouwen inboezemt, komt mij een ernstige on voorzichtigheid voor. I De vicaris van Saint-Ambroise antwoordde op ernstigen toon: (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1