ENCYCLIEK VAN ONZEN H. VAüEB PIUS XI. No. 3721 Vrijdag 23 Janoari 1931 45ste Jaargang NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN fierste Bkd. fl£HTIOf VERSCHIJNT elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND |°- OVER HET CHRISTELIJK HUWELIJK. POSTREKENING No. 52419. DOOR DE GODDELIJKE VOORZIENIGHEID PAUS. (9) M'JNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 6(M Kiespijn-Tabletten 60 Laxeer-Tabletten 60ct Zenuw-Tabletten 75ct Maag-Tabletten 75ct Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. DE ZEEUWSCHE KOERIER Bureaux van Redactie en Administratie OOSTKADE 218, SAS-VAN-CENT Telefoon 15 Telegramadres: Koerier Abonnementsprijs 1.50 per 3 maanden, of 5.25 per jaar, bij vooruitbetaling - Advertentién 20 cent per regelbij contract lager ZEER KOOPKR LEZERSKRING IT8TEKEND GE8CHIKT VOOR PUBLICITEIT (Ontleend aan >De Maasbode*.) Aan onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen, Bisschoppen, en andere plaatselijke Ordinarii, die in vrede en gemeenschap leven met den Apostolischen Stoel. MET HET OOG OP DEN TEGENWOORDIGEN TOESTAND VAN GEZIN EN MAATSCHAPPIJ, HUN NOODEN, DWALINGEN EN ONDEUGDEN. (V e r Noodzakelijk onderricht der geloovigen. Daar derhalve alles moet teruggebracht wor den tot Gods wet en bestel, is het, wil de ver nieuwing van het huwelijk over de heele lini,e blijvend worden doorgevoerd, zeker van heb grootste belang, dat de geloovigen aangaande het huwelijk goed onderricht worden: in woord en geschrift, niet slechts één keer en oppervlak kig, maar herhaaldelijk en terdege, met dui delijkheid en kracht van redenen, opdat de waarheden die daarop betrekking hebben, in het verstand door dringen en indruk maken op het gemoed. Mogen de geloovigen toch begrij pen en voordurend bij zichzelve overdenken, hoe groote wijsheid en heiligheid en goedheid God het menschelijk geslacht betoond heeft, toen Hij het huwelijk instelde en het met Zijn heilige wetten schraagde, en dat nog veel meer toen Hij het op wonderbare wijze tot de waar digheid van Sacrament verhief, waardoor een zoo overvloedige bron van genaden voor d christelijke echtgenooten openstaat, om de al- lerverhevenste bedoelingen van de echt vereen i ging zuiver en getrouw te kunnen dienen, tot geluk en welzijn van z'jchzelf en hun kinde ren, van de gansche burgerlijke maatschappij en menschelijke gemeenschap. Voorwaar, als de hedendaagsche verwoester.^ van het huwelijk al hun krachten inspannen om door woord en geschrift, in boeken en bro chures, en op tallooze andere manieren geesten en harten tot in den grond te bederven, als zij er op uit zijn, de reinheid van zeden in het huwelijk aan bespotting prijs te geven en op de schandelijkste vergrijpen tegen de zedelijk heid een loflied aan te heffen, dan moet Gij, Eerbiedwaardige Broeders, die „de II. Geest als bewakers gesteld heeft om Gods Kerk te be sturen die Hij zich door Zijn eigen Bloed heeft verworven" 82) des te meer al uw krachten in spannen, om met alle gepaste middelen tegen over de dwaling: de waarheid re stellen, tegen over de schande der ondeugd: den glans der kuischhei|d, tegenover de slavernij der boozc begeerten: de vrijheid der kinderen Gods 83) tegenover de booze lichtvaardigheid der echt scheiding: de bestendigheid van de ware hu welijksliefde en een tot den dood toe onge schonden eed van eenmaal gegeven tiouw. En d;t alles moet niet alleen Gijzelf doen maar ook de toevertrouwde priesters, ja zelfs de door Ons gewenschte en aanbevolen Katholiek" Actie, die geroepen zijn om aan het Hiërar chisch Apostolaat hun bijstand te verleenen. Zoodoende zullen de Christenen van gan- scher harte God danken, dat zij door Zijn ge bod gebonden zijn en als met zacht geweld wor den gedwongen, zoo ver mogelijk weg te blij ven van iedere vergoding van het vleesch en van de menschonteerende slavernij der zinne lijke lusten. Zoo ook krijgen zij 'n grooten af schrik en zullen zij zich met alle kracht afwen den van die misdadige vindingen, die, tot schan de voorzeker van de menschelijke waardigheid in woord en geschrift, onder den titel van „vol komen huwelijk", juist in dezen tijd overal worden verspreid, welke vindingen dat zooge naamde volkomen huwelijk tot niets anders maken dan een „ontaard huwelijk", zooals men het ook wel, en terecht, genoemd heeft. Deze heilzame leering en godsdienstige on derrichting omtrent het Christelijk huwelijk zal hemelsbreed verschillen van die overdre ven physiologteche voorlichting waarmee in on ze dagen, sommigen, die zich als verbeteraars van de echtelijke samenleving opwerpen, be weren den echtgenooten een dienst te bewijzen door alleruitvoerigst over de physiologische za ken te handelen, waardoor echter eerder de kunst om behendig te zondigen aangeleerd wordt dan de deugd om rein te leven. Derhalve, Eerbiedwaardige Broeders, nemen volg) Wij met volle instemming de woorden over^ die Onze voorganger, Leo XIII z.g. In zijn Ency cliek over het Christelijk Huwelijk, tot de Bis schoppen van de geheele wereld heeft gespro ken: „Draagt zorg, dat Gij met alle inspanning en met heel Uw gezag de leer, die Christus de Heer, en de Apostelen de vertolkers van den Goddelijken wil, hebben onderwezen, en die de Katholieke Kerk godvruchtig heeft bewaard en door alle tijden aan de geloovigen ter on derhouding heeft opgelegd, ook bij het volk, aan uwe zorgen toevertrouwd, gaaf en zuiver weet te bewaren." 84) Vaste wil der echtgenooten om de huwelijks wetten te onderhouden. Opdat het huwelijk weer in overeenstemming kome met de wet van God, is echter zelfs de beste onderrichting van den kant der Kerk al leen niet voldoende. Immers, ook al zijn de echt genooten volledig op de hoogte van de leer over het Christelijk huwelijk, toch is het noojlig, dat zij van hun kant ook den /asten wil heb ben, de heilige wetten over het huwelijk, die God in de natuur heeft gelegd, te onder houden. Tenslotte, wat men ook, in woord en geschrift hoort beweren en propageeren, laat de echtgenooten dit ih ieder geval altijd klaar voor oogen houden als iets heiligs onaantast baars: dat zij nl. in alles wat het huwelijk be treft, zonder eenige aarzeling aan de geboden van God getrouw willen blijven, dat zij elkaar altijd daartoe den steun van hun wederzijdsehe liefde willen bieden, de kuische huwelijkstrouw bewaren, den onverbreekbaren huwelijksband nooit schenden, van de rechten, door het hu- lijk verkregen, altijd slechts Christelijk en be- heerscht gebruik maken; dit laatste vooral in den eersten tijd van het huwelijk, opdat, wan neer de omstandigheden later onthouding moch ten eischen, beiden zich gemakkelijker kunnen onthouden, daar zij zich de gewoonte hiervan reeds eigen gemaakt hebben. Opdat zij dit echter ernstig willeu en met vol harding dezen wil uitvoeren, zal een veelvuldig beschouwen van hun staat en een vlijtig zich in herinnering brengen van het Sacrament, dat zij ontvingen, hun van veel nut zijn. Laten zij er zich doorloopend van bewust zijn, dat zij tot de plichten van waardigheid van hun staat als gewijd en gesterkt zijn, door een bijzonder Sacrament, dat wel geen merkteeken indrukt, maar welks kracht toch altijd doorwerkt. La ten zij daarom de woorden van den H. Kardi naal Robertus Bellarmino overwegen, die waar lijk vol zijn van deugdelijken troost. Met ande re beroemde theologen heeft hij in een vroom gevoelen aldus geschreven: „Op twee wijzen kan men het Sacrament in het huwelijk be schouwen: vooreerst m zijn wording, en ver volgens in den blij venden toestand daarna. Het is immers een Sacrament, dat op J.3 H. Eucha ristie gelijkt, die niet alleen bij de Consecratie, maar zoolang de gedaanten blijven, een Sa crament is; want zoolang de echtgenooten :'n leven blijven, is hun vereeniging altijd een Sacrament in Christus en de Kerk". 85) Opdat echter de genade van dit Sacrament haar volle kracht ontplooie, moet, zoals Wij reeds vermaanden, de medewerking der echt genooten daarbij komen, welke hierin bestaat, dat zij zich, naar hun beste krachten, ijverig toeleggen op het vervullen van hun plichten. Want, zooals ?<n de natuurlijke orde de mensch, met inspanning en ernst, de van God ontvan gen krachten moet aanwenden, om ze tot haar volle vruchtbaarheid te brengen wordt dit verwaarloosd, dan bereikt men immers niets zoo moeten ook de krachten der genade, die uit het Sacrament in de ziel overvloeien en daarin blijven, door den eigen toeleg er. arbeid van den .mensch benut worden. Laten derhalve de echtgenooten zich wel wachten zorgeloos te zijn ten opzichte van de genade kvan het Sa crament, die in hen is 86), maar ijverig de on derhouding van zijn plichten, hoe moeilijk die ook zijn mogen, betrachten, opdat zij van dag tot dag de kracht van die genade des te werk zamer in zich ondervinden. En als zij zich ooit, door zorgwekkende levensomstandigheden, echt m moeilijkheden bevinden, dat zij dan niet den moed verliezen, maar in zekeren zin tot z:,ch gesproken achten, wat de H. Apostel Paulus over het Sacrament van het Priesterschap schreef, aan zijn beminden leerling Timotheus, die bijna verpletterd lag onder moeilijkheden en verguizingen: „Ik herinner u er aan, dat ge Gods genade moet doen opleven, die ge door mijn handenoplegging verkregen hebt: Want God schonk ons niet een geest van vreesach tigheid, maar van kracht, van liefde en zelfbe- heersching". 87) Voorbereiding tot het huwelijk. Maar dit alles, Eerbiedwaardige Broeders, hangt voor een groot gedeelte af van de nood zakelijke voorbereiding der echtgenooten tot het huwelijk, zoowel de verwijderde als de (n- middelijke. Want men kan niet ontkennen, dat, reeds gedurende de kinderjaren en de jeugd, in de ziel van de jongens en meisjes de hechte grondslag wordt gelegd voor een geluk kige echtverb intenis maar ook de ondergang wordt voorbereid van een ongelukkige. Want gegrond is de vrees, dat wie vóór hun huwelijk in alles zich zelf zochten, en aan hun harts tochten toegaven, ook in het huwelijk zullen zijn, wat zij vóór het huwelijk waren, dat zij niets anders zullen oogsten dan war zij gezaaid hebben 88): in hun woning droef he'd, rouw, on derlinge minachting, twist, jaloezie, afkeer van het samenzijn en in hun eigen ziel wat nog veel erger is, de ongetemdhe'd van al hun harts tochten. In de goede gesteltenis en wél voorbereid, moeten dus de verloofden den huwelijksstaat ingaan, opdat zij naar behooren elkaar kunnen steunen in het dragen van de tegenslagen van dit leven, en meer nog in het behartigen van hun eeuwige zaligheid en <n het vormen van hun inwendig leven tot zij de mannenrnaat van den volmaakten Christus hebben bereikt (894 Dat zal er ook toe bijdragen, dar, zij vcor hun dierbare kinderen werkelijk dat zijn, wat God van de ouders ten opzichte van hun kinderen verwacht; dat nl. de vader waarlijk vader, de moeder een ware moeder zij, door w.er toege wijde liefde en voortdurende zorgen de huise lijke haard, ook in groote ontbering, wanneer de aarde echt een tranendal wordt, voor de kinderen als een verre herinnering weze aan dat verrukkelijke paradijs, waarin de Schepper van het menschelijk geslacht de eerste men- schen heeft geplaatst. Hieruit zal ook voort vloeien dat ze hun kinderen gemakkelijker op voeden tot volmaakte menschen en volmaakte Christenen, hen doordringen van den waren geest der Katholieke Kerk, en hun die edele vaderlandsliefde inprenten, waartoe wij uit piëteit en dankbaarheid gehouden zijn Zij, d'ie er over denken, eens deze heilige echt verbintenis aan te gaan, alsook degenen, die de zorg hebben voor de opvoeding van de chris telijke jeugd, moeten daarom hun taak zoo hoog opvatten, dat zij, wat goed is voorberei den, wat kwaad is voorkomen en zich in her inner ;4ng brengen de vermaningen uit Onze En cycliek over de opvoeding: „Derhalve moeten, van de kinderjaren af, de slechte neigingen van den wil bedwongen, de goede ontwikkeld wor den, en vooral moeten de kinderen doordron gen worden aan de door God geopenbaarde leer en ge'sterkt door de hulpmiddelen der Godde lijke genade. Want zonder deze, zal niemand zijn hartstochten kunnen bedwingen, en zai de opvoeding en vorming door de Kerk niet tot haar laatste volmaaktheid opgevoerd kunnen worden. Christus heeft immers juist daarom Zijn Kerk met hemelsche leer en Goddelijke Sacramenten verrijkt, opdat zij met dc-n ge- wenschten uitslag als leermeesteres a Her men schen zou kunnen optreden." (90). De keuze van een echtgenoot. Tot de naaste voorbereiding echter van een goed huwelijk, moet allereerst gerekend worden de voorzichtte keuze van een echtgenoot, daar van immers hangt het voor het grootste gedeel Ingezonden Hetfedeeling. Bij Apoth. en Drogisten. te af, o.f het huwelijk gelukkig zal zijn of niet Want voor een echt christelijk huwelijksleven kan de eene echtgenoot den ander ofwel een krachtige steun ofwel een groot gevaar of be letsel zijn. Laten derhalve de verloofden, op straffe van anders hun heele lev-n te moeten boeten voor een onberaden keuze, toch rijpe lijk bij zichzelf overleggen, alvorens zij de partij kiezen, waarmee zij daarna, voor altijd door het leven moeten gaan. Hierbij hebben :.ij op de eerste plaats rekening te houden met God en den waren Godsdienst van Christus; ver volgens moeten zij denken aan hun eigen be lang en dat van hun verloofden en toekomstige kinderen, en eveneens aan dat van de mensche lijke en burgerlijke maatschapp;j, die in de echtvereeniging, als in haar bron, haar oor sprong vinden. Laten zij vur'g Gods hulp afbid den, om, overeenkomstig de christelijke voor zichtigheid, een keuze te doen en zicli in het geheel niet te laten leiden door een blinde en noch enkel en alleen door verlangen naar gel delijk voordeel of een ander minder edel motief maar door een geregelde en zuivere liefde en een oprechte genegenheid jegens hun tr ekem- stigen echtgenoot bovendien moeten zij in het huwelijk die doeleinden nastreven, om welke het door God is 'jigesteld. Tenslotte mo^en zij niet nalaten, bij de keuze van hun echtgenoot, den wijzen raad hunner ouders in te winnen Laten zij dezen raad niet geringschatten;, want door de rijpere kennis en ondervinding, die de ouders hebben van al hetgeen er in hetjJ.en- schelijk lev enomgaat, zullen de verloofden z'ich tegen een verderfelijke misleiding kpnnfn behoeden, en wanneer zij het huwelijk ipgaan, zullen zij overvloediger den zegen erlangen, in het vierde gebod beloofd: „Eer Uw-varjer en Uw moeder, (dit is het eerste gebod, waaraan een belofte verbonden is) opdat het IJ.wél moge gaan, en ge lang moogt leven cp aarde.'2 (91). Zorg voor tijdelijke goederen. Niet zelden echter ontstaan er ernstige moei lijkheden voor het volmaakt onderhouden van Gods geboden en de eerbaarheid des huwe lijks hieruit, dat de echtgenooten gebukt *aan onder zware stoffelijke zorgen en groot gebrek aan tijdelijke goederen. En daarom moet men zeer zeker, zoo goed mogelijk, aan die behoef ten tegemoet komen. En vóór alles moet er, met inspanning van alle krachten, naar gestreeft worden - gelijk reeds Onze Voorganger, Leo XIII, met zooveel wijsheid heeft voorgeschreven 92), dat in de burgerlijke maatschappij dusdanige econo mische en sociale toestanden geschapen wor den, dat alle gezinshoofden, zoowel voor zich zelf als voor vrouw en k';nderen, overeenkom stig hun rang en stand, de noodzakelijke le vensbehoeften kunnen verdienen, en verkrij gen: ,want de arbeider heeft recht op zijn loon 93) Dit weigeren, of lager stellen dan 'billijk is, is een groote onrechtvaardigheid en wordt door de H. Schrift onder de grootste zonden gerekend 94)evenmin is het geoorloofd, loonen vast te stellen zóó laag, dat zij gezien den te- genwoordigen levensstandaard, voor het onder houd van een gezin ontoereikend zijn. Maar er moet ook voor gezorgd vorden, dat de echtgenooten zelf en dat wel, lang- vóór zij in het huwelijk treden trachten, dé las ten en behoeften, die het leven m de toekomst zal medebrengen, te voorkomen of althans te verminderen, en dat zij van menschen,- die op de hoogte zijn, leeren, hoe zij^ dit np een af doende en tegelijk passende- manier kunnen bereiken. Eveneens moeten er maatregelen ge troffen worden, voor het geval, dat zij zichzelf alleen niet kunnen helpen. Dan moeten dege nen, die in gelijke omstandigheden verkeeren, zich aaneensluiten en particuliere en publieke vereenigbigen oprichten, om alius in hun le vensbehoefte te worden bijgestaan 95)Moch ten zij met behulp van alles, wat Wij hier heb ben opgesomd, nog niet de uitgaven vap hun gezin kunnen dekken, vooral wanneer, dit: nc gal groot is, of minder weerstandsvermogen» bezit dan is het volstrekt een eisch van christelijke naastenliefde, dat de christelijke liefdadigheid aanvult, wat aan de hulpbehoevenden ont breekt. Vooral de rijken moeten dan de minder bedeelden helpen, en zij, die overvloed van aardsche goederen bezitten, mogen deze niet besteden voor nuttelooze uttgaven of ze dwaas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1931 | | pagina 1