De Zeeuwsche Koerier Maandag 29 December 1930. T y e d e Blad. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeenwsch-Viaanderen. Rechtszaken. van 45e Oaargang. No. 3710. (Vervolg). Subsidieaanvragen. Ingekomen zijn een dertiental aanvragen om financieelen steun. Gezien de uiterst beperkte middelen der Kamer, stelt het Bureau voor; te bestendigen de subsidie aan de Handelsdag school te Hulst ad f 100; die aan het Instituut voor economische geschriften ad f 20, die aan de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Brussel ad f 25; die aan „Schuttevaer"' te ver- hoogen van f 2,50 tot f 5; geen verderen steun te verleenen aan het Bureau voor Handelsin- iichtingen, aangez'.en het lidmaatschap daar van voor de Kamer van geen beteekenis meer is (vroeger f 40)te verleenen een bijdrage van f 10 aan de Vereeniging Nederiandsch Fa brikaat, het Veiligheidsmuseum cn de Vereeni- g ,ng „Binnenscheepvaartcongres". De heer van 't Hoff wil ook f 25 toegekend zien aan de Vereeniging ter veredeling van het Ambacht, die diploma's geeft voor meester en gezel. Z. i. verricht deze vereeniging voor den- ambachtsstand zeer nutt'g werk. De secretaris is van meening, dat de vereeni ging juist voor den ambachtsstand niets be- teekent. Zij, die een diploma hebben gehaald, komen meestal niet in hét ambacht doch wor den leeraar aan een ambachtsschool. De heer van 't Hoff i,s het daarmee niet eens Eerstens wordt, om les te geven aan een am bachtsschool heel wat meer vereischt dan een diploma der vereeniging en tweedens worden ook gezellendiploma's uitgereikt. De heer van Melle is het met den heer van 't Hoff eens, dat de vereeniging nuttig werk verr',cht. Doch als dat alleen als motief geldt om te subsidieeren, zal men met de financiën niet toekomen. De heer Risseeuw meent, dat iedere poging om het peil van het ambacht omhoog te bren gen, steun verdient. Waar de Kamer bij de meeste ambachtslui allernrjist een populair in stituut is, zou men door in DIT geval subsidie te verleenen, een dubbel effect bereiken. De secretaris merkt nog op, dat de vereeni ging alleen in de gelegenhe:'.d stelt om exa men af te leggen. Zij leidt niet op. De heer van 't Hoff: Als er geen examens worden afgenomen, kunnen er ook geen diplo ma's worden uitgereikt. In stemming gebracht, wordt het voorstel van den heer van 't Hoff met 3 tegen 5 stem men verworpen. De heer van Goethem bepleit een subsidie van f 25 voor Nederlandsch Fabrikaat inplaats van f 10, gezien de opvoedende kracht, die van deze vereeniging uitgaat. Vooral in ons gewest, dat zoo sterk Belgisch georiënteerd is, heeft het z'n nut, te laten zien, wat Nederland voort brengt. Als we de subsidy wat hooger stellen, zal de vereeniging stellig b.ereid zijn, wat meer voor ons te doen. Het Bureau neemt het voorstel van den heer van Goethem over. In stemming gebracht, wordt het aangeno men. De heer Neeteson en de secretaris zetten nog eens den gedachtengang van het Bureau uiteen ten aanzien van het verleenen van subsidies. Ind>n men de lijst der verzoekende corporaties of instellingen nagaat, blijkt, dat deze allen werkzaam zijn in het algemeen belang en in het belang van handel en industrie nut kun nen stichten. Men kan van meening verschil len omtrent het nut dat eenlge dier vereend- gingen afwerpen speciaal voor oelangen die ge vonden worden in't gebied der Kamer, dit kan 'n opva£t,ng(zijn volgens persoonlijke apprecia tie. Maar toch meent 't Bureau dat de Kamer het best doet, z:ph bij het verleunen van bij dragen door die overweging te laten leiden en zich tot die instellingen te beperken, en het restant van het bedrag dat voor :ubsidleering kan worden beschikbaar gesteld te reserveeren voor speeciale belangen van het gebeid der Ka mer zelf, en die gelden, voor zoover ze in het dienstjaar niet worden uitgegeven in reserve te houden, om ten slotte voor eenig doel van beteekenis in het belang van net gebied der Kamer, waarmede een belangrijk bedrag ge moeid 'p, te kunnen benutten. Besloten wordt dan nog aan de Stichting „Economisch Instituut voor den Middenstand" tot wederopzeggens toe een subsidie te ver leenen van f 100 's jaars en voor het loopende jaar 1930 tot een bedrag van f 35. De begrooting voor het dienstjaar 1931 wordt vastgesteld in inkomsten en uitgaven op f 8872.05. De secretaris deelt o.a. mede, dat het in de bedoeling ligt, het jaarverslag ten vervolg2 in druk te laten verschijnen. De Landbouwcrisis. Als laatste punt vermeldde de agenda den crisistoestand in den landbouw, waaromtrent verschalende adressen waren ingekomen. Naar aanleiding hiervan was door het Bureau dei- Kamer een uitvoerige beschouwing samenge steld, welke wij, overtuigd, dat zij de belang stelling zal hebben van de meesten onzer ie- zers, hier in extenso laten volgen Al zou men zulks uit e',gen ervaring of waar neming in eigen omgeving niet weten, dan wordt men uit de artikels in dagbladen en tijdschriften, uit de buitengewone vergaderin gen die door de landbouwers-organisaties e.a. belegd worden, uit de besprekingen in de wet gevende lichamen, ruimschoots erm -de in ken nis gesteld, dat we leven in een crisistijd. De inzinking van de beurskoersen in het najaar van 1929, werden gevolgd door een sterken te rugslag in de vraag naar scheepsruimte, waar mede gepaard ging een daling der scheeps- vrachten tot beneden exploitatiekosten, het geen weer gevolgd werd door een terugslag op het gebied van de scheepswerven en al wat daarmede samenhangt, terwijl ook in verschil lende andere takken van nijverheid een terug gang viel waar te nemen door verminderde af zet, met als gevolg werkloosheid voor tal van werknemers in die bedrijven. En die crisisverschijnsels zijn niet gevoca liseerd tot een landstreek of land, het is een verschijnsel waarvan den invloed over de ge- heele wereld merkbaar is. Dat er landstreken of steden zullen zijn, waar die invloed ils een gevolg van bijzondere omstandigheden, door den aard der bestaansbronnen minder gevoeid wordt, doet aan die algemeene stelling niets af. Bij al het hiervoren opgesomde, i,s zich ko men voegen een geweldige crisistijd voor den landbouw, die maar eerst terdeeg aan het licht trad, toen de tijd van het oogsten en verkoo- pen der producten naderde. Het begon .cl in het begin van den zomer met de eerste tuin bouwproducten, waarvan het aanbod de viaag overtrof, zoodat de prijzen, die de producenten ontvingen, laag bleven en zelfs partijen onver koopbaar waren. U:'t informaties naar de re sultaten der markten tijdens en na den oogst tijd der granen, bleek van zeer flauwe stem ming, waren meermalen landbouwproducten zonder eenige vraag en alzoo onverkoopbaar. Dit was zoowel het geval met de veevoeder artikelen, het hooi enz., als met de granen. Over het ontstaan en de oorzaken van de wereldcrisis zijn door personen die ter zake be voegd kunnen geacht worden in woord en ge- scrift redse verschillende belangwekkende be schouwingen ten beste gegeven. Ook in deze verschillen de meeningen daaromtrent; men is het wel eens over de gevolgen. Het zou voor onze Kamer ook weinig nut hebben, naar de oorzaken te gaan speuren, aangezien wij ten slotte alleen met de gevolgen te maken heb ben. Toch moge nog iets gezegd worden, in ver band met den lagen prijs der granen en de graanproducten. Deze is door velen ^oegeschre ven aan Russische dumping, d.w.z. levering be neden kostprijs van zeer groote hoeveelheden. Daarvan getuigen ook de moties, aangenomen door de Kamers te Zwolle en Middelburg. Bij de bespreking van de Zwolsche motie werd er echter in de Zaansche Kamer op gewezen, dat de lage noteering der graanprijzen niet alleen het gevolg kon zijn der aanvoeren uit Rus land, aangez'.en dien invoer nog aanzienlijk la ger was dan voor den oorlog, en het alzoo een gevolg was van de groote voorraden voor de wereldmarkt in de verschillende graanprodu- ceerende landen. Dit gaf het Bureau aanleiding dit eens na te speuren, en daarbij bleek dat in het jaar 1913 van af de havens aan de Oostzee en san de Witte Zee o.m. werd aangevoerd 7161)00 ton tarwe, terwijl de invoer over de 9 eerste maan den van dit jaar, blijkens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg bijna 70.000 ton. Nu zijn de cijfers over het jaar 1913 misschien voor vergelijking niet ge heel juist, aangezien die hoeveelheid niet ge heel voor binnenlandsche consumptie zal zijn bestemd geweest, doch daaronder ook graan voor doorvoer zal zijn begrepen. Maar dan z\j er toch op te wijzen, dat de aanvoer van tarwe over de 9 eerste maanden dezes jaars bedroeg: uit Frankrijk 45.000 ton, uit de Vereenigde Staten 194.000 ton, uit België 16000 ton. uit Roemenië 38.000 ton, uit Argentinië 167.000 ton u;t Canada 52.000 ton, uit Australië 12,0uo ton, uit Polen 1600 ton. Tegenover die 69.000 ton uit Rusland staan dus niet minder dan 524.000 ton uit andere landen. Deze mededeeling kan daarom nut hebben, ter wegneming van onjuiste denkbeelden om trent de oorzaken der iage prijzen als zou die speciaal ;n Rusland moeten worden gezocht. Zoo zij daarvoor verder ook gewezen op het artikel van den heer A. de Koster te Leiden, in „Economische-Statistische berichten", van 10 December 1.1., dat zoowel de dit jaar geleverde Amerikaansche bloem als de in het nummer van 3 December van dat tijdschrift door den heer U. Koopman te Leeuwarden gevSignaleerde Fransche' tarwebloem tegen dumplrigsprijzen in ons' land werd ingevoerd de Fransche bloem gesteund door een exportpremie van de Fran sche Regeering, de Amerikaanschbloem door de belofte van levering van tarwe tegen lage- ren prijs, voor zoover de daarvan geproduceer de bloem wekelijk zou worden geëxporteerd Doch de Fransche bloem is speciaal een ge vaar voor onze Zeeuwsche tarwe, e.d., omdat ze als vervanger van de daarvan bereide pro ducten kan optreden. Bij de inzinking der prijzen van graan en an d'ere producten kwam zich nog voegen de alge heele inzinking van den prijs der suikerbieten, voor zoover die niet op contract //aren geteeld, als gevolg van üesterke daling van cjen suiker prijs, óok al een gevolg van de enorme wereld voorraden en den vrijen uitvoer naar ons ïanc tegen dump pgsprijzen. Die prijsdaling was van zoodanigen omvang, dat de steun welke aan dc ze industrie ingevolge het aangenomen regee- ringsvoorstel wordt verleend, van geen betee kenis meer geacht kan worden, en wel ieder een overtuigd is, dat, indien nadere en krach tiger s^un zou uitblijven, die cultuur voor het oógenblik wel als ten doode opgeschreven zou behooren te worden beschouwd. Het spreekt vanzelf, dat in het licht van deze feiten, de Kamer zich niet afzijdig kan hou den. Ofschoon de landbouw als zoodanig niet rechtstreeksch onder de bemoeiingen der Ka mers van Koophandel en Fabrieken vallen, grijpt in een gebied als dat der Kamer, waar de landbouw het hoofdbestaansmiddel der be volking vormt, de economische toestand van den landbouw zoo diep in het economisch le ven van de streek in, dat een kwijnen of een ondergang van den landbouw, zeer noodlottige gevolgen voor het geheele gewest na zich zou sleepen. Sinds haar bestaan heeft de Kamer reeds meermalen, in gevallen dat h.i. het particu lier initiatieftekort schoot, bij de Regeering aan gedrongen op het verlèenen van steun ten be hoeve van een bedreigde industrie, al was tot hiertoe het resultaat op die poging niet groot. Wij herinneren daarvoor aan ons werk ten bate der vlasindustrie en voor de beetwortel- suikerindustrie, waarbij de eerste pogingen evenmin lesultaat luidden. Aanvankelijk werd ook geen gevolg gegeven aan het advies der Kamer bij de herziening van het tarief van invoerrechten ook het ar tikel klomper. op ts nemen, onder aanvoering van het motief: dure klompen. Het wetje- Fleschkens heeft, toen de nood hoog gestegen was, dat f ,scaal invoertarief gebracht. Men hoort niet van dure klompen, maar wel ver nam de Kamer dat dit geringe invoerreehteen gunstig resultaat heeft opgeleverd voor de klompenindustrie aan deze zijde der grens. In het licht van dergelijk feit is het wel te betreuren, dat, ofschoon het toch v/el voor ie der duidelijk is, dat „de geest van Genève" fiasco geleden heeft, en de ons omringende ian den maar steeds voortgaan met het oprichten van hoogere tarief muren de Regeering van ons land nog straks wil vasthouden aan de vrijfcan delspoütiek. Men moge nog zoo sterk vooistan der zijn van dat stelsel in het algemeen, het is toch niet vol te houden indien de ondergang van eigen industrie en landbouw daarvan ten slotte het gevolg zou zijn. Onbegrijpelijk schijnt het ons toe, dat onder deze omstandigheden van malaise bij de Staten-Generaal nog een wets-ontwerp is ingediend tot goedkeuring der handelsovereenkomst met Genève van 24 Maart 1930, waarbij Nederland z:ph tegenover de me de-verdragstaten zal verbinden niet tot ver hooging van het douanetarief over te gaan. Men verwacht van dit verdrag een remmenden invloed van de protectionische stroomingen, en zegt verder, dat, indien d'a landen toch nog abnormale belemmeringen aan den Neder- landschen handel zouden in den weg leggen, Ne derland ten allentijde op korten termijn uit de overeenkomst kan treden. Dit klinkt uitlokkend, maar men moet niet over het hoofd zien, dat de ons omringende staten reeds zeer hooge tarief muren hebben opgericht, terwijl ook in de toelichting boven dien nog de verwachting wordt uitgesproken sommige staten in verband met den crisis die zij doormaken, nog verschillende beschermende maatregelen uzllen nemen, die blijkens de dis Gussies ter conferentie te verwachten waren. Terwijl men verwacht dat anderen hunne reeds vergaande beschermingsmaatregelen nog verder zullen uitstrekken, moet met die Staten een overeenkomst worden gesloten, waarbij Ne derland zich verbindt zich van beschermende maatregelen door verhooging van het tarief van invoerrechten te zullen onthouden Naar onze meening moet e endergelijke houding be treurd worden. Al zou men voor het invoeren van bescherming door verhoog'ng of heffing van rechten den tijd nog nvr. gekomen achten, zou men toch sterker staan, indien men dit mid del kon hanteeren. Te vreezen is, dat de maatregelen die Uians tot het verleenen van steun zullen worden -'ast gesteld, groote offers zullen vragen, en ee;: groot deel niet ten goede zal komen aan hét eigenlijke doel, doch zal opgeslorpt worden door kosten van controle. Het BUREAU acht het in he+ lgemeen be lang geen bezwaar dat bepaalde kringen der maatschappij offers brengen ten i te van een andere klasse, aie in moeilijkheden verkeert. Het meent, ai zijn daartegen ook kei nog grondige arguxïienv?n aan te v oeren, dat men er in kan toestemmen, dat consumenten een offer brengen ten bate van producenten. Maatrege len waaraan geen bezwaren kleven zullen moei lijk te bedenken zijn. Het kan niet in het alge meen belang geacht worden, dat de consument koopt beneden productieprijs. Dit Bal z',ch ten slotte wreken en ongunstige gevolgen met zich brengen. Tegen maatregelen die prijsverhoo- ging mei zich zouden brengen heeft het Bureau miisciien geen bezwaar. Wel zal er daarbij op gelet dienen te worden, dat de te vragen offers niet voor een groot deel besteed worden aan andere u jtgaven dan die weike ten bate komen van degenen die men wil steunen. Indien men de omstandigheden en toestan den van den landbouw in het gebied der Ka mer in aanmerking neemt, blijkt dat het vooral twee hier verbouwed producten zijn, die voor den landbouw groote beteekenis hebben, nl. de tarwe en de su Eerbieten. Blijkens het verslag der Directie van den landbouw worden nl. van de 53.000 H.A. bouwland in Zeeuwsch-Vlaan- deren 15 pCt. bezaaid met tarwe en 23 pCt. met suikerbieten. Die producten hebben hier dus overwegende beteekenis. Op grond van vorenstaande steit het Bureau voor, met het oog op de groote beteekenis die de landbouw voor ons land en in het bijzonder voor het gebied der Kamer heeft, er bij de Re geering op aan te dringen: le. Ten behoeve van den verbouw van tar we zoodanigen steun te -verleenen, dat het loo- nend verbouwen van dit product mogelijk blijft; 2e. in het bijzonder aan te dringen op het verleenen van steun ten behoeve van de beet wortelcultuur en -industrie, die, omdat dit pro duet '<n ons gewest in ruime mate geteeld wordt en omdat wij ook fabrieken m ons midden hebben om die tot suiker te verwerken van zeer grooten invloed zijm op den economischen toestand van Zeeuwsch-Vlaanderen, als zijnde ook vooral voor de werklieden van groote be teekenis, wegens het procentsgewijze groote bedrag, dat aan het verwerken vertoond wordt, op een tijdstip dat het andere seizoenwerk op den akker stilligt; 3e. de dringende wenschelijkheid uit te spre ken, dat bij de te nemen crisismaatregelen zoo danige regelingen worden getroffen, dat als gevolg van de hulp verleend aan een zekeren tak van het bedrijfsleven geen andere groepen worden getroffen of uitgeschakeld en alle be drijfsorganen in hunne functie tot hun recht komen; 4e. dat de eventueel te verleenen financi- eele steun voor het telen van grondstoffen welke ook in het eigen land worden verwerkt, zich uitsluitend zal bepalen tot het product, dat in het eigen land wordt verwerkt, opdat de voordeelen, di,e de industrie en de werkne mers daarvan kunnen plukken ook uitsluitend aan het eigen land ten goede komen, en alzoo geen steun zal worden verleend aan eventu- eelen uitvoer, die in dubbel opzicht tot nadeel van de eigen industrie zou strekken, door daar i,n de eerste plaats grondstoffen aan te ont trekken en later door invoering van het afge werkte product tegen de eigen industrie zou komen concurreeren 5e. uit te spreken de wenschelijkheid,dat onze Regeering zich ten opzichte van het uit vaardigen van tarieven of andere verweermid delen ter bescherming van producenten in het binnenland niet verder binden zal, doch zich in dezen crisistijd in dat opzicht alle moge lijke vrijheid zal voorbehouden. Door den secretaris werd een en ander nog mondeling toegelicht. Door den heer de Feijter werd dan een uit voerige beschouwing voorgelezen, waarin hij o.a. de door den crisis ontstanen toestand schetste, betoogde, dat Nederland door /.ijn on gebreidelde vrijhandelspolitie :1e vergaarbak voor de geheele wereld is geworden, en verder door zijn sociale wetten en ambtenarenfokktrij in het moeras is geraakt en ten slotte een lans brak voor de vlasindustrie, die hij, als een dei- vooraanstaande industrieën in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen óók voor steun in aanmerking wenschte te doen komen en deshalve eveneens in de aan het rapport van het Bureau vastge koppelde conclusies wenschte vermeld te zien. De Kamer had tegen dit laatste geen be zwaar. Ook de heer Neeteson hield nog een uit voerig betoog, waarin hij op spoedigen ré- geeringssteun aandrong. Verschillende andere leden voerden hierna nog. het woord, over deze aangelegenheid, wel ke de bijzondere belangstelling van de Kamer bleek te hebben. Van de Rondvraag v/erd door geen der leden gebruik gemaakt. De voorzitter sloot dan de openbare verga dering met den wensch, dat hei de regeering zou mogen behagen, de noodigt maatregelen te treffen in het belang van den landbouw in het bijzonder en voorts ook van de andere, bij de crisis betrokken bedrijven opdat men met gerustheid het jaar 1931 -oU mogen ingaan. i Rechtbank te Middelburg. In de zitting van 19 December werden de volgende zaken behandeld. A. v d. G. 31 jaar, vrachtrijder er chauffeur te Driewegen was op 31 Oct Ji. jen kan tonrechter te Goes veroordeela <■- ake van overtreding van de Motor- en Rfjwlelwet te Krabbendijke op 25 Sept. 1930 tot f 25 of 10 d. h. en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor den lijd van 3 maanden. Verdachte was in eersten aanleg ten laste gelegd: dat hij op zoodanige wijze en met zoodanige snelheid met zijn auto he.- it gereden met een vaart van pl.m. 70 K.M., da de veiligheid van het verkeer werd belemmerd of in gevaar gebracht. Subsidiair was hem tci\ >n 'er in ns er

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1930 | | pagina 5